Bijdrageregeling Regionaal bereikbaarheidsfonds Metropoolregio Eindhoven 2024

Geldend van 03-07-2024 t/m heden

Intitulé

Bijdrageregeling Regionaal bereikbaarheidsfonds Metropoolregio Eindhoven 2024

Het Dagelijks Bestuur van de Metropoolregio Eindhoven,

Gelet op het bepaalde in artikel 5 lid 3 van het Instellingsbesluit Regionaal bereikbaarheidsfonds MRE en artikel 3 lid 2 van de Algemene bijdrageverordening Metropoolregio Eindhoven,

Het volgende in aanmerking nemende:

  • a.

    De ruimtelijke ontwikkelingen in de regio Brainport Eindhoven (de regio Zuidoost-Brabant) vragen om een schaalsprong in het (boven)regionale vervoersnetwerk.

  • b.

    Het Rijk, de provincie Noord-Brabant, de gemeenten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven 2024 en private partijen zijn bereid (delen van) deze schaalsprong te realiseren en/of te bekostigen.

  • c.

    Het Rijk, de provincie Noord-Brabant, de gemeenten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven 2024 en private partijen komen daarvoor pakketten van maatregelen overeen met bijbehorende bekostiging, op de wijze zoals vastgelegd in de notitie Regionale bekostiging bereikbaarheid - Beschrijving werkwijze die op 3 juli 2024 is vastgesteld door het Algemeen Bestuur.

  • d.

    Er is reeds een eerste maatregelpakket vastgesteld, dat op 5 juli 2023 door het Algemeen Bestuur is bekrachtigd.

  • e.

    Het Algemeen Bestuur heeft bij besluit van 3 juli 2024 een Regionaal bereikbaarheidsfonds MRE ingesteld.

  • f.

    Dit fonds wordt ingezet voor de gehele of gedeeltelijke bekostiging van bepaalde maatregelen uit de maatregel¬pakketten.

  • g.

    Het fonds verkrijgt zijn financiële middelen door stortingen van Rijk, provincie en gemeenten; omvang, tijdstip en voorwaarden voor deze stortingen worden bepaald bij vaststelling van de maatregelpakketten.

  • h.

    Het Algemeen Bestuur heeft het beheer van het fonds gedelegeerd aan het Dagelijks Bestuur.

  • i.

    Het Algemeen Bestuur heeft tegelijkertijd het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid gegeven om daarvoor nadere regels vast te stellen.

  • j.

    Het Dagelijks Bestuur acht het wenselijk nadere regels vast te stellen voor het verstrekken van bijdragen uit het fonds.

Besluit vast te stellen de Bijdrageregeling Regionaal bereikbaarheidsfonds MRE 2024.

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: De Algemene wet bestuursrecht.

  • b.

    Bijdrage: Een bijdrage zoals bedoeld wordt in artikel 1 sub b van de Verordening, die vanuit het Fonds ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van een Project.

  • c.

    Budget: Het totaal aan financiële middelen dat op grond van het vastgestelde Maatregelpakket beschikbaar is voor een Project en wordt uitgekeerd via het Fonds.

  • d.

    Dagelijks Bestuur: Het dagelijks bestuur van de Metropoolregio Eindhoven als bedoeld in Hoofdstuk 6 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven 2024.

  • e.

    Fonds: Het Regionaal bereikbaarheidsfonds MRE, zoals ingesteld door het Algemeen Bestuur bij besluit van 3 juli 2024.

  • f.

    Gemeente: Een gemeente die deelneemt aan de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven 2024.

  • g.

    Instellingsbesluit: Het besluit van het Algemeen Bestuur van @datum@ waarmee het Regionaal bereikbaarheidsfonds is ingesteld.

  • h.

    Maatregel: Een onderdeel van een Maatregelpakket, bestaande uit een of meer Projecten.

  • i.

    Maatregelpakket: Een pakket van één of meer Maatregelen dat door de betrokken partijen bestuurlijk is vastgesteld om de bereikbaarheid te verbeteren in het kader van de schaalsprong van de Brainport Eindhoven.

  • j.

    Mijlpaal: Een bepaald moment dat een deel van het Project afgerond is.

  • k.

    Portefeuillehoudersoverleg: Het Portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit, het overleg van de portefeuillehouders mobiliteit van de Gemeenten over de regionale mobiliteit.

  • l.

    Project: Een onderdeel van een Maatregel.

  • m.

    Publiekrechtelijke rechtspersoon: Een gemeente, waterschap, Rijk, provincie of Gemeenschappelijke Regeling met rechtspersoonlijkheid.

  • n.

    Regeling : Deze regeling.

  • o.

    SSK-systematiek: De Standaardsystematiek voor Kostenramingen (SSK) in de bouw.

  • p.

    Uitvoerende partij: Een publiekrechtelijke rechtspersoon die rechtstreeks betrokken is bij de uitvoering van een Project.

  • q.

    Verordening: De Algemene bijdrageverordening Metropoolregio Eindhoven.

Artikel 2. Reikwijdte

Deze Regeling is van toepassing op het verstrekken van Bijdragen uit het Fonds.

Paragraaf 2. Bijdrageplafond

Artikel 3. Bijdrageplafond

  • 1.

    De Bijdragen per Project zijn gemaximeerd tot het Budget in het vastgestelde Maatregelpakket.

  • 2.

    Voor Bijdragen uit het Fonds geldt geen aanvullend bijdrageplafond.

  • 3.

    Nu de verdeling van de Budgetten reeds heeft plaatsgevonden in de Maatregelpakketten, gelden geen verdeelcriteria.

Paragraaf 3. Bijdragen

Artikel 4. Ontvangers van de Bijdrage

Bijdragen voor een Project kunnen worden aangevraagd door een of meer Uitvoerende partijen van het betreffende Project.

Artikel 5. Activiteiten die voor een Bijdrage in aanmerking komen

Het Dagelijks Bestuur verstrekt alleen Bijdragen aan Projecten op basis van deze Regeling en binnen de afspraken die daarover in het Maatregelpakket zijn vastgelegd. Voor deze Bijdragen gelden geen aanvullende vereisten.

Artikel 6. Aanvraag van een Bijdrage

  • 1.

    Bijdragen voor een Project kunnen pas worden aangevraagd als het Project onderdeel is van een vastgesteld Maatregelpakket.

  • 2.

    Bijdragen moeten worden aangevraagd uiterlijk twee jaar na de datum waarop het Voorlopig Ontwerp van het Project conform het vastgestelde Maatregelpakket gereed had moeten zijn. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd deze termijn te verlengen, op basis van een onderbouwd verzoek daartoe van de Uitvoerende partij(en).

  • 3.

    In aanvulling op artikel 6 van de Verordening bevat de aanvraag voor een Bijdrage voor een Project dat de realisatie van een werk betreft, tenminste de volgende onderdelen:

    • a.

      Een beschrijving in woord en beeld van het Project, inclusief het Voorlopig Ontwerp, de stand van zaken van de noodzakelijke wettelijke procedures en een risicoanalyse;

    • b.

      Het bestuurlijke besluit over het Project.

    • c.

      Een toelichting in hoeverre het Project overeenkomt met hetgeen is afgesproken in het Maatregelpakket, voor wat betreft de scope en de beoogde effecten;

    • d.

      De raming van de realisatiekosten van het Project, opgesteld volgens de SSK-systematiek en met een aanvaarbare voorziening voor risico’s, inclusief toelichting, zodanig dat van alle onderdelen van de raming een oordeel kan worden gevormd over de mate waarin de Bijdrage hiervoor mag worden ingezet;

    • e.

      Een overzicht van de hoogte en herkomst van de financiële bijdragen aan het Project anders dan vanuit het Fonds, waarbij inzicht wordt gegeven in de zekerheid dat deze bijdragen beschikbaar zullen worden gesteld;

    • f.

      Een planning van het Project, inclusief een overzicht van de Mijlpalen;

    • g.

      Een cashflowplanning, te weten een overzicht per Mijlpaal van de uitgaven en de uitkeringen van (delen van) de Bijdrage en de andere bijdragen aan het Project;

    • h.

      De contactgegevens van de contactpersoon bij de Uitvoerende partij die de Bijdrage aanvraagt.

  • 4.

    In aanvulling op artikel 6 van de Verordening bevat de aanvraag voor een Bijdrage voor een Project dat niet de realisatie van een werk betreft, tenminste de volgende onderdelen:

    • a.

      Een beschrijving in woord en beeld van het Project, inclusief de stand van zaken van de noodzakelijke wettelijke procedures en een risicoanalyse;

    • b.

      Het bestuurlijke besluit over het Project.

    • c.

      Een toelichting in hoeverre het Project overeenkomt met hetgeen is afgesproken in het Maatregelpakket, voor wat betreft de scope en de beoogde effecten;

    • d.

      De raming van de kosten van het Project, met een aanvaarbare voorziening voor risico’s, inclusief toelichting, zodanig dat van alle onderdelen van de raming een oordeel kan worden gevormd over de mate waarin de Bijdrage hiervoor mag worden ingezet;

    • e.

      Een overzicht van de hoogte en herkomst van de financiële bijdragen aan het Project anders dan vanuit het Fonds, waarbij inzicht wordt gegeven in de zekerheid dat deze bijdragen beschikbaar zullen worden gesteld;

    • f.

      Een planning van het Project, inclusief een overzicht van de Mijlpalen;

    • g.

      Een cashflowplanning, te weten een overzicht per Mijlpaal van de uitgaven en de uitkeringen van (delen van) de Bijdrage en de andere bijdragen aan het Project;

    • h.

      De contactgegevens van de contactpersoon bij de Uitvoerende partij die de Bijdrage aanvraagt.

  • 5.

    Indien de aanvraag niet alle gevraagde gegevens bevat, verzoekt het Dagelijks Bestuur de aanvrager de ontbrekende gegevens binnen vier weken na het verzoek aan te vullen.

  • 6.

    Indien binnen deze termijn de gevraagde aanvullingen niet zijn ontvangen, neemt het Dagelijks Bestuur de aanvraag niet in behandeling.

  • 7.

    Een besluit om de aanvraag niet te behandelen wordt aan de aanvrager bekendgemaakt binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

Artikel 7. Hoogte van het Bijdragebedrag

  • 1.

    De Bijdrage die aan een Project wordt verleend, bedraagt ten hoogste het Budget van dat Project.

  • 2.

    Het totaal van de Budgetten van de Projecten in een Maatregelpakket kan worden beschouwd als het bijdrageplafond zoals bedoeld in artikel 1 sub c van de Verordening.

  • 3.

    Voor een Bijdrage aan een Project dat de realisatie van een werk betreft, komen de kosten in aanmerking die redelijkerwijs nodig zijn om het Project sober en doelmatig te realiseren. Het betreft kosten voor:

    • a.

      Studies en onderzoeken;

    • b.

      Verwerving van onroerend goed;

    • c.

      Vergunningen en leges;

    • d.

      Materialen;

    • e.

      Werkzaamheden voor aanleg, wijziging of inrichting van infrastructuur en bijbehorende gebouwen;

    • f.

      Bijkomende voorzieningen om de infrastructuur en bijbehorende gebouwen hun functie te laten vervullen;

    • g.

      Verlegging van kabels en leidingen;

    • h.

      Voorbereiding, administratie en toezicht;

    • i.

      Omleidingsroutes voor openbaar vervoer;

    • j.

      Schadevergoeding aan derden;

    • k.

      Voorlichting over het Project;

    • l.

      BTW die noch compensabel, noch verrekenbaar is;

  • ongeacht of deze kosten worden gemaakt via personele inzet van Uitvoerende partijen of voor de inzet van derden. Op de kosten gemaakt via de personele inzet van Uitvoerende partijen is de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant van toepassing.

  • 4.

    Voor een Bijdrage aan een Project dat niet de realisatie van een werk betreft, komen de kosten in aanmerking die redelijkerwijs nodig zijn om het Project sober en doelmatig te realiseren. Het betreft kosten voor:

    • a.

      Studies en onderzoeken;

    • b.

      Vergunningen en leges;

    • c.

      Verlening van diensten;

    • d.

      Voorlichting over het Project;

    • e.

      BTW die noch compensabel, noch verrekenbaar is;

  • ongeacht of deze kosten worden gemaakt via personele inzet van Uitvoerende partijen of voor de inzet van derden. Op de kosten gemaakt via de personele inzet van Uitvoerende partijen is de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant van toepassing.

  • 5.

    Onder een werk wordt in het kader van deze Regeling verstaan een werk als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012.

  • 6.

    In aanvulling op artikel 4, derde lid, van de Verordening komen de volgende kosten niet voor een Bijdrage in aanmerking:

    • a.

      Kosten gemaakt voorafgaand aan de vaststelling van het Maatregelpakket, met uitzondering van kosten als bedoeld in lid 3 sub b);

    • b.

      Kosten die kunnen worden betaald uit financiële bijdragen anders dan vanuit het Fonds.

Artikel 8. Verlening van een Bijdrage

  • 1.

    In afwijking van artikel 7 lid 1 van de Verordening beslist het Dagelijks Bestuur op een aanvraag voor een bijdrage binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur kent de Bijdrage toe indien de aanvraag is ingediend conform deze Regeling, de aanvraag inhoudelijk overeenkomt met de gegevens van het Project zoals die zijn vastgelegd in het Maatregelpakket en ook voor het overige geen weigeringsgronden als bedoeld in artikel 9 van toepassing zijn.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur betrekt het Portefeuille¬houdersoverleg bij het besluit over de verlening op de wijze zoals vastgelegd in artikel 3 van het Instellingsbesluit.

  • 4.

    Voorafgaand aan zijn beslissing stuurt het Dagelijks Bestuur de ontwerp-beschikking aan de aanvrager. De aanvrager krijgt de gelegenheid binnen vier weken na versturing van de ontwerp-beschikking zijn zienswijzen op de ontwerp-beschikking in te dienen. Het Dagelijks Bestuur betrekt deze zienswijzen bij zijn beslissing.

  • 5.

    De beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager.

  • 6.

    De beschikking over verlening van de Bijdrage vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de hoogte van de Bijdrage;

    • b.

      op welke wijze de hoogte van de Bijdrage is bepaald;

    • c.

      de voorwaarden waaronder de Bijdrage wordt verleend;

    • d.

      de verplichtingen van de Uitvoerende partij waaraan een Bijdrage wordt verleend;

    • e.

      indien van toepassing: de wijze waarop het Dagelijks Bestuur de zienswijzen bij zijn besluit heeft betrokken en de overwegingen daarbij.

Artikel 9. Voorwaarden en verplichtingen

  • 1.

    De voorwaarden waaronder de Bijdrage wordt verleend omvatten tenminste:

    • a.

      de voorwaarden waaronder de stortingen in het Fonds ten behoeve van het Project zijn toegezegd, zoals vastgelegd in het Maatregelpakket;

    • b.

      andere voorwaarden die de partijen die stortingen doen in het Fonds ten behoeve van het Project, daaraan verbinden;

    • c.

      de voorwaarde dat voldoende gelden beschikbaar zijn.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 8 tot en met 10 van de Verordening omvatten de verplichtingen van de Uitvoerende partij waaraan een Bijdrage wordt verleend, tenminste:

    • a.

      De termijn waarbinnen met de uitvoering van het Project moet zijn begonnen;

    • b.

      De termijn waarbinnen het Project moet zijn gerealiseerd;

    • c.

      De frequentie en inhoud van de te verstrekken rapportages.

Artikel 10. Weigering van een Bijdrage

Onverminderd de weigeringsgronden in artikel 5 van de Verordening kan een Bijdrage in het kader van deze Regeling worden geweigerd indien niet voldaan wordt aan enige bepaling bij of krachtens deze Regeling gesteld.

Artikel 11. Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    In het besluit tot verlening van een Bijdrage beslist het Dagelijks Bestuur over de wijze van bevoorschotting.

  • 2.

    De Uitvoerende Partij kan gedurende de looptijd van het Project verzoeken om wijziging van de bevoorschotting.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur beslist binnen 13 weken na ontvangst van het verzoek om gewijzigde bevoorschotting.

  • 4.

    Indien als gevolg van de complexiteit van het verzoek niet binnen 13 weken kan worden beslist, kan het Dagelijks Bestuur de beslistermijn met ten hoogste 13 weken verlengen.

  • 5.

    Binnen 6 weken na de beslissing van het Dagelijks Bestuur om een voorschot te verlenen, wordt het voorschot betaald aan de betreffende Uitvoerende partij.

  • 6.

    Indien de Uitvoerende partij niet (volledig) heeft voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen als bedoeld in Artikel 9, kan het Dagelijks Bestuur besluiten het verlenen van het voorschot op te schorten.

Artikel 12. Vaststelling

  • 1.

    Binnen één jaar nadat het Project volledig is gerealiseerd, vraagt de Uitvoerende partij aan wie een Bijdrage is verleend, vaststelling van de Bijdrage aan.

  • 2.

    Op verzoek van de betreffende Uitvoerende partij, kan het Dagelijks Bestuur de termijn voor deze aanvraag verlengen, met ten hoogste 13 weken.

  • 3.

    Het verzoek omvat ten minste de volgende onderdelen:

    • a.

      Een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat het Project is gerealiseerd conform de aanvraag;

    • b.

      Een financieel verslag van het Project, bestaande uit een overzicht van alle kosten van het Project (met een onderscheid tussen kosten die wel en kosten die niet voor een Bijdrage in aanmerking komen) en alle financiële bijdragen aan het Project anders dan vanuit het Fonds;

    • c.

      Een goedkeurende accountantsverklaring, conform een door het Dagelijks Bestuur vastgesteld model.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur beslist binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag om vaststelling.

  • 5.

    Het Dagelijks Bestuur kan nader onderzoek instellen naar de besteding van de Bijdrage. De Uitvoerende partij aan wie de Bijdrage is verleend, dient aan dit onderzoek medewerking te verlenen.

  • 6.

    Indien de Uitvoerende partij aan wie een Bijdrage is verleend, niet binnen de gestelde termijn een aanvraag tot vaststelling heeft ingediend, kan het Dagelijks Bestuur de Bijdrage ambtshalve vaststellen.

  • 7.

    Indien de vastgestelde Bijdrage lager is dan de verleende Bijdrage, wordt het verschil toegevoegd aan het Fonds.

  • 8.

    Binnen 6 weken na de beslissing van het Dagelijks Bestuur over de vaststelling van de Bijdrage, wordt het verschil met de betaalde voorschotten tussen het Fonds en de betreffende Uitvoerende partij verrekend.

Paragraaf 4. Overige bepalingen

Artikel 13. Modellen

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur stelt in ieder geval modellen vast voor :

    • a.

      aanvragen van een Bijdrage,

    • b.

      aanvragen van een voorschot,

    • c.

      aanvragen van vaststelling,

    • d.

      accountantsverklaringen, en

    • e.

      voortgangsrapportages.

  • 2.

    Het gebruik van deze modellen is verplicht.

  • 3.

    Indien geen gebruik wordt gemaakt van deze modellen, wordt het betreffende verzoek niet in behandeling genomen.

Artikel 14. Bevoegdheid dagelijks bestuur

In gevallen waarin de Regeling niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.

Artikel 15. Verantwoording

Jaarlijks legt het Dagelijks Bestuur verantwoording af aan het Algemeen Bestuur over de rechtmatigheid en doelmatigheid van de inkomsten en uitgaven van het Fonds, middels de jaarrekening.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het elektronisch publicatieblad van de Metropoolregio Eindhoven waarin het wordt geplaatst.

Artikel 17. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Bijdrageregeling Regionaal bereikbaarheidsfonds MRE 2024.

Ondertekening

Eindhoven, 3 juli 2024

het Algemeen Bestuur van de Metropoolregio Eindhoven,

de secretaris, de voorzitter,