Regeling vervalt per 01-01-2026

Openstellingsbesluit subsidie alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen Zuid-Holland 2024

Geldend van 16-07-2024 t/m 31-12-2025

Intitulé

Openstellingsbesluit subsidie alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen Zuid-Holland 2024

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

Gelet op de Regeling specifieke uitkering versnelling natuurinclusief isoleren;

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2, eerste lid, van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016;

Overwegende dat

  • de provincie Zuid-Holland verantwoordelijk is voor de bescherming en behoud van beschermde inheemse soorten;

  • gebouw bewonende vleermuizen bijdragen aan het behalen van de natuurdoelen vanuit de Habitatrichtlijn;

  • er een maatschappelijke woningbouw- en energieopgave ligt met mogelijke effecten op de verblijfplaatsen van de gebouw bewonende vleermuissoorten;

  • het creëren van verblijfplaatsen voor gebouw bewonende vleermuizen de voortgang van de woningbouw- en energieopgave kan bevorderen

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Openstellingsbesluit subsidie alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen Zuid-Holland 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit openstellingsbesluit wordt verstaan onder:

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

  • -

    Srg: Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestaties

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het realiseren van alternatieve verblijfplaatsen voor vleermuizen.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, bevordert het inrichten van alternatieve verblijfplaatsen voor vleermuizen.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten in de provincie Zuid-Holland genoemd in de bijlage behorende bij dit besluit.

Artikel 4 Aanvraagperiode

In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv, worden subsidieaanvragen ingediend van 15 juli 2024 tot en met 31 december 2024.

Artikel 5 Aanvraagvereisten

Naast de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2 eerste lid in ieder geval vergezeld van:

  • a.

    een projectplan waarin in ieder geval is opgenomen:

    • de locatie van de verblijfplaats;

    • de vleermuissoort waarvoor een alternatieve verblijfplaats wordt gerealiseerd;

    • een ecologisch onderbouwde motivatie dat de verblijfplaats op die locatie in voldoende mate bijdraagt aan het behoud van de vleermuispopulatie;

    • of er sprake is van een kraam- of massawinterverblijfplaats;

    • de beschrijving van de constructie van de verblijfplaats;

  • b.

    een begroting of een offerte opgesteld door een deskundig natuuraannemer.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. De subsidie wordt geweigerd indien:

    • a.

      de activiteit niet uitvoerbaar is vanwege wettelijke of praktische belemmeringen;

    • b.

      de aanvrager niet de eigenaar van het terrein is of door de eigenaar geen toestemming gegeven is;

    • c.

      de uitvoering van de activiteit op de beoogde locatie niet realistisch is;

    • d.

      aan de aanvrager voor de te subsidiëren activiteit, bedoeld in artikel 2, reeds subsidie is verstrekt;

    • e.

      de verblijfplaats gerealiseerd wordt voor minder dan 7 jaar.

  • 2. In afwijking van artikel 11, eerste lid, onderdeel a van de Asv, wordt een subsidie niet geweigerd indien met de uitvoering van de activiteit, bedoeld in het eerste lid van artikel 2, is gestart na 1 januari 2021.

Artikel 7 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in aanmerking te komen neemt door de gesubsidieerde activiteit het aantal kraam- of massawinterverblijfplaatsen toe.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 2.3.5 van de Srg komen voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie in ieder geval de kosten voor fysieke maatregelen voor subsidie in aanmerking.

Artikel 9 Deelplafond

Het deelplafond voor dit openstellingsbesluit bedraagt € 1.000.000,-- voor de periode genoemd in artikel 4.

Artikel 10 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie exclusief btw, bedraagt voor een gemeente ten hoogste het bedrag dat in de bijlage behorende bij dit besluit voor die gemeente is opgenomen.

Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In afwijking van artikel 1.4, eerste lid, van de Srg, wordt aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de subsidieontvanger verstrekt op verzoek de relevante data verband houdend met de activiteit, bedoeld in artikel 2;

  • b.

    de verblijfplaats, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt tenminste 7 jaar na realisering onderhouden;

  • c.

    de verstrekte subsidie, bedoeld in het eerste lid van artikel 2, is uiterlijk op 31 december 2027 door de betreffende gemeente besteed.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 13 Werkingsduur

Dit openstellingsbesluit vervalt op 1 januari 2026 met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit subsidie alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen Zuid-Holland 2024.

Ondertekening

Den Haag, 2 juli 2024

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris

drs. J. Smit, voorzitter

Bijlage behorende bij artikel 3 en 10 van het Openstellingsbesluit subsidie alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen Zuid-Holland 2024

  • a.

    Gemeente Alblasserdam € 9.029,--

  • b.

    Gemeente Albrandswaard € 18.059,--

  • c.

    Gemeente Alphen aan den Rijn € 36.117,--

  • d.

    Gemeente Barendrecht € 18.059,--

  • e.

    Gemeente Bodegraven-Reeuwijk € 20.316,--

  • f.

    Gemeente Capelle aan den IJssel € 11.287,--

  • g.

    Gemeente Delft € 11.287,--

  • h.

    Gemeente Dordrecht € 20.316,--

  • i.

    Gemeente Goeree-Overflakkee € 40.632,--

  • j.

    Gemeente Gorinchem € 20.316,--

  • k.

    Gemeente Gouda € 11.287,--

  • l.

    Gemeente Hardinxveld-Giessendam € 13.544,--

  • m.

    Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht € 11.287,--

  • n.

    Gemeente Hillegom € 15.801,--

  • o.

    Gemeente Hoeksche Waard € 51.919,--

  • p.

    Gemeente Kaag en Braassem € 33.860,--

  • q.

    Gemeente Katwijk € 18.059,--

  • r.

    Gemeente Krimpen aan den IJssel € 9.029,--

  • s.

    Gemeente Krimpenerwaard € 31.603,--

  • t.

    Gemeente Lansingerland € 20.316,--

  • u.

    Gemeente Leiden € 9.029,--

  • v.

    Gemeente Leiderdorp € 9.029,--

  • w.

    Gemeente Leidschendam-Voorburg € 9.029,--

  • x.

    Gemeente Lisse € 13.544,--

  • y.

    Gemeente Maassluis € 9.029,--

  • z.

    Gemeente Midden-Delfland € 13.544,--

  • aa.

    Gemeente Molenlanden € 49.661,--

  • bb.

    Gemeente Nieuwkoop € 29.345,--

  • cc.

    Gemeente Nissewaard € 27.088,--

  • dd.

    Gemeente Noordwijk € 22.573,--

  • ee.

    Gemeente Oegstgeest € 11.287,--

  • ff.

    Gemeente Papendrecht € 4.515,--

  • gg.

    Gemeente Pijnacker-Nootdorp € 11.287,--

  • hh.

    Gemeente Ridderkerk € 22.573,--

  • ii.

    Gemeente Rijswijk € 11.287,--

  • jj.

    Gemeente Rotterdam € 51.919,--

  • kk.

    Gemeente Schiedam € 11.287,--

  • ll.

    Gemeente 's-Gravenhage € 38.375,--

  • mm.

    Gemeente Sliedrecht € 11.287,--

  • nn.

    Gemeente Teylingen € 15.801,--

  • oo.

    Gemeente Vlaardingen € 11.287,--

  • pp.

    Gemeente Voorne aan Zee € 36.117,--

  • qq.

    Gemeente Voorschoten € 6.772,--

  • rr.

    Gemeente Waddinxveen € 11.287,--

  • ss.

    Gemeente Wassenaar € 27.088,--

  • tt.

    Gemeente Westland € 42.889,--

  • uu.

    Gemeente Zoetermeer € 13.544,--

  • vv.

    Gemeente Zoeterwoude € 13.544,--

  • ww.

    Gemeente Zuidplas € 20.316,--

  • xx.

    Gemeente Zwijndrecht € 13.544,--

TOELICHTING behorende bij het Openstellingsbesluit subsidie alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen Zuid-Holland 2024.

Provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor het behoud en bescherming van gezonde populaties van inheemse plant- en diersoorten binnen én buiten natuurgebieden, waaronder de gebouw bewonende beschermde soorten. De provincie Zuid-Holland heeft naast deze verantwoordelijkheid ook diverse opgaven waaronder de energietransitie en woningbouwopgave. Ten behoeve van de energietransitie dienen woning geïsoleerd te worden. Deze isolatie is een risico voor beschermde diersoorten met verblijfplaatsen in deze woningen. Met name de gebouw bewonende vleermuissoorten zijn hier gevoelig voor.

Het Openstellingsbesluit subsidie alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen 2024 biedt financiële ondersteuning aan gemeenten die alternatieve verblijfplaatsen willen plaatsen voor vleermuizen. Een alternatieve verblijfplaats is een plaats die geschikt is voor verblijf door een beschermde diersoort, die is ingericht ter vervanging van een plaats geschikt voor verblijf door een beschermde diersoort die door verduurzaming van een gebouw ongeschikt is geworden of zal worden. Deze regeling is specifiek voor verblijfplaatsen ten behoeve van het behoud van de vleermuispopulaties: massa winterverblijfplaatsen en kraamverblijfplaatsen.

De provincie Zuid-Holland heeft ingestemd met de landelijke aanpak natuurvriendelijk isoleren en is voornemens om het pre-soortenmanagementplan (SMP), ontwikkeld door Utrecht, te implementeren. Onderdeel van deze aanpak en het pre-SMP is de compensatie van mogelijk te verliezen kraamverblijven. Deze compensatie opgave ligt bij gemeenten.

Met deze subsidieregeling wil de provincie gemeenten financieel ondersteunen bij het plaatsen van alternatieve verblijfplaatsen. De provincie heeft gekozen om de subsidie enkel voor essentiële functies zoals massawinterverblijfplaatsen en kraamverblijven beschikbaar tet stellen. De middelen voor deze subsidieregeling zijn afkomstig uit de Regeling specifieke (SPUK) uitkering versnelling natuurinclusief isoleren.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 10 Subsidiehoogte

De maximale bedragen per gemeente zijn gebaseerd op de compensatieopgave, afkomstig uit de afspraken met betrekking tot de landelijke aanpak natuurvriendelijk isoleren. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de mogelijke aantasting van deze aanpak op het aantal essentiële verblijfplaatsen van een viertal vleermuissoorten per gemeente laten berekenen. Om deze aantasting te compenseren moet elke gemeente minimaal het aantal alternatieve verblijfplaatsen realiseren dat is berekend. De middelen voor de subsidie zijn verdeeld op basis van deze aantallen per gemeente.