Regels Bijdrageverlening Gelderland

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-09-2024

Intitulé

Regels Bijdrageverlening Gelderland

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Gelet op artikel 3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016;

Besluiten

Vast te stellen de volgende regeling:

Regels Bijdrageverlening Gelderland

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

bijdrage: een aanspraak op financiële middelen als bedoeld in artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

controleprotocol: instructie aan de ontvanger van een bijdrage voor het geven van aanwijzingen voor de reikwijdte en de intensiteit van de accountantscontrole;

samenwerkingsovereenkomst: een overeenkomst tussen Gedeputeerde Staten en minimaal één andere publiekrechtelijke rechtspersoon over het uitvoeren van bepaalde activiteiten.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016 zijn niet van toepassing op besluiten op grond van deze regeling, met uitzondering van artikel 3, eerste, derde en vierde lid.

Artikel 3 Verlening

  • 1. Voorafgaande aan de vaststelling van de bijdrage wordt een beschikking tot verlening van de bijdrage gegeven.

  • 2. Een bijdrage kan worden verleend voor de uitvoering van een samenwerkingsovereenkomst.

  • 3. Een beslissing op de aanvraag om verlening van de bijdrage wordt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag genomen.

Artikel 4 Weigeringsgronden

De bijdrage wordt geweigerd als:

  • a.

    de activiteiten waarvoor de bijdrage wordt gevraagd niet zijn gericht op de provincie, niet ten goede komen aan de ingezetenen van de provincie of op een andere wijze niet van het belang van de provincie dienen;

  • b.

    verlening van de bijdrage zou leiden tot strijdigheid met Europese regel inzake staatssteun;

  • c.

    niet is voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in deze regeling.

Artikel 5 Aanvrager

De bijdrage wordt verleend aan een publiekrechtelijke rechtspersoon.

Artikel 6 Samenwerkingsovereenkomst

De samenwerkingsovereenkomst bevat in elk geval:

  • a.

    de deelnemende partijen, waarbij in elk geval de handelingsbevoegdheid, de verhouding tussen en vertegenwoordiging van partijen, en de inbreng van partijen zijn geregeld;

  • b.

    een omschrijving van de activiteiten die worden uitgevoerd, waarbij in elk geval de uitvoeringsperiode en de rolverdeling van partijen zijn geregeld;

  • c.

    een begroting van de opbrengsten en kosten voor de activiteiten, voorzien van een toelichting;

  • d.

    als de activiteiten een tijdvak van meer dan 12 maanden beslaan en de gevraagde bijdrage € 2.500.000 of meer bedraagt: een uitgavenplanning;

  • e.

    de verplichting om afwijkingen aan de uitgavenplanning die meer dan 20% bedragen te melden;

  • f.

    de voorwaarden waaronder de samenwerkingsovereenkomst kan worden gewijzigd of tussentijds kan worden beëindigd;

  • g.

    op welke wijze verantwoording wordt afgelegd over de uitvoering van de activiteiten en de besteding van de middelen, en

  • h.

    de wijze waarop de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst zal worden gemonitord.

Artikel 7 Hoogte van de bijdrage

De bijdrage bedraagt niet meer dan het bedrag waarop de aanvrager op grond van de samenwerkingsovereenkomst aanspraak kan maken.

Artikel 8 Intrekking of wijziging van de bijdrageverlening

Zolang de bijdrage niet is vastgesteld kan de bijdrageverlening worden ingetrokken of worden gewijzigd.

Artikel 9 Vaststelling

  • 1. De bijdrage wordt vastgesteld op basis van de werkelijke baten en lasten van de activiteiten waarvoor de bijdrage is verleend, tenzij in de samenwerkingsovereenkomst anders is bepaald.

  • 2. De ontvanger van een bijdrage verantwoordt elk begrotingsjaar waarin uitvoering wordt gegeven aan de samenwerkingsovereenkomst de verleende bijdrage.

  • 3. De ontvanger van een bijdrage zendt de informatie ten behoeve van de verantwoording over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het begrotingsjaar toe in de vorm van:

    • a.

      de jaarrekening en het jaarverslag; en

    • b.

      de daarop betrekking hebbende accountantsverklaring en het verslag van bevindingen.

  • 4. Bij de jaarrekening is een bijlage gevoegd waarin verantwoordingsinformatie over verleende bijdragen wordt verstrekt.

  • 5. De ontvanger van een bijdrage maakt gebruik van een vastgestelde bijlage.

  • 6. De accountant die verantwoordelijk is voor de in het derde lid, aanhef en onder b, genoemde documenten, beoordeelt voor elke verleende bijdrage of er sprake is van risico's die richtinggevend zijn voor de inrichting van de accountantscontrole. Indien een of meer bijdragen zijn ontvangen met een omvang van tenminste € 125.000 in het verantwoordingsjaar voert de accountant in ieder geval voor elk van die bijdragen een deelwaarneming uit.

  • 7. In het verslag van bevindingen van de accountant wordt per bijdrage gerapporteerd met een rapporteringstolerantie gebaseerd op de lasten van de bijdrage in het verantwoordingsjaar of, bij meerjarige financiële afrekening op basis van prestatieafspraken, gebaseerd op het totale voorschot per bijdrage, in alle gevallen met een ondergrens van te melden bevindingen van:

    • a.

      € 12.500 indien de lasten kleiner dan of gelijk aan € 125.000 zijn;

    • b.

      10% indien de lasten groter dan € 125.000 en kleiner dan of gelijk aan € 1.000.000 zijn;

    • c.

      € 125.000 indien de lasten groter dan € 1.000.000 zijn.

  • 8. De bijdrage wordt binnen 13 weken na ontvangst van de laatste verantwoording vastgesteld.

Artikel 10 Evaluatieverslag

Deze regeling wordt ten minste eenmaal in de vier jaar geëvalueerd.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2024.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Regels Bijdrageverlening Gelderland.

Ondertekening

Toelichting bij Regels Bijdrageverlening Gelderland 2023

Algemene toelichting

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt het mogelijk om aan overheden aanspraken op financiële middelen (bijdragen) te verstrekken, zonder dat daarop de regels van het subsidierecht van toepassing zijn. In deze bijdrageregeling wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Op grond van deze regeling kunnen bijdragen worden verstrekt aan overheden om samenwerkingsprojecten uit te voeren waaraan de provincie zelf ook deelneemt. Het gaat hier om samenwerkingsprojecten waarin de provincie zelf een actieve rol vervult en niet alleen optreedt als financier.

Partneroverheden gaven in de Bestuurskrachtmeting (rapporten van 18 december 2018 en 16 juni 2022) aan subsidies geen geschikt instrument te vinden om samenwerkingsprojecten te ondersteunen. Dit omdat een subsidie een hiërarchisch instrument is, terwijl in samenwerkingsprojecten juist gelijkwaardige rollen van belang zijn. Deze bijdrageregeling biedt daarom een alternatief. In deze regeling ligt de nadruk op de samenwerking zoals vormgegeven in de samenwerkingsovereenkomst. Zodra alle partijen de samenwerkingsovereenkomst hebben ondertekend kan naar aanleiding van een aanvraag een bijdrage worden verleend.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Op grond van artikel 4:21, derde lid, van de Awb is de subsidietitel van de Awb (titel 4.2) niet van toepassing op aanspraken op financiële middelen die worden verstrekt op grond van een regeling die uitsluitend voorziet in verstrekking aan publiekrechtelijke rechtspersonen. In artikel 2, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016 is hier van afgeweken. Op grond van deze bepaling is de subsidietitel van de Awb en de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016 wel van toepassing op aanspraken op financiële middelen die worden verstrekt op grond van een regeling die uitsluitend voorziet in verstrekking aan publiekrechtelijke rechtspersonen.

Artikel 2, tweede lid, van Algemene subsidieverordening Gelderland 2016 voorziet wel in de mogelijkheid om in een regeling de subsidietitel van de Awb en de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016 buiten toepassing te verklaren. In artikel 2 van deze regeling is hier deels gebruik van gemaakt. De subsidietitel van de Awb is niet van toepassing op besluiten op grond van deze regeling. De Algemene subsidieverordening Gelderland 2016 is evenmin van toepassing verklaard. Echter delen van artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016 blijven wel van toepassing. Gedeputeerde Staten ontlenen immers aan deze bepaling hun bevoegdheid om bijdragen te mogen verstrekken, deze bijdrageregeling te mogen vaststellen en van rijkswege aan de provincie ter beschikking gestelde middelen voor specifiek aangewezen activiteiten als bijdrage te mogen verstrekken. Uit artikel 3 volgt verder dat Gedeputeerde Staten hun bevoegdheid om bijdragen te verstrekken slechts mogen gebruiken voor activiteiten die bijdragen aan provinciaal beleid en voor zover Provinciale Staten daartoe voldoende middelen beschikbaar hebben gesteld.

Artikel 3

Een bijdrage kan worden verleend voor de uitvoering van een samenwerkingsovereenkomst. Deze samenwerkingsovereenkomst moet echter wel voldoen aan een aantal eisen. Zo volgt uit artikel 1 dat de provincie zelf partij is bij de samenwerkingsovereenkomst. Ook volgt uit artikel 1, maar ook uit artikel 5, dat aan de samenwerkingsovereenkomst er minimaal één rechtspersoon deelneemt die krachtens publiekrecht is ingesteld. Het is overigens mogelijk dat ook andere partijen deelnemen aan de samenwerkingsovereenkomst. Deze partijen kunnen echter niet op grond van deze regeling financieel worden ondersteund.

Tot slot volgt uit artikel 3, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016 dat het samenwerkingsovereenkomst bijdraagt aan de realisatie van provinciaal beleid en dat Provinciale Staten voldoende middelen beschikbaar hebben gesteld. Deze middelen moeten beschikbaar zijn gesteld voordat de betrokken partijen de samenwerkingsovereenkomst ondertekenen.

Artikel 5

Op grond van artikel 2:1, eerste lid, Burgerlijk Wetboek zijn de staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede alle lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld. Andere lichamen waaraan een deel van de overheidstak is opgedragen bezitten slechts rechtspersoonlijkheid als dit uit het bij of krachtens wet bepaalde volgt (artikel 2:1, tweede lid, van de Burgerlijk Wetboek).

Artikel 6

Deelnemende partijen bepalen gezamenlijk, op gelijke voet, de inhoud van de samenwerkingsovereenkomst. Deze bepaling stelt echter wel eisen aan welke onderwerpen de samenwerkingsovereenkomst minimaal moet bevatten. De verdere invulling van deze onderwerpen wordt overgelaten aan de deelnemende partijen.

Het besluit tot het deelnemen aan een samenwerkingsovereenkomst, op grond waarvan een bijdrage kan worden verleend, kan niet door Gedeputeerde Staten worden gemandateerd. De aard van deze bevoegdheid verzet zich hiertegen. Mandatering van deze bevoegdheid zou immers de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten om bijdragen te verlenen uithollen. Gelet op het gebrek aan andere afwegingsgronden dan de samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 8

Op grond van artikel 6, aanhef en onder f, van deze regeling moeten de deelnemende partijen in de samenwerkingsovereenkomst voorwaarden opnemen waaronder de samenwerkingsovereenkomst kan worden gewijzigd of tussentijds beëindigd. Als gedurende de uitvoering van het samenwerkingsproject de deelnemende partijen een beroep doen op deze voorwaarden dan moet de verleningsbeschikking worden gewijzigd of ingetrokken. Op grond van deze bepaling kan dit. De verleningsbeschikking wordt dan overeenkomstig de deelnemende partijen afgesproken wijziging, gewijzigd.

Artikel 9

De bijdrage wordt vastgesteld op basis van de werkelijke baten en lasten van de activiteiten waarvoor de bijdrage is verleend. Op die manier wordt voorkomen dat meer bijdrage wordt gegeven dan feitelijk nodig is voor de uitvoering van de activiteiten.

Verantwoording van een verleende bijdrage verloopt op dezelfde wijze als bij een specifieke uitkering. Wordt de samenwerkingsovereenkomst over meerdere jaren uitgevoerd, dan wordt de bijdrage elk begrotingsjaar verantwoord. Het begrotingsjaar loopt gelijk met het kalenderjaar. De ontvanger van een bijdrage voegt een door Gedeputeerde Staten vastgestelde bijlage toe aan de jaarrekening. In deze bijlage moet de bijdrageontvanger een aantal vragen beantwoorden over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst. Gedeputeerde Staten kunnen de inhoud van de bijlage steeds per bijdrage anders vaststellen.

De vragen in de bijlage kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op welke activiteiten zijn uitgevoerd, hoeveel kosten zijn er gemaakt, is er van de samenwerkingsovereenkomst afgeweken, zijn afwijkingen afgestemd met de andere partners, enz… Deze bijlage samen met de jaarstukken en de daarop betrekking hebbende controleverklaring en verslag van bevindingen stuurt de bijdrageontvanger op naar Gedeputeerde Staten.

De leden zes en zeven sluiten aan op regelgeving ten aanzien van de accountantscontrole van specifieke uitkeringen van het rijk aan decentrale overheden, te weten de systematiek Single information Single audit (SiSa). De verwachtingen accountantscontrole met betrekking tot Sisa-controle, die het rijk jaarlijks publiceert, gelden mutatis mutandis voor de te verrichten werkzaamheden door de accountant ten aanzien van de verleende (provinciale) bijdrage.

Na ontvangst van de verantwoording wordt binnen 13 weken de bijdrage vastgesteld. Wordt de samenwerkingsovereenkomst over meerdere jaren uitgevoerd en zijn er als gevolg hiervan meerdere verantwoordingen ingediend, dan vindt de vaststelling van de bijdrage pas plaats na ontvangst van de laatste verantwoording.

Als de bijdrage geheel of deels met van rijkswege aan de provincie ter beschikking gestelde middelen uit een specifieke uitkering is verstrekt, dan vindt verantwoording van de bijdrage plaats op grond van artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet. In dat geval is artikel 9 niet van toepassing.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Henri Lenferink

Commissaris van de Koning

Frederik van Ardenne

Secretaris