Basissubsidie amateurkunst 2025

Geldend van 17-07-2024 t/m heden

Intitulé

Basissubsidie amateurkunst 2025

  • 1.

    Basissubsidie amateurkunst 2025

Grondslag voor subsidie

Cultuur en recreatie

Subsidievorm

Jaarlijkse subsidie

Doel van de subsidie

Het cultuurbeleid van de gemeente Hengelo ten aanzien van amateurkunstverenigingen is gericht op het scheppen van een zo gunstig mogelijk Hengelo’s amateurkunstklimaat door:

  • het bevorderen van een goed kwalitatief niveau van de amateurkunst,

  • het bevorderen van een gevarieerd aanbod van de amateurkunst,

  • het bereiken van een breed Hengelo’s publiek.

Te subsidiëren activiteiten

De subsidie aan de culturele amateurverenigingen wordt verstrekt voor:

  • het aanstellen van een (of meer) volledig bevoegde artistiek leider(s) van die amateurvereniging,

  • het doen van minimaal twee openbare uitvoeringen waarbinnen de amateuristische kunstbeoefening tot optimale ontplooiing kan komen.

Subsidieaanvraag voorwaarden

Het subsidieplafond van deze regeling wordt door het college voorgesteld. Bij de vaststelling van de begroting in november dit jaar zal de raad de subsidieplafonds vaststellen. Aanpassing van het subsidieplafond behoort daarom tot de mogelijkheden. Dit kan gevolgen hebben voor de aanvragen die worden ingediend op grond van deze regeling.

Subsidieaanvraag verplichtingen

Zie de Asv hoofdstuk subsidieaanvraag.

Zie de Asv hoofdstuk verplichtingen van de subsidieontvanger.

U vraagt de subsidie aan door gebruik te maken van het aanvraagformulier.

De culturele amateurkunstvereniging heeft de volgende verplichtingen: 

  • de culturele amateurkunstvereniging is statutair gevestigd in Hengelo en staat ingeschreven in het verenigingsregister van de Kamer van Koophandel,

  • de culturele amateurkunstvereniging is aangesloten bij een landelijke organisatie op haar terrein en voor zover bestaande bij een plaatselijke en/of regionale overkoepelende organisatie,

  • zij repeteert in Hengelo,

  • zij dient te voldoen aan een naar het oordeel van het college van B en W redelijk verzoek om –zonder enige vergoeding, met uitzondering van kosten welke speciaal ten behoeve daarvan moeten worden gemaakt- luister bij te zetten aan manifestaties van en voor de gemeenschap,

  • zij geeft minimaal twee openbare uitvoeringen per jaar in Hengelo (het meerdere malen uitvoeren van één productie geldt als even zovele openbare uitvoeringen),

  • om dit aan te tonen stuurt zij voor elk van deze openbare uitvoeringen uitnodigingen aan het College van Burgemeester en Wethouders èn aan het team MSO/MP, per post: Postbus 18, 7550 AA Hengelo of verstuurt deze digitaal; een periodieke nieuwsbrief voldoet ook.

  • zij draagt zorg voor publiciteit in de (plaatselijke) media;

  • zij stelt (zo mogelijk) een volledig bevoegd artistiek leider aan;

  • zij stelt de gemeente (afdeling MSO/team Maatschappij en Partnerschap) op de hoogte van een wisseling van artistiek leider(s) en secretariaatswijzigingen.

Niet in aanmerking voor de basissubsidie komen:

  • amateurkunstverenigingen, die uitsluitend optreden ter opluistering van een kerkelijke of godsdienstige plechtigheid of bijeenkomst,

  • overkoepelende organisaties.

Indientermijn aanvraag

Een aanvraag uit deze regeling moet vóór 1 september 2024 worden ingediend.

Subsidie verlening/verantwoording

Zie de Asv hoofdstuk subsidievaststelling

Subsidies tot € 7.500,- worden toegekend en direct vastgesteld. Er hoeft geen verantwoording ingediend te worden.

Voor subsidies vanaf € 7.500,- moet er wel een subsidieverantwoording over de subsidie 2025 worden ingediend. De indieningstermijn is uiterlijk 1 juni 2026.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is voorgesteld op €161.479. Dit onder voorbehoud van de vaststelling van de beleidsbegroting 2025 door de gemeenteraad.

Subsidieverdeling

De subsidie bestaat uit een bijdrage in de kosten voor de volgende onderdelen:

  • een bijdrage in de kosten van minimaal twee openbare uitvoeringen per jaar tot een maximum van:

  • Folklore

    € 1.500

    Toneel

    € 1.500

    Revue/operette/opera

    € 4.000

    Oratorium

    € 3.600

    Orkest/muziekvereniging

    € 3.000

    Orkest kleine vaste bezetting (vb (big)band)

    € 2.300

    Zangkoor

    € 2.300

    Instapverenigingen

    € 1.300

  • 25 % van de kosten van de vergoeding van de 1e volledig bevoegde artistiek leider (*) tot een maximum van:

  • Folklore

    € 1.000

    Toneel

    € 2.000

    Revue/operette/opera

    € 2.000

    Oratorium

    € 2.000

    Orkest/muziekvereniging

    € 2.000

    Orkest kleine vaste bezetting (vb (big)band)

    € 2.000

    Zangkoor

    € 2.000

    Instapverenigingen

    € 2.000

  • 25 % van de kosten van de vergoeding van de 2e volledig bevoegde artistiek leider (*) tot een maximum van:

  • Folklore

    -

    Toneel

    -

    Revue/operette/opera

    € 1.250

    Oratorium

    € 1.250

    Orkest/muziekvereniging

    € 1.250

    Orkest kleine vaste bezetting (vb (big)band)

    € 1.250

    Zangkoor

    € 1.250

    Instapverenigingen

    € 1.250

  • een bijdrage in de kosten van de vergoeding van de volledig bevoegde instructeur of 3e, 4e en 5e artistiek leider (*). Dit geldt alleen voor muziekverenigingen tot een maximum van € 750,- per artistiek leider.

(*) Zie bijlage Begripsomschrijving behorende bij uitvoeringsregeling Basissubsidie Amateurkunst 

Overige informatie

Op basis van de ingediende financiële gegevens van het jaar 2023 worden de bedragen opnieuw berekend en bijgesteld. De uitgangspunten hierbij zijn het aantal openbare uitvoeringen en de vergoeding voor de artistiek leider(s). Dit nieuwe bedrag geldt voor de periode 2025 – 2028. 

Voor een vereniging die voor een eerste keer in aanmerking wil komen voor basissubsidie geldt - naast bovengenoemde voorwaarden en verplichtingen - ook het volgende:

  • zij heeft zich bewezen in haar bestaansrecht en heeft minimaal drie jaar de status van vereniging (dit subsidieprogramma voorziet niet in startsubsidies);

  • zij voegt iets toe aan het Hengelose culturele veld;

  • de gemeente moet extra budget beschikbaar stellen; het huidige budget is vastgesteld voor de periode 2025-2028 – tussentijds wordt niet herschikt;

    • °

      bij toekenning wordt de vereniging ingedeeld in de categorie instapverenigingen;

    • °

      bij de vierjaarlijkse vaststelling wordt de vereniging bij voldoende financiële ruimte in de passende categorie ingedeeld;

  • in aanvulling op Asv overlegt de aanvrager de volgende stukken:

    • °

      een jaarrekening en balans van de twee voorgaande jaren;

    • °

      een activiteitenoverzicht van het lopende en komende jaar;

    • °

      een kopie van diploma of CV van de artistiek leider(s).

Als blijkt dat een vereniging niet aan de gestelde verplichtingen heeft voldaan of kan voldoen, dan heeft dat consequenties voor de jaarlijkse subsidie.

Zie ook de Asv hoofdstuk verplichtingen van de subsidieontvanger. 

Bijlage: Begripsomschrijving behorende bij uitvoeringsregeling Basissubsidie Amateurkunst

Volledig bevoegd (1e, 2e, 3e) artistiek leider / instructeur

* voor toneelvereniging:

  • -

    hij/zij die voldoet aan één of meer benoembaarheidseisen voor een docent dramatische vorming, zoals vermeld in de C.A.O. Kunstzinnige Vorming, en

  • -

    hij/zij die in het bezit is van een getuigschrift regie, behaald aan één der Nederlandse toneelscholen of behaald na het volgen van een desbetreffende, door of onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging voor Amateurtoneel gegeven cursus.

* voor revuegezelschap en operettevereniging:

  • -

    hij/zij die voldoet aan één of meer van de benoembaarheidseisen voor een docent dansante vorming, zoals vermeld in de C.A.O. Kunstzinnige Vorming, en

  • -

    hij/zij die in het bezit is van een benoembaarheidsverklaring van het Ministerie of de Stichting Kwaliteitsbewaking KV/AK;

  • -

    hij/zij die voldoet aan één of meer van de benoembaarheidseisen voor iemand die lesgeeft aan heterogene ensembles, zoals vermeld in de C.A.O. Kunstzinnige Vorming.

* voor muziekvereniging en zangkoor:

  • -

    hij/zij die voldoet aan één of meer van de benoembaarheidseisen voor iemand die lesgeeft aan heterogene ensembles, zoals vermeld in de C.A.O. Kunstzinnige Vorming.

* voor symfonieorkest: hij/zij die in het bezit is van:

  • -

    het einddiploma orkestdirectie en/of

  • -

    het diploma C1 of C2 of de akte muziekonderwijs A of B of het diploma Docerend Musicus voor strijkinstrument, blaasinstrument of slagwerk, of het diploma schoolmuziek, mits gecombineerd met het praktijkdiploma orkestdirectie, behaald via een van Rijkswege erkende muziekvakopleiding of via een Staatsexamen en/of

  • -

    het diploma solospel of orkestspel met de aantekening onderwijsbevoegdheid of het diploma Uitvoerend Musicus (instrumentaal) met aantekening onderwijsbevoegdheid, mits gecombineerd met het praktijkdiploma orkestdirectie, behaald via een van Rijkswege erkende muziekvakopleiding of via een Staatsexamen.

* voor accordeonvereniging:

  • -

    hij/zij die voldoet aan één of meer van de benoembaarheidseisen voor een docent accordeon, zoals vermeld in de C.A.O. Kunstzinnige Vorming en

  • -

    hij/zij die in het bezit is van:

    • °

      het getuigschrift assistent-dirigent, behaald na het volgen van een desbetreffende, door of onder auspiciën van de Nederlandse Organisatie voor Accordeon en Mondharmonica (NOVAM) gegeven cursus, en/of

    • °

      het getuigschrift interpretatie, behaald na het volgen van de desbetreffende, door of onder auspiciën van de NOVAM gegeven cursus, en/of

    • °

      het getuigschrift directie, behaald na het volgen van de desbetreffende, door het Instituut Lispet gegeven cursus.

* voor folklorevereniging:

  • -

    hij/zij die in het bezit is van het diploma volksdansleider of een niet LCA gediplomeerde specialist.

a. 1e artistiek leider:

* voor toneelvereniging, revue-gezelschap, opera, operette: de eerstverantwoordelijke dirigent;

* voor harmonie-, (drum)fanfare-, accordeon-, en symfonieorkest, zangkoor: de eerstverantwoordelijke dirigent;

* voor folklorevereniging: de eerstverantwoordelijke dansleider.

b. 2e artistiek leider:

* voor toneelvereniging: een regisseur, die onder verantwoordelijkheid van de 1e regisseur de repetities van een onderdeel, c.q. onderdelen van de toneelvereniging leidt;

* voor revuegezelschap: de eerstverantwoordelijke choreograaf/dansleider;

* voor harmonie-, (drum)fanfare-, accordeon-, en symfonieorkest, zangkoor: de dirigent die onder verantwoordelijkheid van de 1e dirigent de repetities van een onderdeel, c.q. onderdelen van de vereniging leidt; in geval van een zangkoor kan dit ook een repetitor of pianist zijn.

* voor opera, operette: de eerstverantwoordelijke regisseur;

* voor folklorevereniging: de dansleider die onder verantwoordelijkheid van de 1e dansleider de repetities van een onderdeel, c.q. onderdelen van een volksdansgroep leidt.

c. 3e, 4e en 5e artistiek leider/instructeur:

* voor muziekvereniging:

de artistiek leider van de drumband, slagwerkgroep, tamboer- en pijpercorps, doedelzakband, leerlingenorkest etc.