Gemeenschappelijke Regeling Streekarchief Langstraat Heusden Altena 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 05-07-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2024

Intitulé

Gemeenschappelijke Regeling Streekarchief Langstraat Heusden Altena 2024

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Altena, Heusden en Waalwijk, ieder voor zover hun bevoegdheden betreft,

Overwegende dat:

  • een langdurige samenwerking tussen de gemeenten Altena, Heusden en Waalwijk bestaat op het gebied van archiefbeheer en archiefzorg, vormgegeven in de Gemeenschappelijke Regeling Streekarchief Langstraat Heusden Altena;

  • de huidige gemeenschappelijke regeling op onderdelen aangepast en geactualiseerd moet worden, onder andere vanwege de wijzigingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen van 1 juli 2022.

besluiten:

vast te stellen de navolgende Gemeenschappelijke regeling Streekarchief Langstraat Heusden Altena 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 1.

    In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    regeling: deze gemeenschappelijke regeling;

  • b.

    gemeenten: de aan deze regeling deelnemende gemeenten;

  • c.

    intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: gemeenschappelijke regelingen die gevestigd zijn in een van de aan de Gemeenschappelijke regeling Streekarchief Langstraat Heusden Altena deelnemende gemeenten;

  • d.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

  • e.

    archiefbescheiden: de in artikel 1, onder c., van de Archiefwet 1995 bedoelde archiefbescheiden;

  • f.

    archiefbewaarplaats: de in artikel 1, onder f., van de Archiefwet 1995 bedoelde archiefbewaarplaats;

  • g.

    streekarchivaris: de in artikel 32, eerste lid, en in artikel 37, eerste lid, van de Archiefwet 1995 bedoelde archivaris;

  • h.

    streekarchief: het in artikel 2, eerste lid, van deze regeling bedoelde openbaar lichaam;

  • i.

    algemeen bestuur: het in artikel 4 van deze regeling bedoeld bestuursorgaan;

  • j.

    dagelijks bestuur: het in artikel 4 van deze regeling bedoeld bestuursorgaan;

  • k.

    Wet: Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2.

    Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet en van verordeningen dan wel regelingen van een of meer deelnemende gemeenten van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komt in die artikelen in de plaats van de gemeente het streekarchief en in de plaats van de raad en burgemeester en wethouders respectievelijk het algemeen bestuur en dagelijks bestuur.

Instelling

Artikel 2

  • 1.

    Er is een openbaar lichaam, genaamd ‘Streekarchief Langstraat Heusden Altena’, gevestigd te Heusden.

  • 2.

    Het verzorgingsgebied van het streekarchief wordt gevormd door het grondgebied van de deelnemende gemeenten.

  • 3.

    Het inwoneraantal van het streekarchief is de som van de inwoneraantallen van de gemeenten. Als inwoneraantal van de gemeenten wordt aangehouden de laatstelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari voorafgaande aan het begrotingsjaar.

Doel en taken van de regeling

Artikel 3

Het streekarchief heeft tot doel de zorg voor en het beheer van de krachtens de Archiefwet 1995 naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden; het toezicht op het beheer van de niet-overgebrachte archiefbescheiden van de gemeenten en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, en dit te doen geschieden door of vanwege een streekarchivaris; en ten slotte het vanuit een centrale archiefbewaarplaats bevorderen van lokaal- en streekhistorisch onderzoek.

HOOFDSTUK 2 HET BESTUUR

Bestuur van het streekarchief

Artikel 4

  • 1.

    Het bestuur van het streekarchief bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.

  • 2.

    Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van het openbaar lichaam.

Het algemeen bestuur

Artikel 5

  • 1.

    De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen door de colleges van burgemeester en wethouders der gemeenten.

  • 2.

    Ieder college wijst uit zijn midden twee leden en hun plaatsvervangers aan.

  • 3.

    De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een periode van vier jaren en zij treden af op het tijdstip waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt.

  • 4.

    Indien tussentijds een zetel van het algemeen bestuur vacant komt, wijst het desbetreffende college zo spoedig mogelijk een nieuw lid aan.

Artikel 6

Voor de vergaderingen van het algemeen bestuur kunnen adviseurs worden uitgenodigd.

De bevoegdheden van het algemeen bestuur

Artikel 7

Het algemeen bestuur oefent de bevoegdheden uit zoals in deze regeling bepaald.

Artikel 8

Het algemeen bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt of leden van tenminste twee van de drie in het algemeen bestuur vertegenwoordigde deelnemers zulks schriftelijk, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, verzoeken.

Artikel 9

  • 1.

    Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. De deuren worden gesloten wanneer dit door een derde gedeelte van de aanwezige leden wordt gevraagd of wanneer de voorzitter dit nodig acht. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Over de onderwerpen, in een besloten vergadering behandeld, kan daarin ook een besluit worden genomen. Van het verhandelde in een besloten vergadering dient een afzonderlijk verslag gemaakt te worden.

  • 2.

    In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd, noch een besluit genomen over:

  • a.

    het vaststellen of wijzigen van de begroting;

  • b.

    het vaststellen van de rekening;

  • c.

    het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen;

  • d.

    het toetreden tot, uittreden uit, wijziging, vervanging en opheffing van de regeling, als bedoeld in de artikelen 36 tot en met 39 van deze regeling.

Artikel 10

Het algemeen bestuur kan besluiten een lid van het dagelijks bestuur ontslag te verlenen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit.

Het dagelijks bestuur

Artikel 11

  • 1.

    Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en twee of meer andere leden, door en uit het algemeen bestuur aan te wijzen. De aldus aangewezen leden van het dagelijks bestuur mogen niet allen afkomstig zijn uit dezelfde gemeente.

  • 2.

    De leden van het dagelijks bestuur mogen nimmer de meerderheid van het algemeen bestuur uitmaken.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur kiest uit zijn midden een vice-voorzitter, die de voorzitter bij diens afwezigheid vervangt.

  • 4.

    Indien tussentijds een zetel van het dagelijks bestuur vacant komt, wijst het algemeen bestuur in zijn eerstvolgende vergadering een lid uit zijn midden aan.

Artikel 12

Voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur kunnen adviseurs worden uitgenodigd.

De bevoegdheden van het dagelijks bestuur

Artikel 13

  • 1.

    Het dagelijks bestuur oefent, tenzij in deze regeling anders is bepaald, de bevoegdheden uit die bij of krachtens de Archiefwet 1995 en de Gemeentewet zijn of worden toegekend aan de colleges van burgemeester en wethouders der gemeenten, voor zover die nodig zijn ter behartiging van de in artikel 3 omschreven taak van het streekarchief.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur is voorts belast met onder meer:

  • a.

    het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd;

  • b.

    het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur;

  • c.

    het beheren van de inkomsten en uitgaven van het streekarchief;

  • d.

    de zorg, voor zover niet aan anderen opgedragen, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding;

  • e.

    het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht op bezit;

  • f.

    het houden van een voortdurend toezicht op alles wat het streekarchief aangaat.

Artikel 14

  • 1.

    Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of twee leden zulks schriftelijk, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, verzoeken.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast, dat aan de gemeenten wordt toegezonden.

Artikel 15

  • 1.

    Het dagelijks bestuur verstrekt het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur of een of meer leden daarvan verstrekken aan het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen 6 weken na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek, in een vergadering van dat bestuur of schriftelijk de door een of meer leden van het algemeen bestuur gevraagde inlichtingen.

  • 3.

    Het algemeen bestuur kan het dagelijks bestuur of een of meer leden daarvan, nadat de inlichtingen zijn verstrekt of dienden te zijn verstrekt, in een vergadering of schriftelijk ter verantwoording roepen.

De voorzitter

Artikel 16

  • 1.

    De voorzitter van het streekarchief is voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

  • 2.

    De voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen.

Artikel 17

  • 1.

    De voorzitter is belast met de uitvoering van de besluiten van het dagelijks bestuur.

  • 2.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

  • 3.

    De voorzitter tekent de stukken die van het algemeen bestuur of van het dagelijks bestuur uitgaan.

  • 4.

    De voorzitter vertegenwoordigt het streekarchief in en buiten rechte. De vertegenwoordiging kan hij opdragen aan een door hem aan te wijzen gevolmachtigde. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een van de gemeenten van het samenwerkingsverband, die partij is in het geding waarbij het streekarchief betrokken is, wordt het streekarchief door de vice-voorzitter of een ander door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid van dat bestuur vertegenwoordigd.

HOOFDSTUK 3 INLICHTINGEN EN VERANTWOORDING

Artikel 18

  • 1.

    Het bestuur van het streekarchief verstrekt aan de raden van de deelnemende gemeenten de door een of meer leden van die raden gevraagde inlichtingen schriftelijk en zo spoedig mogelijk, voor zover dat niet strijdig is met het openbaar belang.

  • 2.

    De inlichtingen worden zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen twee maanden nadat het verzoek om inlichtingen is ingediend, schriftelijk verstrekt en wel door het bestuur.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in lid 1, informeert het bestuur de raden van de deelnemende gemeenten actief over onderwerpen van strategisch belang.

  • 4.

    Er worden naast de wettelijk verplichte besluiten en de reeds in deze regeling opgenomen besluiten geen andere besluiten aan de raden voorgelegd voor het indienen van een zienswijze, tenzij het bestuur anders beslist.

Artikel 19

  • 1.

    Een lid van het algemeen bestuur verstrekt aan het college dat hem heeft aangewezen de door een of meer leden van dat college in een vergadering van dat college of schriftelijk gevraagde inlichtingen, voor zover zulks niet strijdig is met het openbaar belang.

  • 2.

    De inlichtingen worden zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen twee maanden nadat het verzoek om inlichtingen bij het lid van het bestuur is ingediend, in een vergadering van dat college of schriftelijk verstrekt.

  • 3.

    Nadat de inlichtingen zijn verstrekt of dienden te zijn verstrekt, kan het college het lid ter verantwoording roepen voor het door hem in het bestuur gevoerde beleid.

  • 4.

    Het college kan een door hem aangewezen lid van het bestuur, indien dit lid het vertrouwen van het college niet meer bezit, als zodanig ontslag verlenen. Artikel 50 van de Gemeentewet is daarop van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 4 BURGERPARTICIPATIE

Artikel 20

Participatie van inwoners en belanghebbenden wordt toegepast bij al die bestuursbesluiten waarvan het bestuur, aanvullend op de wettelijk verplichte en al in deze regeling genoemde besluiten, afzonderlijk heeft bepaald dat deze voorgelegd worden aan de raden voor het indienen van een zienswijze.

HOOFDSTUK 5 PERSONEEL EN ORGANISATIE

De streekarchivaris

Artikel 21

  • 1.

    Het dagelijks bestuur beslist omtrent aanwijzing, schorsing en ontslag van de streekarchivaris.

  • 2.

    Van aanwijzing, schorsing en ontslag van de streekarchivaris wordt mededeling gedaan aan de gemeenten.

Artikel 22

  • 1.

    De streekarchivaris staat de organen van het streekarchief terzijde in alles wat de hun opgedragen taak betreft. Aan hem is, onder toezicht van het dagelijks bestuur, het functioneren en leiden van het streekarchief opgedragen. Hij woont de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur bij en heeft daarin een adviserende stem. Hij draagt zorg voor het maken van een verslag van de vergaderingen.

  • 2.

    Alle stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan, worden door hem mede ondertekend.

Artikel 23

Het dagelijks bestuur stelt voor de streekarchivaris een instructie vast en zendt deze ter kennisneming aan de gemeenten.

Het personeel

Artikel 24

  • 1.

    De streekarchivaris kan worden bijgestaan door een of meer medewerkers.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van de medewerkers.

  • 3.

    Van benoeming, schorsing en ontslag van de medewerkers wordt mededeling gedaan aan de gemeenten.

Artikel 25

Het dagelijks bestuur regelt de bezoldiging van het personeel alsmede de vergoeding voor reis-en verblijfkosten aan het personeel.

Artikel 26

De rechtspositie van het personeel wordt geregeld conform de CAO Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (CAO SGO), waartoe het Streekarchief is aangesloten bij de Werkgeversvereniging Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties. Deze CAO komt grotendeels overeen met de CAO gemeenten, voorheen CAR-UWO.

Artikel 27

De werkzaamheden van de streekarchivaris en zijn medewerkers, gesplitst naar de in artikel 3 onderscheiden taken, worden door het dagelijks bestuur op voorstel van de streekarchivaris geregeld in een werkplan, dat op een of meerdere jaren betrekking heeft.

HOOFDSTUK 6 FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 28

De kosten van de archiefzorg en het archiefbeheer als bedoeld in deze regeling worden omgeslagen naar rato van het aantal inwoners zoals nader omschreven in artikel 2, lid 3.

Artikel 29

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt bij verordening de uitgangspunten en regels vast als bedoeld in de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet.

  • 2.

    Ten aanzien van de controle op het geldelijk beheer en de administratie zijn de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 30

Het dagelijks bestuur zendt vóór 1 februari de algemene financiële en beleidsmatige kaders voor het volgende kalenderjaar ter informatie aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Artikel 31

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt vóór 15 april een ontwerpbegroting op voor het volgende kalenderjaar en zendt deze, twaalf weken voordat zij door het algemeen bestuur wordt vastgesteld, aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het aandeel van elk van de gemeenten in de voor het begrotingsjaar geraamde kosten wordt in deze ontwerpbegroting tot uitdrukking gebracht.

  • 2.

    De raden van de deelnemende gemeenten dienen hun eventuele zienswijze over de ontwerpbegroting uiterlijk 1 juli kenbaar te maken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur stelt de raden van de deelnemende gemeenten voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het tweede lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 4.

    Nadat deze is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur zendt de vastgestelde begroting vóór 15 september aan Gedeputeerde Staten.

  • 6.

    Met betrekking tot wijzigingen van de begroting is de procedure als omschreven in het tweede, derde, vierde en vijfde lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing, echter met uitzondering van de daarin genoemde data en met dien verstande, dat de gemeenteraden gedurende acht weken na ontvangst van de begrotingswijziging hun eventuele bezwaren daartegen ter kennis van het algemeen bestuur kunnen brengen.

Artikel 32

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening vast over het voorafgaande jaar, zulks onder toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet aangewezen accountants en met vermelding van hetgeen hij te zijner verantwoording dienstig acht.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan Gedeputeerde Staten.

  • 4.

    Vaststelling van de rekening strekt het dagelijks bestuur tot decharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden.

Artikel 33

  • 1.

    Het aandeel van elk van de gemeenten in de voor het begrotingsjaar geraamde kosten moet worden betaald in twee termijnen, vervallende op 1 februari en 1 augustus van dat jaar. Binnen een maand na de vaststelling van de rekening wordt aan de gemeenten mededeling gedaan van het over dat jaar werkelijk verschuldigde aandeel.

  • 2.

    Verrekening vindt, voor zoveel nodig, plaats binnen twee maanden na verzending van de in de vorige alinea bedoelde mededeling.

Artikel 34

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt financiële richtlijnen vast met betrekking tot de reserves en voorzieningen van het openbaar lichaam en benoemt daarbij een aan te houden noodzakelijk niveau van de algemene reserve.

  • 2.

    De resultaatbestemming, boven de door het algemeen bestuur vastgestelde bandbreedte van maximaal 150.000 euro, wordt via een zienswijze aan de gemeenteraden voorgelegd.

  • 3.

    Een besluit van het algemeen bestuur om het deel van de algemene reserve boven de vastgestelde maximale bandbreedte terug te laten vloeien naar de gemeenten, wordt niet voor een zienswijze aan de gemeenteraden voorgelegd.

HOOFDSTUK 7 VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN

Artikel 35

Het door de streekarchivaris samengestelde verslag van de werkzaamheden van het streekarchief over het afgelopen jaar wordt door het dagelijks bestuur voor 1 juli aan het algemeen bestuur ter vaststelling aangeboden. Binnen vier weken na de vaststelling wordt het verslag toegezonden aan de gemeenten.

HOOFDSTUK 8 HET ARCHIEF VAN HET STREEKARCHIEF

Artikel 36

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van het streekarchief.

  • 2.

    Het beheer van de archiefbescheiden van het streekarchief, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, wordt opgedragen aan de streekarchivaris.

  • 3.

    Voor de bewaring van de over te brengen archiefbescheiden van het streekarchief en van de te deponeren archieven, die belangrijk geacht kunnen worden voor de bestudering van de geschiedenis van het gebied van het streekarchief, wijst het algemeen bestuur de archiefbewaarplaats(en) van het Streekarchief aan.

  • 4.

    De in lid 3 bedoelde archiefbewaarplaats(en) wordt (worden) door de colleges aangewezen tot gemeentelijke archiefbewaarplaats(en).

  • 5.

    Het beheer over de archiefbewaarplaats(en), bedoeld in het derde lid van dit artikel, wordt opgedragen aan de streekarchivaris.

  • 6.

    Het toezicht op het beheer van de archiefbewaarplaats, bedoeld in het vijfde lid van dit artikel, alsmede het toezicht op de archiefbescheiden van het Streekarchief, wordt opgedragen aan het dagelijks bestuur.

  • 7.

    Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur jaarlijks over de uitoefening van de aan hen opgedragen zorg voor de archiefbescheiden van het bestuur van het openbaar lichaam. Zij voegen daarbij in ieder geval:

  • a.

    het verslag van de archivaris;

  • b.

    voor zover van toepassing, de gedurende de betreffende periode door de archivaris aan hen uitgebrachte adviezen; en

  • c.

    een voorstel voor de in het kader van de zorgplicht voor de archiefbescheiden te treffen maatregelen, zo nodig voorzien van een kostenraming.

HOOFDSTUK 9 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING

Toetreding

Artikel 37

  • 1.

    Toetreding van een gemeente tot deze regeling geschiedt bij besluiten van het college van burgemeester en wethouders, en tevens met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 van de Wet. De toetreding treedt niet eerder in werking dan na verkregen toestemming van de gemeenteraad van de betreffende gemeente.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde besluit wordt niet eerder genomen, dan nadat het algemeen bestuur met de voorgenomen toetreding heeft ingestemd. Alvorens ter zake een beslissing te nemen wint het algemeen bestuur het gevoelen in van de colleges van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    De toetreding treedt niet in werking dan na opname in de registers bedoeld in artikel 26, eerste en tweede lid, van de Wet.

Uittreding

Artikel 38

  • 1.

    Uittreding van een gemeente geschiedt bij besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente, en tevens met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 van de Wet.

  • 2.

    Ten aanzien van het besluit als bedoeld in lid 1 geldt een opzegtermijn van tenminste twee jaar.

  • 3.

    De uittreding vindt plaats op 1 januari na het verstrijken van de opzegtermijn.

  • 4.

    Het algemeen bestuur stelt een uittredingsregeling vast waarin in ieder geval het ontvlechten van de archieven en de materialen die in de archiefbewaarplaats van het streekarchiefliggen opgeslagen wordt opgenomen.

  • 5.

    De uittredende deelnemer betaalt in jaar één van uittreding 66% en in jaar twee 33% van de bijdrage aan de begroting die de deelnemer voldeed in het jaar voorafgaand aan de uittreding.

  • 6.

    Bij uittreding van een deelnemer vindt geen verrekening van het vermogen plaats.

  • 7.

    Tot aan de datum van de uittreding behoudt de uittredende deelnemer alle rechten en verplichtingen die verbonden zijn aan de gemeenschappelijke regeling.

  • 8.

    De uittreding treedt niet in werking dan na opname in de registers bedoeld in artikel 26, tweede lid, van de Wet.

Wijziging

Artikel 39

De regeling kan worden gewijzigd bij besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van tenminste twee derde van de gemeenten, en tevens met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 van de Wet.

Opheffing

Artikel 40

  • 1.

    De regeling kan worden opgeheven bij besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van tenminste twee derde van de gemeenten, en tevens met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 van de Wet.

  • 2.

    Het besluit tot opheffing wordt toegezonden aan Gedeputeerde Staten.

  • 3.

    Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de opheffing en liquidatie, welke regeling zo spoedig mogelijk na de vaststelling wordt gezonden aan de gemeenten. In de regeling moet ook het ontvlechten van de archieven en de materialen die in de archiefbewaarplaats van het streekarchief liggen opgeslagen worden opgenomen.

  • 4.

    De gemeenten kunnen hun bezwaren tegen de in het derde lid bedoelde regeling binnen zes weken na ontvangst daarvan schriftelijk ter kennis van het algemeen bestuur brengen.

  • 5.

    Indien de ingebrachte bezwaren niet door overleg tussen het algemeen bestuur en de betrokken gemeente(n) kunnen worden opgeheven binnen twee maanden na ontvangst van die bezwaren, zal aan Gedeputeerde Staten worden verzocht te bemiddelen overeenkomstig artikel 174 van de Provinciewet.

  • 6.

    Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur blijven als zodanig functioneren tot het tijdstip waarop de liquidatie beëindigd is.

HOOFDSTUK 10 SLOTBEPALINGEN

Artikel 41

Voor zover niet in deze regeling is voorzien, beslist het algemeen bestuur.

Artikel 42

Het gemeentebestuur van Heusden is belast met de bij de wet voorgeschreven uitvoering van de regeling, inclusief de bekendmaking van deze regeling als bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet.

Artikel 43

Op verzoek van minimaal twee deelnemende colleges of op initiatief van het algemeen bestuur kan deze regeling eenmaal per zes jaar worden geëvalueerd. Het algemeen bestuur besluit, in samenspraak met de colleges, over het precieze onderwerp van de evaluatie en het moment waarop deze evaluatie uitgevoerd wordt.

Artikel 44

  • 1.

    De regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking als bedoeld in artikel 42 van deze regeling en werkt terug tot 1 juli 2024. De Gemeenschappelijke regeling Streekarchief Langstraat Heusden Altena 2020 wordt gelijktijdig met vaststelling van deze regeling ingetrokken.

  • 2.

    Het streekarchief draagt zorg voor inschrijving in het register als bedoeld in artikel 26 lid 2 van de Wet.

Artikel 45

Deze gewijzigde regeling kan worden aangehaald onder de titel ‘Gemeenschappelijke regeling Streekarchief Langstraat Heusden Altena 2024’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena in zijn vergadering van datum: 11-06-2024

secretaris

burgemeester

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden in zijn vergadering van datum: 23-04-2024

secretaris

burgemeester

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk in zijn vergadering van datum: 24-06-2024

secretaris

burgemeester