Subsidieregeling Ruimtelijk Domein en Veiligheid

Geldend van 11-07-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Ruimtelijk Domein en Veiligheid

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Beverwijk;

Gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening 2022 gemeente Beverwijk;

Overwegende dat het wenselijk is om nadere regels (hierna te noemen: subsidieregeling) vast te stellen voor het verstrekken van subsidies voor activiteiten in het ruimtelijk domein en veiligheid;

Besluit

vast te stellen de Subsidieregeling Ruimtelijk Domein en Veiligheid

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • ASV: de Algemene Subsidieverordening 2022 gemeente Beverwijk;

  • Beeldbepalend pand: pand dat beeldbepalende kwaliteiten of andere cultuurhistorische waarden bezit, en van betekenis is voor de directe omgeving van het object. Beeldbepalend is niet per definitie een aanduiding voor de esthetische kwaliteit van een gebouw of object, maar ook voor de beleving van een gebouw dat opvalt in zijn omgeving of nadrukkelijk het beeld van de omgeving bepaalt bijvoorbeeld vanwege zijn stedenbouwkundige waarde;

  • Gemeentelijke monumenten: onroerende monumenten die overeenkomstig de bepalingen van de Erfgoedverordening 2017 Beverwijk op de gemeentelijke monumentenlijst zijn geplaatst;

  • Beschikking: het besluit tot subsidieverlening of het besluit tot vaststelling (bij directe vaststelling van de subsidie);

  • Bestaande woning of woning: een voor permanente bewoning bestemde grondgebonden woning die ook als zodanig bewoond wordt, als omschreven in artikel 8.2;

  • Bestemmingsreserve: onderdeel van het eigen vermogen waarvoor een inhoudelijke onderbouwing wordt gegeven waarom het noodzakelijk is een bepaald bedrag te reserveren en met welk doel;

  • Bouwdeel: één van de volgende vier categorieën: 1.vloer en/of bodem; 2. gevel; 3. dak en/of zolder; 4. glas;

  • Bouwhistorisch onderzoek: onderzoek dat aangeeft welke cultuurhistorische waarden meewegen bij besluiten tot bouwkundige planologische ingrepen;

  • Collectieve isolatieactie: collectieve isolatieactie die namens de Gemeente Beverwijk wordt georganiseerd;

  • Deelregeling: een onderdeel van deze subsidieregeling dat betrekking heeft op één beleidsthema;

  • Eigenaar monument: de eigenaar of zakelijk gerechtigde van een gemeentelijk monument, zoals die is vermeld in de kadastrale legger;

  • Eigenaar-bewoner: een natuurlijk persoon, woonachtig in de gemeente Beverwijk, die eigenaar en bewoner is van een bestaande woning waaraan energie wordt geleverd;

  • Energetisch verbeteren: het realiseren van één of meer bouwkundige aanpassingen aan een woning zodat de woning energiezuiniger wordt en meer wooncomfort biedt, te weten het vervangen van enkelglas, oud dubbel glas of HR-glas door minimaal HR++ glas; het isoleren van schuindak; bodem-, vloer- en/of spouw- muurisolatie;

  • Energielabel: een energielabel als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Besluit energieprestatie gebouwen;

  • Gemeente/Beverwijk: gemeente Beverwijk;

  • Grondgebonden woning: een woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan één van de woonlagen aansluit op het maaiveld.

  • Herbestemming: wanneer een cultuurhistorisch waardevol object dat als zodanig is aangemerkt door de gemeente van functie verandert en daarbij ingrepen aan de fysieke verschijningsvorm noodzakelijk is;

  • Inwoner: een persoon woonachtig in de gemeente Beverwijk;

  • ISDE: Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • Lokale aanpak isolatie: het uitvoeren van een isolatieprogramma ten behoeve van het nemen van energiebesparende isolatiemaatregelen in slecht geïsoleerde koopwoningen, waarvoor Gemeente Beverwijk in het kader van het Nationaal isolatieprogramma (NIP) een specifieke uitkering heeft ontvangen van het Rijk;

  • Meerjarenplan: een plan waarin onder meer de voorwaarden, doelen en activiteiten van het Ondernemersfonds zijn beschreven voor de periode van 5 jaar, beginnende het jaar waarvoor de subsidieaanvraag wordt ingediend;

  • Minimale isolatiewaarden maatregelen: de minimale energetische isolatiewaarde van verschillende isolatiemaatregelen zoals omschreven in bijlage 1;

  • Onderhoud gemeentelijk monument: noodzakelijke werkzaamheden om een monument in goede staat te houden c.q. in de bestaande staat te behouden en/of om toekomstig onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen;

  • Ondernemer: de eigenaar/directeur/bedrijfsleider van een in de gemeente Beverwijk gevestigd bedrijf;

  • Ondernemersfonds: een fonds dat wordt beheerd door de Stichting en tot doel heeft het versterken van het ondernemers- en vestigingsklimaat in Beverwijk zoals beschreven in het beleidsdoel (artikel 9.2). De Stichting voert de regie uit over de financiering van de activiteiten en initiatieven waarvoor het Ondernemersfonds kan worden aangewend;

  • Professioneel: waar beroepsmatig en betaald op grond van een dienstverband of overeenkomst werkzaamheden worden verricht (voor een organisatie);

  • Rc/U waarde: de isolatiewaarde van een bepaald materiaal;

  • Regeling/Subsidieregeling: de “Subsidieregeling Ruimtelijk Domein en Veiligheid”;

  • Restauratie: Werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van een monument en die de beschrijving “onderhoud” te boven gaan;

  • Rijksoverheid: de centrale bestuurslaag waar landelijke wetgeving, landelijke regels en landelijk beleid wordt vastgesteld;

  • Ruimtelijk/niet sociaal domein: alle sectoren die te maken hebben met de ‘harde’ kant van het gemeentelijk beleid zoals: economie, veiligheid, duurzaamheid, wijkaanpak, monumentenzorg;

  • Slecht geïsoleerde woning: een woning met een energielabelklasse D, E, F, G of een met die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn: 1.vloer en/of bodem; 2. gevel; 3. dak en/of zolder; 4. glas; zoals beschreven in bijlage 1;

  • Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten;

  • Subsidie hogere overheid: subsidie die tot doel heeft uitvoering te geven aan wetgeving of beleid van een hogere overheid, waarbij de in dat kader te verstrekken subsidie ook (grotendeels) wordt bekostigd door de hogere overheid;

  • Subsidieontvanger: de aanvrager die subsidie heeft ontvangen;

  • Subsidieregels: nadere regels ter uitwerking van de Algemene Subsidieverordening 2022 gemeente Beverwijk (op grond van artikel 3 lid 2 van deze verordening);

  • Subsidiabele kosten monumenten: kosten als genoemd in de “Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013” van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het zijn kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om delen van monumenten te herstellen of te conserveren. Deze begripsbepaling is alleen van toepassing in hoofdstuk 6;

  • Tijdvak: een aanvraagtijdvak bij een subsidieplafond waarin aanvragen voor subsidie op grond van de deelregeling kunnen worden ingediend;

  • Uitvoerende aannemer: het aannemersbedrijf dat een isolatiemaatregel als bedoeld in artikel 8.1 heeft uitgevoerd;

  • Waardering onroerende zaken (WOZ)-waarde: de WOZ-waarde is de waarde van een woning zoals die volgens de wet WOZ is vastgesteld;

Artikel 1.2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening 2022 gemeente Beverwijk

De ASV is op deze hele subsidieregeling van toepassing.

Artikel 1.3 Doel subsidieregeling en reikwijdte

  • 1. Deze subsidieregeling is van toepassing op het verstrekken van subsidies die gericht zijn op het realiseren van de doelen, zoals vastgelegd in gemeentelijke beleidsnota’s en/of overig beleid, wet en regelgeving op de volgende beleidsthema’s:

    • Economie

    • Toerisme en recreatie

    • Duurzaamheid

    • Openbare orde en veiligheid

    • Monumentenzorg

    • Gebiedsgericht werken

  • 2. In aanvulling op de algemene bepalingen in dit hoofdstuk zijn in hoofdstuk 2 tot en met hoofdstuk 9 per beleidsthema, als bedoeld in het eerste lid specifieke subsidieregels, opgenomen.

Artikel 1.4 Uitgangspunten verstrekken van subsidies

Bij het verstrekken van subsidies worden de volgende algemene uitgangspunten gehanteerd:

  • A. Toegankelijkheid: activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend moeten in beginsel voor alle inwoners van de gemeente openstaan. Bij de uitvoering van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt verstrekt, worden zoveel mogelijk sociale, fysieke of praktische belemmeringen weggenomen zodat iedereen voor wie de activiteit is bedoeld daadwerkelijk mee kan doen.

  • B. Samenwerking: de gemeente gaat uit van integrale dienstverlening en samenwerking. Aanvragers van subsidie signaleren kansen en zoeken verbinding met andere organisaties of voorzieningen binnen de gemeente.

  • C. Fondsenverwerving of cofinanciering: er wordt zoveel mogelijk uitgegaan van een reële inspanning van de aanvrager om ook bijdragen vanuit fondsen of andere cofinanciering te krijgen voor de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • D. Kennis en ervaring: de aanvrager beschikt over voldoende kennis, ervaring of capaciteit om de activiteiten uit te voeren. Voor activiteiten waar professionele inzet noodzakelijk is, zorgt de aanvrager voor passend gekwalificeerd personeel met actuele kennis en ervaring.

  • E. Participatie en draagvlak: de aanvrager betrekt waar nodig andere ondernemers/samenwerkingsverbanden van ondernemers, en/of de buurt, wijk of dorp bij het opstellen van het plan en/of het uitvoeren van de activiteiten.

Artikel 1.5 Bij de aanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 8 van de ASV legt de aanvrager bij de subsidieaanvraag in ieder geval de volgende gegevens over:

  • informatie over de toepassing van de uitgangspunten zoals genoemd in artikel 1.4 van deze subsidieregeling.

Artikel 1.6 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op de weigeringsgronden genoemd in de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11 van de ASV kan het college een subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren als:

    • A. de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd al is gestart of heeft plaatsgevonden;

    • B. financiering op grond van een andere regeling is voorgeschreven of mogelijk is;

    • C. de activiteiten onvoldoende bijdragen aan het doel of de doelen van deze subsidieregeling;

    • D. de activiteit tot de reguliere (kern)activiteit(en) of (jaar)programmering van de aanvrager behoort waarvoor al subsidie wordt ontvangen;

    • E. er voor uitvoering van de activiteiten meer uren of een hoger bedrag wordt gerekend dan door het college redelijk wordt geacht of de kosten niet in verhouding staan tot de gewenste resultaten;

    • F. de activiteiten geheel of deels gericht zijn op het behalen van winst.

    • G. de activiteiten strijdig zijn met de wet- en regelgeving of gemeentelijk beleid.

  • 2. Het college kan een subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien niet wordt voldaan aan één of meerdere algemene uitgangspunten uit artikel 1.4 van deze subsidieregeling.

Artikel 1.7 Berekening van de subsidie

De subsidie bedraagt 100 % van de subsidiabele kosten, tenzij in deze subsidieregeling hiervan wordt afgeweken.

Artikel 1.8 Subsidiabele kosten

  • 1. Alle kosten die, na aftrek van bijdragen van derden, voor subsidie in aanmerking komen, direct te relateren zijn aan de activiteit en naar het oordeel van het college aantoonbaar noodzakelijk zijn om de activiteit te ontplooien, tenzij in deze subsidieregeling hiervan wordt afgeweken.

  • 2. Huisvestings- of onderhoudskosten kunnen alleen onder subsidiabele kosten vallen als deze kosten aan een gebouw nodig zijn om de gesubsidieerde activiteiten te kunnen (blijven) uitvoeren. De kosten moeten wel in verhouding staan tot de gesubsidieerde activiteiten.

  • 3. Niet voor subsidie in aanmerking komen de onvoorzienbare kosten of ‘post onvoorzien’ op een begroting van een aanvrager.

  • 4. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten die gemaakt worden vóór de datum toekenning van de subsidie en ná de einddatum van de activiteiten.

Artikel 1.9 Verplichtingen

  • 1. In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 4 van de ASV kunnen aan de subsidie een of meer van de volgende verplichtingen worden verbonden:

    • A. bekendmaking van de activiteiten door de subsidieontvanger via daarvoor geëigende communicatiekanalen;

    • B. bij de bekendmaking van de activiteiten vermeldt de subsidieontvanger dat de activiteit (mede) dankzij financiële steun van de gemeente mogelijk is gemaakt;

    • C. de subsidieontvanger zorgt voor de nodige vergunningen, ontheffingen en overige toestemmingen;

    • D. de subsidieontvanger is voldoende verzekerd;

    • E. op verzoek van de gemeente werkt de subsidieontvanger mee aan onderzoeken die verband houden met de uitgevoerde activiteiten waarvoor de subsidie is verleend;

  • 2. Het college kan naast de genoemde verplichtingen in de ASV en in deze subsidieregeling ook andere doelgebonden verplichtingen opleggen in de beschikking.

Artikel 1.10 Opschortende voorwaarde en uitbetaling subsidie

  • 1. Aan het verlenen van een subsidie kan de opschortende voorwaarde worden verbonden dat alle van overheidswege vereiste vergunningen voor het initiatief zijn verkregen.

  • 2. De subsidie wordt niet eerder uitbetaald aan de aanvrager totdat aan deze opschortende voorwaarde is voldaan.

Artikel 1.11 Doorwerking voorwaarden hogere overheid

Wanneer de subsidie is gebaseerd op een subsidie of uitkering van een hogere overheid aan de gemeente voor de uitvoering van een wet, beleid of hogere regeling kunnen de door de hogere overheid gestelde voorwaarden worden opgenomen in de beschikking aan de subsidieontvanger.

Artikel 1.12 Aanvraag met meerdere beleidsthema’s

Wanneer een aanvraag betrekking heeft op meerdere beleidsthema’s zoals vastgelegd in deze subsidieregeling, kan het college de regels toepassen uit de verschillende deelregelingen die zij nodig acht voor het rechtmatig verlenen van de subsidie.

Artikel 1.13 Verdeling van een subsidieplafond

In deze regeling is een verdeling van het subsidieplafond per deelregeling opgenomen.

Hoofdstuk 2 Subsidieregels Toerisme en Recreatie

Algemene bepalingen subsidies Toerisme en Recreatie

Artikel 2.1 Doel en reikwijdte

  • 1. Deze subsidieregels zijn uitsluitend van toepassing op het verstrekken van subsidies Toerisme en Recreatie, gericht op het realiseren van het gemeentelijk toeristisch-recreatief beleid en/of de toeristisch-recreatieve profilering en/of positionering van/in de gemeente Beverwijk.

  • 2. Het college streeft op de beleidsthema’s als bedoeld in het eerste lid de volgende doelen na:

    • A. het versterken van de leefbaarheid en lokale economie, waarbij er rekening gehouden wordt met natuur- en cultuurwaarden;

    • B. het stimuleren en versterken toeristische organisatie en samenwerking;

    • C. het inzetten op meer, vaker terugkomende en langer verblijvende bezoekers;

    • D. het versterken van toeristische promotie en communicatie.

    • E. het zo veilig mogelijk plaats laten vinden van evenementen;

    • F. het mogelijk maken van voldoende, diverse en goed georganiseerde evenementen.

Artikel 2.2 Aanvullende verplichtingen

  • 1. Het college kan in aanvulling op artikel 1.9 van deze subsidieregeling aan het verlenen voor activiteiten zoals genoemd in deze deelregeling een of meer van de volgende verplichtingen verbinden:

    • A. dat door de subsidieontvanger bij de verantwoording inzicht wordt gegeven in de effecten van de gesubsidieerde activiteiten door middel van kwalitatieve en waar mogelijk kwantitatieve informatie in het verslag;

    • B. dat de subsidieontvanger verbinding zoekt met lokale en/of regionale organisaties of belangenbehartigers op economie, ondernemerschap, promotie en toerisme en recreatie.

Jaarlijkse subsidies Toerisme en Recreatie

Artikel 2.3 Activiteiten die voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking komen

  • 1. Een jaarlijkse subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • A. het stimuleren en/of uitvoeren van toeristische-recreatieve promotie welke aan meerdere partijen of de gehele gemeente ten goede kan komen;

    • B. het organiseren van een evenement en/of activiteit welke een positieve bijdrage levert aan de positionering en profilering van Beverwijk en/of een significant aantal bezoekers naar Beverwijk brengt;

    • C. het tentoonstellen en onder de aandacht brengen van lokaal erfgoed en historie met een toeristische of recreatieve invalshoek;

    • D. het organiseren van jaarlijks terugkerende toeristisch-recreatieve activiteiten en evenementen.

  • 2. De activiteiten dienen:

    • A. een jaarrond of jaarlijks terugkerend karakter te hebben (eventueel met uitzondering van een seizoenstop); en

    • B. bij te dragen aan een of meer van de volgende doelstellingen:

      • i.

        laagdrempelig, breed toegankelijk te zijn en verbinding te stimuleren;

      • ii.

        de lokale toerisme- en/of recreatiesector te stimuleren;

      • iii.

        bij te dragen aan de lokale toeristische-recreatieve infrastructuur en onderlinge samenwerking te laten zien;

      • iv.

        bij te dragen aan een grotere zichtbaarheid en bekendheid van Beverwijk en Wijk aan Zee, en de culturele identiteit en het cultureel klimaat in de etalage te zetten;

      • v.

        vernieuwing en (co-)creativiteit te stimuleren.

Eenmalige subsidies Toerisme en Recreatie

Artikel 2.4 Activiteiten die voor een eenmalige subsidie in aanmerking komen

  • 1. Een eenmalige subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • A. die een vernieuwende bijdrage of stimulans geven aan het lokale aanbod recreatie en toerisme in de gemeente, aan een specifieke tak van recreatie en toerisme;

    • B. die als project, evenement, experiment op toeristisch/recreatief gebied zijn aan te duiden;

  • 2. De activiteiten dienen:

    • A. aantoonbaar vernieuwing en economische activiteit te stimuleren; en/of

    • B. aantoonbaar nieuw te zijn of een vernieuwende aanpak te kennen die duidelijk afwijkt van een regulier activiteitenpakket van een vereniging of stichting; en/of

    • C. bij te dragen aan een of meerdere van de volgende doelstellingen:

      • i.

        laagdrempelig, breed toegankelijk te zijn en verbinding te stimuleren;

      • ii.

        de lokale toerisme- en/of recreatiesector te stimuleren;

      • iii.

        bij te dragen aan de lokale toeristische-recreatieve infrastructuur en onderlinge samenwerking te laten zien;

      • iv.

        bij te dragen aan een grotere zichtbaarheid en bekendheid van Beverwijk en Wijk aan Zee, en de culturele identiteit en het cultureel klimaat in de etalage te zetten;

Artikel 2.5 Aanvullende weigeringsgronden eenmalige subsidies

  • 1. In aanvulling op artikel 1.6 van deze subsidieregeling weigert het college de subsidie indien:

    • A. de activiteit geen openbaar toegankelijk presentatiemoment in de gemeente bevat;

    • B. de kosten naar het oordeel van het college niet in verhouding staan tot of niet nodig zijn voor de gewenste toeristische/recreatieve activiteiten en/of het publieksbereik;

Artikel 2.6 Berekening van de subsidie

Een subsidie als bedoeld in artikel 2.4 van deze subsidieregeling bedraagt per aanvraag maximaal 100 procent van het bedrag als genoemd in de geldende begroting.

Artikel 2.7 Vaststelling van het subsidieplafond

  • 1. Deze subsidieregeling heeft een subsidieplafond dat gelijk is aan het bedrag dat jaarlijks door de raad beschikbaar wordt gesteld in de begroting.

  • 2. Subsidies kunnen worden aangevraagd tot het subsidieplafond is bereikt.

Hoofdstuk 3 Subsidieregels Economie

Algemene bepalingen subsidies Economie

Artikel 3.1 Doel en reikwijdte

  • 1. Deze subsidieregels zijn uitsluitend van toepassing op het verstrekken van subsidies economie, gericht op het realiseren van het gemeentelijk economisch beleid en/of de economische profilering en/of het ondernemersklimaat en/of positionering van de gemeente Beverwijk.

  • 2. Het college streeft op de beleidsthema’s als bedoeld in het eerste lid de volgende maatschappelijke doelen na:

    • A. het bevorderen van de brede welvaart via economisch handelen;

    • B. het bruisend houden van onze stad en de toekomst van onze bedrijvige regio door onze krachtige economie meer in de etalage te zetten;

    • C. het positioneren van Beverwijk als groene maakregio;

    • D. het behouden en/of aantrekken van nieuwe bedrijvigheid;

    • E. het mogelijk maken van ondernemers- en/of publieksgerichte evenementen en activiteiten die bijdragen aan een positieve positionering en/of profilering van de gemeente Beverwijk;

    • F. het opleiden, stimuleren en behouden van talent en personeel.

Artikel 3.2 Aanvullende verplichtingen

Het college kan in aanvulling op artikel 1.9 van deze subsidieregeling aan het verlenen voor activiteiten, zoals genoemd in deze deelregeling, een of meer van de volgende verplichtingen verbinden:

  • A. dat door de subsidieontvanger bij de verantwoording inzicht wordt gegeven in de effecten van de gesubsidieerde activiteiten door middel van kwalitatieve en waar mogelijk kwantitatieve informatie in het jaarverslag;

  • B. dat de subsidieontvanger verbinding zoekt met lokale organisaties op economie, ondernemerschap of promotie.

Jaarlijkse subsidies Economie

Artikel 3.3 Activiteiten die voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking komen

  • 1. Een jaarlijkse subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • A. het stimuleren van economische promotie;

    • B. het bevorderen van samenwerking tussen diverse partijen, gericht op het verbeteren van het economisch klimaat;

    • C. het bevorderen van het winkelbezoek en/of naamsbekendheid van winkelgebieden;

    • D. het bevorderen van de economische aantrekkingskracht van Beverwijk en/of Wijk aan Zee.

  • 2. De activiteiten dienen:

    • A. een jaarrond of jaarlijks terugkerend karakter te hebben (eventueel met uitzondering van een seizoenstop); en

    • B. bij te dragen aan een of meer van de volgende doelstellingen:

      • laagdrempelig, breed toegankelijk te zijn en aantrekkelijkheid van het winkelgebied te stimuleren;

      • bij te dragen aan de lokale economische infrastructuur en onderlinge samenwerking te laten zien;

      • bij te dragen aan een grotere zichtbaarheid van bedrijven en samenwerkingsverbanden in de gemeente;

      • innovatie te stimuleren.

Eenmalige subsidies Economie

Artikel 3.4 Activiteiten die voor een eenmalige subsidie in aanmerking komen

  • 1. Een eenmalige subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • A. die een vernieuwende bijdrage of stimulans geven aan de lokale economische samenwerking, innovatie of ontwikkeling in de gemeente, aan een specifieke tak van lokale economische samenwerking, innovatie of ontwikkeling;

    • B. die als project, evenement, experiment op economisch gebied zijn aan te duiden.

  • 2. De activiteiten dienen:

    • A. aantoonbaar vernieuwing en (co)creativiteit te stimuleren; en/of

    • B. aantoonbaar nieuw te zijn of een vernieuwende aanpak te kennen die duidelijk afwijkt van een regulier activiteitenpakket van een vereniging, stichting of samenwerkingsverband; en/of

    • C. bij te dragen aan een of meerdere van de volgende doelstellingen:

      • i. laagdrempelig, breed toegankelijk te zijn en synergie te stimuleren;

      • ii. innovatie te stimuleren;

      • iii. bij te dragen aan de lokale economische infrastructuur en toont onderlinge samenwerking;

      • iv. bij te dragen aan een grotere zichtbaarheid van economische samenwerking in Beverwijk en Wijk aan Zee.

Artikel 3.5 Aanvullende weigeringsgronden eenmalige subsidies

In aanvulling op artikel 1.6 van deze subsidieregeling weigert het college de subsidie indien:

  • A. de activiteit geen openbaar toegankelijk karakter in de gemeente heeft;

  • B. de kosten naar het oordeel van het college niet in verhouding staan tot of niet nodig zijn voor de gewenste economische activiteiten en/of het publieksbereik;

  • C. het gaat om een activiteit die onvoldoende ten goede komt aan de inwoners en/of bedrijven van de gemeente en/of de IJmond-regio.

Artikel 3.6 Berekening van de subsidie

Een subsidie als bedoeld in artikel 3.3 en artikel 3.4 van deze subsidieregeling bedraagt maximaal 100 procent van het bedrag als genoemd in de begroting.

Artikel 3.7 Vaststelling van het subsidieplafond

  • 1. Deze subsidieregeling heeft een subsidieplafond dat gelijk is aan het bedrag dat jaarlijks door de raad beschikbaar wordt gesteld in de begroting.

  • 2. Subsidies kunnen worden aangevraagd tot het subsidieplafond is bereikt.

Hoofdstuk 4 Subsidieregels Duurzaamheid

Algemene bepalingen subsidies Duurzaamheid

Artikel 4.1 Doel en reikwijdte

  • 1. Deze subsidieregels zijn uitsluitend van toepassing op het verstrekken van subsidie gericht op het realiseren van de gemeentelijke duurzaamheidsdoelen, zoals verwoord in het Programma Duurzaamheid van de gemeente Beverwijk. Hierbij is de meest recente versie van het Programma Duurzaamheid van toepassing.

  • 2. In deze deelregeling zijn subsidieregels opgenomen voor subsidies op het gebied van duurzaamheid voor de volgende categorieën:

    • Berging van regenwater op private percelen;

    • Verwerking van regenwater op private percelen.

  • 3. De subsidie is alleen van toepassing op bestaande private percelen met een woonbestemming, binnen de bebouwde kom. Nieuwbouw, vernieuwbouw, bedrijfsmatig gebruikte percelen en braakliggende terreinen zijn uitgesloten van deze subsidieregeling.

Artikel 4.2 Aanvullende verplichtingen

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • de waterbergende voorziening wordt ten minste vijf jaar in stand gehouden;

  • de voorzieningen moeten deugdelijk en zorgvuldig worden aangelegd.

  • Na toekenning wordt de subsidiabele activiteit binnen 12 maanden uitgevoerd en de subsidie benut.

Het college kan verder in aanvulling op artikel 1.9 van deze subsidieregeling aan het verlenen voor activiteiten zoals genoemd in deze deelregeling een of meer van de volgende verplichtingen verbinden:

  • Het aanleveren van bewijs van uitvoering van de subsidiabele activiteiten;

  • Het betrekken van omwonenden en/of belanghebbenden in de initiatief fase van de subsidie aanvraag;

  • Een technische, bouwkundige onderbouwing voor de haalbaarheid van de uitvoering van de activiteiten.

Artikel 4.3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Een eenmalige subsidie kan worden verstrekt voor het toevoegen van waterberging of afgekoppeld oppervlak ten opzichte van de situatie op het moment dat de aanvraag is ingediend.

De activiteiten komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking, indien aan één van onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    het gaat om het uitvoeren van een constructieve berekening ten behoeve van het aanbrengen van een groen dak en/of waterbergende voorzieningen op de woning;

  • 2.

    bij het realiseren van groenoppervlak op daken gaat het om ten minste 20 vierkante meter, waarbij geldt dat het groenoppervlak op daken een minimaal waterbergend vermogen heeft van 25 liter per vierkante meter;

  • 3.

    de te realiseren waterberging:

    • A.

      kan minstens 100 liter water kan opvangen;

    • B.

      is aangesloten op verhard oppervlak in een verhouding van minimaal 15 vierkante meter verhard oppervlak per 1000 liter waterberging;

Artikel 4.4 Aanvullende weigeringsgronden

Subsidieverlening kan worden geweigerd indien voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ook uit anderen hoofde aanspraak op gemeentelijke subsidie bestaat.

Artikel 4.5 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt:

  • € 250,- voor het uitvoeren van een constructieve berekening waarvan het doel uitsluitend is om de mogelijkheden van waterbergende voorzieningen op het dak te onderzoeken. Deze subsidie is eenmalig;

  • €50 per 100 liter toegevoegde waterberging in de vorm van een voorziening. Verlagingen van de tuin en vijvers zijn uitgesloten;

  • De subsidie bedraagt maximaal 50% van de totale kosten;

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het volgende:

  • Aanschaf van materialen is subsidiabel;

  • Professionele arbeid is subsidiabel, private inzet niet;

  • Per woning en/of perceel kan eenmalig tot maximaal € 1.000,- subsidie aangevraagd worden.

Artikel 4.6 Aanvraagtermijn

  • 1. De subsidie dient uiterlijk 8 weken voor aanvang van de werkzaamheden aangevraagd te worden om in aanmerking te komen voor een subsidie.

  • 2. Na toekenning van de subsidie dienen de werkzaamheden binnen 12 maanden uitgevoerd en afgerond te worden.

Artikel 4.7 Vaststelling van het subsidieplafond

  • 1. Deze subsidieregeling heeft een subsidieplafond dat gelijk is aan het bedrag dat jaarlijks door de raad beschikbaar wordt gesteld in de begroting.

  • 2. Subsidies kunnen worden aangevraagd tot het subsidieplafond is bereikt.

Hoofdstuk 5 Subsidieregels Bewoners- en Wijkinitiatief

Algemene bepalingen subsidies Bewoners- en Wijkinitiatief

Artikel 5.1 Doel en reikwijdte

Deze subsidieregeling is uitsluitend bedoeld voor (kleinschalige) initiatieven die door particuliere bewoners worden georganiseerd uit de stad of dorp die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid, sociale cohesie, veiligheid en kwaliteit van de straat, buurt, wijk, dorp of stad binnen de gemeente.

Artikel 5.2 Procedure voor het indienen aanvragen en beslistermijn

  • 1. Aanvragen voor subsidie kunnen te allen tijde worden ingediend;

  • 2. Bij de aanvraag dient het Bewoners- of wijkinitiatief formulier volledig ingevuld te worden ingeleverd;

  • 3. Binnen uiterlijk 20 werkdagen wordt antwoord gegeven op de aanvraag, tenzij met initiatiefnemer anders is afgesproken;

  • 4. De aanvraag dient uiterlijk 20 werkdagen voor de dag waarop de activiteit plaats heeft te zijn ingediend;

  • 5. Subsidie wordt verleend op volgorde van ontvangst van volledig ingediende aanvragen. Wanneer stukken ontbreken en de aanvrager in de gelegenheid is gesteld de aanvraag om subsidie aan te vullen, geldt de dag waarop die aanvraag is aangevuld als datum van ontvangst van de volledig ingediende aanvraag;

  • 6. Bedragen zijn per initiatief maximaal € 5.000,-.

  • 7. De subsidie voor een straat- of buurtactiviteit is 50% van de totale kosten.

Artikel 5.3 Beoordelingscriteria

Het college beoordeelt op basis van de volgende punten:

  • 1.

    Een aanvraag moet voldoen aan de algemene wet- en regelgeving en passen binnen gemeentelijk beleid;

  • 2.

    Het voor Bewoners- of wijkinitiatief beschikbare aanvraagformulier moet volledig en naar waarheid zijn ingevuld;

  • 3.

    Een aanvraag moet de sociale samenhang en/of de leefbaarheid in een straat, buurt, wijk, dorp of stad bevorderen;

  • 4.

    Het initiatief moet door bewoners georganiseerd en uitgevoerd worden;

  • 5.

    Het initiatief moet vrij toegankelijk zijn voor iedereen afkomstig uit de straat, buurt, wijk, dorp of stad;

Artikel 5.4 Activiteiten die voor een subsidie in aanmerking komen

  • Kleine fysieke aanpassingen in de openbare ruimte, die enige urgentie hebben en niet uit andere gelden kunnen worden gefinancierd;

  • Verbeteringen van de leefbaarheid in de wijk (zoals veiligheid, schoonmaak, samenwerking);

  • Sociale activiteiten;

  • Ondersteuning van (initiatieven van) wijkgroepen en bewoners;

  • Website kosten;

  • Scholing.

Artikel 5.5 Aanvullende verplichtingen

De ontvanger van de subsidie (die achteraf wordt verstrekt) is verplicht binnen 4 weken (20 werkdagen) verantwoording af te leggen over de besteding van de subsidie.

De ontvanger stuurt de gemeente binnen 4 weken na afloop van de activiteit een financieel overzicht en een fotoverslag van hoe het idee is uitgevoerd.

De gemeente betaalt pas uit als u ons de originele bonnen of facturen van de gemaakte kosten opstuurt.

Artikel 5.6 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de Algemene Subsidieverordening, kan de subsidie worden geweigerd wanneer:

  • 1.

    De activiteiten niet voldoen aan de criteria/voorwaarden, opgenomen in deze subsidieregeling; of

  • 2.

    Het initiatief voornamelijk betrekking heeft op privébelangen, verenigingsbelangen of commerciële belangen; of

  • 3.

    Het initiatief niet haalbaar of uitvoerbaar is binnen de in de aanvraag vermelde planning; of

    • A.

      het prijzen voor verlotingen, bingoavonden, cadeaus e.d. betreft;

    • B.

      het eten en/of drinken betreft;

    • C.

      het gaat om abonnementen, contracten e.d..

Artikel 5.7 Vaststelling van het subsidieplafond

  • 1. Deze subsidieregeling heeft een subsidieplafond dat gelijk is aan het bedrag dat jaarlijks door de raad beschikbaar wordt gesteld in de begroting.

  • 2. Subsidies kunnen worden aangevraagd tot het subsidieplafond is bereikt.

Hoofdstuk 6 Subsidieregels Gemeentelijke Monumenten

Algemene bepalingen subsidies gemeentelijke monumenten

Artikel 6.1 Doel en reikwijdte

Deze regeling is uitsluitend bedoeld voor:

  • 1.

    de instandhouding van gemeentelijke monumenten of beeldbepalende panden binnen de gemeente Beverwijk;

  • 2.

    bouwhistorisch-, herbestemmings- of duurzaamheidsonderzoek binnen de gemeente Beverwijk.

Artikel 6.2 Kosten

Kosten die voor subsidie in aanmerking komen:

  • 1.

    de subsidie heeft uitsluitend betrekking op de instandhoudingskosten en onderzoekskosten zoals beschreven in de artikelen van dit hoofdstuk;

  • 2.

    de subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 6.3 Subsidiecriteria

  • 1. De subsidie heeft betrekking op een gemeentelijk monument of een beeldbepalend pand of gevel(wand) in de gemeente Beverwijk;

  • 2. De subsidieaanvrager is eigenaar van het betreffende pand dan wel een partij die namens de eigenaar zorg draagt voor de instandhouding, zoals bijvoorbeeld een stichting;

  • 3. Subsidie wordt alleen toegekend voor maatregelen die op het moment van de aanvraag nog niet zijn uitgevoerd. De toekenning van de subsidie gebeurt na beoordeling van de volledige aanvraag. Als er na het aanvragen van de subsidie wordt gestart met de uitvoering van de maatregelen betekent dit niet dat er automatisch recht is op subsidie;

  • 4. Bij subsidieaanvragen voor onderzoeken moet het gaan om herbestemming/hergebruik, duurzaamheid dan wel bouwhistorisch onderzoek van het pand;

  • 5. Bij subsidieaanvragen voor haalbaarheidsonderzoeken ten behoeve van herbestemming moet er sprake zijn van leegstand of dreigende leegstand op afzienbare termijn;

  • 6. De opsteller van het onderzoek beschikt over voldoende aantoonbare deskundigheid op het werkgebied van de monumentenzorg en herbestemming, wat wordt aangetoond door middel van afgeronde projecten of opgeleverde rapporten.

Artikel 6.4 Aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag wordt met een digitaal aanvraagformulier ingediend via www.beverwijk.nl of via een papieren formulier.

  • 2. Het nemen van besluiten op de aanvragen van subsidie vindt plaats in volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager in de gelegenheid is gesteld de aanvraag om subsidie aan te vullen, de dag waarop die aanvraag is aangevuld – zodat sprake is van volledig ingevulde, gedagtekende en ondertekende aanvraag – als datum van ontvangst van die aanvraag geldt;

  • 3. Een aanvraag die betrekking heeft op subsidie voor restauratie van een gemeentelijk monument dient vergezeld te worden van een restauratieplan én een beschrijvende begroting, bestaande uit:

    • A. een beschrijving van de technische staat van het gemeentelijk monument, waarin de onderdelen, materialen en gebreken nauwkeurig vermeld staan;

    • B. tekeningen van de bestaande toestand en tekeningen waarop de voorgenomen herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;

    • C. een op de beschrijving van de technische staat gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren, alsmede van de wijze van verwerking daarvan;

    • D. een beschrijvende begroting die een opsomming is van de uit te voeren instandhoudingswerkzaamheden en de daarmee samenhangende kosten, gespecificeerd in hoeveelheden, uren en materialen, welke begroting niet ouder is dan zes maanden;

  • 4. Een aanvraag die betrekking heeft op een subsidie voor bouwhistorisch, herbestemmings- of duurzaamheidsonderzoek dient vergezeld te gaan van een offerte van een officieel gerenommeerd onderzoeksbureau.

Artikel 6.5 Weigeringsgronden

Een subsidieaanvraag kan worden geweigerd indien:

  • A. niet voldaan is aan de eisen en criteria genoemd in deze regeling;

  • B. het subsidieplafond is bereikt;

  • C. met de instandhouding het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend, beoordeeld op basis van de Rijkssubsidieregeling instandhouding monumenten;

  • D. de kosten niet geacht kunnen worden in redelijke verhouding te staan tot het te verkrijgen resultaat, beoordeeld op basis van de geldende Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten;

  • E. de subsidiabele instandhoudingskosten minder bedragen dan € 500,--;

  • F. binnen een periode van 10 jaar voorafgaand aan de aanvraag voor exact hetzelfde werk subsidie is verstrekt, met uitzondering van buitenschilderwerk waarvoor een termijn van 5 jaar geldt.

Artikel 6.6 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de volledige subsidieaanvraag;

  • 2. De, in het eerste lid gestelde, termijn kan met ten hoogste 6 weken worden verdaagd.

Artikel 6.7 Verplichtingen subsidieverlening

  • 1. Het college kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening verplichtingen opleggen ten aanzien van tijdstippen van aanvang en afronding van de te subsidiëren werkzaamheden;

  • 2. Aan de door het college met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

    • A.

      wordt toegang verleend tot het monument;

    • B.

      wordt inzage verleend van de op de werkzaamheden betrekking hebbende bescheiden en tekeningen.

  • 3. Het college kan de voorwaarde stellen dat de subsidieontvanger in samenhang met de instandhoudingswerkzaamheden een bouwhistorisch en/of archeologisch onderzoek laat uitvoeren;

    • A.

      Een bouwhistorisch onderzoek dient uitgevoerd te worden conform de “Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek” van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed;

    • B.

      Het onderzoek moet binnen een jaar na de verlening van de subsidie zijn afgerond;

    • C.

      Het college kan afwijkingen van de in artikel 6.6 genoemde termijn toestaan.

Artikel 6.8 Gereedmelding

  • 1. De subsidieontvanger meldt de werkzaamheden binnen acht weken na voltooiing daarvan gereed bij het college. De gereedmelding is tevens een aanvraag om definitieve vaststelling van de subsidie.

  • 2. De gereedmelding gaat vergezeld van alle informatie en documentatie die het college nodig heeft om te kunnen bepalen of voldaan is aan de bij subsidieverlening aan de aanvrager opgelegde voorwaarden en verplichtingen, waaronder een omgevingsvergunning, indien de werkzaamheden waarvoor de subsidie is aangevraagd vergunningplichtig zijn.

Artikel 6.9 Subsidievaststelling

  • 1. Vaststelling van een toegekende subsidie vindt plaats overeenkomstig het bepaald in deze regeling en artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 2. Een subsidie wordt binnen acht weken na ontvangst van de volledige gereedmelding definitief vastgesteld;

  • 3. De in het tweede lid gestelde termijn kan met ten hoogste zes weken verdaagd worden;

  • 4. Subsidievaststelling vindt plaats op basis van de door het college goedgekeurde werkzaamheden en werkelijk kosten, met als maximum het bij de subsidieverlening toegekende bedrag.

Artikel 6.10 Uitbetaling van de subsidie

  • 1. Uitbetaling van een toegekende subsidie vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in deze regeling;

  • 2. De subsidie wordt door het college aan de subsidieontvanger uitbetaald als bijdrage ineens binnen 8 weken na het besluit tot subsidievaststelling.

Artikel 6.11 Hoogte subsidie

  • 1. De hoogte van een subsidie voor een gemeentelijk monument bedraagt voor restauratie per tijdvak van tien jaar 25% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 15.000,--;

  • 2. De hoogte van een subsidie voor een gemeentelijk monument bedraagt voor onderhoud per tijdvak van vijf jaar 25% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 2.000,--;

  • 3. De hoogte van een subsidie voor een beeldbepalend pand bedraagt voor onderhoud van de beeldbepalende kenmerken per tijdvak van vijf jaar 25% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 2.000,--;

  • 4. Bij de bepaling van de hoogte van de subsidiabele kosten wordt bij zelfwerkzaamheid het loonkostenbestanddeel buiten beschouwing gelaten;

  • 5. De hoogte van de bijdrage voor de kosten van een bouwhistorisch-, duurzaamheids- haalbaarheids- en/of herbestemmingsonderzoek, mits uitgevoerd door een erkend bureau, maximaliseren tot een bedrag van € 5.000,--.

  • 6. Er wordt geen hoger subsidiebedrag uitbetaald dan dat van de totale uit in te dienen rekeningen blijkende subsidiabele instandhoudingskosten.

Artikel 6.12 Vaststelling van het subsidieplafond

  • 1. Deze subsidieregeling heeft een subsidieplafond dat gelijk is aan het bedrag dat jaarlijks door de raad beschikbaar wordt gesteld in de begroting.

  • 2. Subsidies kunnen worden aangevraagd tot het subsidieplafond is bereikt.

Hoofdstuk 7 Subsidieregels Openbare Orde en Veiligheid

Algemene bepalingen subsidies Openbare Orde en Veiligheid

Artikel 7.1 Doel en reikwijdte

  • 1. Deze subsidieregels zijn uitsluitend van toepassing op het verstrekken van subsidies op het gebied van openbare orde en veiligheid van/in de gemeente Beverwijk, zoals vastgesteld in wet en regelgeving, de gemeentelijke beleidsnota en/of overig beleid.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders streeft op de beleidsthema’s als bedoeld in het eerste lid de volgende doelen na:

    • A.

      het bevorderen van de openbare orde en veiligheid;

    • B.

      het mogelijk maken van activiteiten die bijdragen aan een positieve positionering/profilering op het gebied van openbare orde en veiligheid van de gemeente Beverwijk.

Artikel 7.2 Aanvullende verplichtingen

Het college kan in aanvulling op artikel 1.9 van deze subsidieregeling aan het verlenen voor activiteiten zoals genoemd in deze deelregeling een van de volgende verplichtingen verbinden:

  • A.

    dat door de subsidieontvanger bij de verantwoording inzicht wordt gegeven in de effecten van de gesubsidieerde activiteiten door middel van kwalitatieve en waar mogelijk kwantitatieve informatie in het jaarverslag;

  • B.

    de hoogte van de contributie van de leden van de subsidieontvanger;

  • C.

    de hoogte van de tarieven of bijdragen van deelnemers aan de gesubsidieerde activiteiten;

  • D.

    de wijze waarop de gesubsidieerde activiteiten worden verricht;

  • E.

    de toegankelijkheid van de activiteiten voor mensen met een beperking;

  • F.

    de duurzaamheid;

  • G.

    dierenwelzijn;

Artikel 7.3 Subsidies

Het college kan jaarlijkse en meerjaarlijkse subsidies verstrekken voor activiteiten met in beginsel een structureel karakter. 1 Deze subsidies kunnen verstrekt worden aan organisaties die beschikken over een meerjarig werkplan of activiteitenprogramma dat naar oordeel van het college voldoende aansluit op meerjarige, gemeentelijke beleidsdoelstellingen;

  • 1.

    Jaarlijkse subsidie(s) kunnen worden toegekend op basis van de mate waarin de voorgestelde activiteiten bijdragen aan het ten goede komen van de openbare orde en veiligheid.

  • 2.

    De subsidie dient voor een groot deel besteed te worden voor de activiteiten en/of het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • 3.

    Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt van meer dan €100.000 euro, voegt een kopie van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening inclusief balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.

  • 4.

    Indien zich een gebeurtenis voordoet als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid van de Awb en het verstrekken van subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, is subsidieontvanger daarvoor een vergoeding verschuldigd.

  • 5.

    De hoogte van de in het vorige lid bedoelde vergoeding wordt berekend door de gemiddelde verhouding in percentage tussen de verleende subsidie en de overige inkomsten van de subsidieontvanger over de afgelopen 5 subsidietijdvakken toe te passen op het batig saldo. De verschuldigde vergoeding bedraagt niet meer dan het gemiddelde verleende subsidiebedrag in de afgelopen 5 subsidietijdvakken.

  • 6.

    Maximaal 100% van beschikbaar budget.

Artikel 7.4 Activiteiten die voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking komen

  • 1. Een jaarlijkse subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • A.

      het ten goede komen van de openbare orde en veiligheid;

    • B.

      het bevorderen van samenwerking tussen diverse partijen, gericht op het verbeteren van de openbare orde en veiligheid;

    • C.

      het organiseren van een evenement en/of activiteit welke een positieve bijdrage levert aan de positionering en profilering van Beverwijk;

  • 2. De activiteiten dienen:

    • A.

      een jaarrond of jaarlijks terugkerend karakter te hebben, eventueel met uitzondering van een seizoenstop;

    • B.

      breed toegankelijk zijn en het stimuleren van de openbare orde en veiligheid

    • C.

      bij te dragen aan een grote zichtbaarheid en bekendheid van Beverwijk;

Artikel 7.5 Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4:25, tweede lid en artikel 4:35 van de Awb (de algemeen geldende weigeringsgronden) kan het college de gevraagde subsidie in ieder geval weigeren indien:

  • A.

    de activiteiten strijdig zijn met wet- en regelgeving of gemeentelijk beleid;

  • B.

    het initiatief voornamelijk betrekking heeft op privébelangen, verenigingsbelangen of commerciële belangen;

  • C.

    de activiteit geen openbaar toegankelijk karakter in de gemeente Beverwijk heeft;

Artikel 7.6 Verantwoording

Jaarlijkse subsidies tot en met €10.000 euro worden door het college zonder voorgaande subsidieverlening direct vastgesteld. Bij meer dan €10.000 euro is de ontvanger van de subsidie verplicht binnen een door het college stelde termijn en op de gestelde wijze verantwoording af te leggen over de besteding van de subsidie. Dit wordt als verplichting opgenomen in de beschikking aan de subsidieontvanger. Aanvragers worden voor het indienen van de subsidie op de hoogte gesteld van de verantwoordingseisen.

Een subsidieontvanger informeert het college van burgemeester en wethouders verder onverwijld schriftelijk over:

  • A.

    aanmerkelijke verschillen tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten van de begrote uitgaven en inkomsten, onder vermelding van de oorzaak van de verschillen;

  • B.

    ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat gemaakte afspraken voortvloeiende uit een tussen gemeente en subsidieontvanger gesloten uitvoeringsovereenkomst niet kunnen worden verwezenlijkt;

  • C.

    ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel kunnen worden nagekomen;

  • D.

    beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van activiteiten waarvoor subsidie is verleend of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

  • E.

    relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

  • F.

    wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 7.7 Vaststelling van het subsidieplafond

  • 1. Deze subsidieregeling heeft een subsidieplafond dat gelijk is aan het bedrag dat jaarlijks door de raad beschikbaar wordt gesteld in de begroting.

  • 2. Subsidies kunnen worden aangevraagd tot het subsidieplafond is bereikt.

Hoofdstuk 8 Subsidieregels Isolatiemaatregelen Particulieren

Algemene bepalingen subsidies Isolatiemaatregelen Particulieren

Artikel 8.1 Doel

Deze regeling heeft tot doel om de isolatie te verbeteren van slecht geïsoleerde, grondgebonden particuliere koopwoningen in gemeente Beverwijk door het nemen van energiebesparende isolatiemaatregelen te weten het aanbrengen van isolerend glas, het isoleren van schuindak binnenzijde of vloer/bodem.

Artikel 8.2 Reikwijdte

Subsidies worden op grond van deze subsidieregeling uitsluitend verstrekt:

  • A.

    Ten behoeve van bestaande grondgebonden particuliere koopwoningen die ook als zodanig bewoond worden;

  • B.

    Een energielabel hebben van D, E, F of G;

  • C.

    een WOZ-waarde onder het landelijk gemiddelde (maximaal €429.300, peildatum 2022).

    • i)

      In het geval een woning geen energielabel heeft, geldt als voorwaarde dat deze is gebouwd voor 1992 en minimaal twee bouwdelen te isoleren zijn volgens de oppervlakte criteria en dikte of Rc/U waarde van de isolatie zoals beschreven in de voorwaarden voor de ISDE subsidie (zie ook ISDE: Wet- en regelgeving (rvo.nl));

  • D.

    voor één of meerdere van de nog uit te voeren isolatiemaatregelen zoals bedoeld in bijlage 1.

Artikel 8.3 Hoogte subsidies en verdeling subsidiebedrag

  • A. De subsidie voor de in artikel 8.2 bedoelde maatregelen bedraagt 100% van de werkelijke kosten tot maximaal €1700,- per woning.

  • B. De subsidie is nooit hoger dan de uitvoeringskosten (inclusief materiaal) van het aanbrengen van het materiaal, te bewijzen door een factuur voor de uitvoering van de maatregelen;

  • C. De subsidie is te stapelen/combineren met de landelijk beschikbare ISDE (zie ook ISDE: Subsidie voor verduurzaming van uw woning (rvo.nl)).

Artikel 8.4 Aanvullende voorwaarden

Het College is bevoegd om:

  • A.

    aanvullende informatie te vragen die nodig is ter beoordeling van de aanvraag;

  • B.

    met inachtneming van het bepaalde in deze regeling, een beschikking te nemen;

  • C.

    de in bijlage 1 vermelde isolatiemaatregelen en/of voorwaarden te wijzigen;

  • D.

    aan een besluit om een subsidie te verstrekken nadere voorwaarden te verbinden;

  • E.

    om steekproefsgewijs ter plaatse te (laten) controleren of de gesubsidieerde maatregelen daadwerkelijk en op de juiste manier zijn uitgevoerd;

  • F.

    bijvoorbeeld op basis van een controle, het besluit tot toekenning van de subsidie in te trekken of te wijzigen overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:48, eerste lid, en artikel 4:49, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8.5 Aanvraag subsidie

  • A. De aanvrager vraagt bij het College een subsidie aan voor de isolatiemaatregel op een daarvoor ingerichte aanmeldpagina.

  • B. Het College controleert de aanvraag en verleent ondersteuning aan bewoners bij het aanvraagproces.

  • C. Alleen aanvragen voor subsidie die volledig zijn ingevuld op de aanmeldpagina worden in behandeling genomen.

  • D. De datum van volledig zijn van de aanvraag wordt als de datum van binnenkomst beschouwd.

  • E. Het College handelt de aanvragen in volgorde van binnenkomst af met toepassing van artikel 8.3.

Artikel 8.6 Afwijzen aanvraag verlening subsidie

Onverminderd het bepaalde in art 4:48 en art. 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de aanvraag afgewezen indien:

  • i.

    er voor de woning reeds eerder een subsidie is verleend op grond van deze regeling;

  • ii.

    de aanvrager niet valt onder de categorie bewoners bedoeld in artikel 8.2;

  • iii.

    de isolatiemaatregel reeds is uitgevoerd voor het ingaan van deze subsidieregeling;

  • iv.

    het budget niet toereikend (meer) is om de aanvraag te honoreren, doordat het in artikel 8.3 van deze verordening opgenomen subsidieplafond bereikt is;

  • v.

    het aanvraagformulier niet volledig is ingevuld;

  • vi.

    de aanvrager geen medewerking verleent aan het laten opstellen van een offerte ten behoeve van het uitvoeren van de isolatiemaatregelmaatregel;

  • vii.

    de aanvraag een maatregel betreft aan nieuw te plaatsen uitbreidingen aan woningen, zoals aan- en uitbouwen, erkers en dakkapellen;

  • viii.

    de aanvraag een maatregel betreft aan een schuur, garage of bijgebouw;

  • ix.

    de isolatiemaatregel om (bouw)technische redenen niet uitvoerbaar is.

Artikel 8.7 Subsidie verlenen

  • A. Het College beoordeelt of de aanvraag in overeenstemming is met het bepaalde in deze subsidieregeling.

  • B. Het subsidiebedrag wordt in de online aanvraagomgeving op de persoonlijke statuspagina van de aanvrager kenbaar gemaakt aan de aanvrager. In het geval de aanvrager de isolatiemaatregel wil laten uitvoeren door een bedrijf dat is geselecteerd in het kader van de collectieve isolatieactie van de gemeente Beverwijk, zal het subsidiebedrag in mindering worden gebracht op zowel de offerte als de factuur van het uitvoerende bedrijf.

Artikel 8.8 Uitvoeringstermijn

  • A. Een isolatiemaatregel wordt binnen 6 maanden uitgevoerd na het indienen van de subsidieaanvraag. Als de isolatiemaatregel niet binnen deze uitvoeringstermijn is uitgevoerd, kan de verleende subsidie worden ingetrokken.

  • B. Het College monitort per aanvraag de uitvoeringstermijn. Indien nodig attendeert het College de aanvrager erop om intrekken van de subsidie te voorkomen.

  • C. Indien aanvrager kenbaar maakt aan het College geen gebruik meer te willen maken van de subsidie, wordt de subsidie ingetrokken.

Artikel 8.9 Subsidie vaststellen en uitbetalen

  • A. Het besluit tot vaststelling van de subsidie wordt genomen nadat de isolatiemaatregel is uitgevoerd.

  • B. Indien het College besluit tot vaststelling van de subsidie wordt het bedrag binnen 8 weken betaald:

    • i.

      op de rekening van de aanvrager, indien aanvrager zelf de isolatiemaatregel heeft uitgevoerd of heeft laten uitvoeren door een zelf gekozen bedrijf, wanneer de aanvrager dit kan aantonen door bewijzen mee te sturen zoals: digitale foto’s, betaalbewijzen, bonnen en facturen;

    • ii.

      aan het uitvoerende bedrijf, indien aanvrager de isolatiemaatregel heeft laten uitvoeren door een bedrijf dat is geselecteerd in het kader van de collectieve isolatieactie van de gemeente Beverwijk;

  • C. Indien de aanvrager geen medewerking verleent aan het uitvoeren van de isolatiemaatregel kan het College besluiten de subsidie op nihil vast te stellen.

Artikel 8.10 Subsidieplafond

Voor deze regeling geldt een subsidieplafond van €1.037.000.

Artikel 8.11 Toepassing

De regels en wetten die zijn opgesteld door de Provincie Noord-Holland of de Rijksoverheid gaan voor de regels die zijn opgesteld in dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 9 Subsidieregels Stichting Ondernemersfonds Beverwijk

Artikel 9.1 Doel

  • 1. Deze subsidieregels hebben tot doel om het ondernemers- en vestigingsklimaat binnen de gemeente Beverwijk te versterken en/of te behouden en het steunen van lokale activiteiten en initiatieven.

  • 2. Onder de genoemde activiteiten in lid 1 wordt verstaan activiteiten gericht op het beheer van het Ondernemersfonds en het subsidiëren van initiatieven die die de beleidsdoelstellingen van dit fonds ondersteunen.

Artikel 9.2 Reikwijdte

  • 1. Deze regeling zijn uitsluitend van toepassing op de gelden die worden verstrekt aan Stichting Ondernemersfonds Beverwijk.

Artikel 9.3 Aanvullende voorwaarden

  • 1. Voor de te subsidiëren activiteiten geldt dat deze het doel van het Ondernemersfonds moet ondersteunen en die voor iedereen of alle ondernemers in gemeente Beverwijk beschikbaar moeten zijn of dat meerdere ondernemers/sectoren en/of gebieden in gemeente Beverwijk hiervan profiteren.

  • 2. De te subsidiëren activiteiten dienen te passen binnen het gemeentelijke beleid.

Artikel 9.4 Subsidieplafond en bevoorschotting

  • 1. Het subsidieplafond voor de jaarlijks te verlenen subsidie is het bedrag dat voor het Ondernemersfonds in de begroting van de raad van het betreffende jaar beschikbaar is gesteld.

  • 2. Het te verstrekken subsidiebedrag bedraagt maximaal 100% van het aangevraagde subsidiebedrag.

  • 3. In afwijking van artikel 13 lid 6 van de ASV wordt de jaarlijkse subsidie per subsidiejaar bevoorschot in twee termijnen en wel 60% per uiterlijk 15 februari en 40% per uiterlijk 30 juni van het betreffende subsidiejaar.

Artikel 9.5 Aanvraagtermijn

Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie door de Stichting ten behoeve van het Ondernemersfonds wordt, in afwijking van artikel 9 lid 1 ASV, uiterlijk 20 januari ingediend in het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 9.6 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. In afwijking van artikel 8 lid 3 van de ASV dient de Stichting bij de aanvraag geen jaarverslag en geen jaarrekening of balans van het voorgaande jaar te overleggen bij de eerste keer dat de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. In afwijking van artikel 8 lid 2 onder a, b en c, van de ASV wordt bij de aanvraag een Meerjarenplan overgelegd waarin de activiteiten en doelen van het Ondernemersfonds zijn beschreven.

Artikel 9.7 Meldingsplicht

In aanvulling op artikel 15 lid 1 van de ASV geldt dat het mogelijk is om te schuiven in de activiteiten waarvoor subsidie overeenkomstig het Meerjarenplan is verleend, mits die activiteiten passen binnen de doelen als opgenomen in artikel 1 van deze regeling en niet in strijd zijn met het gemeentelijk beleid. De Stichting dient van een verschuiving als hiervoor bedoeld een mededeling te doen aan het college om te bepalen of dit in dit kader op grond van artikel 15 lid 1 van de ASV een melding noodzakelijk is.

Artikel 9.8 Reserves

  • 1. Het is de Stichting toegestaan om, op haar verzoek, een algemene reserve te vormen van ten hoogste 10% van de verleende subsidie van het jaarbedrag.

  • 2. Het is de Stichting toegestaan een bestemmingsreserve te vormen.

  • 3. De Stichting dient bij het aanvragen van de subsidie:

    • a.

      het doel van de bestemmingsreserve aan te geven;

    • b.

      de gewenste maximale omvang van de bestemmingsreserve te vermelden, waarbij in principe het maximum van 25% van de verleende subsidie voor het betreffende boekjaar niet overschreven mag worden;

    • c.

      een motivering te geven van het tijdstip waarop de Stichting de middelen nodig heeft;

    • d.

      in overleg te treden met subsidieverstrekker om gezamenlijk tot overeenstemming te komen.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 10.1 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of meerdere artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing, gelet op het doel of de strekking van deze regeling dan wel het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10.2 Inwerkingtreding en intrekking

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na publicatie onder gelijktijdige intrekking van de volgende regelingen:

    • Nadere regels Ondernemersfonds Beverwijk

    • Subsidieregeling gemeentelijke monumenten gemeente Beverwijk 2021

  • 2. Deze subsidieregeling is van toepassing op de na datum inwerkingtreding ingediende subsidieaanvragen die betrekking hebben op activiteiten vanaf datum 1 juli 2024.

  • 3. Op aanvragen voor subsidie die zijn ingediend vóór de datum genoemd in lid 2 blijven de bepalingen van de nadere regels zoals genoemd in lid 1 van toepassing.

Artikel 10.3 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling Ruimtelijk Domein en Veiligheid’.

Ondertekening

Bijlage 1: Energiebesparende isolatiemaatregelen

Algemene opbouw van de subsidie

Het subsidiebedrag per woning bedraagt eenmalig maximaal € 1.700,- van de werkelijke kosten die worden getroffen voor één of meerdere energiebesparende isolatiemaatregelen. Ook combinaties van maatregelen zijn mogelijk.

Isolatiemaatregel

Minimaal oppervlak

Isolatiewaarde

Overige voorwaarden

Spouwmuurisolatie

10 m2

Rd = 1,1 [m2 K/w]

Rekening houdend met natuurvriendelijke isoleren.

Vloerisolatie

20 m2

Rd = 3,5 [m2 K/w]

Het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR is uitgevoerd met HFK-vrije blaasmiddelen.

Bodemisolatie

20 m2

Rd = 3,5 [m2 K/w]

Het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR is uitgevoerd met HFK-vrije blaasmiddelen.

Schuindakisolatie binnenzijde

20 m2

Rd = 3,5 [m2 K/w]

Zolder- of vlieringvloerisolatie

20 m2

Rd = 3,5 [m2 K/w]

De zolder of vliering moet onverwarmd zijn om voor subsidie in aanmerking te komen. Dit betekent dat er geen voorzieningen aanwezig mogen zijn waarmee u de zolder verwarmt, ook al gebruikt u die voorzieningen (bijna) niet.

HR++ glasisolatie

8 m2

U = 1,2 [Wm22K]

De definities en waarden die worden gehanteerd voor bovenstaande isolatiemaatregelen zijn gebaseerd is op de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) bij woningeigenaren.

Toelichting Subsidieregeling Ruimtelijk Domein en Veiligheid

Algemene toelichting

Deze toelichting hoort bij de Subsidieregeling Ruimtelijk Domein en Veiligheid (verder: de Subsidieregeling). De toelichting bevat eerst een inleiding. Daarna is per artikel, waar nodig, toegelicht hoe de regeling gelezen moet worden.

Inleiding

Gemeente Beverwijk (het college) verstrekt eenmalige en jaarlijkse subsidies aan verschillende organisaties en particulieren die activiteiten organiseren op de verschillende beleidsthema’s. Een aanzienlijk deel van de subsidies zit in de uitvoering van het ruimtelijk domein. Deze subsidieregeling is een uitwerking daarvan.

Subsidies worden verstrekt om bepaalde maatschappelijke effecten te bereiken. Subsidies zijn bedoeld om bij te dragen aan maatschappelijke doelen die door het gemeentebestuur zijn vastgelegd. Subsidies worden alleen toegekend:

  • -

    als het college van mening is dat de activiteiten in het belang zijn van de gemeente en haar inwoners, ondernemers en fysieke omgeving,

  • -

    de activiteiten passen in het door de raad geformuleerde beleid, en

  • -

    als ze door het college als subsidiabel zijn bevonden.

Deze subsidieregeling is gericht op het financieel ondersteunen van activiteiten in het ruimtelijk domein en op het gebied van veiligheid. Het gaat om activiteiten die bijdragen aan de beleidsdoelen die de gemeente wil bereiken en die zijn beschreven in de verschillende beleidsnota’s. De financiële middelen daarvoor zijn in de gemeentebegroting opgenomen. Het beleid staat op de website van de gemeente: https://www.beverwijk.nl/vastgesteld-beleid.

Deze subsidieregeling heeft twee belangrijke doelen:

  • -

    De subsidieregeling geeft richtlijnen aan de aanvrager. Aanvragers van subsidie kunnen in dit document zien wat voor activiteiten in aanmerking komen voor subsidie en aan welke overige voorwaarden de subsidieaanvraag moet voldoen. Het is voor aanvragers van subsidie belangrijk om in hun subsidieaanvraag goed uit te leggen waarom zij denken in aanmerking te komen voor een subsidie.

  • -

    De subsidieregeling biedt een transparant toetsingskader bij de gemeentelijke beoordeling van subsidieaanvragen en de verdeling van de middelen. Doelmatigheid en rechtmatigheid zijn twee belangrijke uitgangspunten die de gemeente hanteert in het gehele subsidieproces. Subsidieontvangers weten door de subsidieregeling beter waar ze aan toe zijn en kunnen gemakkelijker gelijk worden behandeld.

Begroting

De gemeente Beverwijk juicht initiatieven vanuit de samenleving toe maar is wel beperkt door de gemeentelijke begroting. Dat betekent ook dat jaarlijks keuzes gemaakt moeten worden en dat subsidies worden verstrekt met het oog op het bereiken van de vastgestelde beleidsdoelen.

Algemene Subsidieverordening 2022 gemeente Beverwijk (ASV) en Subsidieregeling Samenleving Beverwijk

In 2022 is de geactualiseerde Algemene Subsidieverordening 2022 gemeente Beverwijk (ASV) vastgesteld. De ASV beperkt zich tot de hoofdlijnen qua proces. Deze subsidieregeling bevat de nadere regels voor subsidies in het sociaal domein en is een nadere uitwerking van de ASV. De subsidieregeling bevat een zo concreet mogelijk afwegingskader om te toetsen of de activiteiten uit de aanvraag voor subsidie in aanmerking komen. Voor zover in deze subsidieregeling niet anders is bepaald, zijn óók de bepalingen van de ASV van toepassing. De subsidieregels bevatten een uitwerking van een subsidie op een bepaald beleidsthema en kunnen rechten en plichten, maar ook voorwaarden voor de subsidieontvanger bevatten. De subsidieregels zijn bindend voor de subsidieontvanger.

Toetsing van de aanvraag

Subsidieaanvragen zullen worden getoetst aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de ASV, de subsidieregeling en het beleidskader. Met deze subsidieregeling geven we duidelijkheid over de subsidieverlening. Ook zal hierdoor sprake zijn van een betere aansluiting tussen de gewenste maatschappelijke effecten, de gemeentelijke beleidsdoelen en gesubsidieerde activiteiten.

Integraal werken

Gemeente Beverwijk wil integraal werken, samen met organisaties en inwoners. En ruimte bieden aan initiatieven van buiten. Dit betekent ook iets voor de subsidie-instrumenten en -budgetten. Daarin moet ruimte zijn voor flexibiliteit, creativiteit en innovatie. We vragen organisaties om steeds meer samen te werken en grenzen te doorbreken. In deze subsidieregeling is ook aandacht voor aanvragen die meerdere beleidsthema’s raken.

Begrotingssubsidies

Voor de zogenoemde begrotingssubsidies (artikel 4:23 lid 1 onder c Awb) waar sprake is van één subsidieontvanger die genoemd wordt op de begroting, zijn in principe geen nadere regels vastgelegd. Het is geoorloofd om deze subsidies zonder ‘wettelijke grondslag’ te verstrekken mits de subsidieontvanger en het maximale bedrag nadrukkelijk op de begroting zijn opgenomen.

Subsidieplafonds

Voor een aantal subsidies in deze subsidieregeling stelt het college jaarlijks subsidieplafonds vast. Voor de meeste subsidieplafond stelt het college de subsidieplafonds vast ná het vaststellen van de begroting door de gemeenteraad (maar in ieder geval vóór 1 januari van het nieuwe kalenderjaar). Dit besluit wordt na vaststelling gepubliceerd. De vastgestelde subsidieplafonds zijn ook op de website (bij subsidies) terug te vinden. Bij het verstrekken van deze subsidie mag het subsidieplafond niet worden overschreden. Bij overschrijding dient de subsidie op basis van het subsidieplafond te worden geweigerd (artikel 4:15 lid 2 Awb).

Bij een verdeling waarbij geldt ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ geldt het volgende bij incomplete aanvragen: wanneer de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld. Het kan dus voorkomen dat een later ingediende aanvraag alsnog voorrang krijgt omdat die aanvraag eerder compleet is.

Inhoudsopgave

De Subsidieregeling Ruimtelijk Domein en Veiligheid bestaat uit meerdere deelregelingen die zijn geschreven voor de verschillende beleidsthema’s.

Toelichting per artikel

Voor zover een artikel om een toelichting vraagt, is deze hieronder gegeven.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

In deze subsidieregeling is ervoor gekozen om zoveel mogelijk te harmoniseren. De bepalingen die van toepassing zijn op alle subsidies op alle beleidsthema’s, zijn dan ook in hoofdstuk 1 van deze subsidieregeling onder ‘algemene bepalingen’ opgenomen. Deze ‘algemene bepalingen’ gelden dan ook voor alle deelregelingen die in de opvolgende hoofdstukken zijn opgenomen tenzij hiervan nadrukkelijk wordt afgeweken. Ook kunnen deze algemene bepalingen worden toegepast op overige subsidies in het ruimtelijk domein waarvan de wettelijke grondslag niet in deze subsidieregeling is opgenomen.

In de deelregelingen kan ook weer sprake zijn van algemene bepalingen die betrekking hebben op de subsidies op dat specifieke beleidsthema. Die bepalingen staan dan aan het begin van dat hoofdstuk.

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel zijn definities opgenomen. De definities uit artikel 1 ASV werken ook weer door in deze subsidieregeling.

Artikel 1.2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening 2022 gemeente Beverwijk

In dit artikel is bepaald dat de ASV als procedureverordening op deze subsidieregeling van toepassing is. In de subsidieregeling kan wel van de ASV worden afgeweken. In dat geval wordt dat in de regeling duidelijk vermeld.

Artikel 1.3 Doel subsidieregeling en reikwijdte

Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidies in het ruimtelijk domein en op het gebied van veiligheid. Dus niet op subsidies die de gemeente verstrekt op andere terreinen.

Artikel 1.4 Uitgangspunten verstrekken van subsidies

De uitgangspunten die staan beschreven in dit artikel zijn voor de gemeente van groot belang om de vastgestelde beleidsdoelen te kunnen bereiken. In het aanvraagformulier zijn deze vragen verwerkt. De aanvrager moet bij de in te dienen aanvraag dan ook zoveel mogelijk met deze uitgangspunten rekening houden. Welke uitgangspunten van toepassing zijn, is afhankelijk van de te subsidiëren activiteit. Het gaat erom dat aanvragers van een subsidie rekening houden met deze uitgangspunten bij het opstellen van een aanvraag en het uitvoeren van de activiteit(en). Op deze manier worden de uitgangspunten ook verankerd in de werkwijze van aanvragers van een subsidie.

Voor alle uitgangspunten geldt: indien van toepassing. Niet alle uitgangspunten zullen van toepassing zijn op alle subsidies. In de aanvraag zal door de aanvrager toegelicht moeten worden of het uitgangspunt van toepassing is en op welke wijze hieraan invulling is/wordt gegeven.

  • a.

    Toegankelijkheid: de gemeente vindt het belangrijk dat inwoners zoveel mogelijk mee kunnen doen aan de samenleving, ook wanneer zij om wat voor reden dan ook, beperkingen ondervinden. Dat geldt ook voor een aanvrager van een subsidie; deze zal logischerwijs moeten streven naar het zoveel mogelijk wegnemen van belemmeringen qua toegang tot de activiteiten. Hierbij kan o.a. worden gedacht aan de toegankelijkheid van accommodaties, ook voor inwoners met een beperking. Maar ook bijvoorbeeld het rekening houden met taalvaardigheid bij het uitnodigen van deelnemers. Toegankelijkheid is een breed begrip, dat zich niet beperkt tot fysieke belemmeringen, en omvat bijvoorbeeld ook het uitnodigen van mensen of organisaties buiten de gebruikelijke doelgroep.

  • b.

    Samenwerking: dit gaat over de (inspanningen tot) samenwerking met andere voorzieningen en/of organisaties binnen de gemeente, ook binnen de gemeentelijke organisatie. De gemeente streeft naar zoveel mogelijk samenwerking, passend bij de activiteit. Doel is onder meer om de kwaliteit en aantrekkelijkheid van activiteiten te bevorderen en zoveel mogelijk inwoners daarvan te laten profiteren. Samenwerking tussen organisaties kan daaraan een goede bijdrage leveren.

  • c.

    Fondsenwerving en co-financiering: De aanvrager moet aantonenwelke inspanningen zijn verricht voor het verwerven van financiering via sponsoring, particuliere- en/of goede doelen-fondsen, subsidieregelingen van andere overheden of crowdfunding en welke resultaten dat naar verwachting oplevert. De gemeente bekijkt in hoeverre andere bronnen van inkomsten beschikbaar zijn en in hoeverre de aanvrager zelf actief op zoek is geweest naar alternatieve inkomenstenbronnen. In bepaalde gevallen, afhankelijk van de aard van de activiteit, worden subsidies zoveel mogelijk verleend wanneer sprake is van co-financiering (geen 100% subsidie vanuit de gemeente).

  • d.

    Kennis en ervaring: in sommige gevallen is specifieke kennis en ervaring vereist. Dit geldt zeker voor professionals. Maar ook een vrijwilligersorganisatie moet goed zijn toegerust zodat de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend, kwalitatief goed kunnen worden uitgevoerd.

  • e.

    Participatie en draagvlak: dit uitgangspunt gaat over het draagvlak voor een activiteit en het betrekken van bijvoorbeeld de buurt of een bepaalde doelgroep bij een initiatief. De gemeente vindt het belangrijk dat activiteiten waar mogelijk met, door en voor inwoners tot stand komen en aansluiten bij hun wensen en behoeften. We vragen ook subsidieaanvragers daar zoveel mogelijk rekening mee te houden bij de opzetten, voorbereiden en uitvoeren van activiteiten.

Artikel 1.5 Bij de aanvraag in te dienen gegevens

In artikel 8 van de ASV staan de algemene indieningseisen opgenomen. Aanvullend daarop geldt nog deze indieningseis. Dit is verwerkt in het aanvraagformulier. Zie verder onder artikel 1.4.

Artikel 1.6 Weigeringsgronden

Deze aanvullende weigeringsgronden gelden bovenop de weigeringsgronden uit artikel 4:35 van de Awb en artikel 11 ASV.

Eerste lid

Als één of meer weigeringsgronden van toepassing zijn, kan de aanvraag worden geweigerd. In de deelregelingen kunnen per beleidsveld nog specifieke aanvullende weigeringsgronden gelden.

Onderdeel a: subsidies zijn bedoeld om bepaalde activiteiten te stimuleren, deze stimulans is niet echt nodig als de aanvrager al is begonnen met activiteiten voordat een aanvraag is ingediend. Ook kan dit te late subsidieaanvragen in de hand werken en bovendien niet eerlijk zijn ten opzichte van aanvragers die wel tijdig (voor aanvang activiteiten) een aanvraag indienen. Het kan de gemeente of de aanvrager voor voldongen feiten stellen (de uitvoering van de activiteit is al gestart en er zijn al kosten gemaakt) en onvoldoende ruimte bieden voor een zorgvuldige afweging.

Onderdeel c: het gaat hier niet over dat een activiteit niet zou passen binnen een beleidsdoel (dit betreft de weigeringsgrond uit artikel 11 lid 1 onder b van de ASV). Het gaat erom dat het college, de aanvraag afwegend, van oordeel is dat de activiteit onvoldoende bijdraagt aan het beleidsdoel.

Onderdeel e: een te hoog bedrag of te hoog aantal uren kan bijvoorbeeld blijken uit vergelijking met informatie uit open bronnen (waaronder internet) of eerdere ervaringen. Dit is naar oordeel van het college. Wat betreft kosten die niet in verhouding staan tot resultaten: het kan dan bijvoorbeeld gaan om kosten die niet in verhouding staan tot of niet nodig zijn voor de gewenste activiteiten of voor het gewenste publieksbereik (bijvoorbeeld veel kosten voor een naar verhouding te kleine groep deelnemers). Ook dit volgt vaak uit een vergelijking met een soortgelijke activiteit.

Onderdeel f: een activiteit mag niet gericht zijn op het behalen van winst. Wel kan een organisatie met winstoogmerk een activiteit uitvoeren, maar op de gesubsidieerde activiteit mag geen winst worden gemaakt.

Tweede lid

In dit geval kan de aanvraag worden geweigerd wanneer niet voldaan wordt aan een van de uitgangspunten uit artikel 1.4 van de subsidieregeling. De uitgangspunten uit artikel 1.4 zijn vooral inspanningsverplichtingen. Indien de aanvrager een of meer van de uitgangspunten wel kan toepassen, maar dit nalaat, en dit gevolgen heeft voor de doelmatigheid van de besteding van de subsidie, kan de aanvraag op grond hiervan worden geweigerd.

Artikel 1.7Berekening van de subsidie

In beginsel wordt uitgegaan van het 100% subsidiëren van subsidiabele kosten. In artikel 1.8 (subsidiabele kosten) zijn de subsidiabele kosten voor deze subsidieregeling in het algemeen bepaald. In de specifieke deelregeling per beleidsthema is dit mogelijk verder aangevuld.

Bij de voorlopige toekenning van de subsidies wordt, als de gemeentebegroting voor het betreffende jaar nog niet is vastgesteld, vermeld dat de hoogte van de subsidie afhankelijk is van het vaststellen van de begroting. Voor sommige regelingen geldt ook een vastgesteld subsidieplafond.

Artikel 1.8 Subsidiabele kosten

Subsidiëring vindt plaats op basis van kostprijs van de activiteit zoals bijvoorbeeld personeelskosten, huisvestingskosten, tarief voor openstelling, inzet van professionals, materiaalkosten etc. Bij de kostprijs van een professional wordt rekening gehouden met een marktconform tarief van de professional. De gemeente kan verzoeken om een onderbouwing hiervan. Dit artikel bepaalt ook wat niet tot de subsidiabele kosten wordt gerekend.

Eerste lid

Kosten die door derden zijn of worden gedragen, komen vanzelfsprekend niet voor subsidie in aanmerking. Daarnaast moet duidelijk zijn dat de kosten direct gerelateerd zijn aan de activiteiten. Ook moeten de kosten aantoonbaar noodzakelijk zijn. De gemeente kan verzoeken om de noodzakelijkheid van kostenposten aan te tonen. Indien de aanvrager over voldoende eigen middelen beschikt (of kan beschikken) om de beoogde activiteit(en) te kunnen uitvoeren, dan wordt niet aan dit criterium voldaan.

Tweede lid

De gemeente subsidieert niet de exploitatiekosten van een (deel van een) gebouw indien dat deel niet wordt gebruikt voor de gesubsidieerde activiteiten. Onderhoudskosten moeten dan ook gerelateerd zijn aan (een deel van) het gebouw dat nodig is voor het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten. Als onderhoud van een gebouw nodig is om de gesubsidieerde activiteiten te kunnen blijven uitvoeren, moeten deze activiteiten wel in verhouding staan tot deze kosten. Oftewel, volledige huisvestings- of onderhoudskosten van een accommodatie kunnen niet onder een subsidie vallen als de accommodatie maar een deel van de tijd wordt gebruikt voor de door de gemeente gesubsidieerde activiteiten.

Derde lid

Het moet voor de gemeente duidelijk zijn welke kosten worden gemaakt. Een post ‘onvoorzienbaar’ op de begroting is voor de gemeente niet te herleiden. De aanvrager wordt hiermee verzocht die kosten te specificeren.

Artikel 1.9 Verplichtingen

Eerste lid

Wanneer de subsidieontvanger iets moet doen of nalaten in verband met de subsidie,

dan spreekt men van verplichtingen. Het stellen van nadere eisen aan de vorm, de inhoud en de omvang van de activiteiten is bedoeld om de beleidsdoelstellingen te kunnen bereiken en een rechtmatige en doelmatige besteding van subsidiegelden.

Deze verplichtingen kunnen worden opgelegd naast de verplichtingen die zijn opgenomen in artikel 14 lid 1 en artikel 15 tot en met 18 van de ASV. De verplichtingen die van toepassing zijn, worden opgenomen in de subsidiebeschikking. Bij de verantwoording van de subsidie (vóór de vaststelling van de subsidie in een beschikking) wordt beoordeeld of aan de gestelde verplichtingen is voldaan.

Onderdeel a: dit kan zijn via de lokale krant, lokale omroep, lokale organisaties, social media, website, mond-tot-mond via contactpersonen, etc. Dit alles in redelijke verhouding tot de te organiseren activiteit.

Onderdeel b: de gemeente vraagt de subsidieontvanger om in publiciteit over de gesubsidieerde activiteit(en) (programma’s, agenda’s, affiches, persberichten, etc.) te vermelden dat de activiteit (mede) dankzij financiële steun van de gemeente Beverwijk mogelijk is gemaakt. De subsidieontvanger kan daarbij gebruik maken van het logo van de gemeente Beverwijk.

Onderdeel c en d: de verantwoordelijkheid voor het naleven van deze verplichtingen ligt bij de aanvrager. De gemeente zal niet op voorhand toetsen of een aanvrager voldoende verzekerd is of alle vergunningen heeft. Bij verzekeringen kan worden gedacht aan aansprakelijkheids-, inboedel-, brandverzekering etc. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het op orde hebben van de benodigde toestemmingen en verzekeringen. Deze laatste verplichting volgt ook uit artikel 4:37 lid 1 onder d Awb (de te verzekeren risico’s).

Onderdeel e: dit is inclusief tevredenheidsonderzoeken en evaluaties. De gemeente heeft op grond van wetten of regelingen ook vaak de plicht om tevredenheid of resultaten te monitoren en heeft daarvoor de medewerking van de subsidieontvanger nodig.

Tweede lid

Op grond van artikel 4:38 lid 1 van de Awb kan het bestuursorgaan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen die gaan over het bereiken van het doel van de subsidie. Het gaat hier dan om verplichtingen die niet genoemd zijn in de Awb, ASV of in deze subsidieregeling. De verplichtingen mogen alleen doelgebonden zijn, dus zijn nodig om het doel te bereiken.

Artikel 1.10 Opschortende voorwaarde en uitbetaling subsidie

Voor sommige subsidies is van belang dat er nog toestemming (zoals een vergunning) moet worden verleend. Deze opschortende voorwaarde heeft geen betrekking op een doen of nalaten van de gemeente Beverwijk (dit is op grond van de Awb uitgesloten). Dit artikel heeft dan eerder betrekking op een vergunning van een andere overheid. In dat geval kan aan de subsidiebeschikking deze opschortende voorwaarde worden verbonden.

Artikel 1.11 Doorwerking voorwaarden hogere overheid

In sommige gevallen ontvangt de gemeente specifieke uitkeringen of subsidies van de Rijksoverheid of de provincie Noord-Holland met het oog op het uitvoeren van een bepaalde activiteit. Dit worden ook wel zogenoemde ‘doorgeef’-subsidies genoemd. Voor deze te subsidiëren activiteiten is in dat geval een wet of hogere regeling opgesteld. Een actueel voorbeeld is de brede SPUK regeling (doeluitkering vanuit de Rijksoverheid voor het bevorderen van sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis). De Rijksoverheid geeft vanuit die regeling middelen aan de gemeente om de in die regeling genoemde activiteiten te laten uitvoeren en/of de genoemde doelen te bereiken.

In de wet of regelingen zijn dan vaak voorwaarden opgenomen waaraan de gemeente moet voldoen. Vervolgens kan de gemeente vanuit die middelen subsidie verlenen aan een derde om de activiteiten uit te laten voeren. Die voorwaarden gelden door toepassing van dit artikel ook voor de uiteindelijke subsidieontvangers en kunnen dan ook in de subsidiebeschikking worden overgenomen. De gemeente Beverwijk moet immers aan het eind van een periode deze middelen aan die hogere overheid verantwoorden.

In voorkomende gevallen zal de gemeente nog een lokale subsidieregeling opstellen.

Artikel 1.12 Aanvraag met meerdere beleidsthema’s

Het komt voor dat een aanvraag meerdere beleidsthema’s raakt. Bijvoorbeeld een sportactiviteit voor de jeugd. Het is aan de gemeente om de aanvraag naast deze deelregelingen te leggen en te beoordelen aan welke regels in dat geval moet worden voldaan om het doel te bereiken. Omdat dit maatwerk is - waarbij stapeling van regels moet worden voorkomen - en dit niet van tevoren kan worden bepaald, geeft dit artikel de bevoegdheid om dat bij de beoordeling van de aanvraag te bepalen. Op die manier kan ook recht worden gedaan aan initiatieven uit de samenleving die niet per definitie passen binnen één deelregeling.

Artikel 1.13 Verdeling van een subsidieplafond

In artikel 5 van de ASV is bepaald dat de verdeling van een subsidieplafond in de subsidieregeling wordt opgenomen. In deze subsidieregeling is de verdeling van subsidieplafonds onder verschillende deelregelingen opgenomen. Dit artikel biedt de ruimte om voor subsidieplafonds waarvoor nog geen verdeling in deze subsidieregeling is bepaald, deze verdeling gelijktijdig met het subsidieplafond vast te stellen en te publiceren. Op die manier is de verdeling voor aanvragers transparant.

Hoofdstuk 2 Subsidieregels Toerisme en Recreatie

Artikel 2.7 Vaststelling van het subsidieplafond

Elk jaar is er een beperkte hoeveelheid subsidie beschikbaar op het gebied van recreatie en toerisme. Wanneer er voor het laatste deel van de subsidie meerdere aanvragen zijn, wordt de beslissing niet gemaakt via de regel ‘die het eerst komt die het eerst maalt’ maar wordt er inhoudelijk gekeken welke aanvraag het meeste oplevert voor de toerist en recreant en de toerisme- en recreatiesector in Beverwijk en Wijk aan Zee. Omdat dit gaat om de verdeling van de laatste middelen die beschikbaar zijn, kan de uiteindelijk uitgekeerde subsidie lager zijn dan het aangevraagde bedrag wanneer het subsidieplafond is bereikt. Wanneer 2 (of meer) aanvragen op dezelfde impact worden geschat, krijgen deze een evenredig percentage subsidie.

Hoofdstuk 3 Subsidieregels Economie

Artikel 3.7 Vaststelling van het subsidieplafond

Elk jaar is er een beperkte hoeveelheid subsidie beschikbaar op het gebied van economie. Wanneer er voor het laatste deel van de subsidie meerdere aanvragen zijn, wordt de beslissing niet gemaakt via de regel ‘die het eerst komt die het eerst maalt’ maar wordt er inhoudelijk gekeken welke aanvraag het meeste oplevert voor lokale economie en bijdraagt aan de gestelde doelen zoals gesteld in artikel 3.1. Omdat dit gaat om de verdeling van de laatste middelen die beschikbaar zijn, kan de uiteindelijk uitgekeerde subsidie lager zijn dan het aangevraagde bedrag wanneer het subsidieplafond is bereikt. Wanneer 2 (of meer) aanvragen op dezelfde impact worden geschat, krijgen deze een evenredig percentage subsidie.

Hoofdstuk 4 Subsidieregels Duurzaamheid

Artikel 4.1 Doel en reikwijdte

Tweede lid

Hiermee wordt aangegeven dat de subsidie alleen beschikbaar is voor particuliere woningeigenaren. Mensen die een pand in bezit hebben en deze verhuren aan anderen zijn uitgesloten van deze subsidie, daar deze in strijd zijn met de weigeringsgronden in artikel 1.6F.

Artikel 4.7

-

Hoofdstuk 5 Subsidieregels Bewoners- en Wijkinitiatief

Artikel 5.1 Doel en reikwijdte

Subsidies voor Bewoners- en Wijkinitiatieven kunnen worden aangevraagd door alle inwoners van de gemeente Beverwijk.

Hoofdstuk 6 Subsidieregels Gemeentelijke Monumenten

Artikel 6.1 Doel en reikwijdte

Hiermee wordt aangegeven dat een aanvraag voor subsidie voor gemeentelijke monumenten kan worden ingediend door de eigenaren van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in Beverwijk en Wijk aan Zee.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 10.1 Hardheidsclausule

Het college kan bij uitzondering en onder goede motivering van de regels in deze subsidieregeling afwijken.

Artikel 10.2 Inwerkingtreding en intrekking

Deze subsidieregeling zal toegepast worden op de aanvragen voor jaarlijkse subsidies en eenmalige subsidies voor 2024 en verder. Aanvragen voor subsidies die worden ingediend in 2024 voor activiteiten in 2025, zullen dan ook aan de voorwaarden uit deze subsidieregeling moeten voldoen.


Noot
1

Algemene Subsidieverordening 2022 gemeente Beverwijk, artikel 7.