Beleidsdoelen en –uitgangspunten bomenverordening gemeente Barendrecht

Geldend van 10-07-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsdoelen en –uitgangspunten bomenverordening gemeente Barendrecht

1 SAMENVATTING

Barendrecht heeft een groen imago. De kerngedachte van de Barendrechtse Bomenverordening is dan ook om die groene (boom)kwaliteit duurzaam in stand te houden en te beschermen.

Het juridische deel van de Barendrechtse Bomenverordening en de onderliggende beleidsdoelen & -uitgangspunten dateren uit 2013. Het juridische deel gaat op termijn op in het Omgevingsplan. De beleidsdoelen en –uitgangpunten waren na 10 jaar toe aan herijking. Vraag die speelde is of het bestaande beleid nog werkt of waar verbeteringen nodig zijn en kunnen worden doorgevoerd om een duurzame en gezonde leefomgeving te borgen voor huidige en toekomstige generaties.

Afgelopen decennium zijn onderliggende beleidsstukken geactualiseerd en vastgesteld. Denk hierbij aan de Groenvisie Barendrecht 2030, het Groenbeheerplan 2024-2028 en de Groene Kaart 2019.

We houden dus vast aan het Groene Kaart Model waarbij geen sprake is van een algemeen kapverbod, maar een verbod op het vellen van aangewezen houtopstanden. Daarbij levert zo’n kaart een visueel coherent geheel van belangrijke groene verbindingen. Ook is de redengevende beschrijving behouden. Daarmee is immers duidelijk waarom een houtopstand is aangewezen als beschermde houtopstand.

Wat gesneuveld is, is het Bomenfonds. Idee van dit fonds was het bieden van een financiële compensatie als herplant van te rooien, beschadigde of illegaal gekapte bomen niet mogelijk bleek. Dit kwam niet van de grond omdat vaak naar de ‘afkoopoptie’ werd gegrepen zonder de ‘instandhoudings- of herplantoptie’ uit te werken. Daarbij is het Bomenfonds in 2015 gesneuveld bij bezuinigingen

Niet veranderd is de verdeling van de Barendrechtse bomen in monumentale bomen, belangrijke bomen in lijn- en groepsverband en overige bomen. Dat geldt ook voor de procedures, randvoorwaarden herplantverplichting en handhaving.

Belangrijke aanpassing is hoe we voortaan omgaan met overlastklachten/-meldingen. De algemene terminologie is ingeruild voor objectieve beoordelingscriteria qua ‘boomwaarde’ en ‘overlastwaarde’.

Voor het kwalificeren van de boomwaarde kijken we naar de toekomstverwachting, beschermwaardigheid, zichtbaarheid en soort boom. De overlastwaarde bepalen we aan de hand de mate en tijdsduur van de overlast en hoever een boom van een gebouw of de tuin staat.

Op deze manier zorgen we voor een beter onderbouwde en meer objectieve afweging bij meldingen en klachten over boomoverlast.

2 INLEIDING

2.1 Aanleiding

Mede door de aanwezigheid van bomen heeft Barendrecht een groen imago. Om deze groene kwaliteit in de toekomst te waarborgen en te voorkomen dat beeldbepalende, monumentale en bijzondere bomen uit het straatbeeld verdwijnen, verdienen deze bomen extra bescherming. Daartoe is in 2013 de Barendrechtse Bomenverordening opgesteld. Na ruim 10 jaar zijn de beleidsdoelen en –uitgangspunten van deze Bomenverordening toe aan herijking.

2.2 Doel

Kerngedachte van de Bomenverordening is het duurzaam in stand houden van de groenstructuren en het beschermen van monumentale bomen. Daarbij is met de Bomenverordening sprake van minder regels voor de burger (deregulering) wat ook leidt tot doelmatig, doeltreffend en efficiënt werken. Doel van deze herijking is om het bestaande beleid tegen het licht te houden en waar mogelijk te verbeteren.

2.3 Afbakening

De Barendrechtse Bomenverordening heeft alleen betrekking op de bomen binnen de ‘bebouwde komgrens houtopstanden’ (zie Groene kaart par. 3.3). Kapregelgeving voor bomen buiten deze grens valt per 1 januari 2024 onder de Omgevingswet (waarin de Wet natuurbescherming is opgegaan).

2.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 3 zoomen we in op de relatie tussen het huidige groenbeleid en de Bomenverordening. Hoofdstuk 4 beschrijft de diverse onderdelen van de Bomenverordening. In hoofdstuk 5 delen we de specifiek voor Barendrecht beschermde houtopstanden in. En hoofdstuk 6 handelt over de bijzondere bescherming van beschermde houtopstanden, waarbij gekeken wordt naar procedure, herplant, handhaving, uitgangspunten bij overlast en werken in de nabijheid van (beschermde) houtopstanden.

3 RELATIE GROENBELEID EN BOMENVERORDERNING

Bomen in een stenige omgeving hebben het niet makkelijk. Ze zijn namelijk uit hun natuurlijke omgeving gehaald en geplant in een bebouwde omgeving die hun eerder vijandig dan vriendelijk gezind is. Bovendien zijn bomen niet de enige ruimtegebruikers in het openbaar gebied. Het belang van bomen voor de leefbaarheid en als drager van de groenstructuren, verplichten ons echter de bomen een leefbare plaats te bieden in de openbare ruimte van Barendrecht.

3.1 Groenvisie Barendrecht 2030

Met de vaststelling van de Groenvisie Barendrecht 2030 (27 juni 2023) is het belang van groen wederom voor het voetlicht gebracht. Ecosysteemdiensten als ‘verbeteren luchtkwaliteit’, ‘vastleggen CO2’, ‘verkoelen leefomgeving’ etc. komen voornamelijk op het conto van bomen. Het zijn dan ook juist de bomen die een belangrijke rol (gaan) spelen bij klimaatadaptatie. Daarom steekt de Groenvisie in op het duurzaam in stand houden van onze bomen en op extra aanplant.

De (volgende) groenvisie wordt onderdeel van de toekomstige Omgevingsvisie.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1: Groenstructuurkaart Groenvisie Barendrecht 2030

3.2 Groenbeheerplan 2024-2028

Het Groenbeheerplan richt zich op het in stand houden van ons groen. Voor een efficiënt en effectief beheer van onze 23.500 bomen is beheer en onderhoud immers essentieel. Regelmatige boominspecties en snoei borgt de veiligheid van de woon- en leefomgeving. Inboet en vervanging is nodig voor instandhouding van boomstructuren en het groene beeld van de openbare ruimte.

3.3 Groene Kaart

De Groene Kaart van Barendrecht bevat een samenhangend geheel van solitaire monumentale bomen, bomen in groengebieden en lijnvormige boomstructuren langs wegen in de gemeente. De Groene Kaart is een belangrijk instrument bij de beoordeling van omgevingsvergunningsaanvragen voor het kappen van bomen. Het kappen van bomen die niet op de Groene Kaart staan, is vergunningsvrij.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2: Groene Kaart Gemeente Barendrecht 2019

4 GROENE KAART MODEL BOMENVERORDENING

In 2013 is gekozen voor het Groene Kaart Model. Meerwaarde is het op voorhand goed in beeld hebben van de beschermwaardige houtopstanden in de gemeente, gevolgd door een snelle en klantgerichte afhandeling van de kapvraag.

4.1 Groene Kaart Model Bomenverordening

In het Groene Kaart Model is geen sprake van een algemeen kapverbod, maar is er een verbod tot vellen van houtopstanden die zijn aangewezen. De Groene Kaart (zie figuur 2) is een verzameling houtopstanden dat een samenhangend geheel vormt en daardoor veel meer dan een uitgebreide lijst van monumentale bomen. Bij de Groene Kaart hoort ook een register met redengevende beschrijving waarom de houtopstand is opgenomen. Destijds is bewust gekozen voor de combinatie tussen kaart en register in plaats van alleen een register van beschermde houtopstanden. Een kaart sluit immers goed aan bij de systematiek van andere ruimtelijke instrumenten. Bovendien zorgt een kaart voor een coherent geheel, waardoor de groene verbindingen eerder opvallen.

4.2 Redengevende beschrijving

Van iedere houtopstand die op de Groene Kaart staat, wordt een redengevende beschrijving gegeven. Met behulp van deze motivering is duidelijk waarom de desbetreffende houtopstand is aangewezen als beschermde houtopstand. Dit voorkomt niet alleen juridische complicaties, maar creëert tevens draagvlak voor het duurzaam in stand houden van deze houtopstanden. Deze beschrijving geeft immers meer inzicht en duidelijkheid omtrent de leeftijd, de waarden (beeldbepalende (B), natuur (N), cultuurhistorische (C) en dendrologische (Z)) en de eventuele bijzondere functies van de houtopstand. Daarnaast is de redengevende beschrijving een toetsingskader bij een vergunningsaanvraag om het besluit beter te motiveren en af te wegen.

Voor de individuele en particuliere bomen zijn een drietal randvoorwaarden van toepassing, te weten leeftijd, gevaarzetting en toekomstverwachting. Daarnaast dienen deze bomen ook een beeldbepalende, cultuurhistorische, natuur-/ecologische en/of zeldzaamheid-/dendrologische waarde te hebben.

4.3 Actualisatie Groene Kaart

Belangrijk is de Groene Kaart actueel te houden. Het kan immers zijn dat een boom is verdwenen of dat een boom of –structuur toch op de kaart thuishoort. De actualisatiecyclus is ca. 4-5 jaar, maar het college kan ook tussentijds houtopstanden aan de Groene Kaart toevoegen.

De huidige Groene Kaart Barendrecht dateert uit 2019, dus is deze in principe aan een update toe. Echter: de regels voor het kappen van bomen komen op termijn terecht in het Omgevingsplan. Op dit moment is alleen niet duidelijk wanneer het Barendrechtse Omgevingsplan klaar is (gemeente heeft daar tot 1 januari 2032 de tijd voor). Om die reden –en omdat de huidige Groene Kaart nog redelijk up-to-date is en geen grote omissie bevat– staat het actualiseren ervan niet hoog op de prioriteitenlijst.

5 BOMEN IN BARENDRECHT

In principe is iedere boom uniek en heeft zijn eigen functie en uitstraling. Dat wil niet zeggen dat iedere boom even belangrijk is. Een vrijstaande, volgroeide linde van 120 jaar draagt met zijn ecosysteemdiensten immers veel meer bij aan de kwaliteit van de openbare ruimte dan een 10-jarige berk. De Barendrechtse bomen verdelen we in drie categorieën: monumentale bomen, belangrijke bomen in lijn- en groepsverband en overige bomen.

5.1 Monumentale bomen

De randvoorwaarden en waardecriteria voor de Barendrechtse monumentale bomen zijn afgeleid van de criteria van de Bomenstichting. Zo moet een Barendrechtse monumentale boom minimaal voldoen aan onderstaande randvoorwaarden:

  • -

    de boom heeft een leeftijd van tenminste 50 jaar

  • -

    de boom levert geen gevaar op voor de woon- en leefomgeving

  • -

    de boom verkeert in een zodanige conditie dat volledig verval niet binnen 10 jaar is te verwachten

Daarnaast dient een monumentale boom nog iets ‘extra’s’ te hebben. Daarom wordt een boom die aan de randvoorwaarden voldoet, maar waaraan niet één van onderstaande waardecriteria kan worden toegeschreven, niet aangemerkt als monumentaal.

Beeldbepalende waarde (B)

De vorm, omvang en standplaats van een boom bepaalt of een boom een beeldbepalende waarde heeft. Een boom in een omgeving waarin geen bomen voorkomen, heeft een hoge beeldbepalende functie en is in principe onvervangbaar voor het karakter van de omgeving. Daarnaast is het belangrijk dat een boom (of een deel ervan) zichtbaar is vanuit de openbare ruimte.

Cultuurhistorische waarde (C)

Een boom is van cultuurhistorische waarde als deze een rol van betekenis speelt in de geschiedenis van de omgeving. Te denken valt aan:

  • -

    herdenkingsboom (geplant ter gelegenheid van een belangrijke gebeurtenis, bijv. geboorte van een prins of prinses, huwelijk etc.)

  • -

    markeringsboom (geplant ter markering, zoals grensbomen in agrarisch gebied of bakenbomen langs rivieren)

  • -

    kruis/kapelboom (geplant naast een kapel of kruisbeeld om de locatie te benadrukken)

  • -

    boom met een bijzondere snoeivorm (bijv. leivorm)

  • -

    boom met een bijzondere groeivorm (bijv. twee- of meerstammig, geënte bomen, etc.)

  • -

    boom met een mythologische betekenis (bijv. een kroezeboom)

  • -

    geschenkboom

  • -

    adoptieboom

  • -

    bijzonder fruitras (bijv. de sterappel)

Natuur- en ecologische waarde (N)

Een boom is qua natuurwaarde en/of uit ecologisch oogpunt van waarde als deze ecologisch gezien wat extra’s toevoegt. Hetzij uit natuurhistorische oogpunt (restant oud natuur- of bosgebied, houtwal etc.) hetzij van belang voor een plaatselijk ecosysteem (verblijfplaats beschermde soorten, ‘stepping stone’, corridor/verbinding etc.)

Zeldzaamheid en dendrologische waarde (Z)

Een boom is dendrologisch (dendrologie is de studie van bomen, heesters en houtachtige planten) waardevol als de soort in Nederland zeldzaam of zeer zeldzaam is. In het boek ‘Nederlandse Dendrologie’ van dr. B.K. Boom wordt dit per variëteit aangegeven. Het kan voorkomen dat een bepaalde boomsoort in Nederland algemeen voorkomt, maar in een bepaalde streek toch een zeldzaamheid is. Volgens dr. B.K. Boom is de boom dan nationaal gezien niet dendrologisch waardevol, maar kan voor een bepaald gebied toch als dendrologisch waardevol worden aangemerkt.

5.2 Belangrijke bomen in lijn- of groepsverband

Hieronder vallen de bomen in grote groengebieden, lijnvormige structuren en (woon)wijken.

5.2.1Grote groengebieden

Tot de grote groengebieden behoren de groenparken (park Buitenoord, park Nieuweland, Riederpark, park Lagewei, Stationsoverkapping en Carnisserpark), de sportparken (sportpark De Bongerd, sportpark Ziedewij, sportpark Smitshoek en sportpark De Doorbraak) als ook beide begraafplaatsen (Scheldestraat en Den Ouden Dijck). De functie van ieder park is bepalend voor de inrichting.

5.2.2Lijnvormige structuren

De belangrijkste lijnvormige structuren worden gevormd door de bomenrijen op de dijken, langs de hoofdwegen, langs de doorgaande fietspaden en naast de TramPlus.

5.2.3Wijkstructuren

De boomstructuren in de woonwijken en op de bedrijfsterreinen bestaan uit een mix van solitaire bomen, bomenrijen en boomgroepen die het groene karakter van de wijk bepalen.

5.2.4Houtopstanden buiten bebouwde komgrens houtopstanden/bebouwingscontour houtkap

De ‘bebouwde komgrens houtopstanden’ bepaalde of het kappen van bomen onder gemeentelijke regelgeving (binnen bkh) of de Wet natuurbescherming (buiten bkh) viel. De Omgevingswet spreekt van ‘bebouwingscontour houtkap’. De Omgevingswet verplicht de gemeenteraad een ‘bebouwingscontour houtkap’ vast te stellen in het Omgevingsplan. Binnen deze contour gelden de gemeentelijke kapregels; erbuiten de geldende regels in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).

5.3 Overige bomen

5.3.1Overige particuliere bomen

Alle particuliere bomen die niet zijn aangemerkt als monumentaal, behoren tot deze categorie (van acacia tot zilverspar).

5.3.2Overige publieke bomen

Alle publieke bomen (binnen de ‘bebouwde komgrens houtopstanden’ of ‘bebouwingscontour houtkap’) die niet specifiek op de Groene Kaart staan, vallen onder deze categorie. Dit zijn de bomen in kleine plantvakken, langs woonstraten, op speelplaatsen etc. Gezien de vaak beperkte boven- en ondergrondse groeiplaats is de toekomstverwachting van deze boom niet hoog en de levensduur kort. In de openbare ruimte van Barendrecht komen zo’n 350 verschillende boomsoorten voor (zeg maar van Acer (esdoorn) tot Zelkova (zelkova). De belangrijkste reden voor het toepassen van verschillende soorten en variëteiten is een lagere vatbaarheid voor ziekten en aantastingen. Bovendien is het aanplanten van verschillende boomsoorten goed voor de diversiteit in vorm en kleur en daarmee voor een toename van de belevingswaarde.

6 BESCHERMING VAN BOMEN

De bomen op de Groene Kaart genieten middels de Bomenverordening een speciale beschermingsstatus. Belangrijk is dan ook om procedures helder te hebben, zicht te hebben op de herplantverplichting en handhaving en hoe we omgaan met overlastklachten/meldingen. Daarnaast is werken bij (beschermde) bomen een belangrijk aandachtspunt.

6.1 Procedures

6.1.1Beschermde houtopstanden Groene Kaart

Voor het vellen van een beschermde houtopstand is een omgevingsvergunning nodig (aanvragen via Home - Omgevingsloket (overheid.nl)). In eerste instantie kijken we of alle relevante gegevens zijn ingevuld. Vervolgens wegen we zorgvuldig de criteria af (zwaarwegend maatschappelijk belang en/of voorkomen letsel/schade) en nemen we een besluit al dan niet inclusief aanvullende bepalingen als aantal en soort te herplanten bomen.

6.1.2Niet-beschermde publieke houtopstanden

Voor niet-beschermde publieke houtopstanden geldt dat inwoners recht hebben op informatie/participatie bij ingrijpende wijzigingen in de woonomgeving. Om die reden is communicatie een must. Afhankelijk van de situatie kiezen we voor een bericht in de Blik op Barendrecht, het sturen van een bewonersbrief of het informeren via de website Bomen in Barendrecht - Gemeente Barendrecht. Indien mogelijk passen we de plannen aan naar de wensen van belanghebbenden.

6.1.3Niet-beschermde particuliere bomen

Particuliere bomen die niet op de Groene Kaart staan, zijn vrijgesteld van de vergunningsplicht. Met deze deregulering is er voor de burger sprake van minder overheidsbemoeienis en meer eigen verantwoordelijkheid voor een groene woon- en leefomgeving.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3: Schematische weergave

6.2 Uitzonderingen

Uit veiligheidsoogpunt is het soms nodig om bomen te kappen. Daarom zijn de bomen die vanuit een BVC/VTA (visuele boomveiligheidscontrole/Visual Tree Assessment) het advies ‘rooien’ krijgen, in Barendrecht vrijgesteld van een vergunningsplicht. Daarnaast is het soms nodig om uit beheeroogpunt bomen te kappen. Om die reden is voor het vellen van hakhout ter uitvoering van regulier onderhoud geen vergunning nodig. Dit geldt ook voor het periodiek knotten of kandelaberen van bomen. De laatste uitzondering in deze is het dunnen van een houtopstand, waarbij maximaal 30% van het aantal stammen wordt verwijderd.

6.3 Herplant

De gemeente streeft naar het op peil houden –en waar mogelijk– verbeteren en uitbreiden van het bomenbestand. Voor wat betreft het opleggen van een herplantplicht, maken we onderscheid in publieke houtopstanden en monumentale bomen van particulieren.

6.3.1Herplant publieke houtopstanden

Aan een omgevingsvergunning voor het vellen van een beschermde publieke houtopstand wordt een verplichting tot herplant gekoppeld. In beginsel op dezelfde plaats, met hetzelfde aantal en met een soort in dezelfde boomgrootteklasse (1: eindbeeld >15m.; 2: eindbeeld 6-15 m. en 3: eindbeeld <6m.) Soms is dit niet mogelijk of gewenst. Dan zoeken we een alternatief (bijv. drie bomen van boomgrootteklasse 2 in plaats van één boom van boomgrootteklasse 1 of andersom). Belangrijk afwegingskader is de aanwezigheid van voldoende bovengrondse en ondergrondse groeiruimte. De basis van een gezonde boom is immers een goede groeiplaats met voldoende vocht, voeding zuurstof en ontwikkelingsruimte.

Omdat er geen vergunningsplicht is voor het vellen van publieke bomen die niet op de Groene Kaart staan, is in die gevallen officieel geen sprake van een herplantverplichting. Uiteraard kijken we of bij het vellen van niet-beschermde publieke bomen herplant mogelijk is. Bij het bepalen van deze herplant speelt naast de beschikbaarheid van voldoende groeiplaats ook de beheerbaarheid van de toekomstige houtopstand een belangrijke rol.

6.3.2Herplant particuliere monumentale houtopstanden

Iedere particuliere monumentale boom is uniek en staat op een unieke plaats. Eigenlijk zijn deze bomen qua huidige omvang en verschijning onvervangbaar. Het is daarom niet reëel om bij particuliere monumentale bomen altijd een herplantverplichting op te leggen. Als een dergelijke boom doodgaat of uit veiligheidsoogpunt gerooid moet worden, wordt aan de omgevingsvergunning in beginsel geen herplantplicht gekoppeld. Dit omdat een nieuwe boom nooit de functie kan vervullen die de oorspronkelijke boom jarenlang heeft bekleed. Immers: de uitstraling van een 120-jarige beuk met een stamdiameter van 1 meter en een boomhoogte van 12 meter, is anders dan het beeld van een pas aangeplante beuk met een stamdiameter van 6 cm. en een boomhoogte van 5 meter.

Als sprake is van illegale kap of opzettelijke beschadiging van particuliere monumentale bomen, dan legt het college in beginsel, met inachtneming van de situatie en omstandigheden, een herplantplicht op (zie paragraaf 6.4).

6.4 Handhaving

Bij illegale velling van een beschermde houtopstand zoekt de gemeente met de overtreder of eigenaar naar een goede oplossing voor herplant. Daarbij beoordeelt zij op basis van de situatie en omstandigheden of herplantplicht onder oplegging van een last onder bestuursdwang of een dwangsom zal plaatsvinden. Als hierover geen overeenstemming wordt bereikt, doen we aangifte bij de politie.

Bij beschadiging (bijv. aanrijdschade) of verlies van gemeentelijke bomen verhalen we in beginsel altijd de schade op de veroorzaker. In alle gevallen wordt de schade getaxeerd door een onafhankelijk boomtaxateur die is aangesloten bij de NVTB – Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (www.boomtaxateur.nl).

6.5 Bomen en overlast

Waar bomen enerzijds bijdragen aan het welzijn van de mens, hebben zij ook soms een negatieve invloed op de leefbaarheid van hen Ook in Barendrecht hebben inwoners soms last van bomen en vragen de gemeente deze te verwijderen of te snoeien om de overlast weg te nemen of te verminderen.

Nu blijkt uit jurisprudentie dat een ieder een zekere mate van naburige hinder van bomen dient te dulden en te dragen. Echter wat de één als overlast beleeft, ziet de ander als een positieve bijdrage aan de leefomgeving. Overlast is dan ook iets subjectiefs en dat maakt de discussie erover lastig.

6.5.1Beoordelingscriteria boomwaarde en overlastwaarde

Objectieve beoordelingscriteria qua ‘boomwaarde’ en ‘overlastwaarde’ zorgen in deze voor een onderbouwde afweging. Als het puntentotaal ‘overlastwaarde’ hoger is dan die van de ‘boomwaarde’, is sprake van disproportionele overlast en zal de gemeente de boom/bomen kappen al dan niet vervangen door een andere soort. Het maximale puntenaantal voor zowel de ‘boomwaarde’ als de ‘overlastwaarde’ bedraagt 100.

Boomwaarde 1: toekomstverwachting

De toekomstverwachting is gebaseerd op het Handboek Bomen en de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB). Toekomstverwachting is een momentopname beoordeeld op basis van gelijkblijvende (groei-/beheer)omstandigheden op grond van actuele boomtechnische aspecten en technische staat (zoals actuele conditie, groeiontwikkeling, ziektes, aantastingen of gebreken).

Goed

Ten aanzien van de mechanische en/of fysiologische toestand van de boom, worden binnen een termijn van >15 jaar geen problemen verwacht

30 punten

Redelijk

Ten aanzien van de mechanische en/of fysiologische toestand van de boom, worden binnen een termijn van 5-15 jaar geen problemen verwacht

20 punten

Matig

De mechanische en/of fysiologische toestand van de boom is duidelijk verminderd, maar herstel is mogelijk (toekomstverwachting 5-15 jaar)

10 punten

Slecht*

De mechanische en/of fysiologische toestand van de boom is minimaal/nihil en herstel is niet/nauwelijks mogelijk (toekomstverwachting <5 jaar)

0 punten

*als sprake is van een slechte toekomstverwachting worden de andere boomwaardecriteria niet beoordeeld en zal de boom/bomen worden gekapt.

Boomwaarde 2: beschermwaardigheid

De Groene Kaart (figuur 2 en hoofdstuk 4) vormt de basis van dit criterium.

Monumentaal

Bomen bedoeld in paragraaf 5.1

30 punten

Hoofdstructuur

Bomen bedoeld in paragraaf 5.2.1, 5.2.2 en 5.2.3

20 punten

Overig

Bomen bedoeld in paragraaf 5.3.2

10 punten

Boomwaarde 3: zichtbaarheid

Zichtbare bomen dragen bij aan de esthetiek van en zijn de oriëntatiepunten in de openbare ruimte.

Goed

Van de totale boom is meer dan 50% zichtbaar vanaf de openbare weg

20 punten

Redelijk/matig

Van de totale boom is tussen de 20% en 50% zichtbaar vanaf de openbare weg

10 punten

Niet

Van de totale boom is minder dan 20% zichtbaar vanaf de openbare weg

0 punten

Boomwaarde 4: inheemse boomsoort

Een inheemse boomsoort is een boomsoort die van nature in Nederland voorkomt. Ze is geëvolueerd en heeft zich aangepast aan de specifieke klimatologische, bodem- en ecologische omstandigheden. Daarmee is ze beter bestand tegen klimaatverandering en goed voor de biodiversiteit.

Inheems

Conform https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_boomsoorten_in_Nederland

20 punten

Niet inheems

Conform https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_boomsoorten_in_Nederland

0 punten

Overlastwaarde 1: mate van overlast

Het algemeen belang is gediend met de aanwezigheid van bomen. Daarom is niet elke vorm van overlast onrechtmatig. Artikel 5:44 lid 1 Burgerlijk Wetboek geeft een eigenaar van een perceel het recht om overhangende takken te verwijderen (na aanmaning). Dit recht is wel begrensd. Overmatige snoei mag niet leiden tot onherstelbare schade of het afsterven van de boom. Lid 2 van artikel 5:44 BW geeft een perceeleigenaar het recht om ingroeiende wortels te verwijderen. Verzuimt een eigenaar dit regelmatig te doen, dan zijn de gevolgen (bestratingsopdruk, wortelingroei riolering) voor hem zelf. Voor wortelkap geldt dat dit niet de stabiliteit van de boom mag aantasten of tot gevolg heeft dat de boom afsterft.

In dit criterium is de zwaarste mate van overlast bepalend en het puntentotaal is niet cumulatief.

Ernstige overlast

Bij aantoonbare schade en onevenredig financieel nadeel*

40 punten

Matige overlast

Bij het onthouden van daglicht in een leef- en/of werkruimte

20 punten

Lichte overlast

Bij een verhoogde frequentie van onderhoud aan particuliere eigendommen of verhardingsopdruk

10 punten

Geen overlast

Bij natuurlijke processen als blad-, bloesem- en vruchtval, verspreiding van zaden en pluizen, aanwezigheid van vogels etc.

5 punten

*zonnepanelen en –collectoren uitgezonderd; zie paragraaf 6.5.2

Overlastwaarde 2: tijdsduur van overlast

Hoe lang duurt de overlast gezien over de periode van een jaar.

Gehele jaar

30 punten

Seizoensgebonden

20 punten

Enkele weken

10 punten

Enkele dagen

5 punten

Overlastwaarde 3: afstand van stam tot object

Burgerlijk Wetboek Boek 5 Artikel 42 (5:42 BW) geeft het bekende verwijderingsrecht voor bomen. In artikel 11 van de Barendrechtse Bomenverordening is de afstand van de erfgrenslijn voor bomen vastgesteld op 0,5 meter. Onder objecten verstaan we woningen, openbare gebouwen, winkel- en kantoorpanden etc. Bijgebouwen als schuren, loodsen, tuinhuisjes, garages e.d. vallen hier niet onder.

Minder dan 0,5 meter

15 punten

Tussen 0,5 en 2 meter

10 punten

Tussen 2 en 5 meter

5 punten

Meer dan 5 meter

0 punten

Overlastwaarde 4: afstand van kroon tot tuin

De afstand van de boomkroon tot de tuin is mede bepalend voor de mate van en kans op overlast.

Minder dan 2 meter

15 punten

Tussen 2 en 5 meter

10 punten

Tussen 5 en 10 meter

5 punten

Meer dan 10 meter

0 punten

Naast het kappen van bomen zijn er tal van andere maatregelen om boomoverlast te verminderen of weg te nemen. Snoeien is er daar één van maar wel gericht op een duurzame instandhouding van de boom (toppen of halveren is daarom geen optie). Andere boombesparende maatregelen zijn: vaker vegen (bij veel natuurlijk afval), vergroten boomspiegel/plantvak en herstraten verharding (bij wortelopdruk), inzetten van natuurlijke vijanden en bevorderen biodiversiteit (bij bestrijding van insecten) etc.

6.5.2Uitzonderingen

Twee specifieke gevallen maken geen deel uit van de overlastbeoordelingscriteria, te weten:

Zonnepanelen en –collectoren

Bij het verduurzamen van de energievoorziening spelen zonnepanelen en –collectoren een belangrijke rol. Maar soms zorgt de schaduw van gemeentelijke bomen voor rendementsverlies gevolgd door verzoeken om bomen te kappen of te toppen. Aangezien bij de keuze voor zonnepanelen en –collectoren vaak een individueel economische belang speelt en er technische oplossingen zijn bij rendementsverlies van gedeeltelijke schaduwwerking, zijn zonnepanelen en –collectoren uitgezonderd van het aspect ‘financieel nadeel’.

Pollenallergie

Tijdens de bloeifase ontwikkelen diverse boomsoorten –als berk, els en hazelaar– pollen (=stuifmeel) die bij mensen allergische reacties kunnen oproepen. Niezen, geïrriteerde en tranende ogen of benauwdheid is zeker hinderlijk en te zien als gezondheidsklachten. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt echter dat pollen zich via de wind over (zeer) grote afstanden verspreiden. Daarnaast staan allergie-veroorzakende bomen niet alleen in openbaar gebied, maar ook in particuliere tuinen. Het verwijderen van één of enkele ‘pollenbomen’ uit de openbare ruimte heeft dan ook niet of nauwelijks invloed op de hoeveelheid allergenen in de lucht. Gelukkig zijn de meeste mensen niet allergisch voor alle boomsoorten, waardoor de klachten meestal beperkt blijven tot enkele weken. Ook is de overlast niet altijd even groot omdat deze afhankelijk is van de weersomstandigheden. Aan de andere kant hebben ook allergiepatiënten baat bij bomen vanwege hun stofopvangend en luchtzuiverend vermogen.

6.6 Werken bij beschermde bomen

De kans dat individuele of lijnvormige beschermde houtopstanden worden omgezaagd zonder vergunning is niet groot. Het risico van sluipenderwijs afsterven door ziektes of ingrepen in de ondergrondse groeiplaats is veel groter. Daarom is het belangrijk om bij het werken in de omgeving van (beschermde) bomen de eisen uit het Handboek Bomen 2022 (hoofdstuk 2 en bomenposter ‘Werken rond bomen’) in ogenschouw te nemen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4: Bomenposter ‘Werken rond bomen’

Ondertekening

Bijlage 1: Definities

Dunnen

Selectieve kap van bomen die wordt uitgevoerd om toekomstbomen meer ruimte/licht te geven (nabootsen van een natuurlijke stamtalvermindering).

Hakhout

Term voor houtopstanden die regelmatig gekapt worden tot net boven de stambasis, waarna uit de stronken weer nieuwe bomen kunnen groeien.

Inboeten

Het opnieuw aanplanten van een boom daar waar deze om wat voor oorzaak (droogte, schade, ziekte, veiligheid etc.) is verdwenen.

Veiligheidssnoei

Het verwijderen van takken die een voorzienbaar gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid van de directe omgeving (grof dood hout, ernstige beschadigde of aangetaste takken, takken met een te hoge mechanische belasting, takken met een slechte takaanzet zoals plakoksels of ingerotte takoksels etc.)

VTA

Staat voor Visual Tree Assessment. Dit is een methode waarbij een specialist de houtopstand visueel beoordeelt op mechanische afwijkingen en biologische kenmerken die duiden op een veiligheidsrisico.