Definitief Projectbesluit Dijkversterkingstraject Weimeren Dijkvak B098C

Geldend van 26-08-2024 t/m heden

1 Dijkversterkingstraject Weimeren Dijkvak B098C 

Waterschap Brabantse Delta 

Ref.: NL202042314-R23-456

7 mei 2024

afbeelding binnen de regeling

2 Contactgegevens

2.1 Waterschap Brabantse Delta 

 

Contactpersoon

Rens van Hoek

Adres

Bouvignelaan 5

 

4836 AA Breda

 

2.2 RPS advies- en ingenieursbureau bv

 

Projectleider

Luuk Smink

Adviseur/auteur

Simon Biegstraaten

Controleur

Jordi Molenaar

 

3 Inhoudsopgaven

3.1

4. Samenvatting 

5. Deel I Dijkversterkingstraject B098C

6. Deel II Verantwoording

7. Deel III Rechtsbescherming

8. Deel IV Bijlagen

4 Samenvatting

4.1

Het projectbesluit legt kaders vast voor de wijziging van het waterstaatswerk dat versterkt moet worden. Hierin wordt duidelijk waarom de wijziging nodig is, wat de wijziging inhoudt en wanneer de werkzaamheden zullen plaatsvinden. De grondslag hiervoor is de Omgevingswet. 

Tijdens de toetsing van de regionale kering bij poldergebied Weimeren bleek dat dijkvak B098c niet voldoet aan de eisen. Naar aanleiding van een gerechtelijke uitspraak is dit specifieke dijkvak opnieuw uitgewerkt. Voor het dijkversterkingsproject is een variantenstudie opgesteld zodat de beste maatregel getroffen wordt. De voorkeursvariant betreft een tuimelkade langs de binnenkant van de dijk. Hiervoor moet een gedeelte van een particulier perceel in eigendom verkregen worden. 

De omgeving is betrokken bij het project door middel van afstemming over de afweging, met de stakeholders en de particulier (grond)eigenaar.

5 Deel I Dijkversterkingstraject B098C

5.1 Inleiding/ aanleiding

5.1.1

De feitelijke situatie: de huidige regionale waterkering in Weimeren voldoet niet aan de laatste toetsingen voor waterveiligheid. Dijkvak B098c faalt op hoogte en stabiliteit en is daardoor afgekeurd. De regionale waterkering beschermt achterliggend poldergebied tegen hoogwater. De opgave: het doel van dit projectbesluit is om het achterliggende gebied weer te beschermen tegen het hoogwater. 

Het waterstaatswerk (Dijkvak B098c) moet hiervoor gewijzigd worden. Vanwege een gegrond beroep bij de rechtbank (d.d. 16 januari 2023) is voor dit dijkvak een (nieuwe) afweging en bijbehorend projectbesluit benodigd. Hierbij was de conclusie en uitspraak van de bestuursrechter dat de afweging voor een voorkeursvariant door het waterschap niet zorgvuldig genoeg heeft plaatsgevonden. In dit projectbesluit is de variantenstudie opnieuw uitgevoerd en is zorgvuldig en herleidbaar afgewogen waarom de huidige variant de voorkeursoplossing betreft. 

Waterschap Brabantse Delta is verantwoordelijk voor de waterveiligheid in dit gebied. Samen met de gemeente Breda, Staatsbosbeheer en de provincie Noord-Brabant werkt zij aan het project ‘Natuurontwikkeling Noordrand Midden (NRM)’. Hierbij is het doel om natuurontwikkeling in het buitendijkse gebied van Weimeren te realiseren. Het projectgebied waarop dit projectbesluit van toepassing is, maakt deel uit van dit gebied. Daarnaast is er ten zuiden van de dijk sprake van particulier eigendom, waardoor dit een direct belanghebbende is. 

De hiervoor weergegeven beschrijving van het project wordt hierna in dit besluit aangeduid als ‘(het) Project’. Het Project wordt uitgevoerd binnen het ‘Projectgebied’, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1 van dit projectbesluit. 

Wettelijk kader 

Op grond van artikel 5.6 Omgevingsbesluit behandelt dit projectbesluit: 

a. een beschrijving van het project; 

b. de voor de fysieke leefomgeving relevante permanente of tijdelijke maatregelen en voorzieningen om het project te realiseren; en 

c. de maatregelen die zijn gericht op het ongedaan maken, beperken of compenseren van de nadelige gevolgen van het project of van het in werking hebben of in stand houden daarvan voor de fysieke leefomgeving.

5.2 Projectlocatie

5.2.1 Ligging en begrenzing van het projectgebied

De ligging van het Dijkvak B098C bevindt zich op het dijkversterkingstraject van de regionale kering Weimeren (figuur 2.1) en binnen het NNB (natuurnetwerk Brabant) gebied Weimeren. Het project bevindt zich in de provincie Noord-Brabant en de gemeente Breda. Het dijkvak B098c is onderdeel van het dijk versterkingstraject Weimeren. Dit projectbesluit gaat specifiek over dijkvak B098c. De kering valt onder het beheer van waterschap Brabantse Delta (WBD).

afbeelding binnen de regeling
figuur 5.2.1: totale dijkversterkingstraject Weimeren

Het dijkvak B098c ligt langs de rivier De Mark. De regionale kering beschermt het achterliggende polder gebied tegen hoogwater vanuit De Mark. Het buitendijkse gebied Weimeren wordt gebruikt als water bergingsgebied. Het gebied is ingericht als overloopgebied en deze functie moet behouden worden. Het buitendijkse gebied biedt meekoppelkansen. Het buitengebied van Weimeren is onderdeel van natuur ontwikkeling Noordrand Midden (NRM). In dit gebied zijn de meekoppelkansen al meegenomen in een eerder Projectbesluit dat op 2 februari 2022 definitief is vastgesteld. Dit project is al in uitvoering.

Een gedeelte van dijkvak B098c is onderdeel van de verbeteropgave natuurinrichting. Het deelgebied, inclusief de waterkering, is aangeduid als NNB (natuurnetwerk Brabant). Binnen het project omvat het de aanduidingen:

• Ten noorden van de kering: ‘Vochtig weidevogelgrasland’. 

• Ten zuiden van de kering: ‘Nog om te vormen’. 

• De kering zelf: ‘Bloemdijk’.

5.2.2 Doelstelling

Het huidige dijkvak B098c faalt op het toetsingsonderdeel hoogte en stabiliteit. Om tot een afgewogen ontwerpoplossing te komen is het rapport ‘Afwegingskader Weimeren’ opgesteld (bijlage 2). Dit document brengt alle afwegingen in kaart voor de verbetering van de regionale kering Weimeren dijkvak B098c. In totaal zijn 5 alternatieven hierin behandeld. 

In dit document zijn verschillende alternatieven afgewogen op de thema’s:

• Waterveiligheid. 

• Waterberging Weimeren. 

• Grondpositie en belang stakeholders. 

• Kosten. • Planning. 

• Vergunningsaanvragen. 

• Ecologische waarde. 

• Landschappelijke waarde. 

• Ondergrondse Infrastructuur. 

• Impact uitvoeringswerkzaamheden. 

• Duurzaamheid.

• Onderhoud.

Na een gegrond beroep (uitspraak bestuursrechtbank d.d. 16 januari 2023) is geconcludeerd dat voor het dijkvak B098c in het voorgaande Projectplan te weinig aandacht is besteed aan de afweging van de alternatieven om tot een voorkeursoplossing te komen. Middels een afwegingssessie is uiteindelijk een voorkeursalternatief gekozen. Dit voorkeursalternatief is de ontwerpoplossing die in dit projectbesluit verder wordt behandeld.

5.3 Projectomschrijving

5.3.1 Huidige situatie

Het dijkvak B098c is een kort traject van 150 meter en betreft een regionale kering. Het dijkvak bevindt zich tussen de weg De Hillen en het gemaal Halle. Op de dijk bevindt zich een openbaar toegankelijke weg, de Halseweg. Op de dijk staat een bomenrij op de huidige buitenkruin van de dijk. Aan de buitenzijde ligt een teensloot. Aan de binnenzijde ligt een greppel ten behoeve van afwatering van het perceel.

afbeelding binnen de regeling
figuur 5.3.1: kadastraal perceel Prinsenbeek H 46

De huidige regionale kering zelf bevindt zich op één perceel, namelijk perceel Prinsenbeek H 46. Dit perceel is eigendom van de gemeente Breda. Ten noorden van de kering ligt grondeigendom van Staatsbosbeheer, ten zuiden van een particulier. Op het perceel Prinsenbeek H 51 bevindt zich tevens de beschermingszone van de kering. Beide partijen zijn geïnformeerd en betrokken over en bij het proces van afweging voor de voorkeursoplossing.

5.3.2 Het betrokken werk

Om het dijkvak B098c te laten voldoen aan de normen dient deze opgehoogd te worden. Uit de afweging (zie bijlage 2) is onderstaande oplossing als voorkeursvariant naar voren gekomen (figuur 3.2). Deze oplossing wordt een ‘tuimelkade’ genoemd en zorgt ervoor dat de regionale kering voldoet aan de eisen. De kruin van de tuimelkade is 3,00 meter breed en de tuimelkade heeft een talud van 1:3. Voor de tuimelkade worden geen bomen gekapt, wel moet er voor het ophogen van het dijkvak, in binnendijks gebied, een gedeelte van particulier grondgebied in eigendom verkregen worden. Met de eigenaar lopen momenteel gesprekken om tot overeenstemming te komen.

Naast dat aan de binnenzijde van de dijk een tuimelkade aangelegd wordt, wordt ook de weg opnieuw aangelegd. De Halseweg watert in de huidige situatie af naar de zuidzijde. In de toekomstige situatie dient de weg te worden gereconstrueerd en watert de weg af naar de noordzijde; zo worden ingesloten laagten tussen nieuwe kering en Halseweg voorkomen.

afbeelding binnen de regeling
figuur 5.3.2: tuimelkade dwarsdoorsnede

Voor de aanleg van de tuimelkade wordt de bestaande afwateringsgreppel (OWL09440) in de binnendijk gedempt. De afwateringsgreppel wordt vanaf de kruising met het trekpad afgesloten tot het dijkvak B098d west gedempt. Bij het dempen van de greppel wordt rekening gehouden dat het perceel zijn goede ontwatering behoudt en er geen ingesloten laagten binnen het perceel ontstaan. In de onderstaande tabel zijn de belangrijkste gegevens van de onderdelen opgenomen.

Afmetingen te plaatsen tuimelkade

Lengte

150,00 m

Hoogte

NAP 2,63 m

Breedte

3,00 m

Talud

1:3

 

5.4 Maatregelen ter voorkoming, beperking of compensatie van nadelige gevolgen van het project

5.4.1 Natuur

Voor het projectbesluit moeten effecten van het plan op de omgeving inzichtelijk gemaakt worden. Voor dit project zijn diverse onderzoeken uitgevoerd om dit inzichtelijk te maken. In dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt welke (mogelijke) negatieve effecten bij het project ontstaan en hoe deze voorkomen, beperkt dan wel gecompenseerd worden.

Alle benodigde onderzoeken in het kader van het overkoepelende dijkversterkingsplan zijn uitgevoerd. Het betreft hierbij een Quickscan, Natuurtoets, nader ecologisch onderzoek en een m.e.r. (zie bijlagen 3 tot en met 7). De uiteindelijke conclusie is dat er een ontheffing Wet natuurbescherming benodigd is voor de soorten ‘hermelijn’, ‘wezel’ en ‘watervleermuis’. Deze ontheffing is afgegeven en is geldig tot en met 31 december 2023. Hier is inmiddels verlenging voor aangevraagd, deze is inmiddels afgegeven. Deze verlenging heeft ook betrekking op het nog uit te voeren werk zoals in dit projectbesluit wordt beschreven. Hierbij is tevens een ecologisch werkprotocol opgesteld, dat in uitvoering gevolgd zal worden. In het kader van stikstof is er een AERIUS-berekening opgesteld (bijlage 7), hierin is aangetoond dat het werk niet leidt tot significant negatieve effecten voor de nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Voor de start van de uitvoering zal een ecoloog een laatste check doen op nesten van broedende vogels in de bomen op de dijk in het plangebied en zal deze het werkgebied ecologisch vrijgeven.

Alle voorzorgs- en compenserende maatregelen uit de natuuronderzoeken en Ontheffing Wet natuur bescherming worden opgevolgd. Tijdens uitvoering van het werk wordt, conform Ecologisch Werkprotocol, een logboek bijgehouden. Hierdoor worden alle mogelijke negatieve effecten van het plan voorkomen, beperkt dan wel gecompenseerd.

5.4.2 Bodem

Waterschap Brabantse Delta heeft een vooronderzoek en verkennend waterbodemonderzoek laten uitvoeren ter plaatse van de voorgenomen werkzaamheden. Het doel van dit onderzoek is het bepalen van de milieu-hygiënische kwaliteit van de bodem en waterbodem. Hierdoor wordt inzicht gegeven in de toepassings- en/of hergebruiksmogelijkheden van vrijkomende baggerspecie. De bodem en waterbodem zijn niet verontreinigd, de vrijkomende grond en baggerspecie kunnen zonder beperkingen in het projectgebied worden hergebruikt dan wel verspreid. De rapportages zijn opgenomen in bijlage 8 en 9.

5.4.3 Water

Langs de kering ligt aan de buitenzijde een watergang. De buitendijkse watergang blijft behouden. Aan de binnenzijde bevindt zich een afwateringsgreppel. Door de aanleg van de tuimelkade met 1:3 talud wordt de afwateringsgreppel aangevuld met grond. In overleg met de particuliere perceeleigenaar wordt de afwatering van de kering en het perceel aangepast. Bij het dempen van de greppel wordt er rekening mee gehouden dat het perceel zijn goede ontwatering behoudt en er geen ingesloten laagten binnen het perceel ontstaan.

5.4.4 Wonen en werken

Op de kering ligt momenteel een weg, deze wordt in de nieuwe situatie gereconstrueerd. In de nieuwe situatie zijn er geen wijzigingen voor wonen en verkeer. Tijdens de uitvoering zal de weg gestremd zijn voor alle verkeer. Middels een lokale omleidingsroute zal het verkeer worden omgeleid (zie ook 4.5).

5.4.5 Verkeer en bereikbaarheid

Tijdens de werkzaamheden is de Halseweg afgesloten. Hierdoor moet het verkeer omrijden. Voor calamiteitenverkeer worden uitzonderingen gemaakt, dit wordt in het BLVC-plan van de aannemer afgestemd. Omwonenden worden tijdig geïnformeerd over de te volgen omleidingsroutes en planning van stremming.

5.4.6 Veiligheid

Er is sprake van de standaard veiligheidsmaatregelen in het werkgebied. De aannemer moet de standaard veiligheidsmaatregelen treffen en het gebied wordt afgezet voor de omgeving. Hierdoor wordt een veilige omgeving gecreëerd.

5.4.7 Landbouw en veeteelt etc. 

In het plangebied dijkvak B098c is sprake van een perceel voor landbouw en veeteelt, ten zuiden van de kering. Tijdens uitvoering zal waar nodig het werk middels afzetting/schrikdraad worden afgezet voor eventueel aanwezig vee. Met de grondeigenaar zal de planning worden afgestemd, zodat de agrariër zijn vee waar mogelijk elders kan later grazen. Voor de percelen aan ‘de Hillen’ geldt dat deze bereikbaar moeten blijven tijdens de uitvoering. Dit wordt als eis meegegeven in het contract met de aannemer.

5.4.8 Recreatie en toerisme

Op het dijkvak B098c ligt in de huidige situatie een weg. Deze kan worden gebruikt door recreanten om bijvoorbeeld een rondje te fietsen/lopen door de polder. Na de werkzaamheden wordt opnieuw de weg aangelegd. Hierdoor verandert er nauwelijks iets aan het gebied voor de recreanten. Tijdens uitvoering dienen zij de omleidingsroutes te volgen.

5.4.9 Licht, geluid, luchtkwaliteit en trillingen 

Bij de werkzaamheden worden geen grote heistellingen of iets soortgelijks gebruikt. Hierdoor is er weinig geluids- en trillingenoverlast. Tijdens uitvoering zal geen breed uitstralende bouwverlichting worden gebruikt voor zonsopkomst en na zonsondergang. Verder blijft de impact op het gebied beperkt. De benodigde grond wordt met vrachtwagens aangevoerd, dit betreft in totaal circa 1.300 m³.

5.4.10 Kabels en leidingen 

Voor kabels en leidingen dient een KLIC-melding gemaakt te worden bij de graafwerkzaamheden. In het kader van de afweging is al een oriënterende KLIC-melding gedaan om de mogelijke knelpunten in beeld te brengen. Er bevinden zich een middenspanningskabel en waterleiding in de kering. Er wordt afstemming gezocht met de netbeheerders c.q. eigenaren van de ondergrondse infra. Op dit moment zijn de exacte maatregelen niet bekend. Op dit moment is de verwachting dat de middenspanningskabel omhoog gehaald moet worden om veilig te blijven functioneren. Eventuele (voorzorgs)maatregelen worden afgestemd met de netbeheerders en zullen in het werk worden opgevolgd, zodat er geen bedreiging ontstaat voor de veilige ligging en werking van de ondergrondse infra.

5.4.11 Beschikbaarheid en benodigde grond

De ondergrond van de bestaande dijk is in eigendom van de gemeente Breda. Hier kan gebruik van gemaakt worden op grond van de functie van waterkering. Er is grond nodig van de particuliere eigenaar ten zuiden van het plangebied (zie figuur 4.1) om de oplossing mogelijk te maken. Gesprekken met de eigenaar over volledige schadeloosstelling lopen. Indien dit niet tot een minnelijke oplossing leidt, dient er een gedoogplicht opgelegd te worden conform artikel 10.11 en 10.17 Omgevingswet. In die situatie is er immers geen sprake van het bereiken van schriftelijke overeenstemming over het voor bepaalde en onbepaalde tijd gebruiken van de onroerende zaak ten behoeve van de werken van algemeen belang (de dijkversterking). Verder resulteert de uitvoering van het projectbesluit voor de grondeigenaar in een voordeel ten aanzien van de gebruiksmogelijkheden van zijn perceel. De reden hiervan is dat de beschermingszone behorende bij de regionale kering, op grond waarvan er een verbodsbepaling geldt om zonder vergunning gebruik te maken van die zone, na realisatie van de maatregel in totaal kleiner is ten opzichte van de huidige situatie (beschermingszone van de huidige legger). Zoals hiervoor beschreven wordt aan de grondeigenaar verder een volledige schadeloosstelling aangeboden voor het verlies van grond en gebruiksmogelijkheden. Gelet op het relatief beperkte beslag op het grondeigendom en het gebruik daarvan door de grondeigenaar en de volledige schadeloosstelling die wordt aangeboden vorderen de belangen van de grondeigenaar geen onteigening. Mocht echter blijken dat er geen minnelijke overeenstemming wordt bereikt over het gebruik van het perceel en geen toepassing kan worden gegeven aan de gedoogplicht zoals hiervoor beschreven, dan zal worden overgegaan tot onteigening cf. afdeling 11.2 Omgevingswet. Onteigening wordt met name voor dijkverbetering gezien als een nuttig instrument dat daadwerkelijk door het AB zal worden ingezet om de publieke doelen met betrekking tot waterveiligheid te bereiken. Het betreft in totaal circa 335 m².

afbeelding binnen de regeling
figuur 5.4.11: perceel Prinsenbeek H 51

5.5 Uitvoering van het werk

5.5.1 Globale planning

De uitvoering van het werk wordt bepaald door de aannemer. De aannemer is al aan boord doordat deze het werk van de volledige dijkversterking Weimeren al uitvoert. Bij de start van het werk zal het straatwerk worden verwijderd en de toplaag worden verwijderd. Vervolgens wordt de dijkversterking met erosie bestendige klei aangebracht, daarmee worden de tuimelkade en het 1:3 talud aangelegd. Na afloop van de grondaanvullingen wordt de toplaag weer hersteld, zal het straatwerk worden aangebracht en zullen de afrastering en ontsluiting van het perceel worden hersteld.

De hoogwaterveiligheid van de regionale kering Weimeren was voor eind 2023 voorzien. Door de extra inspanningen ten gevolge van de uitspraak van de rechtbank is het niet gelukt om dit tijdig te realiseren. Hierdoor dient de kering voor het hoogwaterseizoen van 2024 hoogwaterveilig te worden opgeleverd. Het waterschap heeft zich daarom de verplichting opgelegd om de uitvoeringswerken aan de kering Weimeren voor augustus 2024 op te leveren. Momenteel gaan wij uit van uitvoering tussen mei en augustus 2024. De detailplanning zal worden gedeeld met de omgeving.

5.6 Legger beheer en onderhoud

5.6.1

Door de aanleg van de tuimelkade in het binnendijkse gebied wijzigt de Omgevingswetlegger (ligging, vorm, afmeting en constructie dijk) en de kaart bij de Waterschapsverordening (dijk en beschermingszones). De tuimelkade is onderdeel van de dijk en dient opgenomen te worden in de legger en de kaart bij de Waterschapsverordening. De wijziging betreft een toevoeging van de tuimel-kade met een kruinbreedte van 3,00 meter, een hoogte van 2,63 meter NAP en een talud van 1:3. Dit moet bij oplevering ingemeten en opgetekend worden op een revisietekening. Vervolgens worden de maten, opgenomen in de legger. Naast dat de tuimelkade toegevoegd moet worden aan de legger, moet ook de huidige dijk aangepast worden in de legger en de Waterschapsverordening. De kruin van de huidige dijk wordt namelijk ook opgehoogd. De kruin wordt afwaterend richting buitendijks gebied aangelegd. In de legger en op de kaart van de Waterschapsverordening moet ook de demping van de afwateringsgreppel (OWL09440 (figuur 6.1)) meegenomen worden. Hierbij wordt aangemerkt dat de afwatering van het perceel gewaarborgd wordt door er zorg voor te dragen dat er geen ingesloten laagten ontstaan na oplevering van het werk.

Het beheerplan moet ook aangepast worden. Doordat de tuimelkade aangelegd wordt op een voorheen watergang, wordt er extra grond gestort. Het werk wordt toegevoegd aan het beheerplan van waterschap Brabantse Delta. Op de tuimelkade wordt, vermoedelijk, bloemrijk grasland aangelegd. Dit moet onder houden worden, dit zal worden opgenomen in het beheerplan. Het waterschap Brabantse Delta is verant woordelijk voor het beheerplan en het onderhoud.

afbeelding binnen de regeling
figuur 5.6.1: afwateringsgreppel OWL09440

6 Deel II Toetsing van het project

6.1 Omgevingswet 

Met inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is de Waterwet ondergebracht in de Omgevingswet. Werd eerder de dijkversterking geregeld met een projectplan Waterwet thans vindt dit plaats met een projectbesluit wat gebaseerd is op de Omgevingswet. In principe is een project bij een regionale kering met een leggerwijziging niet projectbesluit-plichtig en zou dit project onder een Vergunning Eigen Dienst uitgevoerd kunnen worden. Het waterschap Brabantse Delta heeft, mede vanwege de aansluiting met het al opgestelde en vigerende projectplan Waterwet voor het overige deel van de dijkversterking Weimeren, ervoor gekozen om een Projectbesluit op te stellen.

De wijziging van het waterstaatswerk (en bijbehorende legger) wijzigt niet het Omgevingsplan van de gemeente Breda. Dit is hier niet van toepassing aangezien er op basis van het eerder vastgestelde projectplan Waterwet al een omgevingsvergunning van de gemeente is en deze nog steeds van kracht is. De werkzaamheden zijn overigens ook niet in strijd met het Omgevingsplan.

Voor uitvoering van het project dienen vergunningen aangevraagd te worden. Hiervoor is een vergunningen inventarisatie opgesteld (zie bijlage 10). Deze vergunningen zullen voor uitvoering worden aangevraagd.

6.2 Kaderrichtlijn Water

In de Kaderrichtlijn Water geeft de Europese Unie regels voor de bescherming van het oppervlaktewater en het grondwater. De lidstaten van de Europese Unie zijn verplicht deze regels op te nemen in hun wetgeving. Volgens de Kaderrichtlijn moet het oppervlaktewater in 2027 in goede ecologische en chemische toestand zijn. Voor de gewenste chemische toestand van oppervlaktewateren geldt een set normen. Deze zijn te vinden in het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water en in het Provinciaal waterplan. Voor de gewenste ecologische toestand zijn ook doelen vastgelegd. Op grond van deze doelen heeft het waterschap realiseer bare doelen en maatregelen vastgelegd in het waterbeheerplan.

De herinrichting in Weimeren valt onder het maatregelenpakket ‘Hydrologisch herstel natte natuurparels’ van waterschap Brabantse Delta, provincie Noord-Brabant en Staatsbosbeheer. De ecologische en hydrolo gische ingrepen in Weimeren fase 1 resulteren in de realisatie van (een deel van) een ‘natte natuurparel’, te weten KRW type M25, ondiepe laagveenplassen. Hieronder vallen veenvormende systemen in (van oorsprong) natuurlijke laagtes in het landschap. Kenmerkend is een scala aan successiestadia, van open water tot broekbossen. Ondiepe laagveenplassen worden gevoed door regenwater, grondwater en/of oppervlaktewater. De verruiming van de watergang ten zuiden van de kering, zoals beschreven in dit projectbesluit, maakt het hydrologisch herstel in polder Weimeren mogelijk.

6.3 M.e.r. -(beoordelings)plicht

De m.e.r. (milieueffectrapportage) procedure heeft als doel het milieu een volwaardige plaats te geven in de bestuurlijke besluitvorming, zodat een solide en toegespitste onderbouwing kan worden gegeven. Er is een m.e.r.-beoordeling uitgevoerd voor het gehele project Kering Weimeren. De conclusie hiervan is dat er geen belangrijke negatieve effecten te verwachten zijn. Gedeputeerde Staten van de Provincie heeft als bevoegd gezag geconcludeerd dat voor de voorgenomen activiteiten ten behoeve van het Dijkversterkingstraject Weimeren Dijkvak B098C er geen sprake is van bijzondere omstandigheden die noodzaken tot het opstellen van een milieueffectrapport.

6.4 Wet natuurbescherming/Omgevingswet

De Wet Natuurbescherming valt inmiddels onder de Omgevingswet. In de Wet natuurbescherming stond beschreven dat de verstoring van bedreigde inheemse plant- en diersoorten verboden is. Voor het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen verplicht de Wet natuurbescherming de bestaande natuurwaarden in kaart te brengen en indien nodig passende maatregelen te treffen voor het beschermen en in stand houden van bij wet beschermde soorten. Zoals eerder in dit projectbesluit beschreven is er al een ontheffing Wet natuurbescherming afgegeven voor de uitvoering, waarvoor verlenging is aangevraagd, daar deze afliep op 31 december 2023. Deze verlenging is inmiddels verleend en van kracht en loopt tot 30 november 2024.

6.5 Ontgrondingenverordening/Omgevingsverordening 

De Ontgrondingsverordening van de provincie is opgegaan in de Omgevinsgverordening van de provincie Noord-Brabant. Hierin wordt gesteld dat geen vergunning is vereist voor werkzaamheden in het kader van ecologische verbindingszones en overige natuurontwikkelingsprojecten. Dit geldt alleen voor natuurontwikkelingsprojecten die in overeenstemming zijn met het provinciaal natuurbeleid en zijn opgenomen in een plan of besluit, waarover via een openbare inspraakprocedure besluitvorming heeft plaatsgevonden onder aantoonbare, integrale afweging van alle belangen betrokken bij de ontgronding. Het projectbesluit voldoet aan deze eis en hierdoor is geen vergunning nodig.

7 Deel III Rechtsbescherming 

7.1 Procedure van het projectbesluit

Het definitief projectbesluit is op grond van artikel 5.44 Omgevingswet vastgesteld door het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta. Dit besluit is tot stand gekomen met toepassing van de regels over de openbare voorbereidingsprocedure in afdeling 3.4 in de Algemene wet bestuursrecht. Het vastgestelde projectbesluit wordt ter goedkeuring voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant. Het goedkeuringsbesluit wordt samen met het vaststellingsbesluit bekendgemaakt door het waterschap waarna in eerste en enige aanleg beroep kan worden ingesteld bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

7.2 Belanghebbenden en communicatie

De direct belanghebbende partijen zijn de eigenaar van het perceel ten zuiden van de kering (Prinsenbeek H 51): Staatsbosbeheer, de gemeente Breda en het waterschap Brabantse Delta. Dit zijn de grootste belanghebbenden voor dijkvak B098c. Bij het eerder vastgestelde projectplan van het project is beroep ingediend door de eigenaar van perceel Prinsenbeek H 51. Hierbij was de conclusie van de bestuursrechter dat de afweging voor een voorkeursvariant door het waterschap niet zorgvuldig genoeg heeft plaatsgevonden. In dit projectbesluit is de variantenstudie opnieuw uitgevoerd en is zorgvuldig en herleidbaar afgewogen waarom de huidige variant de voorkeursoplossing betreft. De particuliere grondeigenaar is proactief en intensief betrokken bij het proces en zijn belangen zijn ook meegenomen in het afwegingskader. Momenteel worden gesprekken gevoerd om tot minnelijke overeenstemming te komen over het behoud van eigendom met financiële tegemoetkoming (VSS) van de benodigde grond voor versteviging van de kering.

Met zowel de gemeente Breda, Staatsbosbeheer en de provincie Noord-Brabant heeft afstemming plaatsgevonden over de oplossing en de voorkeursvariant. Zij zijn daardoor voldoende meegenomen in de afweging.

7.3 Financieel nadeel

Voor eventueel financieel nadeel dat onverhoopt ontstaat als gevolg van de rechtmatige uitvoering van het projectbesluit kan een benadeelde een verzoek om schadevergoeding indienen als bedoeld in artikel 4.5 van de Algemene Wet Bestuursrecht en artikel 15.1 Omgevingswet. Dit artikel bepaalt dat aan degene die als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid in het kader van het overheidsoptreden onevenredige schade ondervindt, op zijn verzoek door het betrokken bestuursorgaan een vergoeding kan worden toegekend. Het verzoek tot vergoeding van de schade bevat een motivering en een onderbouwing van de hoogte van de gevraagde schadevergoeding en kan worden ingediend wanneer de schade zich voordoet.

8 DEEL 1V Bijlagen

8.1 Inhoudsopgaven

1. Projecttekening

2. Afwegingskader Weimeren

3. Ecologisch onderzoek

4. Nadere ecologische onderzoeken

5. Nader ecologisch onderzoek deel 2

6. Ecologisch Werkprotocol

7. M.e.r. beoordeling

8. Verkennend bodemonderzoek

9. Verkennend waterbodemonderzoek teensloot

10. Vergunning inventarisatie

11. Wijzigingsbesluit Wet natuurbescherming - Soortenbescherming; Kadeverbetering, Polder Weimeren

 

Bijlage I Overzicht Informatieobjecten

Bijlage II Overzicht Documentenbijlagen

Projecttekening

/join/id/regdata/ws0652/2024/d578dafd854a42ef9b624e4fdc6efaf5/nld@2024‑07‑11;10591092

Afwegingskader Weimeren

/join/id/regdata/ws0652/2024/74e795f490a04482bfa813e01ca1f053/nld@2024‑07‑11;10591092

Ecologisch onderzoek

/join/id/regdata/ws0652/2024/30b1d08b680d4405ac0f6a118ea981e6/nld@2024‑07‑11;10591092

Nadere ecologische onderzoeken

/join/id/regdata/ws0652/2024/0fd564441ad2443da62914450a5b29bc/nld@2024‑07‑11;10591092

Nader ecologisch onderzoek deel 2

/join/id/regdata/ws0652/2024/5fe0049877334d9299cf1337670d37dc/nld@2024‑07‑11;10591092

Ecologisch Werkprotocol

/join/id/regdata/ws0652/2024/a4d9f491cb454b69b5c505952d3329de/nld@2024‑07‑11;10591092

m.e.r. beoordeling

/join/id/regdata/ws0652/2024/aa0ff507019e4996ae634522effac7eb/nld@2024‑07‑11;10591092

Verkennend bodemonderzoek

/join/id/regdata/ws0652/2024/c45b247534ed40b28dab94fd665c2aa5/nld@2024‑07‑11;10591092

Verkennend waterbodemonderzoek teensloot

/join/id/regdata/ws0652/2024/aff55d7a3820497799fa7671f2ecbc7e/nld@2024‑07‑11;10591092

Vergunning inventarisatie

/join/id/regdata/ws0652/2024/3f667cb6d2754512a514310558acc60c/nld@2024‑07‑11;10591092

Wijzigingsbesluit Wet natuurbescherming - Soortenbescherming; Kadeverbetering, Polder Weimeren

/join/id/regdata/ws0652/2024/59363a520f654cb7bea4479b08b11aae/nld@2024‑07‑11;10591092

Goedkeuringsbesluit Gedeputeerde State Provincie Noord-Brabant

/join/id/regdata/ws0652/2024/eaecb93b2cc741bd8835df71eac84426/nld@2024‑07‑11;10591092