Beleidsregels tegemoetkoming Kinderopvang op sociaal medische indicatie gemeente Noord-Beveland 2022

Geldend van 16-07-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels tegemoetkoming Kinderopvang op sociaal medische indicatie gemeente Noord-Beveland 2022

Het college van burgemeester en wethouders van Noord-Beveland

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 2 van de Verordening Jeugdhulp Noord-Beveland 2021;

Gelet op artikel 5 zevende lid jo. Artikel 6, zesde lid Verordening Jeugdhulp Noord-Beveland 2021;

Gelet op de WKO (Wet op de kinderopvang);

Gelet op de IKK (wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang);

Besluiten:

De beleidsregels tegemoetkoming Kinderopvang op sociaal medische indicatie gemeente Noord-Beveland 2022 vast te stellen;

De beleidsregels tegemoetkoming Kinderopvang op sociaal medische indicatie gemeente Noord-Beveland 2021 in te trekken met ingang van de datum de beleidsregels tegemoetkoming Kinderopvang op sociaal medische indicatie gemeente Noord-Beveland 2022 in werking treden.

Ouder(s)/verzorger(s) kunnen voor kinderopvang gebruik maken van de reguliere kinderopvangtoeslag. Er zijn gezinnen of alleenstaande ouders, die als gevolg van sociaal-medische redenen, geen of beperkt recht hebben op kinderopvangtoeslag. Bijvoorbeeld als één van de ouders werkt, terwijl de andere ouder om sociale of gezondheidsredenen tijdelijk niet in staat is om voor de kinderen te zorgen. Voor deze gezinssituaties is de Regeling Kinderopvang op basis van een Sociaal Medische Indicatie (SMI). Het doel van deze regeling is dat kinderen ondersteund worden, die als gevolg van de thuissituatie een ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen. De SMI regeling biedt ouders een financiële tegemoetkoming om een tijdelijke oplossing voor kinderopvang mogelijk te maken en toe te kunnen werken naar een structurele oplossing voor de gezinssituatie. Deze regeling heeft als doel nadere regels te stellen over de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal en/of medische indicatie.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland.

  • b.

    de wet: Wet Kinderopvang (WKO) en wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK).

  • c.

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.

  • d.

    ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft, met dien verstande dat bij de beoordeling of er sprake is van pleegouderschap, een subsidie op grond van de Wet op de jeugdzorg buiten beschouwing blijft.

  • e.

    kindcentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt.

  • f.

    sociaal medische indicatie: een schriftelijk advies van de jeugdverpleegkundige, jeugdarts of procescoördinator sociaal domein waaruit blijkt dat kinderopvang om sociaal medische redenen noodzakelijk is.

  • g.

    GGD: een gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 14 van de Wet publieke gezondheid.

  • h.

    tegemoetkoming: een bijdrage in de kosten van de kinderopvang. Bij het bepalen van de hoogte van de bijdrage worden de tabellen van de Belastingdienst gehanteerd die gelden voor de wettelijke doelgroep in de Wet kinderopvang en geldt het wettelijk uurtarief.

  • i.

    voorliggende voorziening: elke adequate (opvang)voorziening buiten deze beleidsregel waarop belanghebbende aanspraak kan maken of een beroep kan doen voor de bekostiging van de noodzakelijke kinderopvang.

  • j.

    eigen bijdrage: het gedeelte van de kinderopvangkosten dat de ouder zelf moet bijdragen na toekenning van de tegemoetkoming kosten kinderopvangtoeslag;

  • k.

    gegevens: persoonsgegevens die de perso(o)n(en) van de aanvraag betreffen en waarvan het college deze gegevens nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen kinderopvang.

Artikel 2. Doelgroep

  • 1. Een ouder komt in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van een sociaal-medische indicatie indien de gezinssituatie voldoet aan één van de volgende criteria:

    • a.

      Er bestaat voor het kind een zodanige problematiek bij de verzorging door de ouder(s) dat opvang in een kinderdagverblijf, buitenschoolse- of gastouderopvang een aanvullende adequate oplossing is, terwijl alle andere verzorgingsmogelijkheden onvoldoende sluitend zijn.

    • b.

      Bij gezamenlijke opname van ouder en kind in een GGZ-instelling, indien andere verzorgingsmogelijkheden of voorliggende voorzieningen onvoldoende sluitend zijn.

    • c.

      Er is sprake van een al dan niet tijdelijke overbelasting van het gezin indien sprake is van overbelasting of gedeeltelijke onmacht van één of beide ouders door een fysieke en/of psychische aandoening om zorg te verlenen aan het kind (waaronder ook wordt begrepen pedagogische zorg.

  • 2. De ouder en kind zijn ingezetenen van Noord-Beveland, conform het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet.

Artikel 3. Voorliggende voorzieningen

  • 1. Als kinderopvang nodig is op grond van een sociaal-medische indicatie en er geen aanspraak bestaat op een tegemoetkoming in het kader kinderopvangtoeslag via de belastingdienst of een andere voorliggende voorziening, is een tegemoetkoming in het kader van een sociaal medische indicatie mogelijk.

  • 2. Aan de in het eerste lid genoemde criteria is niet voldaan indien:

    • a.

      een passende voorliggende voorziening bestaat.

    • b.

      er sprake is van een oppasprobleem voor het volgen van een (medische) behandeling.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1. Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de kosten kinderopvang op basis van SMI wordt er een aanvraag voor een tegemoetkoming gedaan bij het College.

  • 2. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang kan door een ouder worden gedaan en bevat ten minste:

    • a.

      naam, adres en Burgerservicenummer van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing: naam en Burgerservicenummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      naam, geboortedatum en Burgerservicenummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • d.

      een schriftelijk advies van de jeugdverpleegkundige, van de jeugdarts of procescoördinator sociaal domein waaruit moet blijken dat de zorg voor de kinderen niet op te brengen is zonder (aanvullende) opvang in een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderbureau.

    • e.

      aantal noodzakelijke dagdelen per week en verwachte duur

    • f.

      Een inkomstenverklaring van de belastingdienst (IB-60) van het voorafgaande kalenderjaar van aanvrager en indien van toepassing, diens partner. Op basis hiervan wordt de eigen bijdrage vastgesteld.

    • g.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 3. Nadat de aanvraag is ingediend, wordt deze indien nodig besproken binnen het toegangsteam waar verschillende jeugdprofessionals zijn aangesloten. De indicatie wordt integraal onderdeel gemaakt van het gezinsplan.

Artikel 5. Duur van de indicatie

De gemeente stelt een aantal voorwaarden:

  • 1.

    De periode waarop iemand aanspraak kan maken is maximaal zes maanden. Indien noodzakelijk en nodig kan de indicatie met zes maanden worden verlengd.

  • 2.

    Het maximaal aantal uren per week wordt per indicatie bepaald

  • 3.

    De financiële tegemoetkoming geldt zolang de regeling van kracht is.

Artikel 6. Beslistermijn

  • 1. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2. Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1. Het college weigert de tegemoetkoming indien:

    • a.

      de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 2 van de beleidsregels;

    • b.

      de ouder of de partner al een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen;

    • c.

      indien uit de berekening van de eigen bijdrage, als bedoeld in artikel 9 lid 2, blijkt dat de eigen bijdrage gelijk is aan de tegemoetkoming;

    • d.

      de opvang niet plaatsvindt in een kindcentrum of bij een gastouder welke geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK);

    • e.

      de opvang niet plaatsvindt in een kindcentrum of bij een gastouder gevestigd in de gemeente Noord-Beveland ;

    • f.

      de ouders niet voldoen aan de verplichtingen als genoemd in artikel 10 en 12 van deze beleidsregels.

  • 2. Het college kan bij nadere regels aanvullende criteria vaststellen in verband met de weigeringsgronden voor een voorliggende voorziening.

Artikel 8. Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • 2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 9. De hoogte van de tegemoetkoming

  • 1. De ouder betaalt een eigen bijdrage in de kosten van de kinderopvang afhankelijk van het toetsingsinkomen. Hiervoor vindt een inkomenstoets plaats door het college.

  • 2. Voor het bepalen van de hoogte van de bijdrage als bedoeld in lid 1 wordt de tabel gebruikt voor het betreffende kalenderjaar, zoals opgenomen in het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkoming in kosten kinderopvang, de Regeling indexering kinderopvang en de daarbij behorende bijlage.

  • 3. De hoogte van de tegemoetkoming per maand is maximaal: het benodigde aantal opvanguren per maand vermenigvuldigd met het uurtarief van de kinderopvang (zoals vastgesteld door de Belastingdienst) minus de inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Opvangkosten die boven dit tarief liggen worden door de ouder zelf betaald.

  • 4. De ouder betaalt de eigen bijdrage rechtstreeks aan het kindcentrum door middel van maandelijkse facturering.

  • 5. Het college betaalt de tegemoetkoming rechtstreeks aan het kindcentrum door middel van maandelijkse facturering.

  • 6. De kosten die door een kindercentrum of gastouderbureau in rekening worden gebracht bij de ouder/verzorger, niet zijnde de kosten van opvang, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 10. Beperking noodzaak

  • 1. De ouders doen al het mogelijke om de periode waarin noodzakelijke kinderopvang moet worden afgenomen, zo kort mogelijk te laten zijn;

  • 2. De ouders doen al het mogelijke om het aantal uren waarop noodzakelijke kinderopvang moet worden afgenomen, zo gering mogelijk te laten zijn.

Artikel 11. Inhoud van de beschikking

  • 1. Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie bevat in ieder geval:

    • a.

      naam, en geboortedatum van het kind of kinderen waarop de bijdrage betrekking heeft;

    • b.

      de geldigheidsduur van de indicatie (met een maximum van 6 maanden);

    • c.

      de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht (aantal uur per week);

    • d.

      het percentage van de kosten dat door ouder(s)/verzorger(s) betaald moet worden;

    • e.

      een onderbouwing voor de inzet van kinderopvang op sociaal medische indicatie.

  • 2. Een afschrift van de beschikking wordt gedeeld met het kindcentrum waar opvang zal plaatsvinden.

Artikel 12. Inlichtingenplicht

  • 1. De ouder doet aan het college uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem / haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming.

  • 2. Een ouder is verplicht aan het college, daarnaar gevraagd, medewerking te verlenen aan uitvoering van deze beleidsregels.

Artikel 13. Herziening en intrekking

Het college kan het recht op tegemoetkoming herzien of intrekken:

  • a.

    als het niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 12 geleid heeft tot een onterechte of een te hoog verstrekte tegemoetkoming.

  • b.

    als anderszins een tegemoetkoming ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekt is.

Artikel 14. Terugvordering

Als het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 13 genomen heeft, kan het een ten onrechte of te hoog verstrekte tegemoetkoming terugvorderen.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na haar bekendmaking.

Artikel 16. Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien de toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 17. Citeertitel

De beleidsregels worden aangehaald als beleidsregels tegemoetkoming kinderopvang op sociaal medische indicatie gemeente Noord-Beveland 2022.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 3 januari 2023,

Burgemeester en wethouders van Noord-Beveland

de secretaris,

mr. B.C.C. Melis

de burgemeester,

drs. G.L. Meeuwisse

Toelichting algemeen

Ouders kunnen voor kinderopvang gebruik maken van de reguliere kinderopvangtoeslag. Gezinnen of alleenstaande ouders, die als gevolg van sociaal-medische redenen, geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Bijvoorbeeld als één van de ouders werkt, terwijl de andere ouder om sociale of gezondheidsredenen tijdelijk niet in staat is om voor de kinderen te zorgen. Voor deze gezinssituaties is de Regeling Kinderopvang op basis van een Sociaal Medische Indicatie (SMI). Het doel van deze regeling is dat kinderen ondersteund worden, die als gevolg van de thuissituatie een ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen. De SMI regeling biedt ouders een financiële tegemoetkoming om een tijdelijke oplossing voor kinderopvang mogelijk te maken en toe te kunnen werken naar een structurele oplossing voor de gezinssituatie..

Artikel 1: Begripsomschrijving

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 2: Doelgroep

De doelgroep die in aanmerking komt voor de sociaal medische indicatie is wettelijk bepaald. Het belangrijkste uitgangspunt is altijd het belang van het kind. Het kan dus zowel om een ouder/wettelijk verzorger gaan waarbij door een (tijdelijke) beperking inzet van kinderopvang noodzakelijke is, als om een kind waarbij inzet van kinderopvang noodzakelijk is om redenen van het welzijn van dat kind.

Artikel 3: Voorliggende voorzieningen

De tegemoetkoming fungeert als een vangnet. Als de informele kinderopvang (opvang door buurt, familie, mantelzorg) of andere voorliggende voorzieningen uitkomst bieden dan moet daarvan gebruik worden gemaakt. Wel zal altijd getoetst moeten worden of de voorliggende voorziening toereikend en passend is gelet op het doel waar deze voor bestemd is. In sommige situaties kan de tegemoetkoming voor de kinderopvang ingezet worden ter aanvulling op de voorliggende voorziening.

Voorliggende voorzieningen zijn in ieder geval:

  • 1.

    Peuteropvang

  • 2.

    VVE (Voor- en vroegschoolse Educatie) is alleen een voorliggende voorziening voor doelgroepkinderen met een VVE-indicatie.

  • 3.

    Eigen sociale netwerk

  • 4.

    Wet kinderopvang

  • 5.

    Wet langdurige zorg

  • 6.

    Zorgverzekering

  • 7.

    Wet maatschappelijke ondersteuning

  • 8.

    Bijdrage/ondersteuning van werkgever

Artikel 4. Aanvraag

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 5. Duur van de indicatie

Kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie is met nadruk een tijdelijke oplossing. Verlenging is slecht mogelijk met een maximum van zes maanden. Werken aan een oplossing op langere termijn is belangrijk.

De tegemoetkoming wordt verleend voor het aantal uren per week waarvoor de inzet van de kinderopvang op sociaal medische gronden naar het oordeel van een professional (zoals de jeugdverpleegkundige, jeugdarts, huisarts, gezinscoach of psycholoog) noodzakelijk is. Het college stelt vervolgens de indicatie met bijbehorende duur en omvang vast.

Artikel 6. Beslistermijn

Na ontvangst van de aanvraag wordt er uiterlijk binnen 8 weken een besluit genomen. Deze termijn kan worden verlengd als blijkt dat het inwinnen van een onafhankelijk advies over de noodzaak, alsmede de duur en de omvang van de kinderopvang bij een deskundige organisatie noodzakelijk is. Daarnaast dienen alle gevraagde bewijsstukken die nodig zijn om het recht vast te kunnen stellen, te zijn aangeleverd bij de aanvraag.

Artikel 7. Weigeringsgronden

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 8. Ingangsdatum van de tegemoetkoming

Voor vaststelling van de hoogte van de tegemoetkoming is aansluiting gezocht bij de berekeningssystematiek van de belastingdienst. Deze bedragen worden door de belastingdienst elk jaar opnieuw bekeken en vastgesteld. Deze tarieven houdt de gemeente Noord-Beveland ook aan.

Artikel 9. De hoogte van de tegemoetkoming

Net als bij de tegemoetkoming op grond van de Wet kinderopvang is de hoogte van de tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang als gevolg van sociaal medische indicatie afhankelijk van het verzamelinkomen over het voorgaande jaar van belanghebbende en diens partner, het aantal uren kinderopvang dat noodzakelijk is en de prijs die voor de kinderopvang betaald moet worden.

In een bij de Wet kinderopvang behorende algemene maatregel van bestuur wordt een uurprijs genoemd die maximaal voor vergoeding in aanmerking komt. Dit bedrag wordt ook gehanteerd bij de maximaal te vergoeden uurprijs voor kinderopvang als gevolg van sociaal medische redenen. Indien de ouder kiest voor een opvangvorm die boven deze uurprijs ligt, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder

Het is niet noodzakelijk om alle kosten van de kinderopvang te vergoeden. Aan ouders wordt gevraagd de eigen bijdrage aan kinderopvangorganisatie zelf te (blijven) betalen. Voor het uitrekenen van de eigen bijdrage wordt gebruik gemaakt van de kinderopvangtoeslagtabel van de belastingdienst. Dit verkleint ook de overstap van de SMI naar de kinderopvangtoeslag op een later moment.

Artikel 10. Beperking noodzaak

Aan de inzet van de kinderopvang op grond van de SMI is de verplichting verbonden dat de ouder volledige inzet toont om de duur van de periode en het aantal uren kinderopvang zo kort mogelijk te laten zijn. De vergoeding van de kinderopvang is tijdelijk en heeft als doel de ouder (tijdelijk) te ontlasten. Het doel is dat de ouder op zoek gaat naar een andere passende oplossing en gaat werken aan het verminderen van de problemen.

Het college kan hierin ondersteuning bieden door mee te denken en/of te faciliteren in een andere passende voorziening/oplossing. Ouders kan de verplichting opgelegd worden om ondersteuning te vragen of een andere vorm van hulpverlening te zoeken, indien zij hier nog geen beroep op hebben gedaan.

Artikel 11. Inhoud van de beschikking

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 12. Inlichtingenplicht

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 13. Herziening en intrekking

Het college kan per individuele situatie op grond van de reden van ten onrechte verstrekte tegemoetkoming, de mate van financiële benadeling en de omstandigheden van de ouder(s)/verzorger(s) besluiten al dan niet tot een herziening of intrekking van de tegemoetkoming over te gaan. Indien hiertoe besloten wordt, vereist het gebruik maken van deze bevoegdheid wel een zorgvuldig onderzoek en besluitvormingsproces.

Artikel 14. Terugvordering

Wanneer de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk ten onrechte is uitgekeerd, wordt het meerdere teruggevorderd.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 16. Hardheidsclausule

De in dit artikel opgenomen hardheidsclausule maakt het mogelijk om van de begrenzingen in deze beleidsregels af te wijken als dat in het individuele geval echt noodzakelijk is. Dit afwijken kan alleen ten gunste en nooit ten nadele van de ouder.

Artikel 17. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Toelichting bij: Beleidsregels tegemoetkoming kinderopvang op sociaal medische indicatie 2022

Gemeenten: Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland & Reimerswaal

Achtergrondinformatie over kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie

Wat is kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie (SMI)?

Kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI) is een vangnetregeling die gemeenten de mogelijkheid geeft om gezinnen tijdelijk financieel te ondersteunen in de kosten van de kinderopvang als zij door bepaalde medische of sociale omstandigheden tijdelijk niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag. Kinderopvang (of buitenschoolse opvang) kan dan een (tijdelijke) oplossing bieden om de ouders te ontlasten, de ontwikkeling van het kind niet te schaden of te voorkomen dat de ontwikkeling van het kind stagneert. SMI is bedoeld voor kinderen van 0 tot 12 jaar. De regeling SMI is in principe toegankelijk voor iedereen. Er mag geen uitsluiting van de doelgroep bestaan op basis van financiële criteria of bij schulden.

Wat is het doel?

De redenen waardoor ouders tijdelijk in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvangtoeslag op basis van de SMI verschillen per geval, bijvoorbeeld:

  • het betreffende kind of de betrokken ouder behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking en ten behoeve van wie is komen vast te staan dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken;

  • er is vastgesteld dat de veiligheid van het kind in geding is;

  • er is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het betreffende kind noodzakelijk is;

  • er is vastgesteld dat er sprake is van een crisissituatie waardoor de ouder tijdelijk niet in staat is de verzorging op zich te nemen;

  • de medische of sociale noodzaak voor kinderopvang blijkt uit andere stukken bijvoorbeeld een jeugdarts of procescoördinator sociaal domein, voor zover die een sociaal of medisch oordeel kunnen vormen over de ouder en/of het betreffende kind.

SMI kan preventief ingezet worden (vroegsignalering) in het belang van het kind.

Wat is de duur?

SMI is meestal tijdelijk om de thuissituatie meer stabiel te maken. In principe wordt een SMI afgegeven voor de duur van maximaal 6 maanden met de mogelijkheid om dit te verlengen. Hiervan kan afgeweken worden indien de jeugdverpleegkundige of een toegangsmedewerker beoordeelt dat dit noodzakelijk is.

De insteek van de SMI is dat er gedurende de periode met betrokkenen onderzocht en gewerkt wordt aan een structurele oplossing. Hierbij kan het netwerk betrokken worden of kan eventuele andere hulpverlening aangevraagd en opgestart worden. De SMI maakt integraal onderdeel uit van het gezinsplan.

Kinderopvangtoeslag bij permanente of tijdelijke Wlz-indicatie

Vanaf 1 januari 2021 hebben gezinnen waarin de ene ouder werkt en de andere ouder een permanente Wlz-indicatie heeft recht op kinderopvangtoeslag. Alleenstaande ouders met een Wlz-indicatie blijven in 2021 onder de SMI-regeling vallen. De Tweede Kamer heeft ook een amendement aangenomen om ook ouders met een tijdelijke Wlz-indicatie recht te geven op kinderopvangtoeslag. Uiterlijk gaat deze wijziging in op 1 januari 2023. Gemeenten kunnen ouders met een tijdelijke Wlz-indicatie ondersteunen met SMI.

Eigen bijdrage voor kinderopvang

De vergoeding waar ouders recht op hebben voor kinderopvang op basis van SMI, is gelijk aan de hoogte van de kinderopvangtoeslag waar ze in een andere situatie recht op zouden hebben. Er wordt hierbij gekeken naar de hoogte van het inkomen van de ouders. De overheid betaalt een percentage van de kosten van kinderopvang. De hoogte van deze tegemoetkoming (kinderopvangtoeslag) hangt af van het inkomen van de ouders. Hoe lager het inkomen, hoe hoger de tegemoetkoming.

De ouders moeten de eigen bijdrage aan de kinderopvangorganisatie zelf (blijven) betalen. Voor het uitrekenen van de eigen bijdrage maakt de gemeente gebruik van de tarieventabel van de Belastingdienst. Dit verkleint ook de overstap van de SMI naar de kinderopvangtoeslag op een later moment. De eigen bijdrage is inkomensafhankelijk, zodat ook ouders met een laag inkomen geacht worden die te kunnen betalen. Ouders ontvangen hiervoor ook kinderbijslag en kindgebonden budget.

Indien de ouders geen eigen bijdrage kunnen betalen, kan de gemeente in beperkte mate besluiten om alle kosten van de kinderopvang te betalen in de vorm van een voorziening voor jeugdhulp. Hiervoor moet dan een goede afweging en onderbouwing zijn per casus.

Voor de opvangkosten kinderopvang wordt het door het Rijk jaarlijks vastgestelde fiscale tarief

gehanteerd. Opvangkosten die boven het maximum uurtarief komen, worden door de ouder zelf

betaald. Voor 2022 is de maximale uurprijs voor dagopvang € 8,50, voor buitenschoolse opvang € 7,31 en voor gastouderopvang € 6,52.

Voorliggende voorziening

Er dient altijd vastgesteld te worden dat er geen andere regelingen van toepassing zijn, die voorliggend zijn aan SMI:

  • Recht op Kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, zie website Belastingdienst.

  • Recht op gesubsidieerde kindplaatsen voor reguliere peuteropvang (2 dagdelen per week), zie Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie (vastgesteld voor iedere gemeente in de Bevelanden).

  • Recht op gesubsidieerde kindplaatsen voor VVE kinderen, zie hierboven genoemde subsidieregeling

    Let op: dit geldt alleen voor doelgroepkinderen, hiervoor hebben zij een indicatie nodig.

  • Het netwerk wordt in kaart gebracht en inzet van het netwerk is tevens voorliggend

Extra informatie peuteropvang

In de regio de Bevelanden is de peuteropvang geïntegreerd in de kinderopvang. Peuteropvang is een basisvoorziening in onze regio. Elke peuter kan (tegen maximaal een inkomensafhankelijke bijdrage) voor 2 dagdelen per week (8 uur), 40 weken per jaar gebruik kunnen maken van dit aanbod. Ouders betalen hiervoor een inkomensafhankelijke eigen bijdrage op basis van de landelijke kinderopvangtoeslagtabel.

Extra informatie VVE-peuters

Alle peuters met een VVE-indicatie (ook ‘doelgroep peuters VVE’) in de Bevelanden hebben naast 8 uur peuteropvang per week, ook nog recht op 8 uur extra VVE-aanbod. Niet alle kinderen komen hiervoor in aanmerking. De jeugdgezondheidzorg beslist over het afgeven van een VVE-indicatie volgens een vooraf vastgestelde definitie en op basis van vooraf bepaalde instrumenten. Deze definitie heeft met name betrekking op de spraak/taalontwikkeling van een kind. Doelgroep peuters VVE (verwijzing JGZ) vanaf 2 jaar en ouder krijgen met ingang van 2020 16 uur VVE per week (8 uur peuteropvang + 8 uur VVE) aangeboden en hoeven voor de extra dagdelen VVE (8 uur) geen eigen bijdrage te betalen.

Peuteropvang gaat vóór de inzet van kinderopvang op Sociaal Medische Indicatie. Dit geldt niet voor VVE, omdat niet alle kinderen hiervoor in aanmerking komen.

Ouders met een minimuminkomen

Ouders met een minimuminkomen kunnen via het Declaratiefonds van GR de Bevelanden een tegemoetkoming aanvragen voor de inkomensafhankelijke bijdrage voor twee dagdelen peutergroep per week. Dit geldt voor een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau. De tegemoetkoming in 2022 is € 105,00. De overige kosten moeten ouders betalen uit het inkomen, kinderbijslag of kindgebonden budget.

Sinds 1 januari werkt GR de Bevelanden met gebiedsteams. Per gebiedsteam zijn er klantmanagers Inkomen die ook de aanvragen Declaratiefonds afhandelen. Deze klantmanagers kunnen ook gevraagd worden bij hulp/ondersteuning voor een aanvraag Declaratiefonds.

Vanuit de bijzondere bijstand zijn er geen mogelijkheden voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang.

Indienen van een aanvraag voor kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie

Wie kan een verzoek voor kinderopvang op basis van SMI indienen?

Een verzoek voor kinderopvang op basis van SMI kan op verschillende manier terechtkomen bij het CJG:

  • Via de jeugdverpleegkundige/jeugdarts, waar kinderen met hun ouders op consult komen

  • Via toegangsmedewerkers of procescoördinatoren van het lokale CJG

  • Via sociale hulpverlening/maatschappelijk werk die al betrokken zijn bij het gezin

  • Via kinderopvangorganisaties

  • Via huisartsen of andere verwijzers

De aanvraag voor SMI wordt, indien nodig, besproken binnen het toegangsteam van de gemeente. Het is belangrijk om een goede vraagverheldering te doen. Wat kunnen mensen zelf of met hun netwerk organiseren, waar hebben zij hulp bij nodig, wanneer is professionele hulpverlening nodig? Dit wordt op basis van het gezinsplan beschreven. Daarbij wordt ook gekeken welke hulp er nog meer wordt ingezet binnen het gezin en wordt beoordeeld of SMI de juiste oplossing is.

Kinderopvang op basis van SMI is een goede oplossing en dan?

Indien blijkt dat kinderopvang op basis van SMI een goede oplossing kan zijn voor het gezin, zijn twee documenten van belang:

  • Het daadwerkelijk aanvraagformulier inclusief bijlagen

  • Het advies voor SMI: het advies (document!) dat wordt gegeven (meestal vanuit GGD) voor kinderopvang op basis van SMI. Onderstaande punten staan minimaal in een advies:

    • Naam kind

    • Aantal dagdelen per week (daar zit geen maximum aan)

    • Periode (aantal weken/maanden) (maximaal 6 maanden)

    • Startdatum (bij voorkeur en indien mogelijk op halve of hele maand ivm voordeligere prijs kinderopvang).

Wie kan een advies afgeven voor kinderopvang op basis van SMI?

Een jeugdverpleegkundige/jeugdarts van de GGD of een procescoördinator sociaal domein kan een advies voor kinderopvang op basis van SMI afgeven. Een procescoördinator sociaal domein kan dit bijvoorbeeld doen in een situatie waarin het CJG al betrokken is bij het gezin of wanneer een kind niet voldoende in beeld is bij de GGD om een inschatting te maken. Dan is het niet noodzakelijk om de casus door de GGD te laten beoordelen. Het is belangrijk dat hier lokaal afspraken over worden gemaakt tussen de GGD en de CJG’s.

Wie is er verantwoordelijk voor het invullen van het aanvraagformulier?

De primaire verantwoordelijkheid voor het invullen en indienen van het aanvraagformulier ligt bij de ouders. Echter is het mogelijk dat de ouders worden bijgestaan door een professional.

  • Wordt door de jeugdarts of jeugdverpleegkundige geconstateerd dat kinderopvang op basis van SMI nodig is (zonder dat CJG betrokken is)? Dan ondersteunt deze persoon de ouders bij het indienen van het aanvraagformulier.

  • Constateert de lokale toegang dat kinderopvang op basis van SMI nodig is? Dan neemt de toegang (indien gewenst) contact op met de GGD voor het advies en helpt de toegang de ouders met het indienen van het aanvraagformulier.

Als ouders zelf niet in staat zijn het aanvraagformulier in te dienen, dan kan er ook doorverwezen worden naar maatschappelijk werk (SMWO) of bijvoorbeeld in gemeente Borsele het VrijwilligersHuis.

De zorgadministratie/backoffice CJG onderhoudt contact met ouders over eventueel missende bijlagen (bijvoorbeeld inkomensverklaring).

Welke stappen worden er gezet om te komen tot kinderopvang op basis van SMI?

  • Er komt een verzoek binnen voor kinderopvang op basis van SMI. Dit verzoek kan uit verschillende hoeken komen. De procescoördinator kijkt wat er nodig is om het verzoek te behandelen.

Verzoek door jeugdverpleegkundige/jeugdarts

  • De jeugdarts/jeugdverpleegkundige geeft een advies voor kinderopvang op basis van SMI af en stuurt dit naar het CJG. In dit geval ondersteunt de jeugdverpleegkundige ook de ouders bij het indienen van het aanvraagformulier en het aanleveren van benodigde bijlagen.

Verzoek door andere hulpverlener:

  • Het verzoek wordt (indien in Borsele niet ingediend door GGD) ingepland bij het toegangsteam (zo spoedig mogelijk). Het toegangsteam vindt elke week plaats bij het Centrum Jeugd & Gezin. Degene die het verzoek voor kinderopvang op basis van SMI heeft ingediend, sluit aan of wordt om toelichting gevraagd.

  • Er wordt een besluit genomen om SMI wel of niet toe te kennen. Indien nodig wordt de JGZ benaderd om mee te denken in de casus. De inzet van kinderopvang op basis van SMI die eventueel volgt, wordt daarna integraal onderdeel van het gezinsplan. Hierdoor kan er gekeken worden naar de problematiek van het gezin, wat het perspectief is en welke hulp er nog meer wordt ingezet voor dit gezin.

  • Indien besluit genomen wordt om af te wijzen: worden er handvatten meegegeven hoe verder te handelen in de casus.

  • Indien besluit akkoord wordt bevonden stelt de contactpersoon of toegangsmedewerker van het CJG, als contactpersoon de ouders daarvan op de hoogte. Deze contactpersoon vult samen met ouders het aanvraagformulier in en legt uit welke stappen er worden ondernomen en wat er van ouders wordt verwacht.

  • De procescoördinator neemt contact op met de GGD voor een advies SMI (of maakt deze zelf op, afhankelijk van lokale afspraken).

Aanvraagformulier en bijlagen

  • De backoffice/zorgadministratie van het CJG behandeld het aanvraagformulier en advies voor SMI. Indien nodig nemen zij contact op met ouders voor resterende gegevens:

    • IB60 formulier (inkomensverklaring) van het jaar voorafgaand aan het huidige jaar

    • voorkeur kinderopvang

  • De backoffice/zorgadministratie maakt een berekening van de eigen bijdrage van ouders. Dit is een bepaald percentage gebaseerd op de kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst. Voor meerdere kinderen, zal het percentage vanaf het tweede kind lager zijn (eigen bijdrage dus lager). Hiervoor volgen we ook deze tabel (zie bijlage).

  • Ouders nemen zelf contact op met de kinderopvang om hun kind aan te melden.

  • Backoffice/zorgadministratie stemt uren/dagen af met kinderopvang (voor contactpersonen zie bijlage), voordat de beschikking wordt verstuurd. Zodat duidelijk is of wensen wel/niet haalbaar zijn en wat de kosten worden voor de afgenomen periode.

  • Daarna wordt de beschikking gemaakt en opgestuurd naar ouders. In deze beschikking staat:

    • de termijn

    • het aantal dagdelen per week

    • welk percentage van de kosten de ouders vergoed krijgen tot het maximum uurtarief van de Belastingdienst

    • de betrokken contactpersoon, dit is de jeugdverpleegkundige of een van de toegangsmedewerkers.

    • Argumentatie toekenning SMI

    • Bezwaarclausule

  • Er wordt een afschrift verstuurd naar de jeugdverpleegkundige (indien betrokken) en de gekozen kinderopvang. Ouders worden geïnformeerd dat de beschikking met bovengenoemde partijen wordt gedeeld.

Afstemming en vervolg

  • De Backoffice/zorgadministratie van het Centrum voor Jeugd & Gezin is het aanspreekpunt voor de kinderopvang. De gegevens staan opgenomen in de bijlage.

  • Kinderopvang koppelt terug aan Backoffice/zorgadministratie of kind wel/niet is aangemeld. Als het kind langere tijd niet komt, geeft de kinderopvang hiervan ook een signaal.

  • De betrokken kinderopvang brengt eigen bijdrage van de ouders rechtstreeks in rekening bij de ouders.

  • De betrokken kinderopvang vermeldt in de factuur aan de gemeente ten minste de geboortedatum van het kind en stuurt deze aan de hiervoor aangewezen vaste contactpersoon bij de gemeente met een duidelijke vermelding ‘SMI’. Bij onduidelijkheid over de factuur is de vaste contactpersoon van de kinderopvang bereikbaar voor toelichting.

  • De locatie Kinderopvang informeert ouders over het naderen van de einddatum en dat de opvang dan zal beëindigen.

Aandachtspunten bij kinderopvang op basis van SMI

Afstemming met kinderopvang

Om te bespreken wat de mogelijkheden zijn per casus, kan het CJG contact opnemen met de contactpersoon bij de kinderopvang. Het is verstandig om dit te doen voordat de beschikking wordt afgegeven, zodat er geen beschikking wordt afgegeven waarin onmogelijkheden staan (denk aan openingstijden van locaties).

Contactpersoon Kibeo: zie meegestuurde lijst

Contactpersoon Prokino: Receptie

Combinatie peutergroep/VVE en kinderopvang op basis van SMI (bij Kibeo)

De peutergroep eindigt om half 1, en het middag-dagdeel opvang bij Kibeo begint om 1 uur. We kunnen als gemeente een extra half uur opnemen. Het dagdeel wordt dan 6 uur, in plaats van 5,5 uur. Dit kunnen we doen tegen het voordelige dagopvang tarief. Het CJG kan daarvoor contact opnemen met de vaste contactpersoon binnen Kibeo.

Bij combinatie van peutergroep/VVE (duur 40 weken) en kinderopvang op basis van SMI (duur 52 weken), sluit dit niet altijd goed op elkaar aan. Neem hiervoor contact op met Kibeo, zodat zij dit kunnen inregelen in het systeem.

Opschalen en afschalen van kinderopvang

Kinderopvangorganisatie houden de afgegeven dagdelen en de looptijd aan uit de beschikking. Voor het opzeggen geldt een opzegtermijn van één maand.

  • Direct opschalen van de opvang is altijd mogelijk, neem daarvoor contact op met de contactpersoon bij de kinderopvangorganisatie.

  • Voor afschalen van de opvang geldt ook een maand opzegtermijn.

  • Een uitzondering hierop zijn crisissituaties. We kunnen bijvoorbeeld voor 2 weken de opvang opschalen. Dit moet dan echter wel met een beschikking voor 2 weken worden afgegeven. Dit kunnen we doen door te verwijzen naar de eerder afgegeven beschikking, met de opmerking dat we voor slechts twee weken willen opschalen. Daarna wordt dit dan ook weer stopgezet. Het advies is om contact op te nemen met de betrokken persoon vanuit de kinderopvang.

Beschikking met terugwerkende kracht

Het is niet mogelijk om beschikkingen met terugwerkende kracht af te geven, zeker niet als het boekjaar is afgesloten. Bij uitzonderingen kan het CJG contact opnemen met de kinderopvangorganisatie om dit te bespreken.

Verlenging van kinderopvang op basis van SMI

Als er sprake is van een verlenging van kinderopvang op basis van SMI, dan moet er een nieuw advies komen (van de GGD of Procescoördinator sociaal domein). Voordat een verlenging wordt afgegeven, wordt eerst gekeken naar voorliggende voorzieningen en het netwerk. Er hoeft geen nieuw aanvraagformulier ingevuld te worden. De administratief medewerker/backoffice van CJG vraagt bij ouders na of alle gegevens nog juist zijn. Op basis van het afgegeven advies, kan een nieuwe beschikking gemaakt worden voor verlenging.

Opvang bij een gastouder

Indien ouders opvang bij een gastouder wensen, is het advies om contact op te nemen met het betrokken gastouderbureau. Ieder gastouderbureau werkt namelijk met aparte tarieven en aparte afspraken. Het is niet haalbaar om hier een werkwijze voor op papier te zetten. Het toepassen van maatwerk is de oplossing.