Gewijzigde Uitvoeringsbesluit Verordening fysieke leefomgeving Dronten; standplaatsen 2024

Geldend van 29-06-2024 t/m heden

Intitulé

Gewijzigde Uitvoeringsbesluit Verordening fysieke leefomgeving Dronten; standplaatsen 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

gelezen het collegevoorstel d.d 11 juni 2024

overwegend dat:

  • Het in het belang van het bewaren van de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid en/of het aanzien van de openbare ruimte wenselijk is een uitvoeringsregel vast te stellen voor het innemen en vergunnen van standplaatsen;

  • Jurisprudentie met betrekking tot schaarse vergunningen zorgt dat actualisatie van de huidige regels met betrekking standplaatsen nodig is.

Gelet op:

  • Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

  • Artikel 2 van de Winkeltijdenwet

  • Artikel 2:6, 1:2 lid w en 2:54 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten

BESLUIT:

Het gewijzigde Uitvoeringsbesluit Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten; Standplaatsen 2024 vast te stellen.

I. Begripsomschrijving

  • 1.

    Standplaats: een standplaats zoals bedoelt in artikel 1:2 lid w van de Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten, waar een vergunning voor is of kan worden verleend op grond van art. 2:54 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten;

  • 2.

    Vaste standplaats: een vaste standplaats is een standplaats op een door het college aangewezen vaste locatie gedurende het hele kalenderjaar.

  • 3.

    Seizoensstandplaats: een seizoensstandplaats is een standplaats met een vergunning voor een bepaalde periode.

  • 4.

    Incidentele standplaats: een incidentele standplaats is een tijdelijke standplaats en bedoeld voor activiteiten zoals het uitdelen van samples, promotionele acties, kranten, loterijen of verkoop t.b.v. stichting of vereniging.

  • 5.

    Markt: de warenmarkt zoals op grond van de marktverordening (art. 1 Marktverordening) door het college is ingesteld op grond van artikel 160 van de Gemeentewet, waar op grond van artikel 5 van de Marktverordening een vergunning voor is of kan worden verleend.

  • 6.

    Schaarse vergunning: een vergunning is schaars op het moment dat er meer gegadigden voor een vergunning zijn dan dat er vergunningen beschikbaar zijn.

II. Standplaatsvergunning

  • 1.

    De branches waarvoor een vergunning wordt verleend zijn:

    • a.

      brood en graanproducten;

    • b.

      zuivelproducten en eieren;

    • c.

      groenten, fruit en aardappelen;

    • d.

      vis en visproducten;

    • e.

      vlees en vleesproducten;

    • f.

      snacks; onder snacks wordt uitsluitend verstaan producten voor directe consumptie gereed. Dit kunnen hetzij producten die ter plaatse klaar liggen voor consumptie of ter plekke worden bereid zijn.

    • g.

      kleding en sieraden;

    • h.

      bloemen en planten

    • i.

      overige producten en dienstverlening

  • 2.

    Een standplaatsenvergunning kan worden aangevraagd doormiddel van het indienen van het daarvoor bestemde aanvraagformulier en op het formulier aangegeven bijlagen.

  • 3.

    Een standplaats kan slechts worden ingenomen op de plaatsen die onder IV. van dit besluit zijn opgenomen.

  • 4.

    De looptijd van een standplaatsvergunning is twaalf (12) jaar.

  • 5.

    Een vergunning voor een seizoensstandplaats wordt jaarlijks vergund.

  • 6.

    De vergunninghouder zorgt indien van toepassing zelf dat hij een melding doet of een vergunning aanvraagt op grond van de Omgevingswet bij de Omgevingsdienst. De vergunninghouder stuurt een kopie van de melding c.q. vergunning naar de gemeente Dronten t.a.v. team Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH).

  • 7.

    Per centrum wordt slechts een vergunning verleend voor ten hoogste twee (2) dagen per week per branche.

  • 8.

    Vergunningen voor verkoopmiddel voor snacks buiten de winkelcentra kunnen voor zeven (7) dagen per week worden verleend.

  • 9.

    Per dag wordt per standplaatslocatie één (1) standplaatsvergunning uitgegeven. Een vergunning voor een dagdeel wordt aangemerkt als een vergunning voor een dag.

  • 10.

    De vergunninghouder neemt de standplaats persoonlijk in.

  • 11.

    De vergunninghouder kan zich bij ziekte en vakantie laten vervangen, nadat hiervan schriftelijke melding gedaan is bij de gemeente.

  • 12.

    De vergunning kan in de volgende gevallen worden overgedragen:

    • -

      In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

    • -

      Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het hierboven genoemde, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen voor de resterende duur van de looptijd van de oorspronkelijke vergunning indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het bedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

    • -

      Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 13.

    Een vergunning eindigt indien:

    • -

      de vergunningsduur is verstreken;

    • -

      de vergunninghouder daartoe verzoekt;

    • -

      het college de vergunning intrekt;

    • -

      als gevolg van herinrichtings- of reconstructiewerkzaamheden van de openbare ruimte geen gebruik meer kan worden gemaakt van de vergunning;

    • -

      er per kwartaal meer dan vijf (5) dagen geen gebruik wordt gemaakt van de standplaats.

  • 14.

    Een vergunning wordt geweigerd indien:

    • -

      één van de weigeringsgrond in artikel 2:6 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten zich voordoet;

    • -

      als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt. De ondernemer dient zelf door middel van onderzoek aan te tonen dat een redelijk verzorgingsniveau voor de consument in het geding komt.

    • -

      De aanvrager niet legaal werk mag verrichten in Nederland op grond van de Vreemdelingenwet 2000, omdat deze geen rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000.

Verdeling van schaarse vergunningen

  • 15.

    De verdeling van de schaarse vergunningen vindt plaats door middel van loting (zie. toelichting).

  • 16.

    Alleen aanvragen die in beginsel ontvankelijk zijn, worden meegenomen in de loting.

  • 17.

    Bij het vrijkomen van een standplaatsvergunning wordt in de Flevopost, de website van de gemeente en het digitale Gemeenteblad bekend gemaakt dat er een gunning zal plaatsvinden doormiddel van een loting, waar belangstellende zich voor kunnen inschrijven. In de publicatie wordt aangegeven:

    • -

      tot wanneer kan worden ingeschreven;

    • -

      wat het verloop en tijdspad is van de procedure.

III. Regels voor het innemen van standplaatsen

Algemene regels

Omvang standplaats en verkoopmiddel

  • 18.

    Een verkoopmiddel dient mobiel te zijn, dit houdt in dat deze gekoppeld aan een trekkend voertuig verplaatsbaar moet zijn zonder bijvoorbeeld ergens opgetakeld te hoeven worden. Een kiosk, container of ander bouwwerk is niet toegestaan.

  • 19.

    Standplaatsen hebben een standaard afmeting (aangegeven op bij dit besluit behorende tekeningen).

  • 20.

    Van de afmetingen kan in overleg met de gemeente worden afgeweken indien de situatie ter plaatse dit toelaat en hiermee in ieder geval niet de verkeersveiligheid, toegankelijkheid voor de hulpdiensten, de openbare orde, toegankelijkheid en bereikbaarheid van woningen en/of winkels, rust en woongenot in het geding komt.

Vaste standplaatsen

  • 21.

    Standplaatsen mogen voor zover dat is toegestaan op grond van de Winkeltijdenwet door vergunninghouders elke dag tussen 06.00 uur en 22.00 uur worden ingenomen. Uitzondering: Op marktdagen zoals vastgesteld in de Nadere regels voor de warenmarkten in de gemeente Dronten mogen in de winkelcentra waar daadwerkelijk markt is en de directe omgeving daarvan ALLEEN tot één (1) uur voor de start van de markt en één (1) uur na de markt standplaatsen worden ingenomen. De overige standplaatsen die niet in de directe omgeving van de markt liggen of in andere winkelcentra liggen mogen de gehele dag op marktdagen worden ingenomen. De incidentele standplaatsen mogen niet op de markt worden ingenomen.

  • 22.

    Na dag exploitatie dient de standplaats geheel te worden ontruimd en worden ontdaan van afval.

  • 23.

    Voor de vaste standplaatsen binnen de centra gebieden in Biddinghuizen, Dronten en Swifterbant zijn stroomvoorzieningen aanwezig.

  • 24.

    Voor de vaste standplaatsen buiten de winkelcentra zijn geen stroomvoorzieningen aanwezig, indien nodig dient de vergunninghouder zelf voor een adequate en veilige stroomvoorziening te zorgen.

  • 25.

    De vergunninghouder zorgt afhankelijk van het product voor voldoende afvalbakken in de buurt van het verkoopmiddel.

  • 26.

    Het is de vergunninghouder alleen met schriftelijke toestemming van de gemeente toegestaan om af te wijken van de standplaats locatie.

  • 27.

    Het plaatsen van verwijsbordjes (in de omgeving van de standplaats) is niet toegestaan.

Seizoensstandplaatsen voor seizoens – en streekproducten

  • 28.

    Seizoensstandsplaatsen kunnen alleen worden ingenomen op de onder IV. genoemde locaties. Het innemen van een andere geschikte locatie kan alleen in overleg met de gemeente.

  • 29.

    Voor de seizoenstandsplaatsen zijn geen stroomvoorzieningen aanwezig, indien nodig dient de vergunninghouder zelf voor een adequate en veilige stroomvoorziening te zorgen.

  • 30.

    De aanvrager heeft niet een andere standplaats in de gemeente Dronten.

  • 31.

    Het plaatsen van verwijsbordjes in de openbare ruimte (in de omgeving van de standplaats) is niet toegestaan.

Incidentele standplaatsen

  • 32.

    Incidentele standplaatsen zijn bedoeld voor activiteiten zoals het uitdelen van samples, promotionele acties, kranten, loterijen of verkoop t.b.v. stichting of vereniging.

  • 33.

    Per week worden per winkelcentra van maandag tot en zondag maximaal twee (2) incidentele standplaatsen toegestaan.

  • 34.

    Een incidentele standplaats mag voor maximaal vier (4) aaneengesloten dagen en/of vier

  • (4) dagen verdeeld over het jaar door dezelfde vergunninghouder worden in genomen.

  • 35.

    Een incidentele standplaats kan in overleg met de gemeente worden ingenomen op elke plek in de winkelcentra van Biddinghuizen, Dronten en Swifterbant, als hiermee niet de verkeersveiligheid, toegankelijkheid voor de hulpdiensten, de openbare orde, toegankelijkheid en bereikbaarheid van woningen en/of winkels, rust en woongenot in het geding komt.

IV. Locaties

De exacte locatie van onderstaande standplaatsen is terug te vinden op de bij dit uitvoeringsbesluit behorende tekeningen.

Dronten Centrum

Vaste standplaatsen

  • De Schans, drie (3) vaste standplaatsen

Seizoensstandplaatsen

  • De Schans/Binnenloop, één (1) seizoensplaats (nov. en dec.) op/nabij het parkeerterrein bestemd voor olliebollen.

  • De Schans, één (1) seizoensplaats nabij de KPN-zendmast.

  • Tussendek, één (1) seizoensplaats.

Dronten-Zuid

Vaste standplaatsen

  • Wardhof, twee (2) vaste standplaatsen.

Biddinghuizen

Vaste standplaatsen

  • Dreef/De verlengde baan, twee (2) vaste standplaatsen.

  • Uitzondering: In de maanden november en december wordt op deze plaats naast de twee bestaande standplaatsen één tijdelijk standplaats ingenomen voor de verkoop van oliebollen.

  • Bedrijventerrein Noorderbaan, één (1) vaste standplaats voor snacks.

  • Drontermeerdijk Kop van ’t Einde, één (1) vaste standplaats voor ijs en snacks

Seizoensstandplaatsen (april t/m oktober)

  • Harderdijk, één (1) vaste standplaats voor ijs en snacks.

  • Ketelmeerdijk, één (1) vaste standplaats voor ijs en snacks.

Swifterbant

Vaste standplaatsen

  • De Zuidsingel, twee (2) vaste standplaatsen.

  • Uitzondering: In de maanden november en december wordt op deze plaats naast de twee bestaande standplaatsen één tijdelijk standplaats ingenomen voor de verkoop van oliebollen.

  • De Schutsluis, één (1) vaste standplaats voor diensten op het parkeerterrein.

V. Overgangsbepalingen

Na vaststelling van dit besluit kunnen vergunninghouders die op dat moment een lopende vergunning hebben, na afloop hiervan de vergunning, nog éénmaal aanvragen indien de

vergunninghouder dit wenst. Deze vergunning wordt als overgangsrecht verleend voor de duur van twaalf (12) jaar.

Eerder vrijgekomen vergunningen of vergunningen waarvoor geen verlenging wordt aangevraagd, worden verdeeld op de wijze zoals aangegeven onder II 15. e.v. van dit besluit.

Na afloop van de twaalf - jarige vergunning zal de vrij gekomen vergunning vergund worden zoals beschreven onder II. 17. van dit besluit.

VI. Citertitel

Het besluit aan te halen als Uitvoeringsbesluit Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten Standplaatsen 2024.

VII. In te trekken besluiten

Met de inwerkingtreding van dit besluit, het besluit d.d. 9 juni 2009 Standplaatsenbeleid gemeente Dronten en het besluit d.d. 24 januari 2012 Beleidsregel standplaatsen 2012 (B12.000056), in te trekken.

VIII. Overige bepalingen

  • Het besluit treedt op de dag na zijn bekendmaking in werking.

  • Het besluit ligt vanaf heden op aanvraag voor een ieder kosteloos ter inzage bij de gemeentelijke balie en is te raadplegen op de gemeentelijke website en de website www.overheid.nl.

burgemeester

Ondertekening

Het college van Dronten, 11 juni 2024

J.D. Pruim

secretaris

Drs. J.P. Gebben

Toelichting

Wet- en regelgeving

  • Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten (VFL)

  • De VFL van Dronten bevat bepalingen met betrekking tot standplaatsen en weigeringsgronden voor een standplaatsenvergunning.

  • Precarioverordening

  • Op grond van de precarioverordening zijn vergunninghouders die een standplaats in nemen in de gemeente Dronten jaarlijks precariokosten verschuldigd voor het gebruik van gemeentegronden.

  • Legesverordening

  • Voor de behandeling van de aanvraag voor een standplaatsenvergunning zijn leges verschuldigd conform de legesverordening.

  • Omgevingsplan

  • De standplaatsen zijn op dit moment vastgelegd in het omgevingsplan van de gemeente Dronten.

  • Winkeltijdenwet

  • De Winkeltijdenwet is ook op van toepassing standplaatsen. Dit brengt onder andere met zich mee dat een standplaats kan worden ingenomen tussen 06:00u. en 22:00u. Hiervan kan niet worden afgeweken bij vergunningsvoorschriften. Bepaalde vormen van verkoop zijn uitgesloten van de Winkeltijdenwet.

  • Warenwet

  • Ook binnen Dronten zijn er standplaatsen waar etenswaren worden bereid en verkocht. Het bereiden en bewaren van etenswaren is onder andere geregeld in de Warenwet. De vergunninghouder dient te voldoen aan deze wetgevingen, teneinde de volksgezondheid niet te schaden. Het toezicht op de naleving van de Warenwet is opgedragen aan de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) van het Ministerie van LNV.

  • Besluit Brandveilig Gebruik en basishulpverlening Overige Plaatsen

  • Het besluit is ook van toepassing op standplaatsen. Er zijn voornamelijk brandvoorschriften opgenomen ten aanzien van bakkramen en bakwagens.

  • Omgevingswet

  • De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) houdt toezicht op de naleving van de Omgevingswet. Een vaste standplaats geldt als een inrichting in de zin van de Omgevingswet waarvoor in voorkomende gevallen een melding gedaan moet worden of een vergunning moet worden aangevraagd op grond van de Omgevingswet of hieraan verbonden regelingen en besluiten. Een standplaats en de installaties van de standplaats moeten veilig zijn voor de vergunninghouder, de consumenten en de directe omgeving. Daarnaast mag er bijvoorbeeld geen onredelijke overlast ontstaan naar de omgeving door geur- of geluidsbelasting.

  • Vreemdelingenwet 2000 (Zie ook toelicht model VFL, art. 2:6)

  • Het gemeentebestuur is op grond van de Vreemdelingenwet 2000 verplicht om na te gaan of de houder van een standplaats in Nederland legaal werk mag doen. Is dit niet het geval dan is dit een weigeringsgrond voor het verlenen van een standplaatsvergunning.

Criteria aanwijzen standplaatsen

In de gemeente Dronten is ervoor gekozen om vaste standplaatsen aan te wijzen. Criteria waarmee rekening is gehouden bij het vaststellen van deze standplaatsen zijn:

  • Openbare orde en veiligheid/verkeersveiligheid

Openbare orde is een aanduiding voor de normale gang van zaken van het maatschappelijk leven op een bepaalde plaats en onder gegeven omstandigheden. Het criterium openbare orde wordt vaak gehanteerd in combinatie met het beperken of voorkomen van overlast en in gevaar brengen van de verkeersveiligheid. Per aanvraag zal moeten worden bekeken of het belang van de openbare orde dusdanig groot is dat een vergunning moet worden geweigerd of dat vergunningverlening kan plaatsvinden onder het stellen van voorschriften betreffende de openbare orde. Bij dit aspect kan bijvoorbeeld ook worden gedacht aan de veiligheid van een bakinstallatie.

Standplaatsen waar goederen te koop worden aangeboden hebben in de praktijk een verkeersaantrekkend karakter. Door dit karakter ontstaan mogelijk ongewenste oversteekbewegingen door voetgangers en kunnen looproutes worden geblokkeerd. Een standplaats kan teveel parkeerplaatsen in beslag nemen en daarnaast kunnen parkerende en geparkeerde auto’s overlast in de omgeving veroorzaken. In het belang van de verkeersveiligheid is het daarom niet mogelijk overal een standplaats in te nemen.

Handhaving van de bereikbaarheid per auto, doorstroming, en mogelijkheid van toelevering van te verkopen producten zijn aspecten die worden meegewogen bij de beoordeling van een aanvraag.

Door het innemen van de standplaats mag de veiligheid en vrijheid van het verkeer niet in gevaar komen.

Van gevaar voor de verkeersveiligheid is o.a. sprake als:

  • De standplaats wordt ingenomen op de rijbaan.

  • De standplaats het uitzicht op het verkeer of op verkeerstekens belemmert.

Van hinder is o.a. sprake als:

• Het parkeerterrein, waarop standplaats wordt ingenomen in de regel vrijwel volledig voor parkeren wordt gebruikt.

• Wachtende klanten bij de standplaats de doorstroming van het verkeer hinderen.

• Voor voetgangers - na plaatsing van de verkoopinrichting - op het voor hen bestemde weggedeelte minder dan twee (2) meter ruimte overblijft.

  • Toegankelijkheid hulpdiensten

Een standplaats mag geen blokkade opleveren voor hulpverleningsdiensten, zoals brandweer, politie, ambulance e.d.

  • Afstand tussen gebouwen

Er kunnen eisen worden gesteld aan de afstand tussen standplaatsen en gebouwen in verband met de brandveiligheid.

  • Toegankelijkheid en bereikbaarheid van woningen, winkels e.d.

Er wordt geen standplaats toegewezen onmiddellijk voor de etalage, toegang en (nood)uitgang van winkels, woningen, kantoren en andere bedrijven.

  • Waarborgen rust en woongenot omwonenden

Een verkoopwagen, maar ook de verkeersaantrekkende werking die ervan uit kan gaan, kan een zodanige verstoring van rust van omwonenden opleveren dat deze tot weigering van de vergunning moet leiden. In de praktijk kan daarbij onderscheid worden gemaakt tussen de groep kramen van waaruit ter plaatse bereide etenswaren worden verkocht en overige kramen. De eerste groep (snack- en viswagens) leveren aanzienlijk meer overlast.

op (vervuiling van de omgeving, publiek dat blijft hangen, lawaai en geluidsoverlast) dan de tweede groep. Problemen kunnen worden voorkomen door voldoende afstand te houden tussen de standplaatsen en omliggende woningen. Wat voldoende is hangt af van de situatie, waarbij een verschil is te maken tussen woonwijken en overige gebieden. Voor standplaatsen waar etenswaren worden verkocht die ter plaatse worden bereid, dient in woonwijken een afstand van 30 meter tot het dichtstbijzijnde pand te worden aangehouden. Voor overige gebieden – waaronder de winkelcentra - zal deze afstand tenminste vijf (5) meter moeten bedragen.

Andere standplaatsen, waar ter plaatse geen etenswaren worden bereid, moeten in woonwijken op een afstand van minimaal tien (10) meter van de dichtstbijzijnde woning worden geplaatst. Voor de overige gebieden kan voor deze standplaatsen worden volstaan met een geringere afstand, afhankelijk van de situatie ter plaatse.

  • Uiterlijk aanzien van de omgeving

Bij het aanwijzen van een nieuwe standplaats wordt rekening gehouden dat een standplaats niet op een zodanige plaats komt dat het straatbeeld ernstig wordt verstoord. Hierbij zal worden gekeken of de standplaats geen zichtlijnen verstoort of is gesitueerd voor of tegen waardevolle gebouwen c.q. kunstobjecten. Mede daarom is gekozen voor het vastleggen van vaste standplaatsen, waarbij de hierboven genoemde criteria zijn getoetst. Hiermee wordt het aanzien van monumentale gebouwen of stedenbouwkundige ensembles gewaarborgd.

Na vertrek van de standplaats mogen geen sporen achterblijven, zoals aansluit-, aftap-, en afvoerpunten, anders dan door de gemeente zelf aangebrachte voorzieningen heeft.

  • Aantasting van het verzorgingsniveau/ winkelvoorzieningen in opbouw

Met de afgifte van standplaatsvergunningen mag de concurrentie niet beperkt worden. Het reguleren van de concurrentieverhoudingen wordt niet als een huishoudelijk belang van de gemeente aangemerkt. Dat is alleen anders wanneer door het innemen van een standplaats het verzorgingsniveau van een kleine kern in gevaar komt. Op een tweetal gronden kan de aanvraag voor het innemen van een standplaats worden afgewezen wanneer het voorzieningenniveau ter plaatse in gevaar komt.

Ten eerste om winkeliers in een nieuw opgezet winkelcentrum te beschermen tegen concurrentie door vergunninghouders. De afdeling Rechtspraak van de Raad van Staten heeft aanvaard dat winkeliers gedurende een bepaalde periode, waarin de aanloopkosten nog hoog zijn, gevrijwaard dienen te zijn van concurrentie d.m.v. standplaatsen, in het belang van het opzetten van een voldoende voorzieningenniveau voor de consument. Deze weigeringsgrond kan volgens de jurisprudentie gedurende de eerste drie jaar een rol spelen.

Een tweede grond om een aanvraag voor een standplaats af te wijzen is wanneer te ver- wachten is dat in een bepaalde branche de enige winkel die in een verzorgingsgebied is gevestigd door de concurrentie van een vergunninghouder ten onder dreigt te gaan, waarmee het voorzieningenniveau voor de consument in gevaar komt. Een voorbeeld is dat een standplaats voor de verkoop van brood op één of twee dagen per week de rendabiliteit van de plaatselijke bakker (die wel zes dagen per week open is) in gevaar kan brengen. Wil een gemeente de vergunning weigeren moet wel aan de hand van de boekhouding van de winkelier, dan wel aan de hand van een Distributie-Planologisch Onderzoek (DPO), aangetoond worden dat de levensvatbaarheid van die winkel in het gedrang is. In dat geval kan worden geconstateerd dat een redelijk verzorgingsniveau voor de consument in gevaar komt en kan een vergunning worden geweigerd.

Bij de toepassing van beschermende maatregelen zal de grootst mogelijke terughoudendheid in acht moeten worden genomen.

  • Omgevingsplan

Behalve aan de normen van de VFL, moet een standplaats ook passen binnen het omgevingsplan. Volgens jurisprudentie van de Raad van State behoort het innemen van standplaatsen tot het gebruik dat op gronden met de bestemming “verkeersdoeleinden” is toegestaan. Bij alle andere bestemmingen moeten de gebruiksbepalingen uitdrukkelijk ruimte laten voor het gebruik als standplaats. Dit zou het geval kunnen zijn op gronden met een bestemming horeca, of met de bestemming verblijfrecreatie waarbij een verkooppunt is toegestaan.

  • Spreiding standplaatsen

Algemene regel is dat – om verkapte marktvorming tegen te gaan – binnen een straal van dertig (30) meter voor nooit meer dan vier standplaatsen bij elkaar vergunning wordt verleend.

Toelichting per besluit

  • I.

    Begripsbepalingen

Standplaats

Het gaat om het commercieel aanbieden van goederen en diensten. Standplaatsen voor het aanbieden voor het verspreiden van politieke, maatschappelijke of geloofsopvattingen vallen hier niet onder. Voor het innemen van een standplaats zoals hierboven beschreven is wel een ontheffing nodig op grond van artikel 2:7 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten.

Markt

Artikel 1:2 lid w bepaalt dat standplaatsen op de markt of bij een evenement (braderie) niet onder de reikwijdte van dit besluit vallen. Dit is geregeld in de Verordening op de Warenmarkten en in andere artikelen van de Verordening Fysieke Leefomgeving.

  • II.

    Standplaatsvergunning

Standplaats op particulier terrein

Een standplaatsvergunning is niet alleen nodig voor gronden waarvan de gemeente eigenaar is; het is ook niet toegestaan om zonder vergunning op particulier terrein een standplaats in te nemen. Op grond van artikel 2:54, lid 1 VFL is het de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen. Voor standplaatsen op particulier terrein gelden dezelfde criteria als voor grond die in eigendom is van de gemeente.

Aanvraagformulier

Voor het aanvragen van een standplaatsvergunning is een standaard aanvraag formulier beschikbaar. Aangeraden wordt om voor het indienen van de aanvraag contact op te nemen met de gemeente Dronten om globaal te kijken of hetgeen u wilt mogelijk is en er een standplaats beschikbaar is of komt. Hiermee wordt voorkomen dat de aanvraag op voorhand al geweigerd moet worden en u legeskosten verschuldigd bent.

Op het formulier komen zaken aan de orde als de te verkopen producten, wanneer men van de vergunning gebruik wil maken en de afmetingen van de standplaats. Daarbij dienen in ieder geval de volgende bijlagen bij het aanvraagformulier te worden gevoegd:

  • Afbeeldingen (foto) van het verkoopmiddel;

  • Een kopie van het paspoort of rijbewijs

  • Een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel: deze kopie mag niet ouder zijn dan zes maanden;

Standplaatsvergunning is persoonsgebonden

Standplaatsen zijn bedoeld voor de uitoefening van het (individuele) recht op vrije arbeidskeuze (artikel 19 van de Grondwet). De Grondwet verplicht echter niet toe te laten dat bedrijven hun werkzaamheden uitoefenen door op verschillende plaatsen standplaats in te nemen. Anders gezegd: een standplaatsvergunning is strikt persoonlijk. Er kan daarom ook geen vergunning worden afgegeven voor het innemen van twee standplaatsen op een zelfde tijdstip. Dit is mede ter voorkoming van oneerlijke concurrentie. Ook wordt daarmee handel in vergunningen voorkomen. De praktijk heeft bewezen dat in het verleden standplaatsvergunningen zijn verhandeld waarmee de oorspronkelijke vergunninghouder naast de waarde van de verkoopwagen ook een stukje goodwill verkocht. Daarnaast kan met deze maatregel ook worden voorkomen dat het geringe aantal beschikbare standplaatsen door enkele ondernemers wordt ingenomen, waardoor anderen buiten de boot vallen. Ook kan hiermee onderhuur worden voorkomen.

De vergunninghouder mag zich enkel bij ziekte en vakantie laten vervangen door een werknemer als dit schriftelijk wordt gemeld aan de gemeente. Vergunninghouder dient dan aan te tonen dat deze persoon in dienst is bij de vergunninghouder.

  • III.

    Schaarse vergunningen

Met het oog op de uitspraak van de ABRvS met betrekking tot schaarse vergunning is er voor dit besluit voor gekozen om de vergunning te verdelen doormiddel van loting.

Voor de duur van een vergunning is het op grond van de jurisprudentie toegestaan om rekening te houden met de investering die gedaan moet worden door de vergunninghouders. Bij standplaatsen is het niet alleen zo dat geïnvesteerd dient te worden in een verkoopmiddel maar met name ook in de opbouw van een klantenkring. Dat in ogenschouw genomen is ervoor gekozen om de duur van de vergunning niet te kort te laten zijn en te bepalen op twaalf (12) jaar om (een deel van) de investeringen terug te kunnen verdienen, een klantenkring op te bouwen en de ondernemer en klant hiervan voordeel te laten hebben.

Om de huidige vergunninghouders niet van de één op de andere dag er mee te confronteren dat ze mee moeten dingen naar een standplaatsvergunning is besloten om een overgangstermijn van één verlengingsperiode van de huidige standplaatsvergunningen te hanteren en dit richting de vergunninghouders te communiceren. Alle huidige vergunninghouders krijgen de mogelijkheid om één keer een verlenging voor twaalf (12) jaar aan te vragen. Na deze periode zullen alle standplaatsvergunningen worden verdeelt op de wijze zoals aangegeven in deze uitvoeringsregeling.

Bij loting krijgen alle aanvragen bij binnenkomst een nummer. Na sluiting van het aanvraagtijdvak wordt vervolgens in een openbare loting bepaald welke aanvragen worden gehonoreerd. De overige aanvragen worden afgewezen.