Nadere regel evenementen gemeente Utrecht

Geldend van 08-07-2024 t/m heden

Intitulé

Nadere regel evenementen gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Overwegende dat:

  • het college op grond van de artikelen 5:22 en 5:33 van de APV nadere regels kan vaststellen over de uitoefening van bevoegdheden uit afdeling 5.7a en 5.7b van de APV;

  • voor buitenevenementen verschillende geluidsniveaus gelden die bepalen hoeveel geluid een evenement kan maken;

  • voor tien locaties in de gemeente Utrecht locatieprofielen zijn opgesteld waarmee kan worden vastgesteld voor welke evenementen en voor hoeveel evenementen de locatie geschikt is op grond van locatiecriteria;

  • daarom in deze nadere regel wordt bepaald voor hoeveel evenementen en voor welke evenementen er plek is op de reserveringskalender evenementen op de tien locaties waarvoor een locatieprofiel is vastgesteld;

  • jaarlijks de reserveringskalender evenementen op grond van artikel 5:26 en 5:36 van de APV wordt vastgesteld waarvoor organisatoren van evenementen zich kunnen aanmelden in de voorafgaande periode;

  • er in de gemeente Utrecht naast de plekken met een locatieprofiel in de basis voldoende locaties zijn om evenementen te organiseren;

  • het voor kan komen dat meerdere organisatoren aanspraak willen maken op dezelfde locatie en/of hetzelfde tijdstip en datum op de reserveringskalender evenementen of dat er meer aanmeldingen voor een locatieprofiel binnenkomen dan er evenementen gehouden mogen worden;

  • deze situatie zich kan voordoen op locaties waar de evenementen zijn geregeld in het bestemmingsplan (sinds 1 januari 2024 Omgevingsplan), op locaties waarvoor locatieprofielen zijn vastgesteld, maar ook op andere locaties binnen de gemeente Utrecht;

  • deze nadere regel procedureregels bevat om te bepalen welk evenement in bovengenoemde gevallen in aanmerking komt voor een plaats op de reserveringskalender evenementen;

Besluiten de volgende nadere regel vast te stellen: Nadere regel evenementen gemeente Utrecht.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

Deze nadere regel verstaat, in aanvulling op de definities in de APV, onder:

  • a.

    Aanmelder: degene die een aanmelding doet voor de reserveringskalender evenementen.

  • b.

    Aanmelding: aanmelding voor de reserveringskalender evenementen.

  • c.

    Aantal bezoekers: het aantal bezoekers of deelnemers dat gelijktijdig op een locatie aanwezig is en specifiek voor het evenement naar de locatie toe komt.

  • d.

    Evenementendag: een evenementendag duurt maximaal 24 uur en eindigt uiterlijk om 01:00 uur van de volgende kalenderdag.

  • e.

    Huldiging: (georganiseerde) gebeurtenis waarbij hulde wordt bewezen aan een bijzondere prestatie.

  • f.

    Maximaal aantal bezoekers: het aantal bezoekers dat gelijktijdig aanwezig is op een evenement.

  • g.

    Muziekevenement: evenementen waarbij als hoofdactiviteit muziek ten gehore wordt gebracht en waarbij andere activiteiten daar ondergeschikt aan zijn.

  • h.

    Onverharde ondergrond: ondergrond die niet onder de definitie verharde ondergrond valt. Zoals grasvelden, weides, oevers en gazons.

  • i.

    Stads- en volksfeest, nationale vieringen en herdenkingen: dit zijn de viering van Koningsnacht en Koningsdag, nationale dodenherdenking, Bevrijdingsdag, Keti Koti, Utrecht Canal Pride, viering van Sint Maarten, intocht van Sinterklaas.

  • j.

    Tijdstip evenement: Het tijdstip, de datum, het moment of de periode dat een evenement plaatsvindt.

  • k.

    Verharde ondergrond: pleinen, straten, voet- en fietspaden, parkeerplaatsen en overige plekken met een ondergrond voorzien van een (semi-) verharding.

  • l.

    Versterkt geluid: (muziek)geluid dat met hulpmiddelen elektronisch ten gehore wordt gebracht.

Hoofdstuk 2 Geluidsnormen en tijden versterkt geluid buitenevenementen

Artikel 2 Geluidsnormen buitenevenementen

  • 1. Voor een muziekevenement geldt een maximaal geluidsniveau van 80 dB(A) en 95 dB(C) voor versterkt geluid. Na 23.00 uur geldt een maximaal geluidsniveau van 70 dB(A) en 85 dB(C) voor versterkt geluid. Dit niveau wordt gemeten op de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige gevel(s) en, indien van toepassing, de in de evenementenvergunning gestelde aanvullende meetpunten

  • 2. Voor andere evenementen dan onder lid 1 geldt een maximaal geluidsniveau van 70 dB(A) en 85 dB(C) voor (muziek)geluid. Dit niveau wordt gemeten op de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige gevel(s).

  • 3. In afwijking van lid 2 kan de burgemeester het maximale geluidsniveau van 80 dB(A) en 95 dB(C) hanteren als dit nodig is voor een goed verloop van het evenement.

  • 4. In afwijking van lid 2 kan, bij een evenement waar per evenementendag niet langer dan 120 minuten aaneengesloten versterkt (muziek)geluid ten gehore wordt gebracht, het maximale geluidsniveau uit lid 2 met 10 dB(A) en 10 dB(C) worden verhoogd als dat noodzakelijk is voor het goede verloop van het evenement.

  • 5. Bij een geluidsmeting wordt een Leq van 3 minuten aangehouden. Bij evenementen met drie of meer podia wordt een Leq van 5 minuten aangehouden.

  • 6. In afwijking van lid 1 geldt voor de viering van Koningsnacht en Koningsdag in de binnenstad van Utrecht voor muziekevenementen een maximaal geluidsniveau van 90 dB(A) en 105 dB(C). Voor andere stads- en volksfeesten, nationale vieringen en herdenkingen kan meer akoestische ruimte geboden worden tot een maximaal geluidsniveau van 90 dB(A) en 105 dB(C) als dat noodzakelijk is voor het goede verloop van het evenement.

Artikel 3 Tijden versterkt geluid buitenevenementen

  • 1. Per buitenevenement mag per evenementendag maximaal 12 uur achter elkaar versterkt (muziek)geluid ten gehore worden gebracht, waarbij het geluid niet eerder start dan 09.00 uur en niet later eindigt dan 23.00 uur.

  • 2. In afwijking van lid 1 kan de burgemeester vergunning verlenen voor een evenement op een vrijdag, zaterdag en de dag voorafgaand aan een nationale feestdag tot 01.00 uur de volgende evenementendag. Daarbij geldt dat niet voor 17.00 uur (muziek)geluid ten gehore mag worden gebracht.

Hoofdstuk 3 Reserveringskalender evenementen

Artikel 4 Aanmelden reserveringskalender evenementen

  • 1. Aanmeldingen voor de reserveringskalender evenementen kunnen worden ingediend van 1 augustus tot en met 31 augustus. De burgemeester maakt dit uiterlijk twee weken van tevoren bekend.

  • 2. In de bekendmaking staan de dagen en tijdstippen die zijn gereserveerd voor stads- en volksfeesten, nationale vieringen en herdenkingen en andere dagen en tijdstippen die zijn gereserveerd door de burgemeester op grond van artikel 5:36, lid 5, van de APV.

  • 3. Een evenement kan één keer worden aangemeld voor één locatie en tijdstip.

  • 4. Voor het aanmelden van een reservering wordt het formulier gebruikt dat is vastgesteld door de burgemeester.

Artikel 5 Indieningsvereisten voor aanmeldingen reserveringskalender evenementen

Een aanmelding voor de reserveringskalender evenementen wordt in behandeling genomen als aan de volgende vereisten is voldaan:

  • a.

    de aanmelding is ingediend met gebruik van het door de burgemeester vastgestelde aanmeldformulier:

  • b.

    de aanmelding is ingediend binnen de aanmeldperiode in artikel 4, lid 1.

Artikel 6 Beoordeling aanmelding voor de reserveringskalender evenementen

De burgemeester kan besluiten een aanmelding niet op de reserveringskalender evenementen te plaatsen als:

  • a.

    de organisator niet voldoet en kan voldoen aan de vereisten die gelden voor een organisator van evenementen op grond van artikel 5:35 APV lid 1 en naar het oordeel van de burgemeester niet in aanmerking komt voor ontheffing op grond van artikel 5:35 APV lid 2.

  • b.

    vaststaat dat de aanmelding voor de locaties genoemd in hoofdstuk 4 niet voldoet aan de regels zoals gesteld in dat hoofdstuk.

  • c.

    andere evenementen op de reserveringskalender evenementen wordt of worden geplaatst gelet op artikelen 4 (lid 2) en 7.

  • d.

    dit naar oordeel van de burgemeester een probleem kan veroorzaken voor de openbare orde.

  • e.

    de gemeente geen eigenaar is van de locatie en de organisator niet kan aantonen dat de eigenaar van de grond toestemming geeft voor de aanmelding.

  • f.

    een aanmelding ten koste gaat van de mogelijkheid om evenementen in de categorie 5 en 6 te houden en te spreiden, gelet op het bepaalde in hoofdstuk 4.

Artikel 7 Verdelingsprocedure aanmelding reserveringskalender evenementen

  • 1. De burgemeester beoordeelt alle complete aanmeldingen die voldoen aan de eisen en voorwaarden uit artikel 4 en 5.

  • 2. Indien de burgemeester binnengekomen aanmeldingen voor evenementen niet op de reserveringskalender plaatst op grond van het bepaalde in artikel 6 onderdeel a, b, d, e en f vindt geen verdere inhoudelijke beoordeling of afweging plaats op grond van dit artikel.

  • 3. Indien er buiten de in lid 2 genoemde evenementen aanmeldingen zijn gedaan:

    • a.

      voor hetzelfde tijdstip en dezelfde locatie of binnen de voor een locatie geldende rusttijden.

    • b.

      die voldoen aan de voor een locatie geldende rusttijden maar gezamenlijk het aantal evenementen van een bepaalde categorie overschrijden.

  • dan geldt het bepaalde in lid 4 t/m 9 van dit artikel.

  • 4. Alvorens er voor de in lid 3 genoemde gevallen een vergelijkende toets als bedoeld in lid 7 t/m 9 van dit artikel wordt uitgevoerd, wordt onderzocht of aanmelders hun aanmelding willen wijzigen in omvang, geluidsniveau, locatie of datum zodat er voor deze aanmelding, geen vergelijkende toets nodig is. Er wordt in dit proces geen mededeling gedaan over welke andere evenementen aanspraak maken op dezelfde plek op de kalender.

  • 5. De als gevolg van het proces uit lid 4 gewijzigde aanmeldingen worden in de concept reserveringskalender evenementen opgenomen. Voor de overige gevallen uit lid 3 zal de adviescommissie een vergelijkende toets uitvoeren.

  • 6. De aanmelder krijgt van 16 september tot en met 22 september de gelegenheid om zijn aanmelding aan te vullen op de aspecten op grond waarvan de vergelijkende toets zal worden uitgevoerd. Bij de vergelijkende toets worden aan de aanmeldingen punten toegekend op basis van de criteria en overeenkomstig de puntentelling uit lid 7.

  • 7. De uitkomst van de vergelijkende toets wordt als volgt bepaald:

    • a.

      evenementen die op criterium I minimaal een voldoende of goed scoren gaan voor op evenementen die zwak of onvoldoende scoren.

    • b.

      voor zover er na de beoordeling op grond van onderdeel a nog een vergelijkende toets nodig is, wordt de score toegekend op basis van criterium II t/m IV. De maximale score per criterium is 100 punten.

      • i.

        De mate waarin het evenement van waarde is voor omgeving en de stad. Beoordeeld wordt:

  • -(Positieve) effecten voor, tijdens of na het evenement, deze waarde kan zowel economisch als sociaal maatschappelijk zijn.

  • - Verbinding met de identiteit van de plek, datum of locatie

    • ii.

      De mate waarin het evenement bijdraagt aan een pluriform aanbod voor een breed publiek.

  • Beoordeeld wordt:

  • -Bijdrage aan gevarieerd aanbod voor verschillende groepen mensen (doelgroepen).

    -Bijdrage aan een gevarieerdheid aanbod in type evenementen.

    • iii.

      De mate van toegankelijkheid en inclusiviteit

  • Beoordeeld wordt:

  • -Of letterlijk en figuurlijk drempels worden weggenomen ter bevordering van toegankelijkheid;

  • -Hoe inclusief het evenement is door de representatie van achtergronden en perspectieven van de breedte van de Utrechtse bevolking waardoor iedereen zich welkom voelt. Hierbij wordt gekeken naar leeftijd, sekse, gender, seksuele oriëntatie, beperking, religie, afkomst, identiteit, neurodiversiteit, sociaaleconomische status, opleiding of taalniveau.

    • iv.

      De mate van duurzaamheid van het evenement.

  • Beoordeeld wordt:

  • -Maatregelen materiaalgebruik

  • -Maatregelen verminderen afval en/of stimuleren van hergebruik

  • -Maatregelen energie en water

  • -Maatregelen mobiliteit van bezoekers en deelnemers

  • -Maatregelen eten en drinken

    • c.

      De beoordeling per criterium wordt op de volgende wijze in punten omgezet.

  • Beoordeling is onvoldoende is 0 punten.

  • Beoordeling is zwak/matig is 25 punten.

  • Beoordeling is voldoende is 70 punten.

  • Beoordeling is goed is 100 punten.

  • 8. Indien de op grond van lid 7 onderdeel b beoordeelde aanmeldingen een gelijk aantal punten hebben op basis van de beoordeling volgens criterium II t/m IV dan geeft de waardering op criterium I uit lid 7 onderdeel b de doorslag.

  • 9. De adviescommissie stuurt de op grond van de in lid 7 en 8 beschreven beoordeling tot stand gekomen volgorde voor plaatsing op concept evenementenkalender en het proces verbaal met de motivering hiervan uiterlijk 1 november als advies aan de burgemeester. Indien er in het advies nog even hoog scorende aanmeldingen voorkomen, dan wordt zo nodig met behulp van loting de rangorde tussen deze evenementen bepaald.

  • 10. De burgemeester besluit tot vaststelling van de reserveringskalender evenementen rekening houdend met het advies uit lid 9, de locatieprofielen, de concept reserveringskalender uit lid 5, artikel 6 en dringende redenen van openbare orde en veiligheid.

  • 11. Direct na de vaststelling van de reserveringskalender evenementen ontvangt iedere aanmelder wiens aanmelding niet heeft geleid tot een plek op de reserveringskalender een motivering hiervoor. Aanmelders bij wie een vergelijkende toets is toegepast ontvangen een motivering van de score per criterium.

  • 12. Voor Aanvragen evenementenvergunning voor evenementen die niet op de reserveringskalender evenementen staan, geldt dat de eerst ingediende aanvraag voor een bepaald moment en locatie voorrang heeft ten opzichte van een later ingediende aanvraag die ook niet op de reserveringskalender evenementen staat.

  • 13. Bij beoordeling van aanvragen evenementen die niet op de reserveringskalender evenementen staan hoeft de burgemeester geen rekening te houden met de reservering voor evenementen die op de reserveringskalender evenementen staan:

    • a.

      waarvan inmiddels zeker is dat ze niet zullen plaatsvinden.

    • b.

      waarvoor niet tijdig een evenementenvergunning is aangevraagd.

    • c.

      waarvan de aanvraag evenementenvergunning wezenlijk afwijkt van de aanmelding, waarmee met name ook bedoeld wordt negatieve afwijkingen op de aspecten op grond waarvan een vergelijkende toets volgens artikel 7 is uitgevoerd.

Hoofdstuk 4 Locatieprofielen

In dit hoofdstuk staan de locaties waar evenementen worden gehouden en waarvoor een locatieprofiel geldt. Daarin is bepaald hoeveel evenementendagen maximaal kunnen plaatsvinden, het maximaal aantal bezoekers dat daar aanwezig kan zijn, het maximale geluidsniveau per evenement en een rustperiode tussen evenementen. Naast regels die per locatie gelden staan in artikel 8 algemene regels die voor alle locaties in dit hoofdstuk gelden.

Artikel 8 Algemene regels voor locatieprofielen

De locatieprofielen in de artikelen 9 tot en met 18 zijn onderverdeeld in maximaal zes verschillende categorieën waarvoor de volgende algemene regels gelden:

  • 1. Om te bepalen tot welke categorie een evenement behoort, geldt het maximaal aantal bezoekers of maximale geluidsbelasting. De bovenste (hoogste) categorie is hierbij leidend.

  • 2. Als in een bepaalde categorie minder evenementen worden aangemeld voor de reserveringskalender en/of vergunning wordt aangevraagd dan maximaal is toegestaan dan kunnen deze evenementendagen gebruikt worden voor evenementen met minder bezoekers als het maximaal aantal daar bereikt is.

  • 3. De op- en afbouw van evenementen beperkt het reguliere gebruik van een locatie zo min mogelijk. Voor de locaties in artikel 9 tot en met 17 geldt:

    • a.

      de duur van de op- en afbouw gezamenlijk niet langer is dan:

      • i.

        op de dag van het evenement voor evenementen in de categorie 1;

      • ii.

        3 dagen voor evenementen in de categorie 2;

      • iii.

        5 dagen voor evenementen in de categorie 3 en 4;

      • iv.

        10 dagen voor evenementen in de categorie 5;

      • v.

        12 dagen voor evenementen in de categorie 6.

    • b.

      een locatie of een deel daarvan mag in totaal niet langer dan 14 evenementendagen worden afgesloten voor een evenement.

    • c.

      op onverharde ondergrond mag niet langer dan 14 evenementendagen aaneengesloten een object geplaatst worden.

  • 4. In afwijking van lid 1 geldt voor muziekevenementen in categorie 2 dat, per locatie, op maximaal 3 evenementendagen per jaar, tot 23.00 uur, het geluidniveau 80 dB(A) en 95 dB(C) wordt toegestaan.

  • 5. In afwijking van lid 1 kan bij een evenement in categorie 2, waarvan de totale duur van het evenement niet langer is dan 1 evenementendag en waar niet langer dan 120 minuten aaneengesloten versterkt geluid te gehore wordt gebracht, het geluidniveau 80 dB(A) en 95 dB(C) worden toegestaan.

  • 6. De burgemeester kan van de bepalingen in hoofdstuk 4 afwijken op grond van de in artikel 1:8 en 5:37 van de APV genoemde belangen, om een goede verdeling van evenementen mogelijk te maken, ter bescherming van de kwaliteit van de locatie, stads- en volksfeesten en voor onvoorziene gebeurtenissen zoals huldigingen en (nieuwe) herdenkingen.

Artikel 9 Locatieprofiel Domplein

  • 1.

    Op de locatie Domplein geldt de volgende indeling. Aanvullingen op deze indeling staan in lid 2 t/m 4.

Categorie evenement

Aantal bezoekers

Geluidsniveau

Aantal evenementendagen

1 januari – 31 december

4

1.000 – 5.000

80 dB(A), 95 dB(C)

8

3

1.000 - 5.000

70 dB(A), 85 dB(C)

12

2

< 1.000

65 dB(A), 80 dB(C)

40

1

< 500

Geen versterkt geluid

Geen maximaal aantal

  • 2.

    Voor categorie 2 en 3 geldt dat evenementen maximaal 10 evenementendagen achter elkaar mogen duren, waarbij de tijd voor op- en afbouw niet wordt meegerekend.

  • 3.

    Voor categorie 3 en 4 geldt dat tussen twee evenementen, die na elkaar plaatsvinden, een rustperiode wordt aangehouden van 12 dagen, waarbij wordt geteld tussen evenementendagen.

  • 4.

    In de vergunningsvoorschriften kunnen extra voorwaarden worden gesteld ten behoeve van het voorkomen van het risico op onherstelbare schade aan het monumentale karakter van de locatie.

Artikel 10 Locatieprofiel Stadhuisplein

  • 1.

    Op de locatie Stadhuisplein geldt de volgende indeling. Aanvullingen op deze indeling staan in lid 2 en 3.

Categorie evenement

Aantal bezoekers

Geluidsniveau

Aantal evenementendagen

1 januari – 31 december

4

1.000 – 4.000

80 dB(A), 95 dB(C)

8

3

1.000 – 4.000

70 dB(A), 85 dB(C)

12

2

< 1.000

65 dB(A), 80 dB(C)

40

1

< 500

Geen versterkt geluid

Geen maximaal aantal

  • 2.

    Voor categorie 2 en 3 geldt dat evenementen maximaal 10 evenementendagen achter elkaar mogen duren, waarbij de tijd voor op- en afbouw niet wordt meegerekend.

  • 3.

    Voor categorie 3 en 4 geldt dat tussen twee evenementen die na elkaar plaatsvinden een rustperiode wordt aangehouden van 12 dagen, waarbij wordt geteld tussen evenementendagen.

Artikel 11 Locatieprofiel Park Lepelenburg

  • 1.

    Op de locatie Park Lepelenburg geldt de volgende indeling. Aanvullingen op deze indeling staan in lid 2 t/m 5.

Categorie evenement

Aantal bezoekers

Geluidsniveau

Aantal evenementendagen 1 april – 31 oktober

Aantal evenementendagen 1 januari – 31 maart en

1 november – 31 december

Aantal evenementendagen

1 januari – 31 december

4

1.000 – 5.000

80 dB(A), 95 dB(C)

6

2

3

1.000 – 5.000

70 dB(A), 85 dB(C)

12

2

< 1.000

65 dB(A), 80 dB(C)

30

1

< 500

Geen versterkt geluid

Geen maximaal aantal

  • 2.

    Voor categorie 2, 3 en 4 geldt dat evenementen maximaal 5 evenementendagen achter elkaar mogen duren, waarbij de tijd voor op- en afbouw niet wordt meegerekend.

  • 3.

    Voor evenementen in de categorie 3 en 4 geldt:

  • a.

    in de periode van 15 maart tot en met 15 juli geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 21 dagen. Hiervan kan bij hoge uitzondering worden afgeweken tot 18 dagen.

  • b.

    in de periode van 16 juli tot en met 14 maart geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 18 dagen.

  • 4.

    De rustperiode gaat in op de dag na de afbouw van een evenement en duurt tot de dag van de opbouw van het volgende evenement.

  • 5.

    In de vergunningsvoorschriften kunnen extra voorwaarden worden gesteld ten behoeve van het voorkomen van het risico op onherstelbare schade aan het monumentale karakter van de locatie.

Artikel 12 Locatieprofiel Park Lucasbolwerk

  • 1.

    Op de locatie Park Lucasbolwerk geldt de volgende indeling. Aanvullingen op deze indeling staan in lid 2 t/m 5.

Categorie evenement

Aantal bezoekers

Geluidsniveau

Aantal evenementendagen 1 april – 31 oktober

Aantal evenementendagen 1 januari – 31 maart en

1 november – 31 december

Aantal evenementendagen

1 januari – 31 december

4

1.000 – 2.500

80 dB(A), 95 dB(C)

6

2

3

1.000 – 2.500

70 dB(A), 85 dB(C)

12

2

< 1.000

65 dB(A), 80 dB(C)

30

1

< 500

Geen versterkt geluid

Geen maximaal aantal

  • 2.

    Voor categorie 2, 3 en 4 geldt dat evenementen maximaal 5 evenementendagen achter elkaar mogen duren, waarbij de tijd voor op- en afbouw niet wordt meegerekend.

  • 3.

    Voor evenementen in de categorie 3 en 4 geldt:

  • a.

    in de periode van 15 maart tot en met 15 juli geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 21 dagen. Hiervan kan bij hoge uitzondering worden afgeweken tot 18 dagen.

  • b.

    in de periode van 16 juli tot en met 14 maart geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 18 dagen.

  • 4.

    De rustperiode gaat in op de dag na de afbouw van een evenement en duurt tot de dag van de opbouw van het volgende evenement.

  • 5.

    In de vergunningsvoorschriften kunnen extra voorwaarden worden gesteld ten behoeve van het voorkomen van het risico op onherstelbare schade aan het monumentale karakter van de locatie.

Artikel 13 Locatieprofiel Griftpark activiteitenveld

  • 1.

    Op de locatie Griftpark activiteitenveld geldt de volgende indeling. Aanvullingen op deze indeling staan in lid 2 t/m 4.

Categorie evenement

Aantal bezoekers

Geluidsniveau

Aantal evenementendagen 1 april – 31 oktober

Aantal evenementendagen 1 januari – 31 maart en

1 november – 31 december

Aantal evenementendagen

1 januari – 31 december

4

1.000 – 5.000

80 dB(A), 95 dB(C)

6

2

3

1.000 – 5.000

70 dB(A), 85 dB(C)

12

2

< 1.000

65 dB(A), 80 dB(C)

21

1

< 500

Geen versterkt geluid

Geen maximaal aantal

  • 2.

    Voor categorie 2, 3 en 4 geldt dat evenementen maximaal 5 evenementendagen achter elkaar mogen duren, waarbij de tijd voor op- en afbouw niet wordt meegerekend.

  • 3.

    Voor evenementen in de categorie 3 en 4 geldt:

  • a.

    in de periode van 15 maart tot en met 15 juli geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 21 dagen. Hiervan kan bij hoge uitzondering worden afgeweken tot 18 dagen.

  • b.

    in de periode van 16 juli tot en met 14 maart geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 18 dagen.

  • 4.

    De rustperiode gaat in op de dag na de afbouw van een evenement en duurt tot de dag van de opbouw van het volgende evenement.

Artikel 14 Locatieprofiel Wilhelminapark

  • 1.

    Op de locatie Wilhelminapark geldt de volgende indeling. Aanvullingen op deze indeling staan in lid 2 t/m 5.

Categorie evenement

Aantal bezoekers

Geluidsniveau

Aantal evenementendagen 1 april – 31 oktober

Aantal evenementendagen 1 januari – 31 maart en

1 november – 31 december

Aantal evenementendagen

1 januari – 31 december

5

5.000 – 7.500

80 dB(A), 95 dB(C)

6

2

3

1.000 – 5.000

70 dB(A), 85 dB(C)

12

2

< 1.000

65 dB(A), 80 dB(C)

21

1

< 500

Geen versterkt geluid

Geen maximaal aantal

  • 2.

    Voor categorie 2, 3 en 5 geldt dat evenementen maximaal 5 evenementendagen achter elkaar mogen duren, waarbij de tijd voor op- en afbouw niet wordt meegerekend.

  • 3.

    Voor evenementen in de categorie 3 en 5 geldt:

  • a.

    in de periode van 15 maart tot en met 15 juli geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 21 dagen. Hiervan kan bij hoge uitzondering worden afgeweken tot 18 dagen.

  • b.

    in de periode van 16 juli tot en met 14 maart geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 18 dagen.

  • 4.

    De rustperiode gaat in op de dag na de afbouw van een evenement en duurt tot de dag van de opbouw van het volgende evenement.

  • 5.

    In de vergunningsvoorschriften kunnen extra voorwaarden worden gesteld ten behoeve van het voorkomen van het risico op onherstelbare schade aan het monumentale karakter van de locatie.

Artikel 15 Locatieprofiel Julianapark

  • 1.

    Op de locatie Julianapark geldt de volgende indeling. Aanvullingen op deze indeling staan in lid 2 t/m 5.

Categorie evenement

Aantal bezoekers

Geluidsniveau

Aantal evenementendagen 1 april – 31 oktober

Aantal evenementendagen 1 januari – 31 maart en

1 november – 31 december

Aantal evenementendagen

1 januari – 31 december

5

5.000 – 7.500

80 dB(A), 95 dB(C)

6

2

3

1.000 – 5.000

70 dB(A), 85 dB(C)

12

2

< 1.000

65 dB(A), 80 dB(C)

21

1

< 500

Geen versterkt geluid

Geen maximaal aantal

  • 2.

    Voor categorie 2, 3 en 5 geldt dat evenementen maximaal 5 evenementendagen achter elkaar mogen duren, waarbij de tijd voor op- en afbouw niet wordt meegerekend.

  • 3.

    Voor evenementen in de categorie 3 en 5 geldt:

  • a.

    in de periode van 15 maart tot en met 15 juli geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 21 dagen. Hiervan kan bij hoge uitzondering worden afgeweken tot 18 dagen.

  • b.

    in de periode van 16 juli tot en met 14 maart geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 18 dagen.

  • 4.

    De rustperiode gaat in op de dag na de afbouw van een evenement en duurt tot de dag van de opbouw van het volgende evenement.

  • 5.

    In de vergunningsvoorschriften kunnen extra voorwaarden worden gesteld ten behoeve van het voorkomen van het risico op onherstelbare schade aan het monumentale karakter van de locatie.

Artikel 16 Locatieprofiel Maximapark activiteitenveld

  • 1.

    Op de locatie Maximapark activiteitenveld geldt de volgende indeling. Aanvullingen op deze indeling staan in lid 2 t/m 4.

Categorie evenement

Aantal bezoekers

Geluidsniveau

Aantal evenementendagen 1 april – 31 oktober

Aantal evenementendagen 1 januari – 31 maart en

1 november – 31 december

Aantal evenementendagen

1 januari – 31 december

5

5.000 – 10.000

80 dB(A), 95 dB(C)

6

2

3

1.000 – 5.000

70 dB(A), 85 dB(C)

12

2

< 1.000

65 dB(A), 80 dB(C)

21

1

< 500

Geen versterkt geluid

Geen maximaal aantal

  • 2.

    Voor categorie 2, 3 en 5 geldt dat evenementen maximaal 5 evenementendagen achter elkaar mogen duren, waarbij de tijd voor op- en afbouw niet wordt meegerekend.

  • 3.

    Voor evenementen in de categorie 3 en 5 geldt:

  • a.

    in de periode van 15 maart tot en met 15 juli geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 21 dagen. Hiervan kan bij hoge uitzondering worden afgeweken tot 18 dagen.

  • b.

    in de periode van 16 juli tot en met 14 maart geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 18 dagen.

  • 4.

    De rustperiode gaat in op de dag na de afbouw van een evenement en duurt tot de dag van de opbouw van het volgende evenement.

Artikel 17 Locatieprofiel Park Transwijk

  • 1.

    Op de locatie Park Transwijk geldt de volgende indeling. Aanvullingen op deze indeling staan in lid 2 t/m 4.

Categorie evenement

Aantal bezoekers

Geluidsniveau

Aantal evenementendagen 1 april – 31 oktober

Aantal evenementendagen 1 januari – 31 maart en

1 november – 31 december

Aantal evenementendagen

1 januari – 31 december

6

10.000 – 20.000

80 dB(A), 95 dB(C)

3

2

5

5.000 – 10.000

80 dB(A), 95 dB(C)

3

3

1.000 – 5.000

70 dB(A), 85 dB(C)

6

2

< 1.000

65 dB(A), 80 dB(C)

21

1

< 500

Geen versterkt geluid

Geen maximaal aantal

  • 2.

    Voor categorie 2, 3, 5 en 6 geldt dat evenementen maximaal 5 evenementendagen achter elkaar mogen duren, waarbij de tijd voor op- en afbouw niet wordt meegerekend.

  • 3.

    Voor evenementen in de categorie 3, 5 en 6 geldt:

  • a.

    in de periode van 15 maart tot en met 15 juli geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 21 dagen. Hiervan kan bij hoge uitzondering worden afgeweken tot 18 dagen.

  • b.

    in de periode van 16 juli tot en met 14 maart geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 18 dagen.

  • 4.

    De rustperiode gaat in op de dag na de laatste dag van afbouw van een evenement en duurt tot de start van de opbouw van het volgende evenement.

Artikel 18 Locatieprofiel Recreatieterrein Strijkviertel

  • 1.

    Op de locatie Recreatieterrein Strijkviertel geldt de volgende indeling. Aanvullingen op deze indeling staan in lid 2 t/m 4.

Categorie evenement

Aantal bezoekers

Geluidsniveau

Aantal evenementendagen

1 januari – 31 december

6

10.000 – 20.000

80 dB(A), 95 dB(C)

8

4

1.000 – 10.000

70 dB(A), 85 dB(C)

6

2

< 1.000

65 dB(A), 80 dB(C)

21

1

< 500

Geen versterkt geluid

Geen maximaal aantal

  • 2.

    Voor categorie 2, 4 en 6 geldt dat evenementen maximaal 5 evenementendagen achter elkaar mogen duren, waarbij de tijd voor op- en afbouw niet wordt meegerekend.

  • 3.

    Voor evenementen in de categorie 4 en 6 geldt:

  • a.

    in de periode van 15 maart tot en met 15 juli geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 21 dagen. Hiervan kan bij hoge uitzondering worden afgeweken tot 18 dagen.

  • b.

    in de periode van 16 juli tot en met 14 maart geldt tussen twee opeenvolgende evenementen, voor het onverharde deel van de locatie, een rustperiode van 18 dagen.

  • 4.

    De rustperiode gaat in op de dag na de laatste dag van afbouw van een evenement en duurt tot de start van de opbouw van het volgende evenement.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 19 Hardheidsclausule

In gevallen waar het onverkort vasthouden aan het bepaalde in deze nadere regel tot een zeer onredelijke uitkomst zou leiden kan de Burgemeester gemotiveerd afwijken van het bepaalde in deze nadere regel.

Artikel 20 Intrekking

De Beleidsregel geluidsnormen bij buitenevenementen van 10 maart 2009, Gemeenteblad 2009, nummer 16, wordt ingetrokken per 1 januari 2025.

Artikel 21 Overgangsbepalingen

Deze nadere regel geldt niet voor evenementen die plaatsvinden in 2024.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze nadere regel treedt in werking de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Artikel 23 Citeertitel

Deze nadere regel wordt aangehaald als Nadere regel evenementen.

Artikel 21 Overgangsbepalingen

Aanvragen voor evenementen in 2024 worden afgehandeld volgens de regels die gelden op het moment voor vaststelling van de nadere regel. Dit betekent dat evenementen in 2024 nog niet aan de nieuwe regels hoeven te voldoen. Dit geldt bijvoorbeeld voor aantallen evenementendagen in de locatieprofielen, de verdelingssystematiek van de reserveringskalender evenementen en regels over geluidsnormen. De regels gelden direct na inwerkingtreding van de nadere regel maar dan voor evenementen in 2025 en daaropvolgende jaren.

Artikel 22 Inwerkingtreding

De nadere regel treedt direct na bekendmaking inwerking zodat de procedure voor de Reserveringskalender evenementen 2025 al kan worden uitgevoerd.

Bijlage1

Onderstaande afbeeldingen geven de beschreven locatie aan. Op de website van de gemeente Utrecht (Buitenlocaties | gemeente Utrecht) staan de plattegronden van de locaties inclusief actuele informatie over onder andere inrichting, gebruik, flora en fauna. In de evenementenvergunning worden de regels gesteld over de locatieafbakening per evenement.

Legenda: De in onderstaande afbeelding weergegeven lijn met stip betreft het gedeelte op basis waarvan de maximale bezoekerscapaciteit is gebaseerd en is het gebied waar de meeste evenementen op de locatie plaatsvinden. De buitenste lijn op afbeeldingen voorzien van een * geeft de grens van het totale park aan.

Locatie Domplein(Artikel 9)

afbeelding binnen de regeling

LocatieStadhuisplein(Artikel 10)

afbeelding binnen de regeling

LocatiePark Lepelenburg*(Artikel 11)afbeelding binnen de regeling

Locatie Lucasbolwerk*(Artikel 12)

afbeelding binnen de regeling

LocatieGriftpark activiteitenveld (Artikel 13)

afbeelding binnen de regeling

LocatieWilhelminapark* (Artikel 14)afbeelding binnen de regeling

Locatie

LocatieJulianapark* (Artikel 15)afbeelding binnen de regeling

Locatie Maximaparkt activiteitenverld (Artikel 16)

afbeelding binnen de regeling

LocatiePark Transwijk* (Artikel 17)afbeelding binnen de regeling

LocatieRecreatieterrein Strijkviertel* (Artikel 18)afbeelding binnen de regeling

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 2 juli 2024.

De burgemeester,

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Michiel J. Ruis

Informatieve toelichting bij Nadere regel evenementen gemeente Utrecht

Algemeen

Evenementen horen bij Utrecht. Ze dragen bij aan een levendige en leefbare stad. De gemeenteraad Utrecht heeft de uitgangspunten die daarbij horen op 6 juni 2024 vastgesteld met het locatiebeleid evenementen.

Deze nadere regel is een uitwerking van het raadsbesluit locatiebeleid evenementen. Bij besluitvorming maakte deze nadere regel als concept deel uit van het besluitvormingsproces en is de gemeenteraad hierop geconsulteerd.

Deze nadere regel is primair gericht op buitenevenementen en is gericht op spreiding van buitenevenementen, geluid bij buitenevenementen en een rechtmatige verdeling van ruimte voor evenementen. Uitsluitend voor de verdeling (hoofdstuk 3) van ruimte voor evenementen is deze regeling ook van toepassing op binnenevenementen.

Deze nadere regel is tot stand gekomen op basis van onderzoek, participatie en ervaring bij vergunningverlening, toezicht, handhaving en beheer. Op basis hiervan zijn in de beleidsnota een aantal uitgangspunten opgenomen. Deze zijn in deze nadere regel evenementen uitgewerkt.

De nadere regel bestaat uit 3 inhoudelijke hoofdstukken. Hoofdstuk 2 gaat in op geluid, hoofdstuk 3 op het proces van de reserveringskalender en hoofdstuk 4 op de locatieprofielen. De toelichting op deze hoofdstukken maakt onderdeel uit van deze algemene toelichting. Daarna volgt een artikelsgewijze toelichting.

Algemene toelichting bij hoofdstuk 2 Geluidsnormen en tijden versterkt geluid

Evenementen kunnen geluidsoverlast met zich meebrengen, helemaal als het muziekevenementen zijn. Daarom geldt voor evenementen een maximaal geluidsniveau in dB(A) en dB(C) om overlast voor de omgeving te beperken en ervoor te zorgen dat die overlast niet onduldbaar wordt voor de directe omgeving van het evenement. Voor muziekevenementen geldt standaard een hogere maximale geluidsnorm dan voor evenementen die het ten gehore brengen van muziek niet als hoofdactiviteit hebben. De grootte van het evenement is hierbij niet bepalend, het gaat om de activiteit. Dit om onnodige belasting van de omgeving te voorkomen.

In hoofdstuk 4 locatieprofielen wordt voor 10 locaties aanvullende kaders gesteld voor het aantal evenementendagen met versterkt geluid. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen categorieën van een evenement en het maximale geluidsniveau dat daarbij is toegestaan. Voor andere locaties gelden de maximale geluidsniveaus, inclusief de mogelijkheden om hiervan af te wijken, uit artikel 2.

Voor de locatieprofielen is voor het onderwerp versterkt geluid een advies opgesteld door Peutz, d.d. 12 januari 2024. Daaruit komt naar voren dat ondervonden hinder niet alleen wordt veroorzaakt door het geluidniveau van een evenement. Ook de duur van een evenement, het aantal evenementen per jaar, de periode tussen evenementen, waarborging dat aan de geluidsnormen wordt voldaan en informatieverschaffing over het evenement hebben invloed op de manier waarop een evenement (en de hinder daarvan) wordt ervaren door de omgeving. Veel van deze zaken worden al uitgevoerd door de evenementenorganisatie en en/of de gemeente.

Dit onderzoek heeft ertoe geleid dat in de locatieprofielen geluidsnormen aan categorieën van evenementen zijn gekoppeld. In deze regel is ervoor gekozen om een iets andere invulling te hanteren van de categorieën, met de daaraan gekoppelde geluidsniveaus, dan het advies. Zo is in deze regel voor minder evenementendagen versterkt geluid toegestaan. Daarnaast is de geluidsnorm voor stads- en volksfeesten niet automatisch op onbegrensd op meer dan 80 dB(A) gesteld, maar wordt per activiteit beoordeeld of dit noodzakelijk is. Bovendien is een afwijking in ieder geval begrensd tot 90 dB(A).

Zo zijn niet alle geluidnormen overgenomen en is voor muziekevenementen aangesloten bij de al geruime tijd in Utrecht gehanteerde geluidsnorm van 80 dB(A) en 95 dB(C). Voor de locatieprofielen in hoofdstuk 4 is op basis van het adviesrapport gekomen tot bij een maximaal aantal evenementdagen op een locatie per categorie, zodat onduldbare overlast wordt voorkomen, zie ook hoofdstuk 4.

Algemene toelichting bij hoofdstuk 3 Reserveringskalender evenementen

Degene die voornemens is een evenement te organiseren, kan de burgemeester jaarlijks verzoeken een evenement te plaatsen op de reserveringskalender evenementen van het volgende jaar. De reserveringskalender evenementen draagt bij aan een goede spreiding van verschillende evenementen (zowel “binnen” als “buiten” evenementen). Deze programmering is om een aantal redenen van essentieel belang: het voorkomen van wildgroei van evenementen in kwantitatieve zin, het waarborgen van een goede kwaliteit en het spreiden van evenementen in de stad en over het gehele jaar (of voor buitenevenementen “het seizoen” dat over het algemeen loopt van april tot en met oktober).

In eerste aanleg worden deze verzoeken beoordeeld op basis van de geschiktheid van de locatie (omvang evenement, mobiliteit, geluid, ecologie). In deze nadere regel is in hoofdstuk 4 voor tien locaties uitgewerkt wat er mogelijk is en met name hoe vaak en welke rustperiode wordt gehanteerd. Ook kan door of namens de burgemeester op voorhand worden aangegeven dat een evenement niet op de Reserveringskalender evenementen wordt geplaatst vanwege ongeschiktheid van de organisator of vanuit het oogpunt van openbare orde.

Als er geen strijd is met een andere aanmelding voor de reserveringskalender, het locatieprofiel en openbare orde, wordt het evenement op de concept Reserveringskalender evenementen geplaatst. Strijd met een andere aanmelding kan voorkomen indien er meer aanmeldingen voor dezelfde datum en locatie (of binnen een voor die locatie geldende rustperiode) zijn of indien wel wordt voldaan aan de rustperiode maar er toch te veel evenementen van een bepaalde categorie worden aangemeld.

In geval er meer aanmeldingen worden gedaan dan dat er plek is, vindt toekenning van een plek op de reserveringskalender evenementen plaats door de burgemeester die door een adviescommissie wordt geadviseerd. Deze adviescommissie bestaat uit adviseurs op het gebied van de gestelde criteria. Deze adviescommissie beoordeelt de aanvragen op grond van de criteria vermeld in artikel 7. Het college stelt een reglement vast over de samenstelling en werkwijze van de commissie.

Het resultaat van de beschreven procedure is een concept Reserveringskalender evenementen die als advies wordt voorgelegd aan de Burgemeester, bevoegd bestuursorgaan inzake evenementen en voor het vaststellen van de Reserveringskalender. Op de concept Reserveringskalender evenementen worden ook de aangemelde binnenevenementen vermeld. De Burgemeester zal in principe het advies van de commissie volgen tenzij er redenen zijn, o.a. van uit openbare orde en veiligheid, om af te wijken van dit advies.

Algemene toelichting bij hoofdstuk 4 Locatieprofielen

Het doel van een locatieprofiel is het bieden van duidelijke kaders voor evenementen zodat organisatoren, bewoners en bezoekers weten waar ze aan toe zijn. Dit wordt bereikt door voor 10 belangrijke locaties voor evenementen uit te werken wat de grenzen zijn ten aanzien van aantal, omvang en muziekgeluid bij evenementen. Tevens worden er rustperiodes tussen grote evenementen bepaald.

Het is voor zowel organisatoren, bewoners, bezoekers als de gemeente Utrecht wenselijk hierbij zo eenduidig mogelijk te werk te gaan. Dit draagt bij aan duidelijkheid, en uitlegbaarheid. Daarnaast is dit wenselijk ten einde een waterbed effect op locaties waarvoor geen locatieprofiel is opgesteld te voorkomen.

Er is voor 10 locaties een locatieprofiel vastgesteld waarbij gekeken is naar het draagkracht en de locatie en omgeving en de balans van leefbaarheid en levendigheid in de stad wordt bewaakt. Dit draagt tevens bij aan de ruimtelijke afweging voor locaties waar het omgevingsplan (nog) geen kaders bevat voor evenementen.

De locatieprofielen zijn opgesteld op basis van onderzoek, participatie en ervaring. Het uitgangspunt daarbij is dat voor vergelijkbare locaties vergelijkbare kaders gelden waardoor evenementen zo goed mogelijk spreiden over de stad. Daarbij is een onderscheid gemaakt op basis van plek in de stad, omvang van een locatie en type ondergrond. Zo geldt bijvoorbeeld voor verharde locaties binnen de singels zoveel mogelijk een vergelijkbaar profiel. Dat geldt ook voor de locaties buiten de singel, in wijken of aan de randen van de stad. Ook locaties die geschikt zijn voor grote en zeer grote evenementen hebben vergelijkbare kaders. Dit draagt tevens bij aan de uitlegbaarheid van de locatieprofielen.

De kaders van een locatieprofiel zijn van kracht op de locatie. Daarmee gelden ze niet voor de overige locaties in de stad. Ze kunnen daarnaast van belang zijn voor de directe en aansluitende omgeving daarvan. De locatieprofielen zijn niet van toepassing op evenementen die voldoen aan de eisen zoals in de APV gesteld onder het artikel Kennisgeving straat- en buurtfeesten.

Artikel 1 Definities

Evenementendag: een evenement duurt vaak niet de hele dag (24 uur), maar een deel daarvan. Dit wordt gezien als een evenementendag. Evenementen mogen in bepaalde situaties doorgaan tot 01.00 uur op de volgende kalenderdag, vandaar dat dit in de definitie is opgenomen. Hiermee wordt voortgeborduurd op de tijdsblokken in de ‘oude’ Beleidsregel geluidsnormen bij buitenevenementen waarin het mogelijk was om tot 01.00 uur een (muziek)evenement te organiseren. Een evenement dat bijvoorbeeld start om 17.00 uur op 1 maart en eindigt op 2 maart om 01:00 uur telt als 1 evenementendag.

Huldiging: een huldiging ziet op een bijzondere prestatie, vaak is dit voor een sportgebeurtenis, zoals het winnen van een EK of WK. Meestal is de huldiging vlak van tevoren bekend, waardoor de burgemeester eventueel gebruik zal maken van de bevoegdheid om ruimte te maken voor de huldiging. Hier mee wijkt de burgemeester mogelijk af van de reserveringskalender evenementen of de locatieprofielen met de voorwaarden voor bijvoorbeeld rustdagen tussen evenementen.

Maximaal aantal bezoekers: Per locatie is een maximaal aantal bezoekers gelijktijdig aanwezig berekend. Dit is een theoretisch maximum waarbij geen rekening is gehouden met de tijdelijke inrichting van het terrein (zoals podia en verkooppunten) en opstal op de locatie (zoals bomen, straatmeubilair, etc.). Dit betekent dat er minder bezoekers op een terrein aanwezig kunnen zijn naarmate in het kader van evenementen voertuigen of objecten worden geplaatst zoals foodtrucks of (grote) podia. Het daadwerkelijke toegestane aantal bezoekers wordt vastgelegd in de evenementenvergunning.

Muziekevenement: dit zijn evenementen waar de hoofdactiviteit is muziek ten gehore brengen. Het evenement is er (in communicatie) op gericht dat bezoekers komen voor de muziek en om publiek zoveel mogelijk toe te laten om te luisteren naar de muziek of daarop te dansen. Hier is de inrichting van zowel het programma als de locatie op gericht. Hoe meer nevenactiviteiten naast de muziek, hoe eerder sprake is van een evenement dat niet gezien kan worden als een muziekevenement. Zo zijn evenementen die muziek ten gehore brengen voor de sfeer, bijvoorbeeld optredens bij een foodtruckfestival of een festival waar eten en drinken voorop staat, geen muziekevenement. Een evenement waar de inrichting grotendeels ziet op andere activiteiten is per definitie geen muziekevenement. Bij muziekevenementen zal muziek voorop staan en zal het grootste gedeelte van het terrein ingericht zijn om het bezoekers mogelijk te maken om te genieten van de muziek. Dit kan bijvoorbeeld door een groot publieksvak voor een podium of een tent die volledig is ingericht om muziek te beluisteren en de daarbij behorende voorzieningen op het gebied van sanitair, eten en drinken. Door dit onderscheid te maken, blijft er voldoende (geluids)ruimte voor evenementen die vanwege de beleving afhankelijk zijn van een hoger maximaal geluidsniveau.

Onverharde ondergrond: in parken liggen niet alleen grasvelden en grasweides, maar ook aangelegde paden, wegen en andere verhardingen. Als alleen hiervan gebruik wordt gemaakt bij een evenement dan wordt dit evenement gezien als een evenement op verharde ondergrond en niet op onverharde ondergrond. Een sportevenement in een park waarbij alleen op de paden in het park wordt gelopen en de start- en finishlocatie ook op een verharde ondergrond zijn, geldt bijvoorbeeld als een evenement op verharde ondergrond.

Verharde ondergrond: naast de ondergronden met een verharding valt hier ook het type ondergrond onder dat specifiek geschikt is gemaakt voor evenementen in maanden waarop veel neerslag te verwachten is zonder dat er schade ontstaat aan de bodem. Bijvoorbeeld een halfverharding van grind. Een evenement dat (deels) gebruik maakt van onverharde ondergrond geldt als een evenement op onverharde ondergrond.

Versterkt geluid: dit is (muziek)geluid dat met elektronische middelen ten gehore wordt gebracht. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om een optreden van een band of DJ bij een muziekevenement of om een omroepspeaker bij een sportevenement

Artikel 2 Geluidsnormen buitenevenementen

Eerste lid: Voor een muziekevenement geldt een maximaal geluidsniveau van 80 dB(A) en 95 dB(C). Deze geluidsnorm wordt gemeten aan de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige gevel(s) rondom de locatie. Vaak gaat het dan om woningen. Afhankelijk van de inrichting van een evenement en het aantal podia – bij muziekevenementen zijn dat er vaak meerdere – worden meerdere meetpunten aangehouden. Om die reden wordt gesproken over gevel(s). Daarnaast kan de gemeente bij muziekevenementen extra meetpunten opleggen ter bescherming van het woon- en leefklimaat. In een geluidsplan komen deze meetpunten vaak al naar voren, omdat het evenement wordt ingericht aan de hand van dit geluidsplan. Dit kan onderdeel zijn van de aanvraag zodat de gemeente bij het proces van vergunningverlening al kan meekijken of het evenement zich aan de maximale geluidsniveaus kan houden of dat hier extra maatregelen voor nodig zijn.

Vanwege een spreiding van evenementen en balans van leefbaarheid en levendigheid in de stad is ervoor gekozen om na 23.00 uur minder geluidsruimte te bieden aan evenementen met deze geluidsnorm. Dit sluit aan bij het uitgangspunt dat de meeste mensen rond die tijd naar bed gaan en dat daarom een beperking van luidruchtige evenementen na deze tijd redelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat.

Evenementen met (muziek)geluid mogen wel plaatsvinden tot 01.00 uur, maar dan met een lager geluidsniveau vanaf 23.00 uur. De enige uitzondering hierop is de viering van Koningsdag in de binnenstad van Utrecht. De vrijmarkt start traditioneel gezien om 18.00 uur op de dag voor Koningsdag en duurt 24 uur. Festiviteiten starten ook om 18.00 uur en duren tot 01.00 uur. Zie ook lid 6 en artikel 3, lid 2.

Tweede lid: Naast muziekevenementen zijn er veel andere soort evenementen die versterkt geluid ten gehore brengen en muziek niet als hoofdactiviteit hebben (zie toelichting definitie). Muziek brengt in dat geval sfeer op het evenement, maar het is niet de hoofdreden dat bezoekers naar het evenement komen. Ook zijn er theatervoorstellingen met versterkt geluid of een omroepinstallatie bij een sportevenement. Bij dit soort evenementen geldt een lagere geluidsnorm dan bij muziekevenementen, omdat overlast voor de omgeving te beperken. Hier is een maximaal geluidsniveau aan gekoppeld van 70 dB(A) en 85 dB(C).

Derde lid: Voor het goede verloop van een evenement kan het nodig zijn dat ook niet muziekevenementen meer dan 70 dB(A) en 85dB(C) nodig hebben. Bijvoorbeeld voor een omroepinstallatie bij een sportevenement op een doorgaande weg met woningen nabij, bij een culturele voorstelling op een pleintje of bij een foodtruck evenement met een muzikale programmering. Organisatoren van niet muziekevenementen op locaties zonder een begrenzing van het aantal evenementendagen met versterkt geluid wordt deze afweging gemaakt op basis van de vergunningaanvraag.

Organisatoren van niet muziekevenementen op locaties met een begrenzing van het aantal evenementendagen met versterkt geluid, op basis van hoofdstuk 4 van deze nadere regel, of het (tijdelijke deel van het) omgevingsplan, dienen bij aanmelding voor de reserveringskalender te kunnen motiveren waarom een geluidsnorm van 70 dB(A) en 95 dB(C) onvoldoende is. Bij een passende onderbouwing kan van het gestelde in lid 2 worden afgeweken. Op basis van de op de reserveringskalender gestelde categorie wordt het evenement beoordeeld. Een niet muziekevenement met een hoge geluidsnorm telt om die reden mee in de hoogste categorie en gaat ten koste van dagen in deze categorie.

Vierde lid: Er zijn evenementen waarbij versterkt (muziek)geluid gebruikt wordt als ondersteuning. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een bijeenkomst waar gesproken wordt met een microfoon of een dansvoorstelling met versterkt (muziek)geluid. Deze evenementen zijn vaak kortdurend of het onderdeel met het versterkt (muziek) geluid is kortdurend. Als dit versterkt (muziek)geluid korter dan 120 minuten per evenementendag duurt, mag gedurende die periode een hoger maximaal geluidsniveau worden aangehouden van 10 dB(A) en 10 dB(C) bovenop de geldende geluidsnorm uit lid 2.

Vijfde lid: Bij geluidsmetingen wordt voor de beoordelingsduur een Leq (equivalent of gemiddeld geluidsniveau) aangehouden van 3 minuten. Dit zorgt ervoor dat rekening gehouden kan worden met de variabele aard van de geluidbron en een geluidstechnicus voldoende tijd heeft om bij te sturen zonder dat forse ingrepen nodig zijn op de geluidemissie om binnen de grenswaarden te blijven. Het laat enige dynamiek toe, maar geen excessen.

Bij evenementen met drie of meer podia wordt een Leq van 5 minuten aangehouden, omdat het bij dit soort evenementen lastiger is om te bepalen welk podium bijdraagt aan een mogelijke overschrijding van de geluidsnormen. Anders gezegd, het duurt wat langer om te bepalen welk podium dominant is in het geluidsniveau. Door 5 minuten aan te houden heeft de geluidstechnicus van het evenement meer ruimte om bij te sturen, bijvoorbeeld bij de wisseling van artiesten of bij veranderende weersomstandigheden.

Voor het uitvoeren van de geluidmetingen wordt zoveel mogelijk de aansluiting gezocht bij de het reken- en meetvoorschrift uit Bijlage IVh van de aanvullingsregeling geluid ( Omgevingsregeling - BWBR0045528). Hierbij wordt een aantal afwijkingen in acht genomen voor de beoordeling van evenementengeluid. Bij het vaststellen van de hierboven genoemde Leq wordt geen rekening gehouden met een meteocorrectie-term, vanwege de korte duur van een evenement. Tevens wordt geen bedrijfsduurcorrectieterm toegepast, en geen toeslag voor muziekgeluid toegepast. Deze voorstellen nemen wij over van het adviesrapport actualisatie evenementenbeleid van Peutz.

Zesde lid: Voor Koningsdag en Koningsnacht geldt in de binnenstad van Utrecht voor muziekevenementen een hogere geluidsnorm van 90 dB(A) en 105 dB(C), in afwijking van de geluidsnorm die ‘standaard’ geldt voor muziekevenementen op grond van lid 1. De reden hiervoor is dat Koningsdag en Koningsnacht bijzondere evenementen zijn waar op vele plekken in de binnenstad meerdere muziekevenementen plaatsvinden, al dan niet binnen elkaars invloedssfeer, waardoor het objectief meten van geluidniveaus ondoenlijk, zo niet onmogelijk, is. Voor andere stads- en volksfeesten geldt in principe het geluidsniveau van lid 1 en 2. Bij uitzondering kan vergunning worden verleend voor een hogere geluidsnorm van 90 dB(A) en 105 dB(C) als uit een geluidsplan, opgesteld door een deskundig geluidsbureau, blijkt dat het evenement zonder deze hogere norm niet door kan gaan of zeer ernstig belemmerd wordt in de uitvoering. In beginsel ligt een andere indeling of een geluidssysteem volgens de laatste stand van de techniek meer voor de hand om toe te passen dan een hogere geluidnorm, dit moet dus als laatste mogelijkheid gezien worden.

Artikel 3 Tijden versterkt geluid buitenevenementen

Eerste lid: Per buitenevenement mag maximaal 12 uur per evenementendag versterkt (muziek)geluid ten gehore worden gebracht. Dit geldt voor alle soorten evenementen. Deze indeling sluit voor wat betreft de duur aan bij de tijdsblokken die tot dusver al werden gehanteerd op grond van de Beleidsregel geluidsnormen bij buitenevenementen, maar biedt meer flexibiliteit - vooral voor niet muziekevenementen - in de ochtend om versterkt (muziek)geluid ten gehore te brengen. De maximale duur van geluidhinder is gelijk gebleven aan de tijdsblokken. Een beperking op 09.00 uur is de Zondagswet die onverkort geldt naast deze regel, waardoor er normaal gesproken voor 13.00 uur op zondag geen versterkt (muziek)geluid te gehore mag worden gebracht.

Tweede lid: De burgemeester kan een vergunning verlenen waarbij tot 01.00 uur versterkt (muziek) geluid ten gehore mag worden gebracht. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met lid 1 en artikel 2, lid 1. In artikel 2 lid 1 is bepaald dat een muziekevenement - dat veelal de hoogste geluidnorm gebruikt - stopt om 23.00 uur voor wat betreft het hoogste geluidsniveau en eventueel door kan gaan tot 01.00 uur met een lager geluidsniveau. Dit is mogelijk voor de vrijdag op de zaterdag, de zaterdag op de zondag en de dag voorafgaand aan een nationale feestdag. Daarnaast gelden de voorwaarden voor de maximale aaneengesloten tijdsblokken uit lid 1.

Artikel 4 Aanmelden reserveringskalender evenementen

Eerste lid: De mogelijkheid voor organistoren om zich aan te melden voor de reserveringskalender is van 1 augustus tot en met 31 augustus. Aanmeldingen die op of na 1 september binnenkomen, worden niet meer in behandeling genomen voor een plek op de reserveringskalender. Deze organisatoren kunnen eventueel later wel een aanvraag om een evenementenvergunning indienen voor een plek of locatie, waarbij organisatoren die op de reserveringskalender evenementen staan dan voorgaan gelet op artikel 5:37 lid 3 onderdeel d van de APV.

Tweede lid: In de bekendmaking wordt aangegeven welke locaties, data en tijdstippen gereserveerd zijn voor specifieke evenementen. Allereerst gaat het om Stads- en volksfeesten zoals opgenomen in het locatiebeleid evenementen. De gemeenteraad heeft in het evenementenbeleid aangegeven voor welke evenementen er altijd een plek zou moeten zijn in de gemeente Utrecht. Daarnaast kan de burgemeester op grond van 5:36 lid 5 van de APV locaties en data reserveren vanuit het oogpunt van openbare orde (waaronder noodzaak van langdurige zorgvuldige voorbereiding) zoals bijvoorbeeld als de gemeente Utrecht weer een etappe van een grote wielerronde organiseert. Door het vroegtijdig bekendmaken van deze locaties, data en tijdstippen wordt voorkomen dat onnodig knelpunten ontstaan met aanmeldingen voor andere evenementen. De aanwijzing kan ook negatief zijn. Bijvoorbeeld als er geen grote evenementen plaats kunnen vinden omdat de hulpdiensten elders moeten worden ingezet, bijvoorbeeld voor een internationale conferentie met wereldleiders.

Met het aanwijzen van de datum en locatie voor bepaalde activiteiten overigens niet altijd bepaald wie het evenement zal organiseren. De organisator (of de gemeente) dient nog steeds een melding in te dienen voor de Reserveringskalender.

Wanneer bekend is dat een bepaalde locatie niet beschikbaar is, bijvoorbeeld vanwege groot onderhoud, dan wordt dit ook al vermeld in de bekendmaking.

Derde lid: Met deze bepaling wordt beoogd dat organisatoren niet meerdere aanmeldingen voor één evenement indienen, bijvoorbeeld om zekerheidshalve een tweede locatie of datum achter de hand te hebben. Dit voorkomt ongewenste vervuiling van de reserveringskalender evenementen waardoor de spreiding van evenementen wordt belemmerd.

Eenzelfde evenement in een reeks evenementen of een evenement op meerdere locaties wordt niet gezien als hetzelfde evenement. Deze evenementen moeten wel per evenement en locatie worden aangemeld. Een meerdaags evenement op één locatie past wel binnen één aanmelding.

Een locatie uitsluitend gebruiken voor het plaatsen van (promotie / reclame) uitingen zonder publieksfunctie of activiteiten, voldoet niet aan de definitie van evenementen. Hiervoor is een vergunning ingebruikname openbare grond (IOG) nodig en kan geen aanmelding reserveringskalender evenementen worden gedaan.

Vierde lid: Voor een aanmelding moet het vastgestelde formulier gebruikt worden, dat volledig is ingevuld. Een aanmelding die op andere wijze wordt ingediend wordt niet in behandeling genomen en kan daarom geen plek krijgen op de reserveringskalender. De aanmelding kan alleen digitaal worden ingediend.

Artikel 5 Indieningsvereisten voor aanmeldingen reserveringskalender evenementen

Onderdeel a: Voor de aanmelding dient gebruik gemaakt te worden van het vastgestelde aanmeldformulier waardoor wordt gezorgd dat de aanmelding goed te beoordelen is en goed te vergelijken is met andere aanmeldingen.

Wanneer een aanmelding onvolledig wordt ingediend of dat het verkeerde formulier is gebruikt, dan kan de aanmelding tot en met 31 augustus worden aangevuld. Na die datum is dat niet meer mogelijk.

In het bestuursrecht geldt de algemene regel dat een aanvrager de mogelijkheid krijgt om gebreken in zijn aanvraag te herstellen. Omdat het hier gaat om een procedure waarbij concurrerende evenementen met elkaar vergeleken moeten kunnen worden, moet er sprake zijn van een einddatum, waarna de aanmelding niet meer kan worden gedaan. Daarnaast is het noodzakelijk om na de sluitingsdatum een snel proces te kunnen doorlopen om uiteindelijk rond 1 november de definitieve Reserveringskalender te kunnen vaststellen. Beiden aspecten verdragen zich niet met de mogelijkheid om na 1 september nog aanmeldingen aan te vullen.

Artikel 6 Beoordeling aanmelding voor de reserveringskalender evenementen

De burgemeester kan op grond van de in artikel 6 genoemde punten besluiten om een aanmelding niet op de Reserveringskalender evenementen te zetten. Dit zijn in principe dus de weigeringsgronden voor de Reserveringskalender evenementen. Het is een ‘kan-bepaling’ omdat er redenen kunnen zijn om af te wijken.

Onderdeel a tot en met d: Hiermee wordt aangesloten bij de weigeringsgronden voor het verlenen van een evenementenvergunning. Wanneer er aanleiding is om een evenementenvergunning te weigeren dan is het logischerwijs ook niet wenselijk om dit evenement onnodig een plek op de reserveringskalender evenementenkalender bezet te laten houden. Dus indien de burgemeester op grond van de aanmeldingen al gemotiveerd kan aangeven dat voor het betreffende evenement of aan betreffende organisator geen evenementenvergunning zal worden verleend, dan is dit ook een reden om de aanmelding niet op de kalender op te nemen.

Een andere reden is dat een aanmelding wordt gedaan voor een locatie die hier niet geschikt voor is. Bijvoorbeeld een aanmelding voor een evenement van 7000 bezoekers terwijl er volgens het locatieprofiel maar maximaal 4000 bezoekers passend zijn. Of een aanmelding die kennelijk onjuiste gegevens bevat zoals een evenement met weinig publiekstrekkers waarbij 5000 bezoekers worden vermeld.

In het geval het evenement wel kan passen, maar er meerdere evenementen op hetzelfde moment zijn, of in elkaars rust- of op- en afbouwperiode plaatsvinden, dan wordt de melding niet meteen gekwalificeerd als strijdig met het locatieprofiel. In dat geval moet een vergelijkende toets uitwijzen welk evenement op de kalender wordt geplaatst. Tot slot zal de burgemeester een evenement niet op de kalender plaatsen wanneer er te veel evenementen zijn aangemeld voor een bepaalde locatie of tijd of binnen de rusttijden. Deze beoordeling zal grotendeels gebaseerd worden op het advies van de adviescommissie die hiervoor een vergelijkende toets uitvoert.

Onderdeel e: Niet alle locaties in Utrecht zijn in eigendom van de gemeente. Dat geldt voor sommige buitenlocaties en ook de meeste locaties voor binnenevenementen zijn niet in gemeentelijk eigendom. Ten einde een vervuiling van de reserveringskalender evenementen te voorkomen is het van belang dat de eigenaren geen bezwaar hebben op een aanmelding van een organisator op de reserveringskalender evenementen. Indien een terreineigenaar of beheerder geen toestemming geeft kan de burgemeester besluiten om een evenementen niet op de reserveringkalender te plaatsen.

Onderdeel f: Het beleidsuitgangspunt is dat evenementen verspreid over de stad en gedurende het jaar plaatsvinden ten behoeve van een goede balans van leefbaarheid en levendigheid. Voor de tien locaties met een profiel is daartoe een rustperiode tussen evenementen en maximale duur van op- en afbouw vastgesteld. De burgemeester kan bij vaststelling van de kalender rekening houden met de vereiste op- en afbouwtijd en rusttijden. Met name voor onverharde locaties is het nodig om de evenementen met lange op- en afbouwtijd en een geldende rusttijd goed over het evenementenseizoen te spreiden. Dit kan ertoe leiden dat kleinere evenementen dan niet in die periode kunnen plaatsvinden. Voor deze kleinere evenementen is er meer ruimte in de stad. Grote evenementen hebben deze flexibiliteit veel minder.

Artikel 7 Verdelingsprocedure aanmelding reserveringskalender evenementen

Eerste lid: Alleen complete aanmeldingen worden in behandeling genomen. Een aanmelding is compleet als het aanmeldformulier volledig is ingevuld en, indien van toepassing, de op het aanmeldformulier vermelde benodigde bijlagen zijn aangeleverd.

In het geval het evenement wel kan passen maar er zijn meerdere evenementen op hetzelfde moment of in elkaars rust- of op- en afbouwperiode dan wordt de melding niet meteen gekwalificeerd als strijdig met het locatieprofiel. In dat geval moet een vergelijkende toets uitwijzen welk evenement op de kalender wordt geplaatst.

Vierde lid: Het uitgangspunt van het beleid is dat evenementen in Utrecht kunnen plaatsvinden, met een betere spreiding over de locaties. Het is daarom passend dat, conform de werkwijze in de afgelopen jaren, getracht wordt om in overleg te gaan met aanmelders die mogelijk conflicterende aanmeldingen hebben gedaan, met als doel dat beide evenementen een geschikte plek op de kalender hebben. Het is daarbij niet de bedoeling dat er mededelingen worden gedaan over de “conflicterende” evenementen om het proces zuiver te houden. Een uitzondering hierop geldt wanneer beide aanmelders expliciet toestemming geven voor het delen van deze gegevens met de organisator van de conflicterende aanmelding.

Zevende lid: De beoordelingscriteria zijn rechtstreeks gebaseerd op het gemeentelijk evenementenbeleid. In dat beleid is bepaald dat er evenwicht moet worden gezocht tussen levendigheid en leefbaarheid. Daarnaast is bepaald dat er in het geval er keuzes moeten gemaakt tussen evenementen getoetst moet worden op de in dit artikel van de nadere regel opgenomen criteria.

Zevende lid, onderdeel a en b:

  • I.

    De mate waarin het evenement van waarde is voor omgeving en de stad.

  • Het belangrijkste criterium is dat evenementen waarde toevoegen aan de directe omgeving (wijk of buurt) en stad. Bij de beoordeling van dit criterium wordt beoordeeld welke toegevoegde waarde of betekenis het evenement heeft voor de locatie waar dat evenement plaatsvindt, de wijk of de stad en bestaat uit twee delen.

    Primair gaat het hierbij om de (positieve) effecten voor, tijdens en na het evenement, bijvoorbeeld door het betrekken van bewoners, het betrekken van lokale ondernemers, instellingen of bedrijven. De waarde kan zowel economisch zijn als sociaal-maatschappelijk. 

  • Ten tweede telt de binding die een evenement heeft met juist deze locatie, de omgeving, de buurt of de stad. Het gaat hierbij om de mate waarin het evenement is verbonden met de identiteit van de plek, een datum of locatie; of richt het zich op de bewoners en/of partners van een specifieke buurt, wijk of stad en moet daarom juist op deze plek plaatsvinden. 

De score is een weging van de 2 onderdelen.

  • II.

    De mate waarin het evenement bijdraagt aan een pluriform aanbod voor een breed publiek Het is waardevol voor Utrecht dat er voor eenieder in de stad een passend evenementen aanbod is. Bij de beoordeling van dit criterium wordt gekeken in hoeverre het evenement bijdraagt aan een gevarieerd evenementenaanbod voor verschillende groepen mensen. De beoordeling bestaat uit twee samenhangende aspecten; primair is de doelgroep van het evenement en secundair is het type evenement. De beleidsdoelstelling is om ruimte te geven aan evenementen die doelgroepen bereiken waarvoor geen of weinig aanbod is. Dit betekent dat wanneer er gelijksoortig aanbod is op een specifieke locatie of in het jaar, de voorkeur uitgaat naar ander of nieuw aanbod dat deze doelgroepen bereikt. 

Pluriformiteit (type evenement) kan zowel per locatie als voor de hele stad worden beoordeeld. Dit wordt gerelateerd aan de omvang van het evenement, bij kleine evenementen wordt gekeken naar een pluriform aanbod in de wijk en bij grote evenementen naar het stads brede aanbod. De culturele sector in Utrecht maakt gebruik van het Culturele Doelgroepenmodel om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van verschillende groepen Utrechters. Informatie uit dit model kan worden toegepast bij de beoordeling van dit criterium. 

De score is een weging van de 2 aspecten.

  • III.

    De mate van toegankelijkheid en inclusiviteit

  • Utrecht wil een meer inclusieve en toegankelijke stad zijn, waarin alle inwoners kunnen meedoen. Bij de beoordeling van dit criterium wordt gekeken naar twee aspecten. 

Ten eerste hoe een evenement bijdraagt aan een inclusief evenementenaanbod in de stad Utrecht. Inclusiviteit betekent dat iedereen zich welkom voelt, wat leidt tot een zo optimaal mogelijke representatie van achtergronden en perspectieven van de breedte van de Utrechtse bevolking in deelname aan evenementen. Dit houdt in dat organisatoren er alles aan doen zodat iedereen zich welkom voelt om het evenement te bezoeken, ongeacht leeftijd, sekse, gender, seksuele oriëntatie, beperking, religie, afkomst, identiteit, neurodiversiteit, sociaaleconomische status, opleiding of taalniveau. Dit betekent niet dat elk evenement alles voor iedereen moet doen, er kunnen keuzes worden gemaakt. Het gaat om de extra inspanning tot inclusiviteit binnen de doelgroep waar het evenement zich op richt.

Toegankelijkheid is het tweede aspect en gaat over het letterlijk en figuurlijk wegnemen van drempels. De beoordeling gaat over de mate waarin er maatregelen genomen worden voor personen met een beperking bij de inrichting van een locatie of de communicatie over een evenement. Of worden financiële drempels weggenomen door het bieden van gratis toegang of een aangepaste toegangsprijs.  De score is een weging van de 2 aspecten.

  • IV.

    De mate van duurzaamheid van het evenement

Bij de beoordeling van dit criterium wordt gekeken hoe een evenement bijdraagt aan een duurzame, eerlijke, toekomstbestendige en gezonde stad. Evenementenorganisatoren kunnen hieraan bijdragen door de ecologische voetafdruk van het te organiseren evenement te verkleinen oftewel de uitstoot van CO2 te verminderen. 

Om dit te realiseren moet de organisator concrete maatregelen nemen, die aantoonbaar leiden tot verandering. Aanvragen worden beoordeeld op vijf onderwerpen: 1. Materiaalgebruik; 2. Verminderen van afval en/of stimuleren van hergebruik; 3. Energie en water; 4. Mobiliteit van bezoekers en deelnemers en 5. Eten en drinken.   

De score is een weging van de beoordeling op de 5 onderwerpen

Zevende lid, onderdeel c: De beoordeling vindt plaats op basis van de aanmelding en de daarbij aangeleverde informatie voor de kwalitatieve beoordeling. De adviescommissie beoordeelt de aanmelding per criterium. Per criterium wordt één score gegeven waarbij de verschillende componenten (sub-criteria) en de samenhang daartussen tot één score op het criterium leiden.

Criteria worden beoordeeld van onvoldoende tot goed. In het artikel staan de bijbehorende scores.

De uitwerking wordt gekwalificeerd als onvoldoende, indien:

de commissie vaststelt dat de organisator geen, een niet uitgewerkte, onvolledige of onduidelijke toelichting op dit criterium heeft aangeleverd.

De uitwerking wordt gekwalificeerd als matig/zwak, indien:

de commissie vaststelt dat de aanmelding geen duidelijk overzicht van maatregelen bevat of geen beeld gevormd kan worden welke concrete bijdrage wordt geleverd aan de doelstelling.

De uitwerking wordt gekwalificeerd als voldoende, indien:

de commissie vaststelt dat de organisator een duidelijke beschrijving geeft op het criterium, en dat kan worden vastgesteld dat een bijdrage wordt geleverd aan de doelstelling.

De uitwerking wordt gekwalificeerd als goed, indien:

de commissie vaststelt dat de organisator een duidelijke eigen visie en beschrijving geeft op het criterium, en dat kan worden vastgesteld dat een grote en concrete bijdrage wordt geleverd aan de doelstelling.

Achtste lid: Naar aanleiding van besluitvorming van de gemeenteraad wordt bij aanmeldingen die strijdig met elkaar zijn eerst nagegaan of een evenement voldoet aan het criterium “waarde voor de stad of omgeving”. Als het evenement voldoet (een voldoende of goed scoort) dan gaat het voor op evenementen die geen onvoldoende, zwak/matig scoren op dit criterium.

Als er dan nog een keuze te maken is tussen evenementen (die beiden wel of beiden niet voldoen aan bovenstaand criterium) dan wordt deze keuze gemaakt op basis van de score op de criteria II t/m IV. Indien er dan nog steeds een gelijke score is dan wordt allereerst nagegaan of de score op het eerste criterium voor één van die evenementen hoger is (bijvoorbeeld goed ten opzichte van voldoende).

Wanneer de score op basis van lid 7 en 8 nog steeds gelijk is dan geeft de adviescommissie dit aan in het advies aan de burgemeester. Er wordt dan dus geen aanvullende eis gesteld waarbij één criterium de doorslag geeft om subjectiviteit te voorkomen.

Negende lid: Indien dit nodig is zal dan onder verantwoordelijkheid van de burgemeester ambtelijk een loting plaatsvinden waarvan op ambtseed een proces verbaal wordt opgemaakt. Na de loting staat de volgorde vast die de burgemeester betrekt bij het besluit tot vaststelling van de reserveringskalender evenementen.

T iende lid: Na het doorlopen proces heeft de burgemeester alle ingrediënten om de reserveringskalender evenementen vast te stellen:

  • De aanmeldingen die gelet op het bepaalde in artikel 6 niet op de kalender zullen worden geplaatst;

  • De conceptkalender met de aanmeldingen die niet met andere aanmeldingen conflicteren;

  • Het advies van de adviescommissie over de evenementen die waren aangemeld voor dezelfde locatie op het zelfde tijdstip of in een geldende rusttijd uit een locatieprofiel;

  • Eventueel een loting;

  • Advies op basis van openbare orde en veiligheid.

Het kan zijn dat de volgorde van het advies van de adviescommissie niet gevolgd kan worden vanwege het bepaalde in de locatieprofielen. Bijvoorbeeld als het als tweede scorende evenement aangemeld is binnen de rustperiode van het best scorende evenement. In dat geval zal het als tweede scorende evenement niet op de Reserveringskalender evenementen worden geplaatst.

Twaalfde lid: Aanvragen evenementenvergunning die voorafgaand aan de vaststelling van de Reserveringskalender worden ingediend, worden in principe aangehouden. Aanvragen evenementenvergunning die na de indieningstermijn voor de Reserveringskalender evenementen worden gedaan en niet eerder zijn aangemeld komen niet op de Reserveringskalender, worden niet voorgelegd aan de adviescommissie en worden na vaststelling van de reserveringskalender behandeld op volgorde van binnenkomst.

Dertiende lid: Een evenement wordt in principe niet op de kalender geplaatst als op de reserveringskalender evenementen de locatie op die datum gereserveerd is voor een ander evenement. Maar als een organisator van een evenementen op de reserveringskalender heeft laten weten dat hij geen vergunning aan zal vragen, dan kan het toch mogelijk zijn om een ander evenement te vergunnen voor de datum en locatie die eerst gereserveerd was. Voor een evenement dat op de kalender staat moet tijdig een evenementenvergunning worden aangevraagd omdat anders ook de kans bestaat dat de reservering vervalt.

Artikel 8 Algemene regels voor locatieprofielen

Eerste lid: Bij de beoordeling van een aanmelding voor de reserveringskalender of vergunningaanvraag zal deze worden beoordeeld op basis van de hoogste categorie ten aanzien van omvang of geluid. Dit betekent dat een evenement dat groot in aantal bezoekers is maar zonder versterkt geluid, in de categorie groot valt. Tevens betekent dit dat een klein evenement in omvang met “groot” muziekgeluid in de categorie groot valt.

Tweede lid: Indien bij het aanmelden van de reserveringskalender blijkt dat er minder evenementen worden aangemeld, dan maximaal toegestaan in een bepaalde categorie, dan kan deze ruimte worden ingezet om evenementen uit een lagere categorie ruimte te bieden. Bijvoorbeeld, op een locatie waar zes evenementendagen in categorie 5 en zes evenementendagen in de categorie 3 mogelijk zijn ontvangt de gemeente vier aanmeldingen voor categorie 5 en acht voor categorie 3. In dat geval kunnen alle aanmeldingen worden toegevoegd aan de reserveringskalender.

Derde lid: Voor de 9 locaties in gemeentelijk beheer en eigendom (locatie Strijkviertel is niet in gemeentelijk beheer en eigendom) zijn kaders opgesteld om de toegankelijkheid en ondergrond van het gebied te waarborgen. De maatregelen hebben betrekking op, op- en afbouw, belasting van bodem en afsluiting van het gebied.

Het is van belang dat het reguliere gebruik van een locatie niet onnodig wordt belemmerd door evenementen. Om die reden wordt de duur van de op- en afbouw begrensd in dagen en mag een locatie in totaal niet langer dan 14 dagen worden afgesloten. Voor onverharde ondergrond geldt tevens een grens van 14 dagen dat een object geplaatst mag worden.

De maximale duur voor het afsluiten van een gebied heeft betrekking op het beperken van het reguliere gebruik van een locatie ten behoeve van het opbouwen, houden en afbouwen van een evenement. Een locatie kan wel langer in gebruik zijn indien een locatie niet wordt afgesloten.

De argumentatie voor een maximale duur heeft te maken met verschillende factoren. Het gaat om onder meer de spreiding, het beperken van overlast en het creëren van een balans van levendigheid en leefbaarheid en het laten herstellen van ondergronden. Uit onderzoek naar bodem door Cobra is gebleken dat er schade kan ontstaan na 14 dagen aaneensluitend druk op een ondergrond. Daarom is er, op- en afbouw meegerekend, gekozen voor een maximale duur van 14 aaneengesloten dagen.

Een locatie is in gebruik voor op- en afbouw indien hier werkzaamheden plaatsvinden om het evenementen voor te bereiden waardoor het reguliere gebruik van een locatie significante hinder ondervindt. Bijvoorbeeld: het plaatsen van een enkel object aan de randen van een locatie, zodat dit de volgende dag kan worden opgebouwd of opgehaald wordt niet verstaan onder “in gebruik zijn voor op- en afbouw”. Een afgesloten terrein dat wordt schoongemaakt wordt wel gerekend als in gebruik zijn voor op- en afbouw.

Vierde en vijfde lid: Evenementen die hieronder vallen gaan niet ten koste van evenementendagen in een hogere categorie. Duurt de geluidsbelasting van het evenement langer dan 120 minuten dan telt dit evenement mee als een volledige evenementendag bij een locatieprofiel en geldt voor het gehele evenement de geluidsnorm zoals bepaald in de nadere regel. Er wordt dan geen uitzondering gemaakt.

Zesde lid: De afweging voor een goede verdeling van evenementen over het jaar kan worden gedaan bij het vaststellen van de reserveringskalender evenementen en op basis van vergunningaanvragen.

De bescherming van de kwaliteit van een locatie is een reden om af te wijken van de bepalingen in hoofdstuk 4, dit is het geval indien een locatie of omgeving er baat bij heeft dat een locatie langer wordt afgesloten of er meer tijd nodig is voor op en afbouw. Dit is een uitzonderingsbevoegdheid waar zeer terughoudend mee wordt omgegaan en slechts bedoeld is voor omstandigheden die ten tijde van het opstellen van de reserveringskalender evenementen niet waren te voorzien. Voorbeelden hiervan zijn slecht weer, schade aan de locatie waardoor er aanvullende maatregelen moeten worden genomen, demonstraties, het behoud van flora en fauna of dierenwelzijn.

Ook bij evenementen, data en locaties die in de bekendmaking, op basis van artikel 4 lid 2, zijn opgenomen, stads- en volksfeesten en (onvoorziene) gebeurtenissen zoals huldigingen en (nieuwe) herdenkingen kan bij het vaststellen van de reserveringskalender en vergunningverlening worden afgeweken van hoofdstuk 4.

Artikel 9 tot en met 18 Locatieprofielen 10 locaties

De afbakening van deze 10 locaties is opgenomen als bijlage 1.

De 10 locaties waarvoor een locatieprofiel is opgesteld zijn op 24 maart 2023 vastgesteld door B&W van de gemeente Utrecht en gekozen op basis van de participatiebijeenkomsten in 2018 en 2019, de inspraak op de concept-locatieprofielen in 2020, de aantallen en omvang van evenementen op deze locaties, ecologische en archeologische waarde en de ervaringen bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. Dit laat onder andere zien dat op deze locaties de behoefte aan kaders het meest urgent is voor omgeving en organisatoren:

Domplein, Griftpark en Stadhuisplein zijn drie locaties waar verhoudingsgewijs het aantal evenementen in combinatie met het reguliere gebruik van de locatie, aandacht vraagt voor de balans van leefbaarheid en levendigheid. Ook kan met de locatieprofielen invulling gegeven worden aan de omgevingsvisie binnenstad door evenementen beter te spreiden. Op het Domplein kan middels de werkwijze reserveringskalender evenementen rekening gehouden worden met de ambities uit het, niet vastgestelde, gebiedsprofiel.

Julianapark, Lucasbolwerk, Park Lepelenburg en Wilhelminapark, vier locaties, gemeentelijke- / rijksmonumenten met veel groen en een belangrijke ontmoetingsfunctie voor de buurt. Daarbij worden deze locaties gekenmerkt door een intensief recreatief gebruik waaronder een aantal (grote) evenementen. Op deze locaties dienen de locatieprofielen bij te dragen aan het behoud van de verschillende kwaliteiten van een plek. Voor het Lucasbolwerk is ook gekozen vanwege de samenhang met de impact van de Nobelstraat op de leefomgeving waarbij verbinding wordt gelegd met de gemeentelijke aanpak Nobelstraat.

Park Transwijk en Recreatieterrein Strijkviertel, twee locaties waar (zeer) grote evenementen kunnen plaatsvinden. Met de locatieprofielen wordt hier ruimte aan geboden en de totale impact van evenementen op de omgeving begrenst. Op deze locaties is de afgelopen jaren het aantal evenementen toegenomen, als gevolg van nieuwe beperkingen op andere locaties in de stad. Een locatieprofiel hier stelt kaders en geeft duidelijkheid aan omwonenden van deze locatie die, met de nieuwe woningen in de Merwede Kanaalzone en de woonwijk Rijnvliet, ook een steeds prominentere recreatieve functie zal krijgen.

Maximapark (activiteitenveld); locatie in (een gebied in) ontwikkeling waar de afgelopen jaren zowel woningen als evenementen zijn toegevoegd maar waar ook de levendigheid verder versterkt kan worden door het faciliteren van passende evenementen.

Winter en rustperiode

De rustperiode tussen evenementen is vastgesteld op basis van ervaring en onderzoek. Dit is uitsluitend voor evenementen met meer dan 1000 bezoekers. Geluidsonderzoek adviseert een rustperiode, van 10 dagen na dag met evenementengeluid. Om te voorkomen dat de rustperiode impact een onevenredige impact heeft op de mogelijkheid om een evenement op weekenddagen te organiseren, en te voorkomen dat er ieder weekend een evenement is, is de rustperiode tussen evenementen, op verharde locaties, 12 dagen.

De rustperiode op onverharde locaties is vastgesteld op basis van onderzoek naar bodem en flora en fauna). Voor de belasting van die locaties wordt bij grote evenementen met meer dan 1000 bezoekers bij deze evenementen een rustperiode gehanteerd die start nadat de afbouwwerkzaamheden voor een evenement zijn geëindigd. Hierbij wordt op basis van besluitvorming in de gemeenteraad op 6 juni 2024 onderscheid gemaakt waarbij de rustperiode tussen 15 april en 15 juli (het broedseizoen) 21 dagen is en gedurende de rest van het jaar 18 dagen.

De reden dat er bij verharde en onverharde locaties een verschil is in het meerekenen van de op- en afbouw tijd, heeft met het verschil in ondergrond te maken. Voor onverharde locaties geldt dat er sneller verdichting of schade kan ontstaan naarmate daar langer wordt gewerkt op en rondom een evenement. Voor verharde locaties is dat niet of nauwelijks het geval. Hierom is er voor gekozen de op- en afbouw voor een evenement op een onverharde locaties mee te wegen bij het stellen van extra voorwaarden in het locatieprofiel. Wanneer er voor een evenement in een park alleen gebruik gemaakt wordt van het verharde deel van de evenementenlocatie, gelden de regels voor verharde ondergrond.

Ten behoeve van een goede spreiding van evenementen over het jaar zijn, vooruitlopend op de in het locatiebeleid evenementen aangekondigde winterstop, op onverharde locaties (die in gemeentelijk eigendom zijn) twee evenementendagen (met meer dan 1.000 bezoekers) in de winterperiode toegestaan. Dit aantal wordt berekend per kalenderjaar en start daarom op 1 januari en loopt tot 31 maart waarna deze weer begint op 1 november tot en met 31 december. Voor de verharde locaties en Strijkviertel geldt deze begrenzing van het aantal evenementen in de winterperiode niet.

Gehouden dieren

Op verschillende locaties waar evenementen plaatsvinden is ook plaats voor gehouden dieren. Zo is in het Griftpark en park Transwijk een kinderboerderij en heeft het Julianapark een dierenweide. Op deze locaties worden de standaard regels van de locaties voor het gebruik hiervan in relatie tot dieren gehanteerd. Naar de effecten van muziek evenementen op gehouden dieren wordt onderzoek gedaan.

Monumenten en historisch karakter

Met het opstellen van de locatieprofielen is onderzocht of locaties met een monumentaal karakter geschikt zijn voor evenementen. Op basis van de uitkomsten daarvan zijn de locatieprofielen opgesteld. Ten einde het monumentale en historische karakter van de locatie te beschermen kunnen in de vergunningvoorschriften, op basis van de vergunningaanvraag, aanvullende voorwaarden aan het organiseren van een evenement worden gesteld ter bescherming van het historische karakter van een locatie en de omgeving hiervan. Voor de locaties waarvoor dit geldt is dit opgenomen.

Stadsevenementen

Locaties kunnen onderdeel zijn van (de ruimte voor) (zeer) grote stads-evenementen indien deze evenementen op meerdere locaties worden georganiseerd, bijvoorbeeld tijdens koningsdag of een internationaal wielerevenement.

Indien een evenement op meerdere locaties tegelijkertijd plaatsvindt, geldt dat per locatie de omvang en impact van het evenement wordt bepaald. Het evenement telt per locatie mee en wordt meegeteld in de locatietabellen. De aanmelding voor de reserveringskalender worden in samenhang met elkaar beoordeeld.

Doorstroomevenementen kunnen evenementen zijn met een grote impact op de dagelijkse gang van zaken in de stad, vooral als langdurig delen van de stad worden afgezet. Voor de systematiek van de locatieprofielen geldt echter dat alleen de start- en finishlocatie meetelt. Het feit dat een doorstroomevenement een ander evenemententerrein passeert op de route betekent niet dat hier ook een evenement “plaatsvindt”. Het gaat in dat geval dan slecht om een kortstondige afsluiting en het passeren van een evenemententerrein. De route en de mate waarin deze afgesloten wordt voor overig verkeer, is wel heel bepalend voor de mogelijkheid om op die datum eventueel ook andere evenementen te kunnen organiseren.

Kleine evenementen

Aan evenementen zonder versterkt geluid en met minder dan 500 bezoekers gelijktijdig aanwezig stellen de locatieprofielen geen aanvullende eisen. Ten aanzien van de duur van deze evenementen geldt dat een tijdelijk bouwwerk maximaal 30 dagen mag staan.

Artikel 18 Locatieprofiel Strijkviertel

Voor het gebruik van het recreatiegebied Strijkviertel dienen afspraken te worden gemaakt met de terreineigenaar. Voorwaarden opgenomen over de (duur en omvang van) op- en afbouw van het evenement maken onderdeel uit van deze toestemming, naast het maximale aantal bezoekers, de duur in evenementendagen en de maximale geluidsbelasting. Omdat de eigenaar een eigen afweging maakt over het beheer, herstel van schade en de mate waarin het gebied toegankelijk is voor de omgeving zijn hierover in deze nadere regel geen voorwaarden opgenomen. Wel geldt er een rusttijd tussen de evenementen.

Het maximaal aantal bezoekers bij zeer grote evenementen is gebaseerd op bezoekers op het land (en niet het water). Het aanbrengen van voorzieningen op het water kan in overleg met de terreineigenaar en kan invloed hebben op het maximaal toegestaan aantal bezoekers.

Ter voorkoming van een cumulatie van evenementen zijn op deze locaties evenementen, die op andere locaties in de categorie 3, 4 en 5 vallen, gevat in categorie 4. Gezien de omvang van deze locatie is het op Strijkviertel zijn binnen deze categorie tussen de 1.000 en 10.000 bezoekers mogelijk.

Artikel 19 Hardheidsclausule

Deze hardheidsclausule geldt naast de algemene afwijkingsbevoegdheid van de burgemeester uit artikel 8.

Het kan voorkomen dat bij de toepassing van deze nader regel een situatie ontstaat waarbij de uitkomst zo onredelijk is dat de regel buiten toepassing moet blijven om het evenement door te laten gaan en/of de situatie mogelijk te maken. Hier wordt niet lichtvaardig mee omgegaan. Het gaat om schrijnende gevallen.

Artikel 20 Intrekking

In deze nadere regel is het onderwerp opgenomen. Om die reden wordt de beleidsregel over geluid bij buitenevenementen ingetrokken.