Verordening gemeentelijke ombudsman

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2025

Intitulé

Verordening gemeentelijke ombudsman

De raad van de gemeente Alkmaar;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2024

Gelet op

Het advies van de commissie Bestuur en middelen 11 juni 2024

Het bepaalde in hoofdstuk IVc en artikel 149 van de Gemeentewet

Het bepaalde in titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht

Besluit

  • 1.

    De Verordening gemeentelijke ombudsman vast te stellen.

  • 2.

    Het college op basis van dit besluit, namens de raad, vóór 1 juli 2024 de aansluiting van de gemeente Alkmaar bij de Nationale ombudsman per 1 januari 2025 op te zeggen.

Verordening gemeentelijke ombudsman

Artikel 1 Instelling ombudsman

Er is een gemeentelijke ombudsman en een plaatsvervangend gemeentelijke ombudsman.

Artikel 2 Benoeming

  • 1. De ombudsman en plaatsvervanger worden aangesteld voor zes jaar.

  • 2. De ombudsman en plaatsvervanger kunnen eenmaal worden herbenoemd. De raad besluit ten minste zes maanden voor afloop van de benoemingsperiode over het al dan niet herbenoemen van de ombudsman en plaatsvervanger.

  • 3. Benoeming vindt alleen plaats nadat voor de kandidaat-ombudsman en kandidaat-plaatsvervangend ombudsman een Verklaring omtrent het gedrag is afgegeven als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

  • 4. Jaarlijks vindt er een voortgangsgesprek plaats tussen de werkgeverscommissie, namens het presidium, en de gemeentelijke ombudsman.

  • 5. De plaatsvervanger vervangt de gemeentelijke ombudsman daadwerkelijk op een datum die de gemeenteraad vaststelt, als de ombudsman voor langere duur zijn functie niet kan vervullen.

Artikel 3 Nevenfuncties

  • 1. De ombudsman is niet tevens bestuurder of persoon in dienst van de gemeente Alkmaar, enig andere organisatie die gebruikmaakt van de gemeentelijke ombudsman, of een publiekrechtelijk samenwerkingsverband waaraan de gemeente Alkmaar deelneemt.

  • 2. De ombudsman vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van zijn functie.

  • 3. De gemeenteraad ontvangt bij voordracht een lijst met de nevenfuncties van de kandidaat-ombudsman en kandidaat-plaatsvervangend ombudsman.

Artikel 4 Financiële middelen

  • 1. De ombudsman ontvangt een vergoeding van 70 euro exclusief btw per gewerkt uur. De vergoeding wordt vanaf 1 januari 2026 jaarlijks geïndexeerd op basis van de CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen.

  • 2. De ombudsman mag tot maximaal 30.000 euro per jaar exclusief btw en reiskosten declareren aan gewerkte uren.

  • 3. De ombudsman ontvangt een reiskostenvergoeding ter hoogte van het door de Belastingdienst vrijgestelde bedrag.

  • 4. De betaling van de vergoedingen vindt plaats op basis van declaratie achteraf.

  • 5. De raad verschaft de ombudsman voldoende financiële middelen voor een goede uitoefening van zijn werkzaamheden.

  • 6. De ombudsman doet jaarlijks een voorstel aan de raad voor de nodige financiële middelen voor de uitoefening van de taken.

Artikel 5 Bemiddeling

  • 1. De gemeentelijke ombudsman behandelt de klachten van mensen die niet tevreden zijn over de uitkomst van de klachtenbehandeling door de gemeente.

  • 2. De ombudsman ontvangt klachten schriftelijk en ondertekend, met naam en adres van de klager.

  • 3. De ombudsman kan mondeling en schriftelijk klachten aanhoren.

  • 4. De ombudsman helpt wanneer dat nodig is bij het op schrift stellen van een klacht.

  • 5. De ombudsman kan gedurende een onderzoek de verzoeker en het bestuursorgaan voorstellen doen om onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

Artikel 6 Werkinstructie

Voor zover de ombudsman dit nodig acht, maakt hij een werkinstructie voor zijn werkzaamheden.

Artikel 7 Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift

  • 1. De ombudsman bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk aan de verzoeker.

  • 2. Indien hij een onderzoek als bedoeld in artikel 9:18 van de Algemene wet bestuursrecht instelt, zendt hij tevens een afschrift van het verzoekschrift aan het bestuursorgaan en aan degene over wiens gedragingen wordt geklaagd.

Artikel 8 Rapportage en terugkoppeling

  • 1. De ombudsman brengt na elke klachtafhandeling, ook na een geslaagde bemiddeling, een verslag uit.

  • 2. De ombudsman stelt elk jaar vóór 1 april een verslag op van zijn werkzaamheden over het voorgaande jaar, inclusief de financiële verantwoording als bedoeld in artikel 4, zesde lid.

  • 3. Het jaarverslag wordt door de raad in zijn vergadering behandeld. De raad kan bepalen dat het jaarverslag vóór de raadsbehandeling in een raadscommissie wordt behandeld.

  • 4. De ombudsman kan direct na het afsluiten van een onderzoek de raad inlichten over zijn bevindingen en oordeel.

  • 5. De ombudsman kan door de commissie worden uitgenodigd de behandeling van het jaarverslag of een onderzoeksverslag in een raadscommissie bij te wonen, om daar het verslag toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke ombudsman.

Ondertekening

De raad van Alkmaar, 27 juni 2024

mw. drs. A.M.C.G. Schouten,

burgemeester

mw. mr. V.H. Hornstra,

griffier