Beleidsregel inzake ontheffingen voor landbouwvoertuigen en andere motorrijtuigen met beperkte snelheid met betrekking tot gesloten verklaringen voor wegen en maximale afmetingen (Beleidsregel inzake ontheffingen voor landbouwvoertuigen en andere motorrijtuigen met beperkte snelheid met betrekking tot gesloten verklaringen voor wegen en maximale afmetingen)

Geldend van 01-02-2009 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel inzake ontheffingen voor landbouwvoertuigen en andere motorrijtuigen met beperkte snelheid met betrekking tot gesloten verklaringen voor wegen en maximale afmetingen (Beleidsregel inzake ontheffingen voor landbouwvoertuigen en andere motorrijtuigen met beperkte snelheid met betrekking tot gesloten verklaringen voor wegen en maximale afmetingen)

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 18 december 2007 tot vaststelling van de beleidsregel inzake ontheffingen voor landbouwvoertuigen en andere motorrijruigen met beperkte snelheid met betrekking tot gesloten verklaringen voor wegen en maximale afmetingen. (Prov. blad 2008, nr. 3)

Paragraaf 1 Algemene bepalingen en werkingssfeer

Artikel 1 Doel van de beleidsregels

De beleidsregels beogen om met inachtneming van de verkeersveiligheid regels te stellen omtrent de beoordeling van ontheffingsaanvragen op de verkeerstekens C8 en C9, inhoudend de gesloten verklaring van wegen voor langzaam verkeer, alsmede de beoordeling van ontheffingsaanvragen op maximale afmetingen van voertuigen op de weg.

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze beleidsregels zijn van toepassing op:

  • • de openbare wegen die bij de provincie Zuid-Holland in beheer zijn;

  • • de nog aan te leggen openbare wegen, waarvan het beheer bij de provincie Zuid-Holland zal berusten, vanaf het tijdstip dat de weg opengesteld wordt voor het verkeer.

Artkel 3 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze beleidsregels worden verstaan onder:

  • Provinciale wegen: de wegen die bij de provincie Zuid-Holland in beheer zijn.

  • Beheer: de zeggenschap en de verantwoordelijkheid voor de weg met inbegrip van de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen en het al dan niet toestaan van handelingen van derden of gedogen van situaties die van invloed zijn op de toestand of het gebruik van de weg.

  • Gesloten verklaarde wegen: de wegen die middels verkeerstekens C8 of C9 gesloten zijn verklaard voor verkeer dat niet harder kan of mag rijden dan 25 km/u.

  • Landbouwvoertuig: een motorvoertuig in het bijzonder ontworpen voor het trekken, duwen, dragen, in beweging brengen aandrijven van werktuigen, machines of aanhangwagens, die zijn bestemd voor het gebruik in de landbouw.

  • Motorrijtuig met beperkte snelheid: Een motorrijtuig met beperkte snelheid maximumsnelheid 25 km per uur), niet zijnde een landbouwtrekker, niet ingericht voor het vervoer van personen, ingericht voor het bij op korte afstand van elkaar gelegen plaatsen afleveren of ophalen van goederen, ingericht voor het uitvoeren van werkzaamheden buiten wegen en ingericht voor het uitvoeren van werkzaamheden aan wegen of werken op, in, langs en boven wegen.

  • Gekentekende voertuigen: Een kenteken is een identificatiemiddel voor voertuigen, bestaande uit een op dat voertuig bevestigde kentekenplaat met een letter-en cijfercombinatie en een bijbehorend kentekenbewijs. In dit besluit wordt onder gekentekende voertuigen verstaan vrachtwagens en auto's met aanhanger.

  • Het college: het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.

  • De aanvraag: een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3 lid 3 van de Algemene wet bestuursrecht.

Paragraaf 2 Gesloten verklaarde wegen

Artikel 4 Aanvraag

1. De aanvraag wordt ingediend bij het college.2. De aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als;

  • a. de aanvrager gebruik maakt van het door de provincie beschikbaar gestelde aanvraagformulier en;

  • b. het aanvraagformulier volledig is ingevuld en;

  • c. alle benodigde bescheiden, waaronder die als opgenomen in het aanvraagformulier,

    zijn bijgevoegd.

Artikel 5 Geldigheid

1. De ontheffing geldt slechts voor de aanvrager en is niet overdraagbaar.

2. De ontheffing wordt verleend voor een periode van maximaal drie jaar.

3. De ontheffing kan worden verlengd. Hiertoe dient een schriftelijk verzoek uiterlijk een maand voor afloop van de geldigheid van de ontheffing bij het college te zijn ingediend.

Artikel 6 Voorschriften

Aan een ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

1. Een ontheffing mag alleen worden gebruikt als ten minste aan de volgende vijf algemene voorschriften is voldaan:

  • a. indien de ontheffing noodzakelijk is;

  • b. bij goede weersomstandigheden, inhoudend geen gladheid en/of mist met een zicht van minder dan 200 meter;

  • c. tijdens het rijden op de weg dient het zwaailicht constant gevoerd te worden;

  • d. bij het tegemoet komen van een ander voertuig moet het voertuig of samenstel van voertuigen zoveel mogelijk aan de rechterzijde van de rijbaan worden gereden en moet het voertuig of samenstel van voertuigen, indien nodig, tot stilstand worden gebracht;

  • e. Aan de voorzijde, voor het breedste punt en aan de achterzijde, achter het breedstepunt, moet aan weerszijden van het voertuig/werktuig markering en verlichting zijn aangebracht.

2. Tevens kunnen aan een ontheffing nadere bijzondere voorschriften worden opgenomen.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Een verzoek om ontheffing te verlenen wordt door het college geweigerd als:

1. de verkeerssituatie langzaam verkeer op de geslotenverklaarde weg niet toelaat en/of;

2. het perceel waarheen en waarvandaan gereden wordt te bereiken is via een parallelweg of een andere veilige route die redelijkerwijs als alternatief te beschouwen is en/ of;

3. de aanvrager gebruik kan maken van een gekentekend voertuig en/ of;

4. de aanvrager geen belang kan aantonen voor de ontheffing voor die specifieke route.

Artikel 8 Intrekkingsgronden

Het college kan besluiten de ontheffing in te trekken, indien:

1. de aanvrager zich niet houdt aan de voorschriften als genoemd in artikel 6;

2. de situatie met betrekking tot de ontheffing zich wijzigt waardoor één of meerdere weigeringsgronden, als vermeld in artikel 7 zich voordoen;

3. ter verkrijging van de ontheffing onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt.

Paragraaf 3 Maximale afmetingen landbouwvoertuigen en motorrijtuigen met beperkte snelheid

Artikel 9 Aanvraag

1. De aanvraag wordt ingediend bij het college.2 De aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als:

  • a. de aanvrager gebruik maakt van het door de provincie beschikbaar gestelde anvraagformulier en;

  • b. het aanvraagformulier volledig is ingevuld en;

  • c. alle benodigde bescheiden, waaronder die als opgenomen in het  aanvraagformulier,zijn bijgevoegd.

Artikel 10 Geldigheid

1. De ontheffing geldt slechts voor de aanvrager is niet overdraagbaar.

2. De ontheffing wordt verleend voor een periode van maximaal drie jaar.

3. In afwijking van lid 2 wordt voor voertuigen breder dan 3,50 meter slechts een incidentele ontheffing verleend.

4. De ontheffing kan worden verlengd. Hiertoe dient een schriftelijkverzoek uiterlijk een maand voor afloop van de geldigheid van de ontheffing bij het college te zijn ingediend.

5. De ontheffing is alleen geldig voor zover ter plaatse geen bijzondere beperkingen zijn aangegeven, zoals wegen die voor landbouwvoertuigen en langzaam gemotoriseerde voertuigen gesloten verklaard zijn. Hiervoor dient apart een ontheffing in het kader van het RVV-1990 te worden aangevraagd.

Artikel 11 Voorschriften

1. Aan een ontheffing worden de volgende algemene voorschriften verbonden:

  • a. de breedte van de voertuigen of samenstel van voertuigen mag niet meer bedragen dan voor elk van de voertuigen is vermeld in de ontheffing, tot een maximum van 3,50 meter. Deze moet overigens altijd tot e kleinst mogelijke afmeting worden teruggebracht;

  • b. de ontheffing is alleen geldig voor zover ter plaatse geen bijzondere beperkingen zijn aangegeven, zoals wegen die voor landbouwvoertuigen en langzaam gemotoriseerde voertuigen gesloten verklaard zijn. Hiervoor dient apart een ontheffing genoemd in artikel 1 te worden aangevraagd;

  • c. tenzij anders vermeld mag met rijdende werktuigen geen aanhangwagen over de weg worden voortbewogen, terwijl met de in de vorenstaande staat vermelde voertuigen c.q. samenstel van voertuigen geen lading mag worden vervoerd.

2. Bij voertuigen breder dan 3,50 meter kunnen naast het bepaalde in lid 1 bijzondere voorschriften worden opgenomen, zoals:

  • a. de plicht te melden aan de wegbeheerder dat op een bepaald moment op een bepaalde plaats gebruik zal worden gemaakt van de ontheffing;

  • b. de plicht tot aanwezigheid van particuliere begeleiding tijdens het transport.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Een ontheffing op grond van het Voertuigreglement kan worden geweigerd, indien:

1. de breedte van het motorrijtuig met beperkte snelheid inclusief lading kan worden teruggebracht naar 2,60 meter, of;

2. de breedte van het werktuig of landbouwvoertuig kan worden teruggebracht naar 3,00 meter;

3. de verkeerssituatie voertuigen met afmetingen genoemd in de aanvraag niet toelaat en/ of;

4. het perceel waarheen en waarvandaan gereden wordt te bereiken is via een parallelweg of een andere veilige route die redelijkerwijs als alternatief te beschouwen is.

Artikel 13 Intrekkingsgronden

Het college kan besluiten de ontheffing in te trekken, indien:

1. de aanvrager zich niet houdt aan de voorschriften als genoemd in artikel 8;

2. de situatie met betrekking tot de ontheffing zich wijzigt waardoor één of meerdere weigeringsgronden, als vermeld in artikel 9 zich voordoen;

3. ter verkrijging van de ontheffing onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt.

Paragraaf 4 Overgangs-en slotbepalingen

Artikel 14 Geldigheid andere beleidsregels

De "Beleidsregels inzake ontheffingen voor landbouwvoertuigen en andere motorrijtuigen met beperkte snelheid met betrekking tot gesloten verklaringen voor wegen en maximale afmetingen" zijn specifiek van aard. Dit betekent dat eventuele andere beleidsregels met een meer algemeen karakter met betrekking tot deze onderwerpen van ontheffing buiten toepassing worden gelaten.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na datum van uitgifte van het Provinciaal blad, waarin deze worden geplaatst.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: "Beleidsregels inzake ontheffingen voor landbouwvoertuigen en andere motorrijtuigen met beperkte snelheid met betrekking tot gesloten verklaringen voor wegen en maximale afmetingen"

Ondertekening

Den Haag, 18 december 2007
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
J. FRANSSEN, voorzitter
M.H.J. VAN WIERINGEN-WAGENAAR, secretaris