Nadere regels compensatieplicht Verordening bomen 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 09-07-2024

Intitulé

Nadere regels compensatieplicht Verordening bomen 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

gelet op artikel 156 van de Gemeentewet en artikel 2, derde lid, van de Verordening bomen 2024;

besluit vast te stellen:

Nadere regels compensatieplicht Verordening Bomen 2024

Artikel 1 Begrippen

  • 1. De begripsomschrijvingen uit artikel 1 van de Verordening bomen 2024 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. In aanvulling op de het eerste lid wordt in deze nadere regels verstaan onder:

    • compensatieplicht: een voorschrift voor compensatie van de gevelde boom of houtopstand behorende bij een vergunning of ander besluit met een voorschrift tot compensatie van een gevelde of anderszins teloorgegane boom of houtopstand;

    • financiële compensatie: compensatie door het storten van een bedrag in de reserve van het bomencompensatiefonds;

    • fysieke compensatie: compensatie door de aanplant van gelijkwaardig nieuw groen, of fysieke investering in bestaand groen (bijvoorbeeld door opwaarderen van een groeiplaats);

    • groene reden: vellen omwille van groenbeheer, ten gunste van natuur ofwel als gevolg van onrechtmatige hinder;

    • Inboet: het vervangen van een boom of houtsopstand binnen een door het college te bepalen termijn, wanneer blijkt dat deze niet aanslaat;

    • NVTB methode: de geldende Taxatiemethode van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen, te vinden op de website van www.boomtaxateur.nl

    • plangebied: het begrensde gebied waar de activiteit vellen of de ruimtelijke ontwikkeling plaats vindt;

    • reserve bomencompensatiefonds: reserve voor storting van financiële compensatie van de kap van een boom of houtopstand, als ingesteld door de gemeenteraad op 21 mei 2013 (Gemeenteblad 2013, 63);

    • rode reden: alle redenen die niet onder groene reden vallen. Het zijn redenen voor vellen, die niets te maken hebben met het beheer van bomen;

    • taxatiewaarde: de vastgestelde monetaire waarde volgens de NVTB methode.

Artikel 2 Compensatieplicht

Bij het vellen van een boom of houtsopstand geldt een compensatieplicht, tenzij het vellen gebeurt omwille van een groene reden.

Artikel 3 Compensatiebesluit

Aan een noodvelling als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Verordening bomen 2024 omwille van een rode reden, zoals genoemd in de Verordening bomen 2024 kan een zelfstandig compensatiebesluit worden verbonden.

Artikel 4 Uitvoering compensatieplicht

  • 1. Het uitgangspunt is dat er fysiek gecompenseerd wordt in de zin van herplant van een gelijkwaardige boom of houtopstand.

  • 2. Fysieke compensatie vindt plaats op dezelfde locatie als waar de te vellen boom of houtopstand aanwezig is of was. Indien herplant op die locatie niet mogelijk is, is een alternatieve locatie op het perceel of in het plangebied mogelijk.

  • 3. Het college kan bepalen dat, in afwijking van het eerste lid, indien binnen het plangebied of perceel onvoldoende openbare groeiruimte voor herplant of houtopstand beschikbaar is, een andere vorm van gelijkwaardige compensatie mogelijk is.

  • 4. Indien fysieke compensatie (herplant) als bedoeld in voorgaande leden niet mogelijk is, is financiële compensatie mogelijk. Indien fysieke compensatie slechts deels mogelijk is kan de herplant worden aangevuld met financiële compensatie. Dat fysieke compensatie niet mogelijk is moet onderbouwd worden door initiatiefnemer en vervolgens worden beoordeeld en goedgekeurd door het college.

Artikel 5 Eisen Compensatieplan

Een compensatieplan maakt onderdeel uit van een vergunningaanvraag ofwel een handhavingsprocedure en bevat:

  • a.

    de wijze waarop fysiek of financieel wordt gecompenseerd;

  • b.

    een ontwerpplan met bijbehorende plantlijsten en groeiplaatsverbetering en onderbeplanting;

  • c.

    een overzicht van de te herplanten bomen;

  • d.

    de exacte locatie van de te herplanten bomen, ondergrondse groeiplaats, of alternatief groen;

  • e.

    de maat van de te herplanten bomen gemeten op een hoogte van 130 centimeter vanaf maaiveld (voorkeur voor omtrek 20-25 cm);

  • f.

    nieuwe bomen dienen in het plan aangegeven te worden met voldoende boven- en ondergrondse ruimte, als bedoeld in de groeiplaatstool;

  • g.

    de taxatiewaarde van de te vellen / verloren gegane boom of houtopstand;

Artikel 6 Kosten

  • 1. De kosten van de herplant dienen in beginsel minimaal gelijk te zijn aan de taxatiewaarde van de te vellen bomen vermenigvuldigd met de compensatiefactor uit de tabel van artikel 7.

  • 2. Tot compensatiekosten mogen worden gerekend:

  • boom en onderbeplanting

  • ondergrondse groeiplaats of bodemverbetering

  • materialen ten behoeve van de boom

  • nazorg en inboet voor 3 jaar

  • allen exclusief btw

Artikel 7 Compensatietermijn

  • 1. Indien mogelijk wordt de fysieke compensatie uitgevoerd voorafgaand aan het vellen.

  • 2. Indien voorafgaande uitvoering van fysieke compensatie als bedoeld in het eerste lid niet mogelijk is en er geen sprake is van een bouwproject, geldt een uitvoeringstermijn van 1 jaar na oplegging van de compensatieplicht.

  • 3. Indien voorafgaande uitvoering van fysieke compensatie als bedoeld in het eerste lid niet mogelijk is en er is sprake van een bouwproject, geldt een uitvoeringsplicht van 1 jaar na gereedkomen van de bouw.

  • 4. In afwijking van voorafgaande leden kan het college op basis van maatwerk een afwijkende compensatietermijn opleggen.

Artikel 8 Hoogte financiële compensatie

  • 1. De financiële compensatie bedraagt de taxatiewaarde van de boom of houtopstand vermenigvuldigd met de bijbehorende compensatiefactor uit onderstaande tabel;

  • 2. De taxatiewaarde van de boom of houtopstand wordt bepaald op basis van de NVTB methode.

Compensatiefactor

5

Boom of houtopstanden in het centrum gebied, zoals aangegeven in de Groene Kaart Groene kaart (arcgis.com).

2

Boom of houtopstanden in groenarme buurten, zoals aangegeven in de Groene kaart (arcgis.com).

1

Boom of houtopstanden niet gelegen in centrum gebied of groenarme buurten.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in gevallen waarbij toepassing van de nadere regels leidt tot een onevenredige situatie, afwijken van deze regels.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking;

  • 2. De Nadere regels compensatieplicht Verordening bomen 2021 worden ingetrokken;

  • 3. Deze regel wordt aangehaald als “Nadere regels compensatieplicht Verordening Bomen 2024”.

Ondertekening

Eindhoven,

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

, secretaris.

Toelichting nadere regels compensatieplicht

Inleiding

Het bevoegd gezag mag op basis van de Verordening bomen 2024 compensatie opleggen. De gemeenteraad heeft in artikel 2 lid 3 van de Verordening bepaald dat het college nadere regels mag stellen met betrekking tot compensatie.

Deze nadere regels gelden zowel bij het proces voor de omgevingsvergunning voor het vellen, als bij de handhavingsprocedure in geval van vellen zonder vergunning. In deze nadere regels leggen we de betreffende artikelen en relevante begrippen uit en wanneer we op welke wijze compensatie eisen.

In artikel 1 is bepaald dat de begrippen van Verordening bomen 2024 van overeenkomstige toepassing zijn. Ook zijn enkele relevante begripsbepalingen opgenomen.

Dunnen

het vellen dat geschiedt als verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van een houtopstand. Hieronder valt onder meer het verwijderen van bomen, boomvormers of struiken uit een houtopstand, waardoor de overblijvende bomen, boomvormers en struiken meer ruimte krijgen om te groeien. Bij de aanplant van houtopstanden wordt vaak een combinatie van langzaam en snel groeiende soorten aangeplant, zodat de houtopstand in relatief korte tijd een volwaardig uiterlijk heeft. Na verloop van tijd worden de snelle groeiers verwijderd (de wijkers), zodat de langzame groeiers (de blijvers) zich verder kunnen ontwikkelen. Omdat dunning wordt gezien als groenbeheer is hiervoor geen compensatie vereist.

Artikel 2 geeft aan dat er bij het vellen altijd een compensatieplicht geldt behalve daar waar sprake is van groene reden als hieronder omschreven.

De beoordeling of sprake is van vellen in het kader van een groene reden (groenbeheer, ten gunste van natuur ofwel als gevolg van onrechtmatige hinder) gebeurt door gemeentelijke groenadviseurs.

1. Rode reden

Rode redenen zijn alle redenen voor vellen, die niets te maken hebben met het beheer van bomen. Bijvoorbeeld: Bouwplannen, aanleg van parkeerplaatsen, vervangen van riolering, civieltechnische werkzaamheden, veiligheidsredenen, (uit)bouwen van woningen en opstallen. In deze situaties moeten de te vellen bomen worden gecompenseerd. Onder rode redenen vallen in principe alle redenen die niet onder groene reden vallen.

2. Groene reden

Groene redenen zijn groene beheermaatregelen of maatregelen ten gunste van natuur, te behouden bomen, of te vellen bomen als gevolg van onrechtmatige hinder in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Voorbeelden van groene beheermaatregelen zijn: dunningen, het verwijderen van bomen ten behoeve van het realiseren van natuurvriendelijke oevers langs waterstructuren of ten behoeve van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland. Compensatie is niet vereist als het gaat om groene redenen.

3. Vellen zonder vergunning

Bij het vellen van een boom of houtopstand zonder vergunning kan achteraf een vergunning voor het vellen worden aangevraagd. Het aanvragen van een vergunning wil niet automatisch zeggen dat een vergunning ook wordt verleend. Er gelden dan hogere legeskosten, in verband met de gemeentelijke meerkosten die dit met zich meebrengt.

De uitkomst van een dergelijk handhavingstraject kan zijn dat alsnog een vergunning (mogelijk met compensatieplicht) wordt verleend of er volgt een last (onder dwangsom of bestuursdwang), waarbij hertplant moet worden uitgevoerd. In de beleidsregel “illegaal vellen of beschadigen van bomen gemeente Eindhoven” is omschreven hoe het college omgaat met illegale vellingen en beschadigingen van bomen en houtopstanden.

In artikel 4 staan de uitgangspunten van de compensatie.

Het basisprincipe van het compensatiebeleid is fysieke herplantplicht in de zin van herplant van een gelijkwaardige boom of houtsopstand van de boom of houtsoptand welke geveld of verloren is gegaan.

Bij eigenaren van een boom of houtopstand kan rekening worden gehouden met (bijzondere) omstandigheden van de situatie. Een uitzondering op de gelijkwaardige compensatie kan in uitzonderlijke gevallen worden gemaakt. De afdeling groen beoordeelt dit. Fysieke compensatie (herplant) van de te verwijderen boom of houtopstand is daarbij het uitgangspunt. Indien dit aangetoond niet haalbaar is, kan financieel worden gecompenseerd.

Herplant

Gelijkwaardige compensatie is zoals gezegd het uitgangspunt. Gelijkwaardigheid is gericht op het volume (bovengronds en ondergronds) en kwaliteiten (voor een leidraad raadpleeg je de groeiplaatstool), de waarden van het verloren gegane groen. Indien er binnen de projectgrenzen/kavelgrens niet voldoende openbare groeiruimte voor herplant van een boom of houtopstand beschikbaar is, kan, in uitzonderlijke gevallen, de compensatieplicht ook worden vervuld door een ander vorm van gelijkwaardige compensatie. Een voorbeeld daarvan kan zijn compensatie in de vorm van dak en/of gevelgroen. Dit groen moet dan wel in beheer en onderhoud van de aanvrager komen. De toepassing van een andere vorm van gelijkwaardige compensatie dient al voor de indiening van het compensatieplan te worden voorgelegd aan de gemeentelijk boombeheerder en/of adviseur groen om te beoordelen of de compensatie middels dak en gevelgroen geoorloofd is. Bij blijvend verschil van mening over de inhoud van gelijkwaardigheid bepaalt het afdelingshoofd groen. Tot deze herplant behoort ook minimaal 3 jaar zorgplicht (inboetregeling) t.b.v. een goede start/aanslaan van de boom. Onder zorgplicht wordt naast water geven, begeleidingssnoei, het vervangen van de boom verstaan wanneer deze dood gaat, of van dusdanig slechte kwaliteit is geworden, dat het bedoelde eindbeeld niet meer kan ontstaan.

Compensatie dient in eerste instantie op dezelfde locatie plaats te vinden als waar de te vellen boom of houtopstand aanwezig is/was. Indien herplant op de locatie niet mogelijk is, kan een alternatieve locatie in het plangebied (bijvoorbeeld ontwikkellocatie of woonlocatie) of een soortgelijke locatie (op basis van het Groenbeleidsplan 2017) worden gebruikt.

Financiële compensatie

Wanneer herplant op basis van de monetaire waarde van de te vellen boom of houtopstand, aantoonbaar fysiek niet mogelijk is of de compensatie kan niet binnen het gestelde tijdsbestek worden gerealiseerd, kan financieel worden gecompenseerd. Er moet dan wel schriftelijk worden gemotiveerd waarom herplant niet mogelijk is. Door de afdeling groen wordt een dergelijke motivering namens het college beoordeeld en al of niet akkoord bevonden. Indien met herplant niet de (gehele) taxatiewaarde van de te vellen bomen wordt gerealiseerd, resteert in beginsel een financiële compensatie ter grootte van het verschil met de investering in nieuwe aanplant. Het verschil in financiële waarde wordt gestort in de reserve Bomencompensatiefonds. In het geval van een handhavingsprocedure geldt hetzelfde. Echter, als men zich dan niet houdt aan de last (de compensatie), dan wordt de dwangsom ingevorderd en eventueel verhoogd.

Artikel 5 geeft de eisen weer waaraan een compensatieplan moet voldoen. Dit is het plan dat een initiatiefnemer van te vellen (of illegaal gevelde) boom of houtopstand moet indienen, waarna dit plan namens het college wordt beoordeeld en al of niet wordt geaccordeerd. Een goedgekeurd compensatieplan wordt als voorwaarde in de vergunning of ander besluit opgenomen.

In beginsel dient er sprake te zijn van fysieke compensatie op basis van de waarde van de verwijderde boom of houtopstand. De waarde van de herplant is daarbij minimaal gelijk aan de waarde van te vellen bomen (NVTB-methode).

Het compensatieplan dient in een ontwerp, inclusief bijbehorende plantlijsten, groeiplaatsverbetering (duurzame groeiplaats) te worden aangeleverd, waarbij de maatvoering van de nieuwe bomen bij voorkeur 20-25 centimeter stamomtrek is, gemeten op een hoogte van 130 centimeter vanaf maaiveld. De nieuwe bomen dienen te beschikken over voldoende boven- en ondergrondse ruimte. Hierdoor krijgen de bomen de kans om te groeien en duurzaam bij te dragen aan de leefbaarheid van Eindhoven. Richtlijnen voor de benodigde ruimte voor bomen zijn te vinden in de groeiplaatstool van Eindhoven, of het handboek bomen (uitgave van het Norminstituut bomen). Het terug planten van het exacte aantal bomen is van ondergeschikt belang. De kwaliteit van de bomen, het te bereiken bladvolume en het groen beeld wat daarmee wordt gecreëerd staat voorop.

Artikel 6 geeft aan hoe de kosten van herplant berekend moeten worden en wat gerekend mag worden als compensatiekosten.

Tot de compensatiekosten mogen gerekend worden:

- boom en onderbeplanting

- ondergrondse groeiplaats of bodemverbetering

- materialen ten behoeve van de boom

- Nazorg en inboet voor 3 jaar

- allen exclusief btw

Tot de compensatiekosten mogen niet gerekend worden:

- materialen en uren ten behoeve van (her)bestrating rondom de boom.

- uren van een hovenier

- Materialen om boom(wortels) in hun groei te remmen, zoals wortelschermen

- btw

Compensatietoets

Het compensatieplan wordt gedurende de procedure omgevingsvergunning kap of de handhavingsprocedure vellen zonder vergunning, voorgelegd aan de adviseur groen en/of boombeheerder van de gemeente. Deze toetst het compensatieplan op boomtechnische aspecten. Deze toets maakt onderdeel uit van het vergunningentraject. Op een goedgekeurd compensatieplan kan, na uitvoer van dit plan, geen financiële verrekening meer plaatsvinden. Bij blijvend verschil van mening over de inhoud van gelijkwaardigheid bepaalt het afdelingshoofd groen.

Indien er geen – volledig – compensatieplan wordt ingediend in het geval van een handhavingsprocedure, kan er geen legalisatietoets plaatsvinden. In dat geval is er altijd sprake van een illegale situatie, waarbij het college handhavend zal optreden.

Artikel 7 geeft aan binnen welke termijn de compensatie moet zijn uitgevoerd.

De compensatie moet binnen een bepaalde termijn plaatsvinden en volgens schriftelijke aanwijzingen van het college.

Bij stormschade is geen sprake van een vergunningplicht of illegale situatie, daar waar het om gemeentelijke bomen gaat, herplanten wij zelf standaard binnen 3 jaar.

Het college verbindt compensatie als voorwaarde aan de vergunning. Wanneer mogelijk, kan het college aan de omgevingsvergunning het voorschrift verbinden om compensatie al te realiseren voor een bomenkap uit. Zo verkleinen we de periode van verminderd groenaandeel. Er worden afspraken gemaakt hoe niet aangeslagen herplant dient te worden vervangen en binnen welke termijn.

Artikel 8 geeft aan hoe hoog de financiële compensatie is.

Om de hoogte van het compensatiebedrag voor financiële compensatie te bepalen wordt de taxatiewaarde van de boom of houtopstand als uitgangspunt genomen. De kosten voor de herplant of het te storten bedrag in het reserve Bomencompensatiefonds moeten ten minste gelijk zijn aan de (getaxeerde) waarde van de te vellen bomen. Uitgangspunt is dus gelijkwaardige compensatie. De taxatiewaarde van de boom of houtopstand wordt bepaald op basis van de NVTB- methode. Met NVTB wordt de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen bedoeld. Als rekenmodel om de boomwaarde te bepalen wordt de Methode NVTB zoals ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen gehanteerd (link: https://www.boomtaxateur.nl/). Dit rekenmodel van de boomwaarde is op dit moment algemeen geaccepteerd als juridisch aanvaardbare methode om de waarde van bomen te bepalen.

Compensatiefactor

Bij financiële compensatie wordt een bedrag gestort in de reserve Bomencompensatiefonds. Hierbij is de (getaxeerde) waarde van de te vellen bomen het uitgangspunt (NVTB methode). De waarde van de te vellen boom of houtopstand kan met een factor worden vermenigvuldigd.

In de gebieden waar het aantal bomen, of het kroonvolume van de bomen, beperkt is, zijn de kosten van herplant (compensatie) vaak hoger. Dit komt door het intensievere ruimtegebruik bovengronds en ondergronds. Werkzaamheden in deze gebieden, en het claimen van (ondergrondse) ruimte voor een boom brengen extra kosten met zich mee. Om deze bomen te kunnen compenseren worden daarom compensatiefactoren ingesteld. Voor bomen in het centrum en de groenarme gebieden geldt daarom bij financiële compensatie respectievelijk een factor 5 en 2 en overige gebieden factor 1.

Bomen in overige gebieden zijn bijvoorbeeld onderstaande mits niet gelegen in centrumgebied of groenarme buurt:

Bomen in de gebieden stad, groen beeldbepalend

Bomen die onderdeel uitmaken van de hoofdstructuur

Bomen die onderdeel uitmaken van de nevenstructuur

Monumentale bomen

Waardevolle bomen(eigendom gemeente)

Bomen in Beleidsklasse III en IV van het Handboek Bomen

Particuliere waardevolle bomen (privaat eigendom)

De uiteindelijke financiële compensatie bestaat in beginsel uit de waarde van de te vellen bomen (getaxeerd via de NVTB-methode) vermenigvuldigd met de bijbehorende compensatiefactor. Het totaal van deze berekening is het compensatiebedrag dat in de reserve Bomencompensatiefonds gestort dient te worden. Ook in geval van gedeeltelijke financiële compensatie wordt in genoemde gebieden de compensatiefactor gehanteerd.

Artikel 9 bevat een hardheidsclausule voor de situatie als een te strikte toepassing van de nadere regels leidt tot een onevenredige uitkomst.