Vrijstellingsbesluit exploitatievergunning horeca 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 05-07-2024

Intitulé

Vrijstellingsbesluit exploitatievergunning horeca 2024

De burgemeester van Den Haag,

overwegende dat:

  • -

    met het oog op bescherming van het woon- en leefklimaat, en ter voorkoming van aantasting van de openbare orde en veiligheid, een vergunning nodig is voor het exploiteren van een horeca-inrichting (artikel 2:28, eerste lid, APV);

  • -

    het wenselijk is om de administratieve last en regeldruk voor ondernemers in Den Haag te beperken;

  • -

    de burgemeester, op grond van artikel 2:28A, eerste lid, onder a, APV, bevoegd is om te bepalen dat het exploiteren van categorieën van horeca-inrichtingen, al dan niet beperkt tot een bepaald gebied, geheel of gedeeltelijk van de exploitatievergunningplicht wordt vrijgesteld;

  • -

    de burgemeester, op grond van artikel 2:28A, eerste lid, onder b, APV, voorwaarden kan verbinden aan deze vrijstelling;

  • -

    de aard van de benoemde categorie inrichtingen zodanig is, dat deze doorgaans een gering risico opleveren voor de openbare orde en veiligheid, en het woon- en leefklimaat;

  • -

    de burgemeester, uit het oogpunt van toezicht op en de handhaving van algemene regels, geïnformeerd wil worden indien onder een vrijstelling een horeca-inrichting geëxploiteerd gaat worden, zodat aan het vrijstellingsbesluit een meldplicht wordt verbonden;

gelet op:

  • -

    artikel 2:28A, eerste lid, onder a en b, Algemene Plaatselijke Verordening Den Haag APV;

besluit:

vast te stellen het Vrijstellingsbesluit exploitatievergunning horeca 2024:

Artikel 1 Vrijstelling vergunningplicht

  • 1.

    De volgende categorie van horeca-inrichtingen vrij te stellen van de vergunningsplicht als bedoeld in artikel 2:28, eerste lid, APV (exploitatievergunning):

    a. inrichtingen die geopend zijn tussen 07.00 en 23.00 uur;

    b. inrichtingen die geen alcoholhoudende drank verstrekken voor het gebruik ter plaatse;

    c. inrichtingen die geen luide of live muziek (alleen achtergrondmuziek) ten gehore brengen; en

    d. inrichtingen die geen kansspelen, seks- en/of druggerelateerde activiteiten aanbieden en/of gelegenheid bieden tot het roken met gebruik van waterpijpen.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1.

    Aan de vrijstelling op grond van artikel 2:28A, onder b, APV de voorwaarden te verbinden dat:

    a. voor aanvang van de exploitatie een melding wordt gedaan aan de burgemeester;

    b. de burgemeester in de afgelopen twaalf maanden geen onderneming op het adres van de horeca-inrichting of een onderneming van de ondernemer heeft gesloten;

    c. de burgemeester in de afgelopen vijf jaren geen op het adres van de horeca-inrichting of aan de ondernemer verleende exploitatievergunning en/of Alcoholwetvergunning heeft ingetrokken;

    d. de burgemeester in de afgelopen vijf jaren op het adres van de horeca-inrichting of aan de ondernemer geen exploitatievergunning en/of een Alcoholwetvergunning heeft geweigerd op grond van de Wet Bibob of slecht levensgedrag; en

    e. de burgemeester in de afgelopen vijf jaren geen op het adres van de horeca-inrichting of door de ondernemer aangevraagde exploitatievergunning en/of Alcoholwetvergunning buiten behandeling heeft gelaten op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht vanwege het ontbreken van vereiste stukken in het kader van de Bibob-toets.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstellingsbesluit exploitatievergunning horeca 2024.

Den Haag, 2 juli 2024

Jan van Zanen