Onderhoudskeur Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

Geldend van 01-06-2024 t/m heden

Intitulé

Onderhoudskeur Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

(BBV 22.0050)

Het Algemeen bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht van 24 november 2022,

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 30 augustus 2022,

gelet op artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet,

besluit:

Artikel 1.1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

bestuur: dagelijks bestuur van het waterschap;

gewoon onderhoud: maaien, baggeren, snoeien, verwijderen van materiaal of vuil en herstel van beschadigingen;

objecten en werken op en in waterkeringen: zaken die geen waterkerende functie hebben;

primaire wateren: primaire wateren als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterschapsverordening AGV;

rechthebbende: de eigenaar alsmede de gebruiker krachtens een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht;

secundaire wateren: secundaire wateren als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterschapsverordening AGV;

waterkerende kunstwerken: kunstwerken die zelfstandig een waterkerende functie vervullen, zoals schutsluizen, keersluizen, spui-, inlaat- en doorlaatsluizen, afsluitbare duikers of inlaten, tunnels met afsluitmiddelen, gemalen en coupures;

waterkeringen: waterkerende dijklichamen, half-verholen waterkeringen en verholen waterkeringen, inclusief ondersteunende kunstwerken.

waterschapsverordening: Waterschapsverordening Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.

Artikel 1.2 Reikwijdte

De regels in deze onderhoudskeur hebben betrekking op de zorg voor het onderhoud van waterstaatswerken.

Artikel 1.3 Oogmerken

De regels in de onderhoudskeur zijn gericht op de belangen bedoeld in artikelen 2.12, 2.13, 2.35 en 2.36 van de Waterschapsverordening Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.

Artikel 1.4 Zorg voor het onderhoud

  • 1.

    De zorg voor het onderhoud houdt de plicht in om de onderhoudsmaatregelen te treffen die nodig zijn om de goede staat en werking van waterstaatswerken te waarborgen.

  • 2.

    De zorg voor het onderhoud berust bij de onderhoudsplichtige.

  • 3.

    De zorg voor het onderhoud omvat het gewoon onderhoud en het buitengewoon onderhoud.

Artikel 1.5 Zorg voor het onderhoud van waterkeringen

  • 1.

    De zorg voor het onderhoud, bedoeld in artikel 1.4, heeft betrekking op waterkeringen en waterkering vervangende kunstwerken, en op objecten en werken in of nabij waterkeringen.

  • 2.

    Het waterschap is onderhoudsplichtige voor het buitengewoon onderhoud van waterkeringen en waterkering vervangende kunstwerken, tenzij in de legger, een omgevingsvergunning of een overeenkomst met het waterschap een ander is aangewezen als onderhoudsplichtige.

  • 3.

    Het buitengewoon onderhoud is gericht op instandhouding van de waterkering of een waterkering vervangend kunstwerk naar ligging, vorm, afmeting en constructie overeenkomstig de legger, bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingswet.

  • 4.

    Onderhoudsplichtig voor het gewoon onderhoud is degene die als zodanig is aangewezen in de legger, tenzij in een omgevingsvergunning of een overeenkomst met het waterschap een ander is aangewezen als onderhoudsplichtige. Als geen onderhoudsplichtige is aangewezen, berust de onderhoudsplicht bij de rechthebbende van de waterkering, het waterkerend kunstwerk, ondersteunend kunstwerk of objecten en werken.

  • 5.

    In het geval van meerdere rechthebbenden is ieder voor het geheel belast met de zorg voor het onderhoud.

Artikel 1.6 Zorg voor het onderhoud van oppervlaktewaterlichamen, bergingsgebieden en bergingsvoorzieningen

  • 1.

    De zorg voor het onderhoud, bedoeld in artikel 1.4, heeft betrekking op primaire en secundaire wateren, op ondersteunende kunstwerken zoals peilregulerende kunstwerken, gemalen en windbemalingsinstallaties, op bergingsgebieden en waterbergingsvoorzieningen, en op objecten en werken in, langs, boven en onder oppervlaktewaterlichamen.

  • 2.

    Het waterschap is onderhoudsplichtige voor het buitengewoon onderhoud van primaire wateren, tenzij in de legger, een omgevingsvergunning of een overeenkomst met het waterschap een ander is aangewezen als onderhoudsplichtige.

  • 3.

    Het buitengewoon onderhoud is gericht op instandhouding van primaire wateren naar ligging, vorm, afmeting en constructie overeenkomstig de legger, bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingswet.

  • 4.

    Onderhoudsplichtige voor het gewoon onderhoud is degene die als zodanig is aangewezen in de legger, tenzij in een watervergunning of een overeenkomst met het waterschap een ander is aangewezen als onderhoudsplichtige. Als geen onderhoudsplichtige is aangewezen, berust de onderhoudsplicht bij de rechthebbende van het perceel, het werk of de ligplaats.

  • 5.

    In het geval van meerdere rechthebbenden is ieder van hen voor het geheel belast met de zorg voor het onderhoud.

  • 6.

    Het bestuur kan verbieden onderhoudsmaatregelen uit te voeren voor daarbij aan te geven oppervlaktewaterlichamen of bergingsgebieden, gedurende een daarbij aan te geven periode.

Artikel 1.7 Medewerkingsplicht

De gerechtigde van objecten en werken, beplanting, schepen, woonschepen of drijvende voorwerpen of inrichtingen in of nabij primaire wateren en ondersteunende kunstwerken, is verplicht op eerste aanschrijving van het bestuur de objecten en werken, schepen, woonschepen, drijvende voorwerpen of inrichtingen, te verwijderen en verwijderd te houden, ten behoeve van en voor de duur van het uitvoeren van gewoon of buitengewoon onderhoud door het waterschap.

Artikel 1.8 Nadere regels zorgplicht onderhoud waterstaatswerken

  • 1.

    Het bestuur stelt nadere regels over de zorg voor het gewoon onderhoud, bedoeld in de artikelen 1.5 en 1.6.

  • 2.

    De nadere regels bevatten de onderhoudsmaatregelen voor de daarbij aangegeven onderhoudsplichtigen.

  • 3.

    De nadere regels bevatten de wijze van verwerking van het maaisel en bagger die bij het onderhoud vrijkomen.

  • 4.

    Een nadere regel kan het verbod inhouden om gedurende een bepaalde periode van het jaar bepaalde onderhoudsmaatregelen uit te voeren voor daarbij aan te wijzen waterkeringen, waterkerende werken, ondersteunende kunstwerken, of objecten en werken in en nabij waterkeringen, oppervlaktewaterlichamen of bergingsgebieden.

  • 5.

    De nadere regels worden voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 1.9 Uitvoeringsprogramma onderhoud secundaire wateren

  • 1.

    Het bestuur kan een uitvoeringsprogramma vaststellen voor het systematisch onderhoud van secundaire wateren, met inbegrip van ondersteunende kunstwerken en overige werken en objecten in, langs, boven en onder een oppervlaktewaterlichaam. .

  • 2.

    In een uitvoeringsprogramma wordt rekening gehouden met de belangen, bedoeld in artikel 2.35 van de Waterschapsverordening AGV (oogmerken) en de doelstellingen en maatregelen in het waterbeheerprogramma of een watergebiedsplan voor het gebied. Een uitvoeringsprogramma bevat in ieder geval:

    • a.

      het gebied waarop het uitvoeringprogramma betrekking heeft;

    • b.

      de gewenste regelmaat en uitvoering van de onderhoudsmaatregelen als bedoeld in artikel 1.6, lid 4 voor de daarbij aan te geven oppervlaktewaterlichamen, ondersteunende kunstwerken en overige objecten en werken, in, langs boven en onder oppervlaktewaterlichamen; en

    • c.

      het gewenste profiel van de daarbij aan te geven secundaire wateren.

  • 3.

    Een uitvoeringsprogramma wordt voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 1.10 Toezicht en handhaving

  • 1.

    Door het bestuur wordt schouw gevoerd over de waterstaatswerken volgens een door het bestuur vastgestelde planning.

  • 2.

    De datum van de schouw wordt ten minste veertien dagen van tevoren bekendgemaakt. Een schouw op de waterdiepte wordt ten minste één jaar van tevoren bekend gemaakt.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen kan de bekendmaking worden vervangen door een individuele aanschrijving. De aanschrijving wordt ten minste vier dagen van tevoren verstuurd.

  • 4.

    De onderhoudsmaatregelen worden voorafgaand aan de schouw uitgevoerd.

  • 5.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de daartoe door het bestuur aangewezen personen.

  • 6.

    Bij de uitvoering van de schouw wordt rekening gehouden met een uitvoeringsprogramma als bedoeld in artikel 1.9.

Artikel 1.11 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van de bepalingen bij of krachtens deze verordening kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete tot ten hoogste het bedrag van de tweede categorie als genoemd in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2.

    Bij herhaling van de overtreding binnen een jaar na de eerste overtreding kan hechtenis tot het dubbele van het gestelde maximum worden opgelegd.

Artikel 1.12 Overgangsrecht

  • 1.

    Als voor de inwerkingtreding van deze verordening een overtreding heeft plaatsgevonden, een overtreding is aangevangen of het gevaar voor een overtreding klaarblijkelijk dreigde, en voor die inwerkingtreding een bestuurlijke sanctie is opgelegd voor die overtreding of dreigende overtreding, blijft het oude recht op die bestuurlijke sanctie van toepassing tot het tijdstip waarop:

    • a.

      de beschikking onherroepelijk is geworden en volledig is uitgevoerd of ten uitvoer is gelegd;

    • b.

      de beschikking is ingetrokken of is komen te vervallen; of

    • c.

      als de beschikking gaat om de oplegging van een last onder dwangsom:

      • i.

        de last volledig is uitgevoerd;

      • ii.

        de dwangsom volledig is verbeurd en betaald; of

      • iii.

        de last is opgeheven.

  • 2.

    Een besluit als bedoeld in artikel 2.51 van de Keur Waterschap Amstel, Gooi en Vecht geldt als een besluit op grond van artikel 1.9.

Artikel 1.13 Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking op een door het dagelijks bestuur bij besluit nader te bepalen datum.

Deze verordening wordt aangehaald als: Onderhoudskeur AGV.

Ondertekening

Toelichting

Algemeen

De Onderhoudskeur AGV omschrijft de zorgplicht voor het onderhoud van de waterstaatswerken in het beheergebied van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. In de Onderhoudskeur AGV wordt aangewezen wie belast zijn met de zorg voor het onderhoud van de waterstaatswerken en wat die zorgplicht inhoudt.

Zorg voor het onderhoud

De zorg voor het onderhoud houdt de plicht in om alle onderhoudsmaatregelen te treffen die nodig zijn om de goede staat en werking van de waterstaatswerken te waarborgen. De onderhoudsmaatregelen die een onderhoudsplichtige in ieder geval moet treffen zijn nader uitgewerkt in het Onderhoudsbesluit.

Doel onderhoudsregels

Doel van de onderhoudsregels is de instandhouding van de ‘goede staat en werking’ van de waterstaatswerken. Wat onder ‘goede staat en werking’ moet worden verstaan is omschreven in de oogmerken en de specifieke zorgplichten voor de verschillende waterstaatswerken in de Waterschapsverordening AGV.

Gewoon en buitengewoon onderhoud

De zorg voor het onderhoud wordt onderscheiden in gewoon (of dagelijks) onderhoud en buitengewoon (of constructief) onderhoud. Het buitengewoon onderhoud betreft het planmatig, constructief onderhoud van een waterstaatswerk dat periodiek plaatsvindt om het betreffende waterstaatswerk in overeenstemming te brengen met de eisen in de legger, bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingswet. In beginsel is het waterschap onderhoudsplichtige voor het buitengewoon onderhoud, tenzij een ander onderhoudsplichtige is aangewezen in de legger, een vergunning of overeenkomst met het waterschap.

Het gewoon onderhoud berust in beginsel bij de rechthebbende van het waterstaatswerk.

Aanwijzing onderhoudsmaatregelen gewoon onderhoud

Het dagelijks bestuur is krachtens artikel 1.8 bevoegd de onderhoudsmaatregelen aan te wijzen voor het gewoon onderhoud. Dat is gebeurd in het Onderhoudsbesluit Waterschap Amstel Gooi en Vecht. Deze onderhoudsmaatregelen zijn gelijk aan de onderhoudsmaatregelen die in het Keurbesluit AGV 2019 stonden. Met het in acht nemen van de onderhoudsmaatregelen voldoet de onderhoudsplichtige in beginsel aan zijn zorgplicht voor het onderhoud.

Medewerkingsplicht onderhoud

Voor de uitvoering van gewoon of buitengewoon onderhoud door het waterschap is het nodig dat de waterkeringen en wateren vrijgemaakt worden van obstakels. De rechthebbende van een perceel is verplicht hieraan mee te werken op eigen kosten.

Gebiedsgericht maatwerk voor onderhoud secundaire wateren

Artikel 1.9 kent het dagelijks bestuur de bevoegdheid toe een ‘Uitvoeringsprogramma onderhoud secundair water’ vast te stellen. In een uitvoeringsprogramma geeft het waterschap duidelijkheid aan de onderhoudsplichtigen in een bepaald gebied over de noodzakelijke manier van onderhoud plegen. Het uitvoeringsprogramma stelt geen nieuwe onderhoudsmaatregelen vast maar stemt de regelmaat en wijze van uitvoering van de bestaande onderhoudsmaatregelen af op de kenmerken en de vigerende doelstellingen voor het betreffende gebied. Die doelstellingen kunnen betrekking hebben op het waarborgen van het waterpeil, voldoende waterberging, eventuele beheerdoeltypen in Natura 2000-gebieden of het Natuur Netwerk Nederland, de ecologische waterkwaliteit en maatschappelijke functies van het oppervlaktewatersysteem zoals bijvoorbeeld varen. In een uitvoeringsprogramma kan het waterschap bijvoorbeeld een aangepast stromingsprofiel voor de secundaire wateren in het gebied opnemen, dat afwijkt van de generieke onderhoudsafmetingen in het Onderhoudsbesluit AGV. Het gaat bij een uitvoeringsprogramma dus om gebiedsgericht maatwerk.

Overgangsrecht

Artikel 1.12 geeft aan welk recht van toepassing is op handhavingsbeschikkingen die zijn opgelegd onder het oude recht. Voorts bepaalt het overgangsrecht dat een ‘Uitvoeringsprogramma onderhoud secundair water’ dat is vastgesteld onder de Keur AGV 2019 geldt als een Uitvoeringsprogramma krachtens artikel 1.9 van de Onderhoudskeur AGV.