Gemeente Tynaarlo Beleidsregels evenementen 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Gemeente Tynaarlo Beleidsregels evenementen 2024

Versie 2.0

Inhoud

1. INLEIDING 2

1.1 In- en externe afstemming

1.2 Inwonerparticipatie

1.3 Reikwijdte beleidsregels

1.4 Samenhangende besluiten

2. SOORTEN EVENEMENTEN

2.1 Vergunningsvrije evenementen

2.2 Vergunning plichtige evenementen

3. MELDINGSPLICHT FESTIVITEITEN

3.1 Melding incidentele festiviteiten

3.2 Activiteiten buiten inrichting

3.3 Aanwijsbesluit collectieve festiviteiten

3.4 Toets omgevingsplan

4. VERGUNNINGPROCEDURE

4.1 Aanvraag

4.2 Termijnen

4.3 Leges

4.4 Publicatie

5. INDIENINGSVEREISTEN AANVRAAG

6. VERGUNNINGVOORSCHRIFTEN EN VEILIGHEIDSASPECTEN

6.1 Begin- en eindtijden

6.2 Omgevingsgeluid

6.3 Beveiliging

6.4 Plaatsen tent en/of tijdelijke bouwwerken

6.5 Geneeskundige veiligheid

6.6 Vrije doorgang hulpdiensten

6.7 Verkeer

6.8 Tappunten

6.9 Gebruik van glaswerk, keramiek en Single Use Plastics (SUP)

7. TOEZICHT EN HANDHAVING

7.1 Gemeentelijk Toezicht en handhaving

7.2 Alcohol

7.3 Handhaving door de regionale omgevingsdienst en provincie

7.4 Klachten en meldingen

7.5 Aanvullende voorwaarden

7.6 Weigeren/intrekken evenementenvergunning

8. EVENEMENTENKALENDER

8.1 Cumulatie van evenementen

9. BIJZONDERE EVENEMENTEN

9.1 Besloten feest

9.2 Vechtsportevenementen

9.3 Circussen

9.4 Motor- en autosport

BIJLAGE 1 – OVERZICHT SAMENHANGENDE BESLUITEN

BIJLAGE 2 - STAPPENPLAN AANVRAAG EVENEMENTENVERGUNNING

BIJLAGE 3 - RISICOPUNTENMODEL EVENEMENTEN

1.Inleiding

De gemeente Tynaarlo is een veelzijdige en dynamische gemeente. Zij combineert een rijke variatie aan historie, natuur en landschappen met een goed voorzieningenniveau op terreinen als onderwijs, wonen, werken en ontspannen. Tynaarlo is een echte evenementengemeente: het toeristisch-recreatieve aanbod wordt gekenmerkt door tal van evenementen, verspreid over het hele jaar met een piek in de zomerperiode. Inwoners en toeristen nemen actief deel aan feesten, braderieën en markten. Het sociaal-culturele leven is daarmee stevig verankerd en maakt onderdeel uit van het unieke karakter van onze gemeente. Daar zijn wij trots op en dat willen we graag in stand houden en versterken!

De evenementen maken Tynaarlo een bruisende en aantrekkelijke verblijfsgemeente en dragen, mits in goede balans, bij aan de leefbaarheid en voorzien in de behoefte aan ontspanning en vermaak. De evenementen kunnen ook een aantrekkende werking hebben op mensen van buiten de gemeente. Naast een gewenst sociaal aspect, zorgen evenementen daarmee ook voor naamsbekendheid van onze gemeente.

Wij hechten om deze redenen een groot belang aan een breed en gevarieerd evenementenaanbod, waarbij het publiek breed is betrokken en waarmee alle doelgroepen en leeftijdsgroepen worden bereikt.

Een gevarieerd evenementenaanbod kent veel positieve aspecten:

- Sfeer en gezelligheid;

- Naamsbekendheid;

- Variatie aan vrijetijdmogelijkheden;

- Toeristisch-recreatief profiel;

- Cultuur/sportparticipatie lokale inwoners;

- Sociale samenhang, maatschappelijke participatie;

- Economische spin off (bestedingen, werk);

- Relatieontwikkeling en beheer voor bedrijven.

Evenementen kunnen, naast alle positieve aspecten, ook in meer of mindere mate hinder en risico’s met zich mee brengen. Hierbij valt te denken aan:

- (geluids)hinder;

- milieuvervuiling, afval;

- beschadiging openbare ruimte;

- verstoring openbare orde;

- verkeer/parkeerdruk;

- concentratie in bepaalde perioden (december, zomer);

- gezondheidsrisico’s;

- verminderde bereikbaarheid woon- en publieksfuncties tijdens evenement.

Om een evenement veilig te laten verlopen en om hinder voor omwonenden zo beperkt mogelijk te houden, zijn in het beleid beperkingen voor evenementen opgenomen en moet een evenement aan regels voldoen. Aan dit beleid ligt een belangenafweging ten grondslag tussen voornoemde belangen. Voor evenementen is op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) een evenementenvergunning nodig. De verlening daarvan wordt aan dit beleid getoetst. En aan een evenementenvergunning worden, mede in het kader van dit beleid, voorwaarden en beperkingen verbonden.

In deze beleidsregels krijgen die belangen eveneens een plaats en daarnaast wordt ingegaan op andere onderdelen die van belang zijn om een evenement goed en veilig te laten verlopen. Een organisator kan aan de hand van deze beleidsregels zien wat we van hem verwachten bij het voorbereiden van een aanvraag. Omwonenden en andere belanghebbenden weten wat zij kunnen verwachten en waar ze aan toe zijn.

1.1 In- en externe afstemming

Deze regeling is, op voorhand, intern besproken met diverse vakgroepen. Daarnaast is de regeling extern afgestemd met de hulpdiensten en de omgevingsdienst. Hun inbreng is, voor zover van belang, verwerkt in deze regeling.

1.2 Inwonerparticipatie

De evenementenregeling heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Van de ingebrachte reacties is verslag gemaakt en deze zijn voor zover mogelijk, verwerkt.

1.3 Reikwijdte beleidsregels

Met deze beleidsregels willen wij de rol van evenementen erkennen en bevestigen en de kaders aangeven waarbinnen publieksactiviteiten in onze gemeente mogelijk zijn. Tevens is het doel helderheid te scheppen naar externe en interne partijen over hoe wij met evenementen omgaan. Door een duidelijk en consistent beleid kan niet alleen de dienstverlening door de gemeente worden verbeterd, maar kan dit tevens benut worden om tot een optimale taakverdeling tussen de verschillende ambtelijke organisatieonderdelen te komen die betrokken zijn bij evenementen.

Deze beleidsregels hebben betrekking op alle evenementen waarvoor volgens de APV een evenementenvergunning is vereist. Dit betreft evenementen die zowel binnen als buiten plaatsvinden. De APV maakt hierin immers geen onderscheid. Ten aanzien van activiteiten (al-dan-niet ‘evenementen’ volgens de APV) die binnen plaatsvinden is reeds een aantal zaken geregeld in andere wet- en regelgeving zoals de Omgevingswet. Deze beleidsregels gaan kort in op die aspecten.

1.4 Samenhangende besluiten

Voor een evenement zijn naast een evenementenvergunning vaak andere vergunningen of ontheffingen nodig. Bijvoorbeeld een ontheffing voor het schenken van alcohol (Alcoholwet) of voor activiteiten op de weg (Wegenverkeerswet). De gemeente stelt een aanvrager van een evenementenvergunning in kennis over de besluiten die waarschijnlijk ook nodig zijn voor het evenement. Bijlage 1 geeft een beperkt overzicht van deze samenhangende besluiten.

2.Soorten evenementen

Op basis van het risicopuntenmodel (zie bijlage 3) en de effecten die een evenement op de omgeving heeft, van nagenoeg geen tot grote uitstralingseffecten (bezoekersaantallen, geluidsbelasting, parkeerdruk, openbare orde aspecten etc.), kent de gemeente vergunningsvrije en vergunning plichtige evenementen.

2.1 Vergunningsvrije evenementen

In het ‘’Aanwijzingsbesluit vergunningvrije evenementen’’ staat benoemd aan welke voorwaarden een evenement moet voldoen wil er geen vergunning voor benodigd zijn.

2.2 Vergunning plichtige evenementen

De indeling van een evenement in een bepaalde categorie is dus gebaseerd op de omvang, de uitstralingseffecten op de omgeving en de risico's die de activiteiten met zich meebrengen. Het enkele criterium ten aanzien van het aantal bezoekers is dus niet bepalend voor de beoordeling onder welke categorie een evenement wordt geschaard.

De gemeente kent 3 typen vergunning plichtige evenementen:

- A-evenement (niet of nauwelijks belastend profiel)

- B-evenement (belastend profiel)

- C-evenement (risicoprofiel)

A-evenement* B-evenement C-evenement**

Belasting omgeving: Minder dan gemiddeld Gemiddeld Bovengemiddeld

Aantal bezoekers: Laag Middel Hoog

Geluidproductie: Laag Middel Hoog

Inzet hulpdiensten: Geen tot regulier Regulier Bovengemiddeld

Duur: 1 dag 1 of meerdere dagen 1 of meerdere dagen

Punten risicomatrix 0 – 5 6 – 9 10 of meer

* Tevens hebben eventueel geplaatste objecten een gezamenlijk oppervlak van < 50 m2;

** Tevens een afgebakend evenemententerrein.

3.Meldingsplicht festiviteiten

Een aantal activiteiten wordt georganiseerd door bedrijven als bedoeld in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Activiteiten die door deze organisatoren binnen de inrichting (een terras valt onder de inrichting) worden ge¬organiseerd en vallen onder hun reguliere bedrijfsvoering zien we niet als evenementen, maar noemen we festiviteiten. Hiervoor geldt een afwijkende procedure, die hieronder wordt beschreven. Dit hoofdstuk is tevens een uitwerking van de APV artikelen 4:1 tot en met 4:6.

3.1 Melding incidentele festiviteiten

Mits het omgevingsplan dit mogelijk maakt, kan een organisator maximaal 8 keer per kalenderjaar een ontheffing krijgen om binnen de inrichting (binnen gebouwen) festiviteiten te organiseren tot uiterlijk 03:00 uur waarbij de geluidsnormen uit het omgevingsplan niet gelden. Binnen de inrichting (buiten gebouwen, bijvoorbeeld op het terras) mag dit maximaal 2 keer per kalenderjaar tot uiterlijk 22:00 uur.

3.2 Activiteiten buiten inrichting

Activiteiten die door de exploitant worden georganiseerd, maar buiten de inrichting zelf vallen, zien wij als evenementen. Denk bijvoorbeeld aan een horecaondernemer die een feesttent op de stoep vóór zijn terras plaatst. Hiervoor moet een evenementenvergunning aangevraagd worden.

3.3 Aanwijsbesluit collectieve festiviteiten

Dit zijn festiviteiten die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen zijn verbonden. In het ‘’aanwijzingsbesluit collectieve festiviteiten’’ is vastgelegd om welke activiteiten het gaat. Voor deze activiteiten gelden op de aangewezen dagen (voor het deel van de gemeente dat aangewezen is) de geluidvoorschriften die gesteld worden op grond van de Omgevingswet, niet.

3.4 Toets omgevingsplan

Soms wil een exploitant een activiteit organiseren die niet valt onder de reguliere bedrijfsvoering. Denk aan een dancefeest op de bloemenveiling. Als een activiteit binnen een inrichting wordt georganiseerd, die niet past binnen het omgevingsplan, moet worden gekeken of de activiteit ruimtelijk relevant is. Er is sprake van ruimtelijke relevantie indien de activiteit;

- De vorm heeft van een niet-incidenteel B-evenement (dat wil zeggen meer dan 1 keer per jaar en/of terugkerend (twee jaar of meer opeenvolgend));

- De vorm heeft van een C- evenement;

- Kan leiden tot negatieve effecten in een woonomgeving.

Als er sprake is van ruimtelijke relevantie, dient een afweging te worden gemaakt of er in afwijking van het omgevingsplan medewerking kan worden verleend aan een verzoek. Hierbij wordt gekeken naar o.a. bezoekersaantallen, aanvangs- en sluitingstijden, duur van het evenement, de locatie, voldoende parkeergelegenheid, geluidbelasting, stikstofuitstoot, e.d. De exploitant dient daarvoor een verzoek in bij de gemeente.

Indien er ruimte bestaat om medewerking te verlenen aan het verzoek, dan wordt een omgevingsvergunning voor het afwijken van het omgevingsplan verleend. Indien evenementen met een ruimtelijke relevantie een structureel karakter hebben, zou daarvoor ook een bepaling in het omgevingsplan kunnen worden opgenomen. Voor deze specifieke evenementen hoeft dan geen omgevingsvergunning voor het afwijken van het omgevingsplan meer aangevraagd te worden. Indien nodig moet dan nog wel een melding incidentele festiviteit worden gedaan. Als de uitkomst van de toets negatief is, kunnen geen afwijkende activiteiten of evenementen worden georganiseerd.

Bovenstaande is alleen van toepassing op activiteiten binnen inrichtingen. Het kan ook voorkomen dat evenementen buiten inrichtingen worden georganiseerd op locaties waar dit mogelijk in strijd is met het omgevingsplan. In deze gevallen doet de gemeente niet standaard een toets op het omgevingsplan. Mocht blijken, bijvoorbeeld door overlastmeldingen of klachten, dat de locatie niet geschikt is voor het evenement, kan deze op basis van de bijzondere weigeringsgrond uit artikel 2:25A APV worden geweigerd. Voor dit type evenementen dient een vergunning te worden aangevraagd.

4.Vergunningprocedure

4.1 Aanvraag

De burgemeester is bevoegd aan een vergunning bepaalde voorschriften te verbinden, indien deze redelijkerwijs nodig zijn in verband met voorkoming van aantasting van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de bescherming van het milieu en de verkeersveiligheid. Als de voorschriften één van de hierboven bedoelde belangen niet voldoende kunnen beschermen, dan wordt de vergunning schriftelijk geweigerd.

De aanvraagprocedure is als stappenplan weergegeven in bijlage 2. De gemeente maakt gebruik van een standaard aanvraagformulier. Na het doorlopen en invullen wordt automatisch een basis Veiligheidsplan ingevuld. Dit helpt onervaren aanvragers om snel de gewenste stukken te kunnen aanleveren. Van meer ervaren of professionele aanvragers verwachten wij een hoger kwaliteitsniveau. Na ontvangst van de aanvraag zorgen de vergunningverleners voor de daadwerkelijke vergunningverlening op basis van de APV. Bij de eerste beoordeling vindt een ontvankelijkheidstoets plaats. Hierin wordt gekeken of de aanvraag compleet is en vindt een eerste check plaats van aangeleverde informatie. Bij een incomplete aanvraag kan de aanvraag buiten behandeling worden gelaten. Externe adviezen worden getoetst aan het gemeentelijke beleid op de diverse terreinen. Een aanmelding voor de evenementenkalender wordt niet gezien als formele vergunningaanvraag. Bij een positief besluit op de aanvraag ontvangt de aanvrager een vergunning per post en/of per email. Hieraan kan de burgemeester voorschriften verbinden om het evenement te reguleren. Binnen zes weken na verzending van het besluit (vergunningverlening of weigering) kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen. Bij een c-evenement horen voorbereidende multi-overleggen en eindevaluaties tot de standaard handelingen.

4.2 Termijnen

Evenementenvergunning Zie APV (art. 2.25)

Melding brandveilig gebruik 4 weken

Omgevingsvergunning afwijken omgevingsplan 8 weken

Melding incidentele festiviteit 2 weken

Verkeersbesluit 8 weken

Verdagen beslistermijn

Overeenkomstig artikel 1.2 van de APV en artikel 16.64 lid 2 Omgevingswet kan het bestuursorgaan de beslistermijn voor ten hoogste acht weken verdagen.

Beslistermijn samenhangende besluiten

Indien andere besluiten samenhangen met de evenementenaanvraag worden de onderliggende aanvraag- en beslistermijnen aangehouden. Hier dient de aanvrager rekening mee te houden. Een – niet uitputtend - overzicht hiervan staat in bijlage 1.

4.3 Leges

Voor A-evenementen worden geen leges geheven.

Voor B- en C-evenementen en voor een omgevingsvergunning voor het afwijken van het omgevingsplan worden leges geheven: de hoogte is bepaald in de ‘’Verordening op de heffing en de invordering van leges’’.

4.4 Publicatie

Bekendmaking van een evenementenvergunning geschiedt door toezending aan de aanvrager. Een besluit gericht tot één of meer belanghebbenden dat niet aan alle belanghebbenden kan worden toegezonden, wordt op grond van artikel 3:41 lid 2 Awb op een andere geschikte wijze bekendgemaakt. Alle vergunningen worden gepubliceerd in DROP en zijn zichtbaar op www.officielebekendmakingen.nl. In de bekendmaking wordt aangegeven wanneer het evenement plaatsvindt, de datum wanneer de vergunning is verleend, de naam van het evenement en eventueel de organisatienaam. Een afschrift van de vergunning kan op verzoek van een belanghebbende worden toegezonden.

5.Indieningsvereisten aanvraag

Om te beoordelen hoe de organisator van het evenement invulling geeft de aspecten openbare orde, veiligheid, volksgezondheid en milieu en de risico’s tot het minimum beperkt, wordt, afhankelijk van de aard van het evenement, naar onderstaande documenten gevraagd.

Handgetekende documenten worden niet geaccepteerd.

A-evenement B-evenement C-evenement

Plattegrond

(van locatie/terrein/gebouw) op basis van BGBOP Ja Ja Ja

Draaiboek Ja Ja Ja

Veiligheidsplan Nee ja ja

Zorgplan Nee ja ja

Verkeersplan Alleen bij omleidingen en/of wegafsluitingen voor het verkeer. Standaard bij c-evenementen

Constructieve gegevens Alleen indien (tijdelijke) bouwwerken worden geplaatst.

Tentboek Allen indien tenten groter dan 25m² worden geplaatst.

Afvalplan Nee Alleen indien meer dan 2000 bezoekers

Wet natuurbescherming

Op grond van de Wet natuurbescherming kan het nodig zijn een aanvullende vergunning of ontheffing te krijgen voor het evenement. Wij hanteren als gemeente het uitgangspunt dat als een evenement gemotoriseerd is (dat wil zeggen: voertuigen vormen de basis van het evenement, bijvoorbeeld een rally of combinerace) een AERIUS-berekening en quickscan soortenbescherming in ieder geval nodig zijn. Dit geldt ook als de inschatting is dat er bovengemiddelde uitstoot van schadelijke stoffen plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld bij paasvuren. Zodra een evenement dichtbij (< 500 meter) of in een Natura 2000-gebied plaatsvindt, moet er ook getoetst worden of het evenement leidt tot nadelige effecten op het Natura 2000-gebied als gevolg van ‘overige effecten’. Een quickscan soortenbescherming is tevens nodig als het evenement in de buitenlucht plaatsvindt, tijdens het broedseizoen en in de omgeving van natuur. De aanvrager levert een afschrift van de gevraagde toetsen of scans aan bij de gemeente. De Provincie is bevoegd gezag.

6.Vergunningvoorschriften en veiligheidsaspecten

6.1 Begin- en eindtijden

Voor de begin- en eindtijden van evenementen worden doorgaans de tijden overgenomen die in de aanvraag worden genoemd. Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

- Vanaf 07.00 uur mogen alleen voorbereidingen getroffen worden die geen geluidsbelasting kunnen vormen. Vanaf 09.00 uur daadwerkelijke start evenement;

- Er kan een uitzondering worden gemaakt voor een evenement waarbij een vroege aanvangstijd inherent is aan het evenement zelf (bijvoorbeeld dauwtrappen);

- Op zondag kunnen er beperkingen zijn als gevolg van de Zondagswet (verbod om op zondag zonder strikte noodzaak geluid te produceren dat binnen een zone van 200m van een kerk hoorbaar is). Van dit verbod kan de burgemeester voor de tijd na 13.00 uur ontheffing verlenen. Deze beperkingen zijn ook van toepassing op dagen die volgens genoemde wet met de zondag zijn gelijkgesteld. Dit zijn Hemelvaartsdag, Goede Vrijdag, eerste en tweede kerstdag, tweede paasdag, tweede pinksterdag en Nieuwjaarsdag. In de vergunningsvoorschriften wordt dit expliciet vastgelegd. Tevens wordt opgenomen dat de op- en afbouwactiviteiten voor 13.00 uur geen overlast mogen veroorzaken;

- Wij kunnen afwijken van de eindtijd uit de aanvraag, indien er aanwijzingen zijn dat de eindtijd uit de aanvraag leidt tot buitensporige overlast voor de omgeving of onveilige situaties;

- Indien aan het evenement ontheffingen samenhangen, zal de begintijd van de ontheffing nooit eerder zijn dan de begintijd van het evenement, en de eindtijd van de ontheffing nooit later dan de eindtijd van het evenement;

- Met de eindtijd wordt bedoeld: de tijd waarop alle activiteiten die samenhangen met het evenement moeten worden beëindigd, met uitzondering van schoonmaak- en afbouwhandelingen;

- Het college verleent ontheffing van het in de APV gestelde verbod (artikel 4:6) om in de openlucht toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben waardoor voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt:

o Zondag t/m donderdag tot 00:00 muziek;

o Vrijdag en zaterdag tot 02:00 muziek.

6.2 Omgevingsgeluid

Er is (nog) geen landelijke regelgeving voor omgevingsgeluid bij evenementen. Toch neemt dit aspect een steeds belangrijkere rol in. Ook de omgevingsdienst adviseert gemeenten om geluidsnormen op te nemen in hun evenementenbeleid. Wij kiezen ervoor om voor de locaties waar de huidige c-evenementen (Bloemencorso en Zuidlaardermarkt) plaatsvinden, geluidsprofielen op te stellen. Deze profielen worden opgesteld door de omgevingsdienst of een door de omgevingsdienst gecontracteerde partij. De gemeente en organisator van het evenement nemen deel aan de voorbereiding en idealiter aan de uitvoering, om zo tot een gebalanceerd profiel te komen waarin aandacht is voor beleving en het voorkomen of beperken van gehoorschade en overlast.

Bij klachten over gehoorschade of overlast, gaat de gemeente in gesprek met de betreffende organisator en de omgevingsdienst. Gezamenlijk wordt een plan van aanpak opgesteld om de overlast in de toekomst te voorkomen. Het opstellen van een geluidsprofiel voor de betreffende locatie kan een onderdeel uitmaken van het plan van aanpak. Daarnaast verwachten we dat organisatoren van een muziekevenement zich minimaal conformeren aan het Convenant Preventie Gehoorschade Muzieksector.

Daarin is het belangrijk dat bezoekers goede gehoorbescherming dragen. Wij verwachten van de organisatoren dat zij mogelijkheden bieden aan bezoekers om deze gehoorbescherming ter plekke te verkrijgen.

6.3 Beveiliging

Afhankelijk van de aard en de omvang van het evenement dient de organisator beveiliging aan te stellen die toezicht uitoefent op het evenement. Beveiliging van evenementen dient uitgevoerd te worden door gecertificeerde en gekwalificeerde medewerkers van door het Ministerie van Justitie en Veiligheid erkende beveiligingsbedrijven. Bij c-evenementen wordt in ieder geval beveiliging voorgeschreven, tenzij de politie anders adviseert. Bij a- en b-evenementen vindt een afweging plaats op basis van het advies van de politie en voorgaande ervaringen.

De kosten voor de beveiligingswerkzaamheden zijn voor rekening van de organisator. In de vergunning worden, indien van toepassing, voorwaarden gesteld met betrekking tot het aantal aan te stellen beveiligers. De algemeen gehanteerde richtlijn is één gecertificeerde beveiliger op 250 bezoekers, waarbij het de voorkeur heeft dat beveiligers in koppels werken. Alleen bij evenementen met een laag veiligheidsrisico kan één beveiliger volstaan. Indien het karakter van het evenement daar aanleiding toe geeft of indien gevaar van buiten dreigt, kan deze norm op advies van de politie zowel naar boven als naar beneden worden bijgesteld.

6.4 Plaatsen tent en/of tijdelijke bouwwerken

Het plaatsen van een (grote) tent of een tijdelijk bouwwerk dan wel het houden van een feest in bijvoorbeeld een schuur is, in verband met brandveiligheid, verbonden aan een aantal brandveiligheidsvoorschriften. De aanvrager van de evenementenvergunning moet, indien van toepassing, bij de vergunningaanvraag plattegrondtekeningen en constructieve gegevens toevoegen. Toezichthouders van de gemeente controleren op constructie- en brandveiligheid op basis van de BGBOP.

6.5 Geneeskundige veiligheid

Bij evenementen komen allerlei aspecten aan de orde die de gezondheid van mens en dier kunnen beïnvloeden en waarop kan worden geanticipeerd. De huidige wet- en regelgeving heeft ervoor gezorgd dat in de voorbereiding op (grote) evenementen afspraken moeten worden gemaakt ten aanzien van preventie van incidenten. Onder veiligheid vallen ook genees- en gezondheidskundige aspecten. Deze aspecten zijn de verantwoordelijkheid van de organisatie.

Als er een risico is voor de gezondheid van de bezoekers, kan de gemeente de GHOR om (maatwerk)advies vragen. Met de GHOR zijn specifieke werkafspraken te maken over wanneer advies gewenst is. De GHOR beschikt over deskundigheid op het gebied van (publieke)gezondheid en veiligheid. Voor het opstellen van het advies betrekt de GHOR hiervoor kennis en expertise uit haar netwerk zoals GGD, RAV, ziekenhuizen, RIVM en andere kennisinstituten. De GHOR buigt zich over de vraag wat er bij een specifiek evenement kan misgaan op het gebied van publieke gezondheid en veiligheid en wat dient de organisator te doen in de voorbereiding om problemen te voorkomen. De GHOR beoordeelt evenementen tevens op de mogelijke verstoring van de reguliere zorg en welke geneeskundige voorzieningen en gezondheidskundige maatregelen nodig zijn om dit te voorkomen.

Gehoorschade voorkomen

Het doel van het Convenant Preventie Gehoorschade Muzieksector is om bij te dragen aan de preventie van gehoorschade door bezoekers en werknemers van muziekactiviteiten op een voor het gehoor zo veilig mogelijke manier van de muziek te laten genieten. De Convenantpartijen zullen de bij hen aangesloten leden hiertoe informeren en toerusten betreffende de volgende onderwerpen:

1) Geluidniveaus

2) Geluidsmetingen

3) Gehoorbescherming

4) Voorlichting aan de bezoekers

5) Deskundigheidsbevordering van werknemers

6) Kennis en onderzoek

6.6 Vrije doorgang hulpdiensten

De hulpdiensten dienen te allen tijde vrije doorgang te hebben op en naar de evenementenlocatie. Er kunnen dan ook voorwaarden gesteld worden met betrekking tot het vrijhouden van een bepaalde route of calamiteitenstrook. In de vergunning wordt dan opgenomen welke afmeting de vrije doorgang dient te hebben. Daarnaast kunnen, afhankelijk van de locatie, aanvullende maatregelen getroffen worden. De basis hiervan staat in de BGBOP.

6.7 Verkeer

Op basis van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn bij activiteiten op de openbare weg, waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers en de weggebruikers geregeld moet worden, verkeersregelaars vereist. Verkeersregelaars die ingezet worden bij evenementen hebben de taak het verkeer voor de veiligheid van deelnemers/bezoekers van het evenement te regelen. Verkeersregelaars moeten een instructie volgen en daarna een toets afleggen voordat zij aan de slag kunnen. De e-learning tool voor de verkeersinstructie is beschikbaar via de website van SVNL: https://www.verkeersregelaarsexamen.nl/.

De werkwijze van de e-learning is:

- Voorafgaand aan een evenement moeten evenementenorganisaties een vergunning aanvragen bij de wegbeheerder. In samenspraak met politie en gemeente wordt het aantal in te zetten evenementenverkeersregelaars bepaald en opgenomen in de vergunning;

- De organisatie en de evenementenverkeersregelaars registreren zich vervolgens op de website van de SVNL, waarna de instructie direct kan worden gestart. De e- learning is kosteloos. De aanstelling als evenementenverkeersregelaar is geldig voor maximaal 1 jaar, een evenementenverkeersregelaar kan dus voor meerdere evenementen worden ingezet.

Bij een evenement kan het nodig zijn om wegen af te sluiten, rijrichtingen te veranderen (bijv. eenrichtingsverkeer) en dergelijke. De organisator geeft in de aanvraag, in het draaiboek en het veiligheidsplan aan hoe men hiermee om wil gaan. Het team Verkeer beoordeelt dit en geeft zo nodig advies of aanwijzingen. Uitgangspunt is dat aanliggende routes, hoofdwegen en routes voor openbaar vervoer niet afgesloten worden. In overleg met de verkeersdeskundige zullen, indien nodig, verkeersbesluiten worden genomen. De hieruit voortvloeiende kosten zijn voor de organisator.

Omleidingsroutes worden samen met de wegbeheerder bepaald. Aan de vergunning worden voorschriften verbonden ten aanzien van verkeersmaatregelen, zoals welke wegen wanneer en hoe lang mogen worden afgezet en eisen aan wegafzettingen en verlichting daarvan. Indien nodig neemt het college verkeersbesluiten om de verkeersmaatregelen te formaliseren. Dit dient in de pas te lopen met de termijnen die verbonden zijn aan de behandeling van en besluit op de aanvraag van de evenementenvergunning.

6.8 Tappunten

Bij evenementen en festiviteiten wordt regelmatig alcohol geschonken. Dit gebeurt door horecaondernemers middels een tappunt op hun terras en/of door de organisatie van een evenement met een (mobiel) tappunt op het evenemententerrein.

Horecabedrijven die een Alcoholwetvergunning voor het terras hebben, mogen alcoholhoudende dranken verstrekken op hun terras. Wanneer dit terras niet op het evenemententerrein is gelegen, maar wel in de nabijheid ervan kan dit een negatieve invloed hebben op de organisatie van het evenement, bijvoorbeeld wanneer een horecaondernemer tijdens het evenement ook een tappunt op zijn terras plaatst. Bekeken moet worden of dit tappunt gericht is op de directe bezoekers van het horecabedrijf. Is dit niet het geval dan is het verstandig dat de horecaondernemer aansluiting zoekt bij de organisatie van het evenement of het tappunt op een ander moment op zijn terras plaatst.

Horecabedrijven die een tappunt op hun eigen terras hebben, dienen zich – ook gedurende een evenement – te houden aan de sluitingstijden zoals omschreven in de Alcoholwetvergunning.

Voor het tappen elders dan in een horeca-inrichting (bijv. op de openbare weg) moet een ontheffing op grond van artikel 35 Alcoholwet worden aangevraagd. Dit kan gelijktijdig met het aanvragen van een evenementenvergunning worden gedaan. Een dergelijke ontheffing kan alleen afgegeven worden voor bijzondere gebeurtenissen van zeer tijdelijke aard (bijvoorbeeld kermissen, braderieën, muziek- en sportfeesten, jaarmarken en andere manifestaties die éénmalig, dan wel in de regel niet meer dan tweemaal per jaar plaatsvinden).

6.9 Gebruik van glaswerk, keramiek en Single Use Plastics (SUP)

Aan de evenementenvergunning kunnen voorwaarden worden verbonden, zoals de voorwaarde dat in verband met de veiligheid van de bezoekers en ter bescherming van het milieu drank uitsluitend in duurzame kunststofbekers mag worden geschonken. Indien nodig bepaalt de burgemeester op grond van zijn bevoegdheden dat de regel ook geldt voor lokale openbare inrichtingen zoals lokale commerciële en paracommerciële horecabedrijven/-instellingen en of deze voor alleen buiten of ook voor binnen geldt.

Het gebruik van SUP wordt de komende jaren verder afgebouwd. Hierop is Europese en landelijke regelgeving van toepassing.

Het gebruik van glas en keramiek is in basis niet toegestaan tijdens evenementen. Dit geldt ook voor tappunten op het terras van een horeca-inrichting indien in de nabijheid een evenement plaatsvindt. Het gebruik van blik is wel toegestaan, mits dit open wordt verstrekt. Op bovenstaande is wel maatwerk mogelijk, mits dit geen belemmeringen voor de openbare orde en veiligheid oplevert.

7.Toezicht en handhaving

7.1 Gemeentelijk Toezicht en handhaving

De organisator is verantwoordelijk voor de organisatie van een goed, schoon en veilig evenement. Ieder evenement moet voldoen aan de gestelde regels en normen op het gebied van openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid en het milieu. Het team Toezicht en Handhaving zorgt namens de gemeente Tynaarlo voor het toezicht op en de handhaving van de vergunningsvoorwaarden uit de evenementenvergunning. Zij doen dit in samenwerking met de politie, de brandweer en andere betrokken partijen zoals de Omgevingsdienst Drenthe.

Om de capaciteit voor toezicht en handhaving bij evenementen optimaal de verdelen, vindt toezicht en handhaving plaats op basis van risicoanalyse en eventuele klachten. In de praktijk betekent dit dat er hoofdzakelijk gemeentelijk toezicht is op de grote evenementen.

Op evenementen vinden activiteiten plaats waarop een grote verscheidenheid aan wet- en regelgeving van toepassing kan zijn. Vaak zijn er dan ook verschillende toezichthouders die bevoegdheden hebben met betrekking tot verschillende activiteiten op het evenement. Voorbeelden van deze wetgeving zijn Arbowetgeving, de Alcoholwet en Wet natuurbescherming. Als er mechanisch gegraven wordt, bijvoorbeeld voor tentharingen of verankeringen, is het doen van KLIC-melding wettelijk verplicht. De melder krijgt informatie over aanwezige kabels en leidingen. Hiermee kunnen gevaarlijke situaties worden voorkomen. Tenten en andere bouwwerken worden gecontroleerd door de toezichthouders van bouwen en wonen.

7.2 Alcohol

Bij de meeste evenementen wordt alcoholhoudende drank verkocht. De gemeente Tynaarlo hecht vanuit gezondheids- en veiligheidsaspecten een hoge waarde aan een alcoholmatigingsbeleid om daarmee onbeteugeld alcoholgebruik en misbruik tegen te gaan. Als gekeken wordt naar overmatig alcoholgebruik, dan valt in Tynaarlo op dat VMBO-leerlingen en 16- tot 18-jarigen vaker dan jongeren in heel Drenthe aangeven ooit in hun leven alcohol gedronken te hebben en dat dezelfde groepen naar voren komen als het gaat om de frequentie van recent alcoholgebruik. Organisatoren hebben een verantwoordelijkheid als het gaat om alcoholmatiging. In lijn met het preventieakkoord delen wij de Instructie Verantwoord Alcoholgebruik met barvrijwilligers van sportkantines en buurthuizen, en zetten wij boa’s en mystery shoppers in bij interventies voor de horeca. Het doel hiervan is beperking van de alcoholverstrekking en het stimuleren van het naleven van de leeftijdsgrens.

De Alcoholwet geeft de mogelijkheid om in bepaalde gevallen voor ‘’bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard’’ toestemming te verlenen zwakalcoholhoudende drank (drank met minder dan 15% alcohol zoals bier en wijn), te verkopen zonder dat men in het bezit is van de benodigde Alcoholwetvergunning. Hiervoor is een ontheffing krachtens artikel 35 van de Alcoholwet nodig. De aanvrager dient ingeschreven te staan bij SVH en van onbesproken gedrag te zijn. Indien de organisator van het evenement al een bestaande Alcoholwetvergunning heeft, dan kan tijdens het evenement binnen de kaders van de reeds afgegeven vergunning alcoholische dranken worden verstrekt. Buiten deze kaders dient een ontheffing te worden aangevraagd.

De ontheffing van artikel 3 wordt krachtens artikel 35 van de Alcoholwet verleend voor een aaneengesloten periode van maximaal 12 dagen. Aan deze ontheffing zijn diverse voorschriften en beperkingen gekoppeld. Zo mag er tijdens het evenement geen sterke drank worden verstrekt. Alcoholverstrekking vindt plaats onder toeziend oog van de contactpersoon (leidinggevende conform ontheffing) en er mag geen alcohol worden verstrekt aan personen onder de 18 jaar en aan personen die in kennelijke staat van dronkenschap of onder invloed van andere verdovende middelen verkeren. Omdat veel evenementen plaatsvinden op een ‘open’ locatie is er niet altijd goed zicht op de alcoholverstrekking. Organisatoren van evenementen dienen in hun veiligheidsplan aan te tonen op welke verantwoorde wijze alcohol wordt verstrekt en maatregelen te treffen om alcoholmisbruik onder met name jongeren onder de 18 jaar zoveel mogelijk te voorkomen.

Maatregelen die door de organisator getroffen kunnen worden, zijn o.a.:

- Het opstellen van huisregels voor het evenemententerrein waarin wordt gecommuniceerd over de wet- en regelgeving in relatie tot alcohol- en drugsgebruik en wat wel en niet wordt getolereerd tijdens het evenement;

- Het verstrekken van polsbandjes aan jongeren tussen de 18 en 25 jaar. Bij een meerdaags evenement kan elke dag een ander kleur bandje worden verstrekt;

- Zorgvuldige controle op ID legitimatie.

De burgemeester is krachtens artikel 41 Alcoholwet belast is met het toezicht en handhaving van de Alcoholwet. Tijdens controles kan er gebruikt gemaakt worden van (externe) buitengewoon opsporingsambtenaren en toezichthouders. De naleving van de leeftijdsgrens voor alcoholverstrekking is een belangrijk deel van deze controles. Hierbij kan de gemeente gebruik maken van de testkopermethodiek. Indien tijdens deze controles blijkt dat horeca-inrichtingen of ontheffing houders de leeftijdsgrens onvoldoende naleven, dan zal het bevoegde gezag direct overgaan tot handhaving. Hierbij zal in beginsel een (bestuurlijke) boete worden opgelegd. Indien er sprake is van recidive dan heeft het bevoegde gezag de mogelijkheid om andere bestuurlijke sanctie(s) op te leggen, zoals een last onder dwangsom en/of last onder bestuursdwang. Indien nodig kunnen deze in combinatie met een bestuurlijke boete worden opgelegd.

7.3 Handhaving door de regionale omgevingsdienst en provincie

De handhavers van de omgevingsdienst controleren o.a. of evenementen voldoen aan de milieu- en geluidsnormen. Waar nodig krijgen de handhavers specifieke instructies met betrekking tot de bijzondere voorwaarden opgenomen in de evenementenvergunning. Wanneer er bij kleinere evenementen klachten zijn, over bijvoorbeeld geluidsoverlast, onderzoekt de omgevingsdienst of er maatregelen genomen moeten worden. De provincie is het bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming. Zij zien erop toe dat evenementen voldoen aan de wet en dat de organisator indien nodig over een natuurvergunning beschikt.

7.4 Klachten en meldingen

Bij evenementen kan er hinder worden ervaren, zelfs als een organisator zich houdt aan de met het oog op het beperken van hinder gestelde voorschriften en het bevoegde gezag hierop toeziet. In eerste instantie is de organisator van het evenement het aanspreekpunt bij de aanwezigheid van hinder of klachten.

Indien er sprake is van klachten, dan kunnen die bij de gemeente kenbaar gemaakt worden via het algemene telefoonnummer 0592 266 662 of mailadres info@tynaarlo.nl. Het doel hiervan is klachten op een laagdrempelige wijze te kunnen doorgeven aan de vergunningverlener en andere betrokken afdelingen. De gemeente bekijkt vervolgens of de klacht aanleiding is om maatregelen te nemen en zal de klachten evalueren bij nieuwe evenementen.

7.5 Aanvullende voorwaarden

Aan een (volgende) evenementenvergunning kunnen aanvullende voorwaarden worden verbonden indien blijkt dat:

- het evenement zonder vergunning is georganiseerd of men zich niet gehouden aan de vergunningsvoorschriften;

- de gemeente de klacht(en) heeft beoordeeld en tot de conclusie is gekomen dat de overlast voor omwonenden onaanvaardbaar is;

- er incidenten hebben plaatsgevonden tijdens het (voorgaande) evenement;

- aanwijzingen van de hulpdiensten of toezichthouders niet (op tijd) worden opgevolgd;

Indien deze aanvullende voorwaarden niet tot verbetering hebben geleid, kan dit een reden zijn om de vergunning in de toekomst te weigeren.

7.6 Weigeren/intrekken evenementenvergunning

Een (volgende) evenementenvergunning kan worden geweigerd/ingetrokken indien blijkt dat:

- De gemeente de klacht(en) van eerdere evenementen heeft beoordeeld en tot de conclusie is gekomen dat de overlast voor omwonenden onaanvaardbaar is. Wanneer overlast onaanvaardbaar wordt, is lastig te bepalen. Toch kunnen er in de voorkomende gevallen wel degelijk aanwijzingen zijn dat dit het geval is. Gedacht kan worden aan:

o Een forse toename van het aantal klachten ten opzichte van voorgaande jaren;

o Wanneer niet alleen direct aanwonenden klagen, maar ook omwonenden die op enige afstand van het evenement wonen;

o Wanneer uit geluidsmetingen blijkt dat de geluidsniveaus vergeleken met voorgaande jaren drastisch zijn gestegen;

- Indien aanwijzingen van de hulpdiensten of toezichthouders niet (op tijd) worden opgevolgd;

- Wanneer de vergunningsvoorwaarden niet worden nageleefd;

Indien de burgemeester de evenementenvergunning weigert te verlenen of intrekt, betekent dit dat het verboden is om het evenement, waarvoor de vergunning aangevraagd is, te organiseren en/of te laten plaatsvinden.

8.Evenementenkalender

Het doel van de evenementenkalender is het creëren van overzicht welke evenementen wanneer plaatsvinden, en zodoende een evenwichtig aanbod te realiseren. Daarnaast vormt de kalender voor de interne organisatie een hulpmiddel om te bepalen in hoeverre (voorgenomen) evenementen kunnen plaatsvinden op bepaalde locaties en biedt het een toetsingsgrond voor situaties bij concurrerende aanvragen. Tevens stelt een evenementenkalender de hulpdiensten in staat om hun inzet af te stemmen op de behoeften in de regio. De evenementenkalender wordt jaarlijks door de burgemeester opgesteld. Uiterlijk vóór 1 november voorafgaande aan het komende evenementenjaar dienen organisatoren van evenementen aan te geven wanneer hun evenement plaatsvindt.

Het aanmelden voor de evenementenkalender is niet verplicht, maar een aangemeld evenement heeft voorrang op andere niet-aangemelde evenementen. De aanmelding is geen officiële vergunningaanvraag.

De procedure rond de evenementenkalender ziet er als volgt uit:

1. Aan bij ons bekende organisatoren van jaarlijks terugkerende evenementen wordt in september het verzoek gedaan om uiterlijk 1 november aan te geven welke activiteiten in het daaropvolgende jaar voor hen in de planning staan . Deze brief gaat vergezeld van een aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier moeten kerngegevens worden aangegeven zoals de locatie, de gewenste datum, een omschrijving van het evenement en een inschatting van het aantal bezoekers.

2. De gemeente doet op basis van de ontvangen informatie een risicoscan (melding, A, B of C) en een toets aan de ambities en uitgangspunten bij cumulatie van evenementen zoals genoemd in paragraaf 8.1 van deze beleidsregels.

3. De burgemeester stelt de evenementenkalender uiterlijk medio december vast.

4. De vastgestelde evenementenkalender wordt door ons bekend gemaakt.

5. De organisator heeft met het vaststellen van de evenementenkalender slechts een akkoordverklaring voor de datum van het evenement, dus nog géén vergunning.

6. Organisatoren van evenementen op de evenementenkalender kunnen binnen de daarvoor in de APV gestelde termijnen een officiële aanvraag indienen.

8.1 Cumulatie van evenementen

Zonder de mogelijkheden van evenementen (zwaar) te beperken willen wij op voorhand wel duidelijkheid scheppen omtrent het maximaal aantal toe te laten evenementen per locatie. Niet alleen om op deze wijze de overlast voor omwonenden te beperken maar ook om te zorgen dat er voldoende capaciteit bij de gemeentelijke organisatie, hulpdiensten en reguliere zorg aanwezig is in het kader van toezicht en handhaving.

Alleen de Brink in Zuidlaren kent op dit moment een maximum aantal toegestane evenementen. Op grond van het geldende omgevingsplan zijn namelijk 35 evenementen toegestaan. Burgemeester en wethouders kunnen hiervan afwijken en een verruiming tot 40 evenementen mogelijk maken. Door het ontbreken van maxima op de andere locaties betekent dit dat daar momenteel in principe onbeperkt evenementen kunnen plaatsvinden. Uiteraard wordt dit wel gereguleerd door het feit dat een vergunning wordt geweigerd indien de openbare orde en veiligheidsaspecten in het gedrang (kunnen) komen (beperking van het aantal toegestane evenementen in een tijdvak).

Op basis van bovenstaande beleidslijn kunnen zich situaties voordoen waarin verschillende organisaties op een gelijk moment/in een gelijke periode een evenement willen organiseren. Om in redelijkheid tot een besluit te komen bij ‘’concurrerende aanvragen’’ dient een afwegingskader gehanteerd te worden. Elke aanvraag om een evenementenvergunning zal daarom aan onze ambities worden getoetst met inachtneming van de volgende uitgangspunten:

- Bij verschillende aanvragen voor een evenement binnen dezelfde periode wordt gekeken in hoeverre het evenement bijdraagt aan onze ambities;

- Een evenement dat minimaal vijf jaar achtereen binnen dezelfde periode/locatie heeft plaatsgevonden heeft voorrang op een nieuw te organiseren evenement (bijvoorbeeld: het Bloemencorso heeft voorrang op een nieuw initiatief);

- Er mogen maximaal twee evenementen binnen één week (van maandag tot maandag) op één locatie of in elkaars directe nabijheid worden georganiseerd;

- Er mogen maximaal twee C-evenementen gelijktijdig in elkaars nabijheid worden georganiseerd;

- Onder periode genoemd onder A en B wordt verstaan een aaneengesloten tijdvak van 14 dagen, tenzij voor specifieke evenementen een apart tijdvak is vastgesteld.

- Wanneer bovenstaande afwegingen er in resulteren dat er nog steeds concurrerende aanvragen zijn, dan wordt via een loting een keuze gemaakt tussen de resterende aanvragen. De loting gebeurt door een bestuurder en de evenementencoördinator samen.

Het college kan, in bijzondere gevallen, een bepaling of bepalingen van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan het naleefgedrag van de organisator in de afgelopen jaren. Naast deze uitgangspunten spelen ook andere zaken een rol. Denk hierbij aan capaciteitsbelasting bij hulpdiensten en de reguliere zorg.

9.Bijzondere evenementen

9.1 Besloten feest

We hebben eerder al vermeld dat er ook feesten en activiteiten voorkomen in onze gemeente waarvan het niet altijd duidelijk is of er sprake is van een evenement zoals omschreven in de APV. Gedacht kan worden aan besloten feesten zoals een kampioensfeest van de plaatselijke FC of een bedrijfsfeest. Ook een reünie van de middelbare school, wat in principe een besloten feest is, kan vergunning plichtig zijn. Dit soort feesten wordt gehouden in bijvoorbeeld tenten, schuren of in locaties van para commerciële organisaties. Ondanks dat de aard van het feest besloten is, kan de omvang, het aantal bezoekers of het programma ervoor zorgen dat er toch een vergunning nodig is.

Uiteraard dient een besloten feest ook aan de overige van toepassing zijnde regels te voldoen en daartoe over de benodigde vergunningen en ontheffingen te beschikken. Besloten feesten kunnen discussie oproepen vanuit de zijde van commerciële horecabedrijven en er kan in strijd met planologische regelingen worden gehandeld.

9.2 Vechtsportevenementen

De gemeente staat uitsluitend vechtsportevenementen toe die onder auspiciën staan van koepelorganisaties die zijn aangesloten bij NOC*NSF en/of het keurmerk Fight Right dragen. Evenementen waarbij de menselijke waardigheid in het geding is (zoals bijvoorbeeld evenementen met een expliciet seksistisch of racistisch karakter) worden niet toegestaan.

9.3 Circussen

De gemeente verleent geen vergunningen voor evenementen waarbij dieren worden mishandeld, gekweld of waarbij tevens de gezondheid van het dier in gevaar kan komen. Voor grote afzonderlijke circusvoorstellingen met dieren wordt enkel vergunning verleend als het circus is aangesloten bij de Vereniging Nederlandse Circus Ondernemingen (VNCO) . Het lidmaatschap van deze organisatie garandeert een zekere kwaliteit van de circussen die bij deze organisatie zijn aangesloten zoals bijvoorbeeld ten aanzien van het welzijn van circusdieren. Dierenwelzijn is echter niet de enige voorwaarde voor vergunningverlening. Gebleken is dat het belangrijk is om voldoende aandacht aan de locatie te schenken. Niet elke locatie leent zich voor een circus en bijbehorend materieel. Gebleken is dat de gemeente geen geschikte locatie heeft. Op grond van de openbare orde en veiligheid zal een aanvraag op gemeentelijke terrein geweigerd moeten worden. Circussen kunnen daardoor alleen vergund worden als de organisator een geschikte particuliere locatie vindt. Volledigheidshalve merken wij op dat een jeugdcircus hier niet onder valt.

9.4 Motor- en autosport

Wij hanteren de lijn dat bij evenementen met een voornamelijk gemotoriseerd karakter (bijvoorbeeld een rally, combinerace of trekkertrek), het uitvoeren van een AERIUS-berekening en een QuickScan soortenbescherming verplicht zijn (zie hoofdstuk 5). Daarnaast worden in onze gemeente evenementen georganiseerd die niet onder auspiciën van een bond worden verreden. Dit betekent dat de gemeente in de vergunning niet kan verwijzen naar de geldende regels van de bond en dus zelf voorwaarden moet opnemen om de veiligheid te kunnen waarborgen. Dit is een probleem, omdat deze kennis niet bij de gemeente aanwezig is. Wanneer een evenement niet onder auspiciën van een bond wordt gereden is het maar de vraag of de juiste (veiligheids)maatregelen worden genomen. En of de vergunningsaanvraag en de maatregelen wel juist zijn. Dit brengt veiligheidsrisico’s met zich mee. Om ervoor te zorgen dat er betere veiligheidsvoorschriften komen en hier op wordt toegestaan, moeten dergelijke evenementen vanaf 2025 onder auspiciën van een bond worden verreden. Dit geeft de organisatoren nog een jaar de tijd om zelf een bond op te richten of zich aan te sluiten bij een bestaande bond. Evenementen die niet onder een bond worden verreden krijgen vanaf 2025 geen vergunning.

Ondertekening