Subsidieregeling Innovatiefonds Grenspark Groot Saeftinghe – water & klimaat

Artikel 1 Algemene bepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  landbouwonderneming: een rechtspersoon, een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap, een maatschap of een eenmanszaak die kan worden aangemerkt als een MKB onderneming in Nederland en een KMO onderneming in Vlaanderen in de zin van bijlage 1 van de AGVV.

• b.

  prestatieafspraak: één of meerdere activiteiten geformuleerd in de subsidieverstrekking, die dienen te worden gerealiseerd om in aanmerking te komen voor subsidie.

• c.

  prestatiebewijs: een op basis van dit besluit dan wel in de subsidieverlening als zodanig aangeduid geheel van bewijsmiddelen waarmee onweerlegbaar wordt aangetoond dat de prestatieafspraak is gerealiseerd.

• d.

  innovatie: de inzet van innovatieve technologie gericht op vernieuwing op het thema water of een wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaand product, productieproces of dienst die een risico op technologische of industriële mislukking inhoudt en geen optimalisatie of opschaling is van een bestaande technologie.

• e.

  financiële verantwoording: een verantwoording over de werkelijke kosten en opbrengsten, die direct gerelateerd zijn aan de te subsidiëren activiteit en die zijn afgezet tegen de begrote kosten en opbrengsten.

• f.

  college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst.

• g.

  PoAB: Haven van Antwerpen-Brugge.

• h.

  subsidieverlener: gemeente Hulst en Haven van Antwerpen-Brugge.

• i.

  consortium: een (tijdelijke) samenwerking tussen een aantal MKB / KMO ondernemingen om een bepaald project te realiseren. De samenwerking moet blijken uit een samenwerkingsovereenkomst.

• j.

  MKB / KMO: Alleen MKB of KMO bedrijven komen in aanmerking voor subsidie, conform de definitie uit de MKB verklaring behorende bij deze regeling. MKB en KMO zijn uitwisselbare termen en hebben een gelijke betekenis in deze regeling.

• k.

  subsidie: een financiële bijdrage als tegemoetkoming voor investeringen in innovatie van water en klimaat.

• l.

  (subsidie)aanvraag: verzoek aan het college van burgemeester en wethouders van gemeente Hulst of directiecomité van Haven van Antwerpen-Brugge om subsidie.

• m.

  projectsubsidie: subsidie exclusief BTW, in de vorm van een éénmalige aanspraak op financiële middelen, verleend voor een éénmalig project van een subsidieaanvrager ten behoeve van de gedeeltelijke dekking van de begroting van dat project.

• n.

  subsidiebesluit: beslissing van het college van burgemeester en wethouders van gemeente Hulst of beslissing van het directiecomité van Haven van Antwerpen-Brugge op een subsidieaanvraag.

• o.

  GGS: Grenspark Groot Saeftinghe. Deze regeling is van toepassing op landbouwondernemers in het grensgebied van GGS, het gebied bestaande uit gemeenten Beveren en Sint-Gillis-Waas in Vlaanderen en gemeente Hulst in Zeeuws-Vlaanderen.

• p.

  haalbaarheidsstudie: onderbouwing waarmee het doel van de activiteit haalbaar is.

• q.

  ASV2020: Algemene Subsidieverordening gemeente Hulst 2020.

Artikel 2 Doelstelling en doelgroep

In aanvulling van artikel 3a en 3b van de ASV2020 heeft deze subsidieregeling betrekking op de volgende doelgroepen:

Het doel van de regeling is om uitvoering van innovatieve projecten op het gebied van water en klimaat in GGS te stimuleren.

De subsidieregeling is bestemd voor de volgende doelgroepen:

• -

  Landbouwonderneming gevestigd in GGS (individueel);

• -

  Consortium van twee of meer MKB partijen met tenminste één landbouwonderneming in GGS.

De regeling is bedoeld voor twee onderdelen: 1. Kennis verrijken en 2 Kleinschalig onderzoek en experimenteren. Alleen de landbouwonderneming (in GGS) of een gemandateerd intermediair is bevoegd om namens een consortium een aanvraag in te dienen.

Artikel 3 Subsidieperiode en subsidieplafond

In aanvulling van artikel 5 van de ASV2020 bedraagt de het subsidieplafond:

• a.

  Het aanvragen van subsidie is mogelijk vanaf inwerkingtreding van deze subsidieregeling. De looptijd van het innovatiefonds is tot en met 31 december 2025. Subsidieverlener kan de looptijd verlengen als daartoe aanleiding is. Dit zelfde geldt voor het aanvullen van het budget.

• b.

  De uiterste aanvraagdatum is 31 december 2025 of eerder, te weten op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt. De subsidieverlener kan deze datum met inachtneming van het subsidieplafond aanpassen.

• c.

  De projectkosten zijn voor maximaal één jaar subsidiabel nadat de beschikking is verleend.

• d.

  Voor onderdeel 1 – kennis verrijken – kan via deze regeling subsidie aangevraagd worden voor:

  Inkopen van innovatieadviesdiensten of diensten inzake innovatieondersteuning, in het bijzonder ondersteuning bij planvorming voor het oplossen van het (zoet)waterbeschikbaarheid of het opstellen en uitwerken van een bedrijfswaterplan.

  Analyses van knelpunten in bijvoorbeeld de bodem of het watersysteem die een richting kunnen geven om te innoveren, zoals

  • ○

    Analyse waterbehoefte in relatie tot teeltplan;

  • ○

    Bodemanalyse;

  • ○

    Droogteproblematiek;

  • ○

    Grondwateranalyse;

  • ○

    Analyse zoute kwel of grondwater;

  • ○

    Aanwezigheid van zoetwaterlenzen;

  • ○

    Advies waterbeheervoorziening;

  • ○

    Advies duurzaam bodembeheer;

  • ○

    Landbouwkundig advies;

  • ○

    De voorbeelden die zijn opgenomen in de toelichting behorende bij deze regeling.

• e.

  Voor onderdeel 2 – kleinschalig onderzoek en experimenteren - van deze regeling kan subsidie aangevraagd worden voor kleinere haalbaarheidsonderzoeken en kleinschalige experimenten van nieuwe en bestaande technieken, waarbij te de denken is aan:

  • -

    Peil gestuurde-, antiverzilting-, regelbare-, dubbele of combinatie drainage systemen

  • -

    Aanleg diepe drains

  • -

    Monitoringsystemen met data analyse

  • -

    Mogelijkheden tijdelijke opslag gecombineerd met opwerking van zoetwater

  • -

    Scheiding zoet en brakwater

  • -

    Mogelijkheden tegengaan van verzilting en zoute kweldruk

  • -

    Mogelijkheden irrigatiesystemen zoals druppelirrigatie

  • -

    Kreekrug infiltratie systemen

  • -

    Kleinschalige waterconserveringsstuwen

  • -

    De verwerking van landbouwproducten die aansluiten bij het versterken van ecosysteemdiensten en het in stand houden van het leefgebied van specifieke soorten en landschappen

  • -

    De voorbeelden die zijn opgenomen in de toelichting behorende bij deze regeling.

• f.

  Investeringen in landbouwwerktuigen die bijdragen aan de waterbeschikbaarheid en de doelstellingen van het Grenspark, kunnen worden meegenomen in de projecten. Voor ieder project geldt één machine per ondernemer en per machine is maximaal € 5.000 aan subsidie beschikbaar.

• g.

  In deze regeling kan max. € 25.000 (individueel) en € 50.000 (bij samenwerking van twee of meer partijen) subsidie aangevraagd worden per project, waarbij onderdeel 1 en 2 gecombineerd kunnen worden binnen één aanvraag.

• h.

  Het totale subsidiebedrag is € 400.000,-. Dit totale subsidiebedrag wordt grensoverschrijdend verdeeld ten behoeve van aanvragen op Belgisch grondgebied met een subsidieplafond van maximaal € 200.000 en voor aanvragen op Nederlands grondgebied met een subsidieplafond van maximaal € 200.000. Subsidieverlener kan besluiten het subsidieplafond voor diens grondgebied te wijzigen, als daartoe aanleiding is. Projectvoorstellen welke tijdig (zie ‘i’) werden ingediend en subsidietoekenning kunnen krijgen op basis van de beoordelingscriteria, maar gelet op het subsidieplafond beschikbaar voor het betreffende grondgebied (voorlopig) géén subsidie kunnen krijgen, worden in een zogenaamde ‘wachtkamer’ opgenomen en zullen door EGTS worden uitgenodigd om hun projectvoorstel te bevestigen/actualiseren bij (verhoging subsidieplafond van het Innovatiefonds) een volgende oproep in het kader van een nieuwe beoordelingsronde. De kandidaat kan, uit de opname in de zogenaamde ‘wachtkamer’ echter geen enkel recht putten om effectief aanspraak te kunnen maken op definitieve subsidietoekenning van zijn projectvoorstel. Het bereiken van het subsidieplafond betreft een definitief gegeven en kan enkel verhoogd worden op basis van een gemotiveerde beslissing van de burgemeester en wethouders van gemeente Hulst en het directiecomité van Haven van Antwerpen-Brugge, welke hier autonoom over (kunnen) beslissen.

• i.

  Het bereiken van het subsidieplafond wordt bekendgemaakt op www.streekholders.grensparkgrootsaeftinghe.eu. Aanvragen die na deze bekendmaking worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Artikel 4 Selectiecriteria

In aanvulling van artikel 3a en 3b van de ASV 2020 geld het volgende:

• a.

  Subsidie kan alleen worden aangevraagd door een landbouwonderneming die gevestigd is in het gebied van het Grenspark Groot Saeftinghe, of een consortium waarvan één landbouwonderneming gevestigd is in het gebied Grenspark Groot Saeftinghe.

• b.

  Subsidie kan alleen worden aangevraagd voor investeringen in water en klimaat (onder andere opvang, -opslag, -opwerking, waterbesparing en bodemverbetering) of voor investeringsprojecten ter versterking of ondersteuning van de waardeketen in het kader van een klimaatvriendelijke en agro-ecologische landbouw.

• c.

  Subsidie kan alleen voor projecten worden aangevraagd indien de landbouwonderneming vanuit deze regeling of een andere subsidieregeling niet eerder subsidie heeft ontvangen voor hetzelfde project, dan wel een ander project in deze regeling heeft afgerond en verantwoord. Er kan maar één aanvraag per landbouwonderneming behandeld worden, deze dient eerst afgerond te zijn voordat een nieuwe aanvraag behandeld kan worden. Landbouwondernemingen die in een consortium van minimaal drie of vier landbouwondernemingen een aanvraag hebben gedaan, mogen daarnaast ook een zelfstandige aanvraag indienen.

• d.

  De in rekening te brengen BTW die kan worden teruggevorderd of op enige wijze wordt terugbetaald, komt niet voor subsidie in aanmerking.

• e.

  Subsidie wordt alleen verstrekt voor activiteiten die binnen het Grenspark Groot Saeftinghe plaatsvinden.

• f.

  Alleen voor innovatieve projecten waarvoor nog géén andere subsidies zijn aangevraagd en toegekend, kan in deze regeling een aanvraag gedaan worden.

• g.

  Als noodzakelijke bewijsstukken in de aanvraag ontbreken, dan kan bij behandeling aanvullende gegevens worden gevraagd, zoals vermeld in artikel 8, lid e.

Artikel 5 Weigeringsgronden

In aanvulling van artikel 9 van de ASV2020 wordt een subsidie in ieder geval geweigerd, indien:

• a.

  de aanvrager, pas nadat de werkzaamheden aan het project of de activiteit zijn aangevangen, een schriftelijke aanvraag heeft ingediend.

• b.

  er geen gebruik wordt gemaakt van de door het college en PoAB vastgestelde wijze van aanvragen.

• c.

  bij significant negatieve effecten op de omgeving.

• d.

  er voor hetzelfde project al eerder subsidie is ontvangen.

• e.

  het subsidieplafond is bereikt of door toekenning van de subsidie zou worden overschreden.

• f.

  in het kader van de aanvraag de aanvrager onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben of heeft geleid.

• g.

  de activiteiten in het project op het moment van ontvangst van de aanvraag voor de subsidie is gerealiseerd.

• h.

  de gevraagde subsidie lager dan € 5.000 bedraagt.

• i.

  de subsidie is aangemerkt als ontoelaatbare staatssteun, het is aan de landbouwondernemer zelf of de drempelbedragen overschreden worden.

• j.

  tegen de aanvrager een bevel tot terugvordering van eerder (onrechtmatig) toegekende steun uitstaat, ingevolgde artikel 1, lid 4 sub a en b, AGVV 651/2023.

• k.

  de aanvrager in financiële moeilijkheden verkeert.

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten en subsidiebedragen

In aanvulling van artikel 4 en 5 van de ASV2020 geldt het volgende:

• a.

  Indien subsidie wordt aangevraagd via deze subsidieregeling water en klimaat bedraagt de maximumbijdrage vanuit deze regeling 50%, met een maximumbedrag van:

  • -

    € 25.000 (individuele aanvraag)

  • -

    € 50.000 (bij samenwerking van minimaal twee landbouwondernemingen)

• b.

  Er wordt in deze regeling derhalve een eigen bijdrage van 50% voorzien. Cumulatie met andere subsidieregelingen is niet toegestaan.

• c.

  onder artikel 28 AGVV kunnen alleen externe kosten worden gesubsidieerd, geen interne kosten. In de eigen bijdrage mag niet worden voorzien door inzet van eigen uren.

• d.

  Voorbeelden van subsidiabele activiteiten zijn opgenomen in artikel 3 van deze regeling.

• e.

  De subsidieverlener erkent dat het voorbereiden en opmaken van de ingediende projectvoorstellen kosten met zich genereren, welke indien het projectvoorstel finaal niet geselecteerd wordt, niet teruggevorderd kunnen worden. De subsidieverlener is daarom bereid om een maximaal forfaitair bedrag van € 300 te vergoeden voor deze kosten aan projectvoorstellen welke voldoen aan de selectiecriteria, maar uiteindelijk afgewezen worden op basis van de beoordelingscriteria (0-18 punten). Deze tegemoetkoming is enkel mogelijk mits het voorleggen van bewijsstukken.

Artikel 7 Aanvraag

In aanvulling op artikel 14 en 15 van de ASV2020 bevat een aanvraag:

Een subsidieaanvraag kan worden ingediend via het door het college en PoAB vastgestelde (digitale) formulier (www.streekholders.grensparkgrootsaeftinghe.eu). De aanvraag bestaat tenminste uit:

• •

  volledige gegevens van de aanvrager;

• •

  MKB verklaring

• •

  Projectplan met begroting

• •

  datum van de aanvraag;

• •

  een concrete beschrijving van de activiteiten en het te verwachten resultaat;

• •

  een uiteenzetting van de wijze waarop de activiteit bijdraagt aan de doelstelling van deze subsidieregeling water en klimaat of versterking of ondersteuning van de waardeketen in het kader van een klimaatvriendelijke en agro-ecologische landbouw.

• •

  indien van toepassing beschrijving van het samenwerkingsverband, met de verdeling van de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en financiële verplichtingen bevattende de baten en de lasten van de deelnemende partijen (de samenwerkingsovereenkomst);

• •

  de projectduur en de duur van de verschillende activiteiten;

• •

  het geografisch gebied waarop de activiteit betrekking heeft;

• •

  een sluitende begroting van de activiteiten met onderbouwing van de kosten door één of meerdere offertes;

• •

  bewijsstukken voor de financiering (zoals bankverklaring, afschrift rekening);

• •

  eventueel benodigde vergunningen;

• •

  ondertekening door de aanvrager.

Artikel 8 Behandeling & Besluitvorming

In aanvulling van artikel 10 en 12 van de ASV 2020 geldt het volgende:

• a.

  Subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst van volledig (verklaarde) ingediende aanvragen.

  Beoordeling van projecten met een subsidieaanvraag tot € 10.000 zijn gemandateerd bij EGTS. Subsidieaanvragen vanaf € 10.000 of hoger worden beoordeeld door een Jury in samenwerking met een Klankbordgroep. In de Toelichting, behorende bij deze regeling, is een uitwerking van het besluitvormingsproces opgenomen.

  Het college en PoAB stellen de volgende beoordelingsmomenten open:

  • -

    Van inwerkingtreding tot 31 augustus 2024;

  • -

    Van 1 september tot 30 oktober 2024;

  • -

    Van 1 november tot 31 december 2024.

    Begin 2025 worden de beoordelingsmomenten voor dat jaar bepaald. (Indienen aanvraag kan tot uiterlijk 31 december 2025).

• Het college en PoAB behouden de mogelijkheid om in 2024 en/of in 2025 nog één of meerdere beoordelingsmomenten open te stellen.

• b.

  De beoordelingscriteria voor projecten in deze regeling zijn:

  • 1.

    de mate van effectiviteit waarin de projectactiviteiten bijdragen aan de doelstellingen van de Robuuste Scheldepolders, te waarderen met maximaal 4 punten;

  • 2.

    de mate van innovatie, of te wel de mate waarin technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen worden verwacht, te waarderen met maximaal 4 punten;

  • 3.

    de mate van kosteneffectiviteit die met de investeringen in het project bereikt worden, te waarderen met maximaal 4 punten;

  • 4.

    de mate waarin de activiteiten in het project haalbaar worden geacht, te waarderen met maximaal 4 punten.

• De beoordelingscriteria hebben de volgende wegingsfactoren:

  • 1.

    heeft een wegingsfactor van 2;

  • 2.

    heeft een wegingsfactor van 3;

  • 3.

    heeft een wegingsfactor van 2;

  • 4.

    heeft een wegingsfactor van 1.

• In de bijlage van deze subsidieregeling is een uitgebreide opzet opgenomen van het beoordelingsproces.

• c.

  Bij de besluitvorming worden onderstaande afwegingen in volgorde doorlopen:

  De hoofdvestiging van de landbouwondernemer is bepalend voor de subsidietoekenning. Vlaamse ondernemers krijgen een toekenning via PoAB en Zeeuws-Vlaamse ondernemers via gemeente Hulst. Daarna wordt er gekeken naar de regio binnen GGS, subsidieverlening verloopt via de instantie daar waar 50% of meer van de projectactiviteiten plaats vindt.

• d.

  In het beoordelingsproces worden de volgende uitgangspunten gehanteerd voor subsidietoekenning:

  • -

    Alle water en klimaat gerelateerde kosten die niet innovatief zijn (denk hierbij aan een bassin, silo ed) worden gewaardeerd met een subsidiepercentage van 25%. Dit zijn wel kosten die belangrijk zijn voor het gehele project en om deze uit te kunnen voeren.

  • -

    Alle water en klimaat gerelateerde kosten die wel innovatief zijn, kunnen met 50% gewaardeerd worden afhankelijk van projectscore.

  • -

    Niet water en klimaat gerelateerde kosten (voorbeeld: opwekken stroom door windmolen) krijgen 0% subsidie.

• De Jury en de Klankbordgroep (en bij kleinere projecten EGTS) beoordelen de projecten conform het uitgewerkte beoordelingsproces in de Toelichting.

  Op basis van de behaalde score wordt het uiteindelijke subsidiepercentage bepaald.

  • -

    Tot 18 punten: de aanvraag wordt afgewezen (minimale vereiste is 19 punten);

  • -

    19 tot 25 punten: de innovatie kosten krijgen een subsidiepercentage van 40% toebedeeld.

  • -

    25 tot 32 punten: de innovatie kosten krijgen een subsidiepercentage van 50% toebedeeld.

• e.

  Bij onvolledig of onjuist ingediende aanvragen wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag te corrigeren of aan te vullen. De datum waarop alle gevraagde informatie is ontvangen geldt daarbij als datum van binnenkomst.

• f.

  Het college en PoAB beslissen zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de complete aanvraag. De beslissing kan met maximaal 4 weken worden verlengd voor zover de controle op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft.

• Uit overschrijding van deze termijn kan de aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd. Overschrijding van deze termijn leidt evenmin tot toekenning van rechtswege.

• g.

  Indien de aanvraag niet binnen de in artikel 8, lid a genoemde termijn volledig is gemaakt, stellen het college en PoAB deze als gevolg daarvan binnen 4 weken buiten behandeling en doet daarvan mededeling aan de aanvrager.

• h.

  Het college en PoAB nemen een besluit tot verlening van de subsidie indien uit de bij de aanvraag ingediende informatie en eventuele aanvullende informatie blijkt dat voldaan wordt aan de voorwaarden en bepalingen van deze regeling.

• i.

  Het college en PoAB kan de beslistermijn 1 maal met maximaal 6 weken verlengen. Het college en PoAB maakt het besluit tot verlenging bekend aan de aanvrager binnen de beslistermijn.

  Het besluit tot verlening van de subsidie wordt schriftelijk kenbaar gemaakt aan de aanvrager. Daarbij wordt in elk geval het bedrag van de subsidie, de uitvoeringstermijn, de resultaatsverplichtingen en de activiteiten waarvoor subsidie is toegekend, vermeld.

Artikel 9 Verantwoording prestatieafspraken en prestatiebewijzen

In aanvulling van artikel 11 van de ASV2020 gelden de onderstaande verplichtingen. In afwijking van artikel 13, 14 en 16 geld het volgende:

• 1.

  Subsidies tot € 10.000 worden bij de subsidieverlening direct uitbetaald. Bij de overige subsidies wordt 75 % van het verleende bedrag bij subsidieverlening uitbetaald. Het college en PoAB houden zich het recht voor om hier gemotiveerd van af te wijken.

• 2.

  Bij verleende subsidies tot € 10.000 vragen het college en PoAB onderbouwing van de besteding van middelen door middel van het overleggen van facturen en betaalbewijzen.

• 3.

  Bij verleende subsidies tot € 50.000 vraagt het college en PoAB onderbouwing van de besteding van middelen door middel van het overleggen van alle facturen en betaalbewijzen. Daarnaast dient er een kort verslag van de bereikte resultaten en prestatieafspraken opgesteld te worden. Op basis van correcte aanlevering stelt het college en PoAB de subsidie vast en wordt het laatste deel van de subsidie van maximaal 25 % uitbetaald.

• 4.

  Indien de verleende subsidie niet volledig is aangewend, kan het college en PoAB de te veel betaalde subsidie terugvorderen.

• 5.

  De vastgestelde subsidie wordt uiterlijk binnen 6 weken na verzending van het subsidievaststellingsbesluit uitbetaald.

Artikel 10 Kennisdeling

Deze regeling maakt deel uit van het ontwikkelingsprogramma van het Grenspark Groot Saeftinghe, met de Robuuste Scheldepolders als één van deze hoofdlijnen, en heeft als doel de landbouwsector in het gebied te stimuleren om samen naar een draagbare (rendabiliteit) en duurzame vorm van landbouw toe te werken. Eén van de doelstellingen om dit te bereiken is grensoverschrijdende kennisdeling.

De aanvrager verklaart zich met het indienen van een aanvraag bereid om de opgedane kennis die mede tot stand is gekomen door middel van deze regeling te delen onder de voorwaarden zoals die zijn afgesproken binnen GGS.

Artikel 11 Staatssteun

In aanvulling op artikel 4 van de ASV2020 geld het volgende:

Deze regeling voorziet in steun voor landbouwondernemingen. Bij de toepassing van deze regeling zijn de voorwaarden zoals die voortvloeien uit artikel 28 Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) 651/2023 leidend.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college en PoAB kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregeling, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 13 Mandatering

Het college en PoAB mandateert de beoordeling van projecten tot € 10.000 die op basis van deze regeling plaatsvindt aan EGTS. Deze mandatering ziet niet op voorgenomen besluiten welke afwijken van ingezette beleid, richtlijnen of voorschriften. Deze mandatering is beperkt tot het adviseren over de subsidieaanvragen. Het toe-en afwijzen van een subsidieaanvraag blijft een exclusieve bevoegdheid van het college en PoAB.