Aanwijzingsbesluit Cameratoezicht gemeente Oldambt 2024-1

Overwegende

• • dat in de periode van 4 tot en met 6 juli 2024 een evenement plaatsvindt op en rond het Marktplein in Winschoten;

• • dat een eerdere editie van dit evenement geen doorgang kon vinden vanwege bijzondere veiligheidsrisico’s die rondom dit evenement en de binnenstad van Winschoten speelden;

• • dat het gebied gelegen op en rond het Marktplein, dat wil zeggen het Marktplein, de Torenstraat, het Burgemeester Schönfeldplein en het begin van de Langestraat het uitgaansgebied van Winschoten vormt waardoor tijdens het evenement als gevolg van de concentratie van horecavoorzieningen en het evenemententerrein sprake is van de min of meer langdurige aanwezigheid van grote groepen personen op verschillende tijdstippen van de dag en nacht;

• • dat tijdens veelvuldig voorkomende evenementen en festiviteiten sprake is van een grote gebruiksdrukte binnen dit gebied;

• • dat eerdere jaren, maar ook recent, een aantal zeer ernstige geweldsincidenten hebben plaatsgevonden, onder meer in de buurt van het Marktplein;

• • dat het noodzakelijk is om tijdens het evenement en gedurende de in deze considerans genoemde periode intensief politietoezicht toe te passen ten einde de openbare orde en de veiligheid van bezoekers van de horeca en het evenement en de bewoners van het gebied te kunnen waarborgen;

• • dat de politie niet de capaciteit heeft om dit intensieve politietoezicht uit te voeren;

• • dat na overleg met de politie de hierna genoemde gebieden zijn bepaald waar het in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is om tijdelijk cameratoezicht in te stellen in het gebied binnen:

  • •

    het Marktplein met inbegrip van het Burgemeester Schönfeldplein;

  • •

    de Torenstraat en de Kerkstraat;

  • •

    het begin van de Langestraat;

• • dat cameratoezicht een effectieve ondersteuning is van dit politietoezicht en in het adequaat kunnen optreden bij verstoringen of dreigende verstoringen van de openbare orde;

• • dat onder handhaving van de openbare orde als bedoeld in artikel 151c van de Gemeentewet, ook valt de algemene bestuurlijke voorkoming van strafbare feiten die invloed hebben op de orde en rust in de gemeentelijke samenleving,

• • dat cameratoezicht een preventieve werking heeft op veel voorkomende criminaliteit en overlast;

• • dat de inzet van camera’s het meest geëigende middel is ter handhaving van de openbare orde, waaronder aanhoudende en zich verplaatsende overlast, criminaliteit en verstoringen of dreigende verstoringen van de openbare orde;

• • dat de belangen van openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en van strafbare feiten en de veiligheid in het onderhavige geval zwaarder wegen dan het individuele belang van de burgers,

• BESLUIT:

Artikel 1 Tijdelijk cameratoezicht

• 1. Het volgende gebied aan te wijzen als gebied waar met ingang van 4 tot en met 8 juli 2024, ter handhaving van de openbare orde camera’s worden geplaatst, zoals aangeduid op de als bijlage bij dit besluit toegevoegde plattegrond, zijnde het gebied binnen de roden lijnen op de als Bijlage 1 bijgevoegde kaart, bestaande uit:

  • a.

    het Marktplein met inbegrip van het Burgemeester Schönfeldplein;

  • b.

    de Torenstraat en de Kerkstraat;

  • c.

    het begin van de Langestraat;

• 2. Dat in het in lid 1 aangewezen gebied als volgt toepassing wordt gegeven aan het cameratoezicht:

  • a.

    de camera’s kunnen worden uitgekeken;

  • b.

    de camerabeelden worden opgenomen gedurende 24 uren per dag.

• 3. Dat bij (dreigende) incidenten, verstoringen of dreigende verstoringen van de openbare orde of calamiteiten, de politie, in overleg met de burgemeester, kan besluiten de camera’s live uit te lezen en/of camerabeelden op te nemen;

• 4. De opgenomen beelden kunnen worden uitgelezen en opgeslagen. In het laatste geval worden zij maximaal vier weken bewaard;

• 5. De beelden kunnen worden gebruikt in het kader van de opsporing van strafbare feiten, na overleg met de officier van justitie van het Arrondissementparket Noord-Nederland.

Artikel 2. Inwerkingtreding

• Dit besluit treedt in werking op 3 juli 2024.

Artikel 3. Geldigheidsduur

• Dit besluit is geldig van 4 juli 2024 tot en met 8 juli 2024.

Bezwaar

U kunt tegen dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de burgemeester van de gemeente Oldambt conform artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van verzending van het besluit zijn ingediend.

Een bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Burgemeester van de gemeente Oldambt

Secretariaat adviescommissie bezwaarschriften

Kamer algemene zaken

Postbus 175

9670 AD Winschoten

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet tenminste bevatten:

• •

  de naam en het adres van de indiener;

• •

  de dagtekening;

• •

  een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

• •

  de gronden van het bezwaar.

Een bezwaarschrift kan ook digitaal worden ingediend. Daarvoor moet men wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk daarvoor en voor meer informatie over bezwaar en beroep op de site van de gemeente, https://www.gemeente-oldambt.nl/bezwaar-en-beroep.

Het bezwaarschrift schorst echter de werking van dit besluit niet. U kunt de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, afdeling Bestuursrecht, Postbus 150, 9700 AD Groningen, verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Er moet dan wel sprake zijn van onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen die hiermee zijn gemoeid. Voorwaarde hierbij is dat u ook bezwaarschrift moet hebben ingediend, artikel 8:81 van de Awb. Voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening is een griffierecht verschuldigd.

Het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen kan ook digitaal worden ingediend bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Op genoemde site staan de precieze voorwaarden voor het indienen van een voorlopige voorziening vermeld.

• Bijlage 1

•