Voorbereidingsbesluit met als doel het wegnemen van de vergunningplicht omgevingsplanactiviteit bouwwerken bij gewoon onderhoud aan monumenten

Deze regeling is juridisch onderdeel van Omgevingsplan gemeente Amsterdam.
Geldend van 02-07-2024 t/m heden

Voorrangsbepaling

Voor zover de regels van de hoofdregeling van het omgevingsplan afwijken van deze voorbeschermingsregels gelden alleen de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Voorbeschermingsregels

Artikel 1.1 Uitbreiding uitzonderingen op vergunningplicht artikel 22.26 van de hoofdregeling van het omgevingsplan

  • 1.

    In aanvulling op artikel 22.27 van de hoofdregeling van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam geldt het verbod, bedoeld in artikel 22.26 van de hoofdregeling van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam niet voor gewoon onderhoud in, aan of op een gemeentelijk monument, voorbeschermd gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd provinciaal monument, rijksmonument of voorbeschermd rijksmonument, voor zover detaillering, profilering en vormgeving van het bouwwerk niet worden gewijzigd. 

  • 2.

    Artikel 22.28, eerste lid, van de hoofdregeling van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam, is niet van toepassing op gewoon onderhoud, bedoeld in het eerste lid. 

  • 3.

    Onder hoofdregeling wordt verstaan dat gedeelte van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam, dat is bekendgemaakt met toepassing van de digitale standaard STOP-TPOD. 

Toelichting

Algemene toelichting

1

Met invoering van de Omgevingswet is van rechtswege een omgevingsplan ontstaan. In dit omgevingsplan zijn over een aantal onderwerpen regels opgenomen die voorheen door landelijke wet- en regelgeving werden gereguleerd. Het rijk heeft deze regels in elk gemeentelijk omgevingsplan geplaatst. Dit wordt wel de bruidsschat genoemd. 

Het betreft onder meer regels die het verbieden om zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten en het te bouwen bouwwerk in stand te houden en te gebruiken (hierna: omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken), en ook uitzonderingen daarop. De vergunningplicht voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken is opgenomen in artikel 22.26 van het omgevingsplan van rechtswege. De uitzonderingen staan in artikel 22.27 van dat plan. 

In het landelijk Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) zijn omgevingsplanactiviteiten met betrekking tot bouwwerken aangewezen, waarop de in het omgevingsplan opgenomen regels over een omgevingsplanactiviteit bouwwerken niet van toepassing zijn (artikel 2.29 Bbl). Het betreft onder meer een bouwwerk voor zover daaraan gewoon onderhoud wordt verricht en daarbij detaillering, profilering en vormgeving van het bouwwerk niet wijzigen. Met andere woorden: voor zover aan een bouwwerk gewoon onderhoud wordt verricht en daarbij detaillering, profilering en vormgeving van het bouwwerk niet wijzigen, is geen omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken nodig. 

Dezelfde feitelijke handeling van het plegen van onderhoud kan echter nog wel gelden als een andere juridische activiteit dan een omgevingsplanactiviteit bouwwerken, waarvoor wel een vergunningplicht geldt. Zo geldt op grond van de gemeentelijke erfgoedverordening een vergunningplicht voor bepaalde activiteiten met betrekking tot gemeentelijke monumenten (gemeentelijke monumentenvergunning). 

In de erfgoedverordening is echter bepaald dat een monumentenvergunning niet nodig is voor zover sprake is van ‘gewoon onderhoud, voor zover detaillering, profilering, vormgeving, materiaalsoort en kleur niet wijzigen' (art. 10, tweede lid, onder a, Erfgoedverordening). Voor rijksmonumenten (artikel 13.11, eerste lid, onder a, Besluit activiteiten leefomgeving) en provinciale monumenten (paragraaf 6.2.7 Omgevingsverordening NH2022) zijn soortgelijke uitzonderingen opgenomen.

Vanuit oogpunt van het belang van bescherming van monumenten geldt dus dat voor ‘gewoon onderhoud, voor zover detaillering, profilering, vormgeving, materiaalsoort en kleur niet wijzigen' geen monumentenvergunning nodig is. 

Artikel 2.30, eerste lid, Bbl, bevat echter juist met het oog op het belang van bescherming van monumenten een uitzondering op artikel 2.29 Bbl. Bepaald wordt dat op een omgevingsplanactiviteit die wordt verricht in, aan of op een gemeentelijk monument, voorbeschermd gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd provinciaal monument, rijksmonument of voorbeschermd rijksmonument, artikel 2.29 Bbl niet van toepassing is. 

Dat betekent dat voor gewoon onderhoud aan een elk (voorbeschermd) monument, alsnog een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken nodig is, ook als daarbij detaillering, profilering en vormgeving van het bouwwerk niet wijzigen. Er is dus, ondanks dat het een monument is, geen monumentenvergunning nodig, maar, omdat het een monument is, is wel een omgevingsvergunning bouwwerken nodig. 

Dat is een onbedoelde verzwaring ten opzichte van hoe het onder oud recht was geregeld. Voorheen stond de vergunningplicht voor het bouwen van een bouwwerk (bouwactiviteit) in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht(Wabo) . De uitzonderingen stonden in het Besluit omgevingsrecht (Bor). 

Voor de uitzonderingen die werden genoemd in artikel 2 van Bijlage II Bor gold dat voor de daar genoemde activiteiten geen omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit nodig was, en (als sprake was van strijd met het bestemmingsplan) ook geen omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan (afwijkactiviteit). 

Een van de activiteiten die daarin werden benoemd betrof het gewoon onderhoud van een bouwwerk, voor zover detaillering, profilering en vormgeving van dat bouwwerk niet wijzigen (artikel 2, onderdeel 1, van bijlage II Bor). 

Artikel 4a, eerste lid, aanhef en onder a, van bijlage II Bor bepaalde dat artikel 2, onderdeel 1, van bijlage II Bor ook van toepassing was op rijksmonumenten, provinciale en gemeentelijke monumenten. 

Dat betekent dat nu voor gewoon onderhoud aan een elk (voorbeschermd) monument, een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken nodig is, ook als daarbij detaillering, profilering en vormgeving van het bouwwerk niet wijzigen, terwijl dat onder oud recht niet zo was.  

Dit voorbereidingsbesluit voorziet erin dat de vergunningplicht zoals die bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onbedoeld is ontstaan, komt te vervallen. 

Met ingang van 1 februari 2024 heeft een eerste ontwerp wijzigingsbesluit van het omgevingsplan ter inzage gelegen. Naar verwachting wordt dit besluit op 20 september aan de gemeenteraad ter vaststelling voorgelegd. De voorbeschermingsregel zal met het eerste wijzigingsbesluit aan het omgevingsplan worden toegevoegd (als derde lid van artikel 4.12). Tot aan inwerkingtreding van die eerste wijziging, dient dit voorbereidingsbesluit te gelden.

Artikelsgewijze Toelichting

Artikel 1.1 Uitbreiding uitzonderingen op vergunningplicht artikel 22.26 van de hoofdregeling van het omgevingsplan

Artikel 22.26 van de hoofdregeling van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam bepaalt dat het verboden is zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten en het te bouwen bouwwerk in stand te houden en te gebruiken (omgevingsplanactiviteit bouwwerken). Artikel 22.27 bevat uitzonderingen op die vergunningplicht. Dit artikel voorziet erin een extra uitzondering toe te voegen. 

Het eerste lid bepaalt dat gewoon onderhoud in, aan of op een gemeentelijk monument, voorbeschermd gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd provinciaal monument, rijksmonument of voorbeschermd rijksmonument, voor wat betreft de omgevingsplanactiviteit bouwwerken vergunningvrij is, voor zover detaillering, profilering en vormgeving van het bouwwerk niet worden gewijzigd. Gewoon onderhoud aan monumenten wordt hiermee voor wat betreft de omgevingsplanactiviteit bouwwerken gelijkgesteld aan gewoon onderhoud aan bouwwerken die geen monument zijn. 

Het eerste lid vult in feite artikel 22.27 van de hoofdregeling van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam aan. Artikel 22.28 bepaalt echter dat op een activiteit die wordt verricht in, aan of op een gemeentelijk monument, voorbeschermd gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd provinciaal monument, rijksmonument of voorbeschermd rijksmonument artikel 22.27 niet van toepassing is. Om elk misverstand te voorkomen, bepaalt het tweede lid dat artikel 22.28, eerste lid, van de hoofdregeling van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam, niet van toepassing is op gewoon onderhoud, bedoeld in het eerste lid. 

Met hoofdregeling wordt gedoeld op dat gedeelte van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam, dat bekendgemaakt met toepassing van de digitale standaard STOP-TPOD. 

De hoofdregeling is vindbaar in de viewer via de volgende link: https://omgevingswet.overheid.nl/regels-op-de-kaart/document?documentID=/akn/nl/act/gm0363/2020/omgevingsplan. Het wordt hoofdregeling genoemd, omdat er naast die hoofdregeling nog allerlei andere, tijdelijke delen van het omgevingsplan bestaan, zoals bestemmingsplannen.