Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Veenendaal 2024 (AVOI Veenendaal 2024)

Artikel 4 Vergunning, instemmingsbesluit of melding

• 1.

  Het is verboden kabels en/of leidingen in, op of boven openbare gronden aan te leggen of te onderhouden, in stand te houden, te verplaatsen of op te ruimen zonder of in strijd met een vergunning of, indien het betreft een kabel en/of leiding die valt onder de Telecommunicatiewet, een instemmingsbesluit van het college.

• 2.

  In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard worden volstaan met een melding direct na uitvoering of uiterlijk de eerstvolgende werkdag voor 10.00 uur via de daartoe bestemde kanalen.

• 3.

  In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden (bij calamiteiten) volstaan worden met een melding achteraf. Uiterlijk binnen 1 werkdag na de uitvoering dient gemotiveerd te worden waarom er sprake was van spoedeisende werkzaamheden. Indien het een tracé betreft langer dan 10 m1 of 5 m2, zal achteraf een vergunning voor deze werkzaamheden moeten worden aangevraagd. Ingeval de openbare orde of een gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar zich verzet tegen de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden kan het college besluiten dat de werkzaamheden, bedoeld in het tweede lid, op een ander dan het voorgenomen tijdstip moeten plaatsvinden. Het besluit wordt onverwijld na het tijdstip van ontvangst van de melding genomen.

• 4.

  Het college kan gebieden aanwijzen waarop het eerste lid niet van toepassing is.

• 5.

  Degene die werkzaamheden overeenkomstig het eerste, tweede of derde lid heeft uitgevoerd, verstrekt binnen twee weken na beëindiging van de werkzaamheden een uitvoeringsverslag aan het college of de gemachtigde ambtenaar.

Artikel 5 5 Voorschriften bij vergunningen

Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden. De voorschriften kunnen slechts betrekking hebben op:

• a.

  de plaats van de werkzaamheden;

• b.

  het tijdstip van de werkzaamheden, met dien verstande dat het toegestane tijdstip van aanvang, behoudens zwaarwichtige redenen van publiek belang, niet later mag liggen dan 12 maanden na de datum van verlening van de vergunning;

• c.

  de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;

• d.

  het bevorderen van medegebruik van voorzieningen;

• e.

  het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken;

• f.

  De beperkte geldigheidsduur bij werkzaamheden t.b.v. voorzieningen welke in gebruik zijn bij bouwactiviteiten derden, inclusief plicht tot verwijderen van de voorzieningen binnen de gestelde termijn (o.a. bouwstroomkasten en watermeterputten);

• g.

  de openbare orde;

• h.

  de bescherming van natuur en milieu;

• i.

  de bescherming van de volksgezondheid;

• j.

  de verkeersveiligheid en de doorstroming van verkeer.

Artikel 6 Voorschriften bij instemmingsbesluit > Telecom

• 1.

  Het college kan in het instemmingsbesluit voorschriften opnemen in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid;

  • c.

    het voorkomen of beperken van overlast, waaronder mede verstaan wordt het afstemmen met andere werkzaamheden, een goede doorstroming van het verkeer en de bescherming van groenvoorzieningen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

  • d.

    de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik, beheer en onderhoud van openbare gronden en gebouwen en het belang van evenementen;

  • e.

    de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het beschermen van reeds in de grond aanwezige werken en eventuele in de grond aanwezige objecten.

• 2.

  De voorschriften, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechts betrekking hebben op:

  • a.

    het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden;

  • b.

    het bevorderen van medegebruik van voorzieningen die door derden of de gemeente Veenendaal tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld;

  • c.

    afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezige werken.

• 3.

  De belanghebbenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden dienen schriftelijk te worden geïnformeerd over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

• 4.

  Het is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen en groenvoorzieningen terug te brengen in de oude staat, tenzij het college vooraf heeft aangegeven hier (gedeeltelijk) zelf zorg voor te willen dragen.

Artikel 7 Termijnen

• 1.

  Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag tot vergunning of instemming en vijf dagen voor een melding.

• 2.

  Indien een beschikking voor een aanvraag tot vergunning of instemming niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de netbeheerder mede en wordt de termijn eenmalig met acht weken verlengd.

Artikel 8 Wijzigen of intrekken vergunning of instemmingsbesluit.

• 1.

  Het college kan de vergunning of het instemmingsbesluit wijzigen of intrekken, indien:

  • a.

    de netbeheerder niet binnen een jaar na het onherroepelijk worden van de toestemming de werkzaamheden als omschreven in de vergunning of het instemmingsbesluit heeft afgerond. In deze situatie vervalt de vergunning of het instemmingsbesluit automatisch;

  • b.

    de in de vergunning of het instemmingsbesluit benoemde werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van zes maanden stil liggen;

  • c.

    de vergunning of het instemmingsbesluit is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens;

  • d.

    de vergunning of het instemmingsbesluit in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;

  • e.

    de netbeheerder het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de vergunningvoorschriften niet naleeft;

  • f.

    na het verlenen van de vergunning of het instemmingsbesluit naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van de vergunning of het instemmingsbesluit onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de verleende vergunning of het instemmingsbesluit niet tegemoet gekomen kan worden.

• 2.

  In aanvulling op de bovenstaande grondslagen kan het college de vergunning wijzigen of intrekken, indien:

  • a.

    het verwijderen en/of verleggen van kabels en leidingen noodzakelijk is vanwege de uitvoering van gemeentewerken;

  • b.

    de gemeente op grond van een contractuele bepaling jegens derden verplicht is de grond kabel- of leidingvrij op te leveren;

  • c.

    de netbeheerder de kabel of leiding permanent buiten bedrijf heeft gesteld.

• 3.

  Onder wijzigen van de vergunning of het instemmingsbesluit valt ook het verlengen van de toestemming. De vergunning of het instemmingsbesluit kan verlengd worden indien dit voor de uitvoer van werkzaamheden noodzakelijk is. Het college bepaalt of er sprake is van noodzaak.

• 4.

  Het college gaat niet over tot intrekking of wijziging van de vergunning of het instemmingsbesluit om redenen genoemd onder b tot en met f, van het eerste lid, dan nadat het college de houder van de vergunning heeft gehoord.

• 5.

  Indien een verlegging achteraf niet noodzakelijk bleek dan worden de richtlijnen uit de Telecommunicatiewet, artikel 5.8 aangehouden ten aanzien van te maken of te verrekenen kosten.

Artikel 9 Intrekken vergunning of het instemmingsbesluit op verzoek netbeheerder

• 1.

  Het college trekt de vergunning of het instemmingsbesluit in indien de netbeheerder schriftelijk bij het college heeft verklaard van de vergunning geen gebruik meer te willen maken.

• 2.

  Het intrekken van de vergunning of het instemmingsbesluit heeft geen gevolg voor de eigendom van kabels en leidingen. De netbeheerder blijft verantwoordelijk voor zijn eigendom.

• 3.

  Aan het intrekken van de vergunning of het instemmingsbesluit kunnen aanvullende voorschriften worden verbonden.

Artikel 10 Breekverbod en graafrust

• 1.

  Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden is bij onder andere extreme weersomstandigheden, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast of gevaar voor de bewoners en/of schade voor de gemeente kan leiden, het college bevoegd een breekverbod in te stellen. De vaststelling dat er sprake is van deze weersomstandigheden is een bevoegdheid van het college.

• 2.

  Betrokken grondroerders worden schriftelijk geïnformeerd over het breekverbod, hieronder valt ook elektronische berichtgeving.

• 3.

  Tijdens door het college vergunde evenementen geldt altijd een breekverbod ingeval werkzaamheden plaatshebben ter hoogte van het evenement.

• 4.

  Uiterlijk één werkdag voor (vermoedelijke) beëindiging van het breekverbod informeert het college de betrokken uitvoerende partij(en).

• 5.

  De termijn zoals bedoeld in artikel 7 worden automatisch verlengd met de periode van het breekverbod.

• 6.

  Het college zal de betrokken uitvoerende partij(en) informeren over de beëindiging van het breekverbod.

• 7.

  Na uitvoering van ingrijpende werkzaamheden geldt een graafrust van één jaar, tenzij anders met het college is overeengekomen. Graafrust geldt niet voor werkzaamheden ten behoeve van calamiteiten, huisaansluitingen met leveringsplicht en openbare telecomkabels.

Artikel 11 (Mede)gebruik van voorzieningen

• 1.

  Op verzoek van het college wordt bij de werkzaamheden zoveel mogelijk (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college, aangelegde voorzieningen indien dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

• 2.

  In een vooroverleg wordt mede bepaald of en, zo ja, langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 12 Melding graafwerkzaamheden

De netbeheerder zal de start uitvoer van werkzaamheden minstens vijf dagen voor aanvang melden via de daartoe bestemde kanalen. Spoedeisende werkzaamheden zijn hiervan uitgezonderd.

Artikel 13 Het aanpassen van kabels en leidingen en nadeelcompensatie

• 1.

  Het bepaalde in dit artikel geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet.

• 2.

  De netbeheerder is verplicht op aanwijzing van het college over te gaan tot het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen en verwijderen van kabels en/of leidingen die ten dienste staan van zijn netwerk.

• 3.

  Het college stelt nadere regels vast voor het toekennen van nadeelcompensatie in verband met het bepaalde in het tweede lid.

• 4.

  Het college en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen, waaronder het verleggen ten aanzien van kabels en/of leidingen, elkaars schade beperken.

Artikel 14 Overleg

• 1.

  Het college organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden worden uitgenodigd.

• 2.

  In dit overleg worden de plannen van de gemeente en van de diverse netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden besproken en eventueel afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 15 Meldingsplicht verontreiniging, gevaar of hinder

• 1.

  De netbeheerder en/of grondroerder is verplicht verontreiniging, gevaar of hinder, dan wel storingen waarbij verontreiniging, gevaar of hinder kunnen optreden te melden en alle maatregelen te treffen teneinde verdere verontreiniging, schade of hinder te voorkomen.

• 2.

  Het college kan de netbeheerder en/of grondroerder opdragen een milieutechnisch onderzoek, dan wel een onderzoek naar mogelijk gevaar of hinder uit te voeren, indien een redelijk vermoeden bestaat van verontreiniging, gevaar of hinder, ontstaan bij de exploitatie van de kabel of leiding.

• 3.

  Het college kan bij gebleken of ernstige dreiging van verontreiniging, gevaar of hinder in of nabij het tracé van de kabel of leiding opschorting gelasten van de exploitatie van de betreffende kabel of leiding.

Artikel 16 Toezicht

• 1.

  Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

• 2.

  Indien het college vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten handhavend op te treden dan wel legalisatie achteraf van de ontstane situatie verlangen met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gemeld maar dat hiervoor een vergunning of instemmingsbesluit is vereist, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.

• 3.

  Onverminderd het bepaalde in het tweede lid (spoedeisende werkzaamheden) en hun overige wettelijke bevoegdheden is het college bevoegd, met kennisgeving vooraf aan de netbeheerder, de vergunning of het instemmingsbesluit in te trekken of de werkzaamheden stil te leggen indien:

  • a.

    er wordt gewerkt zonder vergunning of instemmingsbesluit of zonder melding;

  • b.

    de vergunning of het instemmingsbesluit is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens;

  • c.

    de vergunning of het instemmingsbesluit in strijd met enig wettelijk voorschrift is verleend;

  • d.

    er wordt gewerkt in afwijking van de voorschriften van de vergunning of het instemmingsbesluit;

  • e.

    er wordt gewerkt in afwijking van de nadere regels eventueel opgenomen in een Handboek Ondergrondse Infrastructuren;

  • f.

    er wordt gewerkt in strijd met de algemene veiligheid of in strijd met de ARBO-wetgeving;

  • g.

    de werkzaamheden onverwachte en vooraf niet in te schatten schadelijke gevolgen blijken te hebben voor de omgeving.

Artikel 17 Weigeringsgronden

Het instemmingsbesluit of de vergunning kan door het college worden geweigerd in het belang van:

• a.

  de openbare orde;

• b.

  het voorkomen of beperken van overlast;

• c.

  de bereikbaarheid van gronden en gebouwen;

• d.

  de onder- en bovengrondse ordening;

• e.

  de bescherming van natuur en milieu;

• f.

  de bescherming van de volksgezondheid;

• g.

  de bescherming van historisch en archeologisch erfgoed;

• h.

  een beschermd stadgezicht;

• i.

  de verkeersveiligheid en de doorstroming van verkeer;

• j.

  de bescherming en ongestoorde exploitatie van naburige kabels en leidingen;

• k.

  de afstemming met andere werken;

• l.

  verzekering van de toestand waarin het tracé na voltooiing van het werk moet worden opgeleverd;

• m.

  tijdstip van de werkzaamheden.

Artikel 18 Aanvraag vergunning

• 1.

  Een netbeheerder die werkzaamheden wenst uit te voeren in of op openbare grond inzake de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en leidingen dient daartoe een vergunning aan te vragen via de daartoe bestemde digitale kanalen.

• 2.

  Bij de aanvraag voor een vergunning wordt een uitvoeringsplan gevoegd.

• 3.

  Het uitvoeringsplan omvat in ieder geval:

  • a.

    een omschrijving van de kabels en leidingen ten behoeve waarvan werkzaamheden worden uitgevoerd zoals aanleg, verplaatsing of opruiming;

  • b.

    (indien van toepassing) een omschrijving van de voorzieningen die worden medegebruikt of voor medegebruik worden aangelegd;

  • c.

    de locatie van de werkzaamheden;

  • d.

    een omschrijving van de werkzaamheden die worden uitgevoerd;

  • e.

    een projectcode of nummer waaronder het project bij de netbeheerder bekend is;

  • f.

    de contactgegevens van degene onder wiens verantwoordelijkheid de werkzaamheden worden verricht, inclusief contactgegevens van aannemers en onderaannemers die gedurende de uitvoering van de werkzaamheden de gehele dag bereikbaar zal zijn;

  • g.

    de contactgegevens van de eigenaar van de kabels en/of leidingen;

  • h.

    de adressen ten behoeve van facturatie leges en de kosten voor herstelwerkzaamheden;

  • i.

    een opgave van het voorgenomen tijdvak waarbinnen de werkzaamheden zullen plaatsvinden en, indien van toepassing, een opgave van de fasering binnen dit tijdvak;

  • j.

    een aanduiding van de wijze waarop omwonenden en andere belanghebbenden vooraf in kennis worden gesteld van de werkzaamheden;

  • k.

    een omschrijving van de maatregelen die om reden van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening zijn voorgenomen.

• 4.

  Het uitvoeringsplan wordt voorzien van één of meerdere digitale tekeningen op maximale schaal van 1:500. Hierin worden opgenomen:

  • a.

    de duidelijk herleidbare locatie van de werkzaamheden;

  • b.

    de aan te leggen, in stand te houden of te verwijderen kabels en leidingen;

  • c.

    eventuele afsluitingen alsmede omleidingen;

  • d.

    de locatie van bouwketen, containers en depots.

• 5.

  Het uitvoeringsplan bevat tevens een tekening met voorgestelde verkeersmaatregelen of aanduiding van te nemen maatregelen conform CROW publicatie 96b.

• 6.

  Indien de werkzaamheden betrekking hebben op een gestuurde boring omvat het uitvoeringsplan tevens een tekening met het boorprofiel.

• 7.

  Wanneer bij de werkzaamheden ook de eigendommen van derden worden benut dient de toestemming van deze partijen aan het uitvoeringsplan te worden toegevoegd.

• 8.

  In afwijking van het eerste lid worden bij de aanvraag voor een vergunning voor het uitvoeren van werkzaamheden van niet ingrijpende aard de volgende gegevens verstrekt:

  • a.

    naam, adres van de netbeheerder, alsmede de naam en het adres van de (onder)aannemers(s), alsmede de naam en het telefoonnummer van de uitvoerder;

  • b.

    de locatie van de werkzaamheden;

  • c.

    de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

  • d.

    het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

• 9.

  Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de gegevens die bij de aanvraag moeten worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze worden verstrekt.

Artikel 19 Aanvraag instemmingsbesluit

• 1.

  Een netbeheerder die werkzaamheden wenst uit te voeren in of op openbare grond inzake de aanleg, instandhouding of opruiming van een openbaar telecommunicatienet dient een instemmingsbesluit aan te vragen via de daartoe bestemde digitale kanalen.

• 2.

  Bij de melding van het voornemen, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de Telecommunicatiewet, wordt een uitvoeringsplan gevoegd.

• 3.

  Het uitvoeringsplan omvat in ieder geval:

  • a.

    een omschrijving van de kabels en leidingen ten behoeve waarvan werkzaamheden worden uitgevoerd zoals aanleg, verplaatsing of opruiming;

  • b.

    (indien van toepassing) een omschrijving van de voorzieningen die worden medegebruikt of voor medegebruik worden aangelegd;

  • c.

    de locatie van de werkzaamheden;

  • d.

    een omschrijving van de werkzaamheden die worden uitgevoerd;

  • e.

    een projectcode of nummer waaronder het project bij de netbeheerder bekend is;

  • f.

    de contactgegevens van degene onder wiens verantwoordelijkheid de werkzaamheden worden verricht, inclusief contactgegevens van aannemers en onderaannemers die gedurende de uitvoering van de werkzaamheden de gehele dag bereikbaar zal zijn;

  • g.

    de contactgegevens van de eigenaar van de kabels en/of leidingen;

  • h.

    de adressen ten behoeve van facturatie leges en de kosten voor herstelwerkzaamheden;

  • i.

    een opgave van het voorgenomen tijdvak waarbinnen de werkzaamheden zullen plaatsvinden en, indien van toepassing, een opgave van de fasering binnen dit tijdvak;

  • j.

    een aanduiding van de wijze waarop omwonenden en andere belanghebbenden vooraf in kennis worden gesteld van de werkzaamheden;

  • k.

    een omschrijving van de maatregelen die om reden van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening zijn voorgenomen.

• 4.

  Het uitvoeringsplan wordt voorzien van één of meerdere digitale tekeningen op maximale schaal van 1:500. Hierin worden opgenomen:

  • a.

    de duidelijk herleidbare locatie van de werkzaamheden;

  • b.

    de aan te leggen, in stand te houden of te verwijderen kabels en leidingen;

  • c.

    eventuele afsluitingen alsmede omleidingen;

  • d.

    de locatie van bouwketen, containers en depots.

• 5.

  Het uitvoeringsplan bevat tevens een tekening met voorgestelde verkeersmaatregelen of aanduiding van te nemen maatregelen conform CROW publicatie 96b.

• 6.

  Indien de werkzaamheden betrekking hebben op een gestuurde boring omvat het uitvoeringsplan tevens een tekening met het boorprofiel.

• 7.

  In afwijking van het eerste lid worden bij de aanvraag voor een vergunning voor het uitvoeren van werkzaamheden van niet ingrijpende aard de volgende gegevens verstrekt:

  • a.

    naam, adres van de netbeheerder, alsmede de naam en het adres van de (onder)aannemers(s), alsmede de naam en het telefoonnummer van de uitvoerder;

  • b.

    de locatie van de werkzaamheden;

  • c.

    de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

  • d.

    het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

• 8.

  Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de gegevens die bij de aanvraag moeten worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze worden verstrekt.

Artikel 20 Niet-openbare kabels en/of leidingen

• 1.

  Bij werkzaamheden aan niet-openbare kabels en/of leidingen is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing. Het betreft kabels en/of leidingen, dan wel het netwerk waartoe deze behoren, die niet gebruikt worden om openbare, zijnde voor het publiek beschikbare, diensten aan te bieden.

• 2.

  Het eerste lid houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente Veenendaal met betrekking tot niet-openbare kabels en/of leidingen.

Artikel 21 Verbodsbepaling

• 1.

  Het is voor particulieren inzake de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en leidingen in beginsel verboden werkzaamheden uit te voeren in of op openbare grond.

• 2.

  Het college kan desondanks besluiten aan een particulier vergunning te verlenen voor de aanleg, instandhouding of opruiming van particuliere kabels en leidingen. Hiertoe dient in ieder geval maar niet uitsluitend voldaan te zijn aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de particulier wordt geconfronteerd met een technisch probleem dat de netbeheerder niet kan of wil oplossen;

  • b.

    er is met het aanbrengen van een kabel en/of leiding door de openbare ruimte een adequate oplossing voorhanden;

  • c.

    er is volgens het college voldoende ondergrondse ruimte beschikbaar voor het uitvoeren van de benodigde werkzaamheden;

  • d.

    het een kabel betreft tussen twee percelen van dezelfde eigenaar;

  • e.

    er is sprake van een directe lijn waarmee energie kan worden afgenomen via een rechtstreekse kabel of leiding gekoppeld aan een leverancier van energie;

  • f.

    ontheffing is verkregen van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) of is aantoonbaar onnodig, zodat de kabel(s) of leiding(en) door particulier beheerd kunnen worden;

  • g.

    dat belanghebbenden geen gegronde bedenkingen hebben tegen het verlenen van bovengenoemde vergunning.

• 3.

  De particulier zal de netten conform art. 6 lid 2 e.v. van de WIBON, aantoonbaar registreren bij het Kadaster- sectie KLIC.

• 4.

  De particulier is verantwoordelijk voor de verwijdering van de kabel(s) en/of leiding(en) nadat deze niet meer in gebruik zijn of nadat de vergunning is ingetrokken.

• 5.

  De kosten voor eventueel herstraten komen voor rekening van de particulier. De tarieven die het college daarbij hanteert zijn die van “niet-telecom” bedrijven.

Artikel 22 Intrekken oude regeling

De Telecommunicatieverordening gemeente Veenendaal wordt ingetrokken.

Artikel 23 Overgangsrecht

• 1.

  Voor leidingen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening aanwezig en in gebruik zijn geldt de (schriftelijke) toestemming dan wel vergunning op grond waarvan zij gelegd zijn als een vergunning krachtens deze verordening, zulks met terzijdestelling van de voorschriften die verbonden zijn aan de reeds verleende schriftelijke toestemming dan wel vergunning.

• 2.

  Vergunningen en ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en instemmingsbesluiten op grond van de Telecommunicatiewet met betrekking tot kabels en leidingen als bedoeld in deze verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening en blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden.

• 3.

  Op meldingen en aanvragen, als bedoeld in het eerste lid, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van het op het moment van aanvraag geldende recht een beslissing genomen.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2024.

Artikel 25 Hardheidsclausule

Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 26 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Algemene Ondergrondse Infrastructuren Gemeente Veenendaal 2024 (AVOI Veenendaal 2024).