Bijdrageverordening gemeenschappelijke regeling Fijnder

Geldend van 01-07-2024 t/m heden

Intitulé

Bijdrageverordening gemeenschappelijke regeling Fijnder

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Fijnder;

gelet op artikel 28 van de gemeenschappelijke regeling Fijnder met ingangsdatum 1 juli 2024;

en

gelet op het besluit d.d. 2 juli 2021 van het Algemeen Bestuur tot aanpassing van de verdeelsleutel voor de bedrijfsvoeringskosten van Fijnder met ingang van 1 januari 2022;

en

gelet op het besluit d.d. 22 december 2017 van het Dagelijks Bestuur tot aanpassing werkwijze gemeentelijke voorschotten;

en

de wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Fijnder met ingangsdatum 1 juli 2024;

besluit:

vast te stellen de navolgende

Bijdrageverordening Gemeenschappelijke regeling Fijnder Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en de Participatiewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      bedrijfsvoeringskosten: de middelen voor instandhouding van Fijnder;

    • b.

      fte: de werktijd van een medewerker afgezet tegen de normwerktijd van 36 uur per week.

    • c.

      Fijnder: de gemeenschappelijke regeling Fijnder.

Artikel 2 Doelstelling verordening

  • Het Algemeen Bestuur beoogt met deze verordening de kaders te stellen op welke wijze en in welke mate de gemeenten financieel bijdragen aan de middelen voor instandhouding van Fijnder.

Artikel 3 Gemeentelijke bijdrage

  • 1. De bijdrage per deelnemende gemeente aan de middelen voor instandhouding van Fijnder wordt als volgt vastgesteld. Het totaal van de bedrijfsvoeringskosten wordt verdeeld op basis van de ongewogen verhouding van de onderstaande aantallen per gemeente ten opzichte van het totaal aantal klanten van de drie gemeenten op 1 januari van het betreffende dienstjaar min 1:

    • a.

      Uitkeringsgerechtigden, inclusief IOAW en IOAZ;

    • b.

      Partners van uitkeringsgerechtigden;

    • c.

      Geplaatste personen met langdurige loonkostensubsidie zonder aanvullende bijstandsuitkering;

    • d.

      Geïndiceerde personen nieuw Beschut Werk;

    • e.

      Geïndiceerde personen Wet sociale werkvoorziening;

    • f.

      Niet-uitkeringsontvangers in begeleiding.

  • 2. De verhoudingspercentages, zoals berekend op basis van het vorige artikellid, geldend voor het dienstjaar, worden in de begroting van het dienstjaar per gemeente gespecificeerd.

Artikel 4 Verrekening

  • 1. Bij wijze van voorschot brengt Fijnder middels tweemaandelijkse voorschotnota’s 90% van de voor dat dienstjaar geraamde bijdrage, zoals genoemd in artikel 3, aan de gemeenten in rekening, zolang Fijnder beschikt over voldoende liquide middelen om haar werkzaamheden uit te voeren.

  • 2. Indien Fijnder niet over voldoende liquide middelen beschikt brengt zij in aanvulling op de voorschotnota’s zoals genoemd in lid 1, een eenmalige aanvullende voorschotnota aan de gemeenten in rekening ter hoogte van 10% van de voor dat dienstjaar geraamde bijdrage.

  • 3. Leidt een Bestuursrapportage tot een positieve - of negatieve afwijking van 10% of meer ten opzichte van de begroting, dan ontvangen de gemeenten een eenmalige extra positieve of negatieve voorschotnota ter grootte van hun aandeel in deze afwijking, na voorlopige vaststelling van deze Bestuursrapportage door het Dagelijks Bestuur.

  • 4. In december van enig dienstjaar volgt een voorlopige eindafrekening op basis van het verwachte rekeningresultaat.

  • 5. In de jaarrekening wordt op basis van het werkelijke resultaat over het dienstjaar, met toepassing van de verdeelsleutel zoals opgenomen in de begroting over het dienstjaar, de bijdrage per gemeente berekend.

  • 6. De op grond van lid 1 tot en met lid 4 in rekening gebrachte voorschotten worden verrekend met de werkelijk verschuldigde bijdrage als bedoeld in lid 5 nadat het Dagelijks Bestuur de jaarrekening voorlopig heeft vastgesteld.

Artikel 5 Overige bepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2024, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Bijdrageverordening gemeenschappelijke regeling Fijnder 2022’.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Bijdrageverordening gemeenschappelijke regeling Fijnder 2024’.

  • 3. In gevallen waarin deze verordening onvoldoende of niet voorziet, besluit het Algemeen Bestuur in de eerstvolgende vergadering.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Fijnder d.d. 1 juli 2024.

De voorzitter,

E.S.F. Schepers-Janssen

De secretaris,

T.A. Beijer