Lijst van categorieën delegatiebesluit deelomgevingsplan onder de Omgevingswet en delegatiebesluit nemen voorbereidingsbesluit onder de Omgevingswet

Geldend van 16-07-2024 t/m heden

Intitulé

Lijst van categorieën delegatiebesluit deelomgevingsplan onder de Omgevingswet en delegatiebesluit nemen voorbereidingsbesluit onder de Omgevingswet

De raad van de gemeente Stadskanaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2024, nr. Z-24-135756/D/24/330966;

gelet op het bepaalde in de artikelen 108 en 156 van de Gemeentewet

gelet op Afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op het bepaalde in de artikelen 2.8 en 4.14, vijfde lid, van de Omgevingswet,

b e s l u i t :

  • 1.

    De bevoegdheid tot het vaststellen van delen van het omgevingsplan ex artikel 2.8 Omgevingswet aan het college te delegeren voor de gevallen als genoemd in de hieronder opgenomen ‘Lijst met categorieën voor delegatie van de bevoegdheid tot het vaststellen van delen van het omgevingsplan ex artikel 2.8 Omgevingswet, versie 9 juli 2024’ voor zover een verzoek tot vaststelling van een van deze gevallen is ingediend na 1 januari 2024;

  • 2.

    De bevoegdheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel 4.14 lid 5 Omgevingswet aan het college te delegeren;

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit daags na publicatie in werking treedt;

  • 4.

    In te trekken het delegatiebesluit van 21 november 2022.

Lijst met categorieën voor delegatie van de bevoegdheid tot het vaststellen van delen van het omgevingsplan ex artikel 2.8 Omgevingswet, versie 9 juli 2024

1. Het herbestemmen van bestaande opstallen en percelen naar een woonbestemming

Het betreft het omzetten van een bestemming naar de bestemming ‘Wonen’ van bestaande bebouwing en bijbehorende gronden in het geval het bestaande gebruik beëindigd is. Voorwaarden is dat het hoofdgebruik wonen is, al dan niet met het daarbij standaard toegestane gebruik voor ondergeschikte activiteiten.

2. Het vergroten van een agrarisch bouwvlak tot 2 ha

Vergroting is ten behoeve van een voorgenomen uitbreiding van het binnen het bouwvlak gevestigde agrarische bedrijf met dien verstande dat:

  • a.

    middels een bedrijfsontwikkelingsplan wordt aangetoond dat vergroting uit oogpunt van de toekomstige bedrijfsvoering nodig is;

  • b.

    het aaneengesloten bouwvlak wordt vergroot tot maximaal 2 ha;

  • c.

    de landschappelijke inpassing en uitvoering van deze randvoorwaarden zeker is gesteld;

  • d.

    een flora-en faunaonderzoek wordt uitgevoerd, waarbij uit dit onderzoek geen belemmeringen naar voren mogen komen die niet door het treffen van maatregelen kunnen worden opgeheven;

  • e.

    de vergroting geen onevenredig negatieve invloed heeft op

    • 1.

      het milieu,

    • 2.

      de kwaliteit van de bodem en het grond- en oppervlaktewater,

    • 3.

      de ontwikkelingsmogelijkheden van andere gronden en gebouwen,

  • f.

    er voldoende rekening is gehouden met

    • 1.

      de historische gegroeide landschapsstructuur;

    • 2.

      andere ruimtelijke elementen;

    • 3.

      een goede infrastructurele ontsluiting;

    • 4.

      een zorgvuldige en evenwichtige ordening, maatvoering en vormgeving van de bedrijfsgebouwen;

    • 5.

      een erfinrichting afgestemd op het zorgvuldig inpassen in het betreffende landschapstype.

3. Het vergroten van een bestemmingsvlak wonen voor vergroting van het bij de woning behorende erf of de tuin

Het gaat veelal om een in oppervlakte relatief beperkte verruiming van de woonbestemming.

4. Het realiseren van één of meerdere nieuwe woningen in de bebouwde kom

Het betreft initiatieven voor één of meerdere nieuwe woningen op een plek waar geen bebouwing aanwezig is of waar deze bebouwing gesloopt wordt om nieuwe bebouwing mogelijk te maken.

Voorwaarden zijn dat er voldoende rekening is gehouden met in ieder geval

  • 1.

    andere ruimtelijke elementen;

  • 2.

    een goede infrastructurele ontsluiting;

  • 3.

    voorzienend in eigen parkeerbehoefte;

  • 4.

    een zorgvuldige en evenwichtige ordening, maatvoering en vormgeving van de gebouwen waarbij rekening is gehouden met het bestaande straat- en bebouwingsbeeld.

5. Het realiseren van één of meerdere nieuwe woningen buiten de bebouwde kom

Het betreft initiatieven voor één of meerdere nieuwe woningen op een plek waar geen bebouwing aanwezig is of waar deze bebouwing gesloopt wordt om nieuwe bebouwing mogelijk te maken.

Voorwaarden zijn dat:

  • a.

    het maximum aantal te realiseren woningen of wooneenheden drie is;

  • b.

    het een open plek in een bestaand lint of het afronden van een bestaand lint betreft;

  • c.

    er voldoende rekening is gehouden met in ieder geval

    • 1.

      de historische gegroeide landschapsstructuur;

    • 2.

      andere ruimtelijke elementen;

    • 3.

      een goede infrastructurele ontsluiting;

    • 4.

      voorzienend in eigen parkeerbehoefte;

    • 5.

      een zorgvuldige en evenwichtige ordening, maatvoering en vormgeving van de gebouwen;

    • 6.

      een erfinrichting afgestemd op het zorgvuldig inpassen in het betreffende landschapstype.

6. Het verwerken van verleende omgevingsvergunningen voor het afwijken van het omgevingsplan

7. Het doorvoeren van administratieve correcties van de verbeelding, de toelichting of de regels van het omgevingsplan voor zover deze geen wezenlijke wijziging voor de fysieke leefomgeving tot gevolg hebben

8. Het wijzigen van het omgevingsplan om het in overeenstemming te brengen met wijzigingen in hogere wet- en regelgeving waarbij geen beleidsvrijheid mogelijk is, zoals instructieregels van provincie en Rijk

9. Het verwerken van beleid waarover na inwerkingtreding van het omgevingsplan per 1 januari 2024 door de gemeenteraad is besloten

10. Het toevoegen van onderdelen over de fysieke leefomgeving uit de gemeentelijke verordeningen die beleidsneutraal overgeheveld worden naar het omgevingsplan

11. Het uitvoeren van een uitspraak van de Raad van State over het omgevingsplan

12. Het omgevingsactiviteiten betreft waarbij de gemeenteraad heeft besloten dat er op grond van artikel 16.15a lid b onder 1 van de Omgevingswet geen bindend advies nodig is voor aanvragen omgevingsvergunning voor het afwijken van het omgevingsplan

13. Het toevoegen van gegevens aan de regels in het omgevingsplan, die het omgevingsplan machineleesbaar maken, ook wel annoteren onder de Omgevingswet genoemd

14. Het wijzigen van het omgevingsplan als gevolg van een onherroepelijk besluit tot het aanwijzen, intrekken of wijzigen van de aanwijzing van karakteristieke panden, monumenten of een stads- en dorpsgezicht

Toelichting bij de categorieën van de lijst

Ad 1).

Dit gaat om het herbestemmen van bestaande bebouwing en gronden. Het bestaande gebruik is niet meer actueel en wordt omgezet naar wonen. Een voorbeeld is een agrarisch bedrijf dat gestopt is of een winkel die niet langer actief is. Men wil de bestemming dan omzetten naar een volledige woonbestemming.

Ad 2).

Het gaat om het uitbreiden van een agrarisch bedrijf tot 2 ha. In het Chw-bestemmingsplan is hiertoe voor een aanvraag omgevingsvergunning een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen. Wanneer er nog geen concreet bouwplan bekend is maar men wel alvast het omgevingsplan wil wijzigen zodat men later sneller een omgevingsvergunning kan krijgen, kan een deelomgevingsplan opgesteld worden.

Ad 3).

Dit betreft het vergroten van het gebruik van gronden als tuin bij een woning. In voorkomende gevallen is de bestemming van deze grond niet wonen, maar bijvoorbeeld agrarisch of groen. Het is dan wenselijk om de bestemming wonen op te nemen.

Ad 4).

Het gaat om een woningbouwproject in de bebouwde kom voor het realiseren van één of meerdere woningen. Dit kan zowel een particulier initiatief, een gemeentelijk initiatief of een initiatief van een bedrijf zoals een woningcorporatie zijn. Het kan gaan om grondgebonden woningen of gestapelde bouw met meerdere verdiepingen en wooneenheden.

Ad 5).

Dit betreft initiatieven voor beperkte woningbouw buiten de bebouwde kom, oftewel in het landelijk gebied. Het geldt als het gaat om een open plek in een bestaand lint, of wanneer het gaat om het afronden van een bestaand lint in het landelijk gebied. Het maximum aantal woningen per initiatief is drie, om zo de impact van het plan niet te groot te laten worden. Dit sluit ook aan bij de provinciale verordening waar hetzelfde aantal als maximum voor dergelijke projecten genoemd is.

Ad 6).

Als een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) is verleend, moet deze volgens de Omgevingswet uiterlijk binnen vijf jaar in het omgevingsplan verwerkt zijn.

Ad 7).

Dit gaat om wijzigingen van ondergeschikte aard om het omgevingsplan te verbeteren. In de loop van de tijd zullen er administratieve of juridische verbeterpunten van het omgevingsplan ontstaat. Er zijn dan weinig tot geen gevolgen voor de fysieke leefomgeving bij betrokken.

Ad 8).

Ook het Rijk en de provincie Groningen kan besluiten tot het stellen van beleidsregels, zoals een instructieregel. De gemeente is verplicht deze te verwerken in het omgevingsplan en er is dan ook geen beleidsvrijheid.

Ad 9).

Na 1 januari 2024, inwerkingtreding van de Omgevingswet, zal er ook beleid die de fysieke leefomgeving betreft door de raad worden vastgesteld. Dit beleid zal vervolgens in het omgevingsplan moeten worden verwerkt. Omdat de raad zelf het beleid heeft vastgesteld is het niet noodzakelijk dat de raad ook over het verwerken in het omgevingsplan besluit.

Ad 10).

In diverse bestaande verordeningen van de gemeente Stadskanaal zitten onderdelen die over de fysieke leefomgeving gaan. Deze zullen uiteindelijk in het definitieve omgevingsplan, ook wel omgevingsplan 2.0 genoemd volgend op het Chw-bestemmingsplan dat omgevingsplan 1.0 genoemd wordt, verwerkt moeten worden. Wanneer het wenselijk is om vooruitlopend op de 2.0 versie al eerder een onderdeel uit de verordeningen in het omgevingsplan te verwerken kan dit via een deelomgevingsplan. Het gaat dan om het beleidsneutraal omzetten van die regels.

Ad 11).

Het is mogelijk dat de Raad van State over het Chw-bestemmingsplan of over een nog vast te stellen deelomgevingsplan een uitspraak doet. De uitspraak kan dan tot gevolg hebben dat dit verwerkt moet worden in het omgevingsplan, zodat voor een ieder zichtbaar is dat de uitspraak is gedaan en welke gevolgen dat voor het betreffende plan heeft. Omdat hier geen beleidsvrijheid voor de raad in zit, is er geen noodzaak dat de raad dit verwerkt.

Ad 12).

De raad heeft op 21 november 2022 vastgesteld een lijst van categorieën van aanvragen omgevingsvergunningen waarbij de raad advies wil geven over de aanvraag, alvorens het college een besluit kan nemen over de aanvraag. Deze lijst is hieronder ingevoegd. Over aanvragen die niet in deze lijst zijn opgenomen is dus geen advies van de raad nodig. Het college kan deze dus zelf afhandelen.

Het is mogelijk dat een dergelijk initiatief niet via een omgevingsvergunning kan worden aangevraagd, bijvoorbeeld omdat het nog onvoldoende concreet is, maar alleen via een deelomgevingsplan. Het gegeven dat de raad bepaald heeft dat er geen advies nodig is kan ook gelden voor vergelijkbare deelomgevingsplannen.

Lijst categorieën adviesrecht omgevingsvergunningen onder de Omgevingswet

1. Bestaande beleidskaders

Projecten die niet passen binnen de kaders van door de gemeenteraad vastgestelde nota’s, beleid of visies.

2. Wonen

Projecten voor woningen, met bijbehorende voorzieningen, die niet passen binnen een door de gemeenteraad vastgestelde woonvisie.

3. Horeca en Detailhandel

Projecten voor horeca en detailhandel, met bijbehorende voorzieningen, die niet zijn gelegen binnen de bebouwde kom en die niet passen binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders.

4. Maatschappelijke functies

Projecten voor het realiseren van bedrijfsmatige activiteiten in het landelijk gebied in de vorm van maatschappelijke functies voor zover het betreft zorgboerderijen en combinaties van zorg en wonen.

5. Bedrijven en werken

Projecten voor bedrijven, voor zover het betreft bestaande of nieuwe bedrijven buiten een bedrijventerrein met bestemming bedrijventerrein niet behorende tot milieucategorieën 1 en 2 als genoemd in de brochure VNG-bedrijvenzonering.

6. Agrarische bedrijven

Projecten voor bestaande agrarische bedrijven voor zover het betreft een uitbreiding van het bouwperceelgroter dan 2 hectare.

7. Duurzame energie

Projecten voor duurzame energievoorzieningen die niet passen binnen een door de raad vastgesteld beleidskader voor:

zonneparken, voor zover gelegen in de landschappelijke zone zoals opgenomen in de visie voor zonneparken;

windturbines, voor zover deze een ashoogte hoger dan 15 meter hebben.

8. Infrastructuur

Projecten voor nieuwe infrastructuur met uitzondering van fiets- en wandelpaden.

9. Onbebouwde gronden

Projecten voor het wijzigen van de functie van onbebouwde gronden en het bouwen van bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en gebouwen vanaf 100 m², anders dan hierboven genoemde categorieën.

10. Monumenten (rijks-, provinciaal en gemeentelijk)

Projecten voor het bouwkundig wijzigen of het wijzigen van het gebruik van een rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument.

11. Datacenters

Projecten voor datacenters.

Ad 13).

Een van de opties voor een goed werkend omgevingsplan is ook dat er op enig moment een toelichting van alle regels in het omgevingsplan wordt opgenomen. Dit wordt ook wel annoteren van de regels genoemd. Het betreft hier geen beleidsmatige wijziging maar alleen het opnemen van een toelichting.

Ad 14).

In de gemeente zijn diverse panden die cultuurhistorisch van belang zijn. Om deze te beschermen hebben deze in het omgevingsplan een aanduiding karakteristiek gekregen, of hebben vanuit het Rijk of de provincie Groningen een status van rijks- of provinciaal monument gekregen. Ook is er in onze gemeente in Onstwedde een beschermd dorpsgezicht aanwezig. In het geval er een besluit komt tot aanwijzing van nieuwe panden of gebieden of tot een wijziging of intrekking ervan, kan uw raad veelal hierover advies geven. In het geval dit niet mogelijk was, is er ook geen beleidsruimte voor de gemeente Stadskanaal. In beide gevallen is het niet noodzakelijk dat de raad moet besluiten tot het verwerken ervan in het omgevingsplan.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 juli 2024.

De raad

mevrouw W.J. Onrust

raadsgriffier