Subsidieregeling Mestreechter taol en cultuur 2024-2026

1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het stimuleren en ondersteunen van de Maastrichtse taal en cultuur.

2. Activiteiten moeten voldoen aan een of twee van de volgende inhoudelijke criteria:

• a.

  Kennismaken met Maastrichtse taal en cultuur: aandacht genereren voor de Maastrichtse taal en cultuur door het bieden van een divers aanbod, zoals bijvoorbeeld: verhalen, rap, zang, dans, kinderliedjes, video, film, spoken word, nieuwe woorden, belevingswereld jongeren etc.;

• b.

  Stimuleren van de Maastrichtse taal en cultuur: Inwoners (met name jongeren) enthousiasmeren voor Maastrichtse taal en cultuur door het ontwikkelen van cross-overs met beeldende kunst, openbare ruimte, poëzie, erfgoed, historie, digitaal gebruik etc.

3. Activiteiten moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

• a.

  De activiteit vindt plaats in de gemeente Maastricht;

• b.

  De activiteit is gericht op inwoners van Maastricht;

• c.

  De activiteit dient uiterlijk 31 december 2026 te zijn verricht.

1. Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 bedraagt het subsidieplafond in totaal per jaar € 105.000,-

2. Jaarlijks vindt er een indexering van het subsidieplafond plaats.

3. Wijzingen in het subsidieplafond na de vaststelling zoals bedoeld in artikel 2, behoudens wijzingen als gevolg van jaarlijkse prijsindexeringen, worden door het college vastgesteld en openbaar bekend gemaakt.

4. Het in enig kalenderjaar resterende gemeentelijke subsidieplafond wordt niet herverdeeld.

5. Eventueel bij de vaststelling teruggevorderde bedragen worden niet herverdeeld.

6. Budget van de subsidieregeling dat binnen het subsidiejaar niet besteed wordt, zal worden toegevoegd aan het subsidieplafond van het daaropvolgende jaar.

1. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

2. Niet voor subsidie in aanmerking komen:

• a.

  Kosten die door de subsidieaanvrager zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag;

• b.

  Kosten die reeds gesubsidieerd of gefinancierd worden vanuit een andere subsidie- of inkooprelatie met de gemeente Maastricht;

• c.

  Kosten voor activiteiten die (reeds) uit eigen middelen worden verricht en gefinancierd;

• d.

  Interne loonkosten.

1. Een subsidie bedraagt minimaal € 500,- en maximaal €10.000,-.

2. De gemeentelijke subsidie bedraagt maximaal 75% van de totale projectbegroting.

3. De subsidiebedragen zijn inclusief BTW.

1. Verdeling van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidieregeling vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

2. De aanvraag wordt getoetst aan de criteria en voorwaarden zoals bepaald in artikel 3.

3. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

4. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

5. De aanvraag wordt niet in behandeling genomen indien op het moment van ontvangst van de aanvraag het subsidieplafond voor het jaar waarvoor de aanvraag wordt ingediend reeds is bereikt.

1. De aanvraag om een subsidie dient:

• a.

  inzichtelijk te maken hoe de activiteit wordt uitgevoerd;

• b.

  inzichtelijk te maken hoe de activiteit voldoet aan de criteria zoals genoemd in artikel 3;

• c.

  inzichtelijk te maken voor welke doelgroep de activiteit is bedoeld, hoe deze doelgroep wordt bereikt en wat het te verwachten publieksbereik is;

• d.

  inzichtelijk te maken wat de looptijd is van de activiteit;

• e.

  een sluitend financieel overzicht te geven van de aan de activiteit verbonden begrote inkomsten en -uitgaven (begroting).

2. Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, legt tevens over: een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

1. Overeenkomstig artikel 9, derde lid, aanhef en onder f, van de ASV, kan subsidieverlening worden geweigerd als:

• a.

  De subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente Maastricht;

• b.

  De middelen niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

• c.

  Voor de activiteit of het programma van activiteiten reeds subsidie is verleend door het college;

• d.

  De aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met het algemeen belang of de openbare orde;

• e.

  De activiteiten een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben;

• f.

  Aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zouden worden uitgevoerd;

• g.

  Als uit de begroting blijkt dat betaling van ingehuurde projectmedewerkers niet geschiedt volgens de wijze zoals opgenomen in de Fair Practice Code.

1. Subsidies tot en met € 5.000,- worden direct vastgesteld.

2. Bij subsidies van meer dan € 5.000,- en ten hoogste € 10.000,- dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een rechtsgeldig ondertekende aanvraag tot vaststelling in.

3. De aanvraag bevat zoals bedoeld in lid 2 bevat:

4. Een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan; en

5. Een jaarrekening of een financieel verslag bestaande uit een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten.

6. In overeenstemming met artikel 10, eerste lid, van de ASV, kunnen bij verleningsbeschikking nadere regels bepaald worden over de verantwoordingswijze.

7. Burgemeester en wethouders stellen een subsidie van meer dan € 5.000,- vast binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling.

1. In geval van verlening van een subsidie van ten hoogste €5.000,- wordt een voorschot verstrekt van 100%.

2. In geval van verlening van een subsidie van meer dan €5.000,- wordt een voorschot verstrekt van 90%.

3. Een voorschot wordt binnen 30 dagen na verzenddatum van de verleningsbeschikking overgemaakt op de rekening van de subsidieontvanger.

1. In gevallen, de uitvoering van deze subsidieregeling betreffend, waarin deze subsidieregeling niet voorziet, beslist het college;

2. Het college kan afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling, indien toepassing van deze subsidieregeling gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 augustus 2024.

2. Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2026.

3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Mestreechter taol en cultuur 2024-2026.