Beleidsregels toekennen naamgeving en nummering Hof van Twente

‘

A. Toekennen van naamgeving (straatnamen)

• 1.

  Het college van Burgermeester en wethouders stelt de naamgeving vast van de openbare ruimte. Het advies wordt geschreven door de BAG-beheerder. De BAG-beheerder kan zich laten adviseren door belanghebbenden (toekomstige eigenaren/omwonenden), collega’s, historische deskundigen of leden van de dorpsvereniging.

• 2.

  Bij de naamgeving moeten de volgende uitgangspunten worden gehanteerd;

- De naamgeving mag geen aanleiding geven tot verwarring met het oog op vindbaarheid van adressen.

- De naamgeving mag geen herhaling van een bestaande naamgeving uit een andere kern zijn.

- De straatnamen moeten uitspreekbaar zijn en geen twijfel laten over de schrijfwijze.

- De straatnaam mag in de volksmond geen aanleiding geven tot verbastering of dubbelzinnigheid.

- Er moet consistentie zijn van de naamgeving in de wijk.

- Er mag geen twijfel ontstaan over de acceptatie van de straatnaam.

- De straatnaam mag niet te lang zijn (max 24 tekens) en moet administratief goed verwerkbaar zijn (geen leestekens).

- Straatnamen mogen geen verwijzing zijn naar een levend persoon.

- Als een persoon vernoemd wordt, dan kan dat pas als deze persoon:

Minimaal 10 jaar geleden is overleden,

Van onbesproken gedrag en onomstreden.

B. Objecten die in aanmerking komen voor nummering (nummeraanduidingen)

De volgende zaken komen in aanmerking voor toekenning van een huisnummer:

- Verblijfsobjecten;

- Ligplaatsen;

- Standplaatsen;

Dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen.

C. Situaties voor het toekennen van (huis)nummering

In de volgende situaties wordt een huisnummer uitgegeven of ingetrokken:

• 1.

  Nieuwbouw: er is een omgevingsvergunning verleend, waardoor een nieuw huis-nummer moet worden toegekend aan het toekomstige verblijfsobject binnen 4 werk-dagen.

• 2.

  Nieuwbouw: er is een nieuw verblijfsobject geconstateerd.

• 3.

  Sloop: een bestaand object verdwijnt, waardoor het bestaande huisnummer moet worden ingetrokken.

• 4.

  Splitsing: één object wordt gesplitst in meerdere objecten waardoor het oude nummer moet worden ingetrokken en meerdere nieuwe nummers moeten worden toegekend.

• 5.

  Samenvoeging: meerdere objecten worden samengevoegd tot één object, waardoor de oude huisnummers moeten worden ingetrokken en er één nieuw huisnummer wordt verstrekt.

• 6.

  Vernummering: meerdere objecten krijgen een nieuw huisnummer, waardoor de oude huisnummers moeten worden ingetrokken. Dit kan alléén geinitieerd worden door belanghebbende of gemeente in verband met de veiligheid en/of vindbaarheid.

• 7.

  Nummering op verzoek: op verzoek van belanghebbenden of derden, indien de noodzaak daarvoor in verband met gewijzigde of te wijzigen omstandigheden is aan te tonen, kan een bestaand nummer (of adres) wijzigen, waardoor het oude nummer moet worden ingetrokken en een nieuw nummer moet worden toegekend.

• 8.

  Mantelzorgwoningen: als deze aan de voorwaarden van een verblijfsobject voldoen wordt een huisnummer toegekend.

• 9.

  Recreatiewoningen: Als deze aan de voorwaarden van een verblijfsobject voldoen wordt een huisnummer toegekend.

• 10.

  Inwoning: Als binnen een pand sprake is van twee of meer zelfstandige verblijfsobjecten wordt aan elk verblijfsobject een huisnummer toegekend.

Het intrekken en toekennen van nieuwe huisnummers geschiedt door middel van een huisnummerbesluit.

D. Wijze van nummeren

• 1.

  De nummeraanduiding is als volgt opgebouwd:

• a.

  Het nummer kan alleen worden toegekend binnen een officiële naamgeving. Als er nog geen straatnaam is vastgesteld dient dit eerst te gebeuren.

• b.

  Het nummer bestaat eerst uit een getal (van max. 4 cijfers);

• c.

  Indien nodig wordt het nummer gevolgd door een klein letter (niet een i, j, l, o of q in verband met verwarring met cijfers en andere letters);

• d.

  Indien nodig wordt bovenstaande lid c. gevolgd door een toevoeging (van max. 4 letters of cijfers)

• 2.

  Bij het toekennen van nummers gelden de volgende regels:

• a.

  De nummering is oplopend vanuit het centrale punt per kern

• .

  Ambt Delden = O.L. Vrouwestraat 3 Bentelo (kerk)

• .

  Diepenheim = Grotestraat 19 (voormalig gemeentehuis)

• .

  Goor = Diepenheimseweg 1 (voormalig gemeentehuis)

• .

  Markelo = Burgemeester de Beaufortplein 1 (voormalig gemeentehuis)

• .

  Delden = Langestraat 30 (voormalig gemeentehuis)

• b.

  Vanuit het centrale punt bevinden de oneven nummers zich aan de linkerzijde van de straat, de even nummers aan de rechterzijde. Dit geldt eveneens voor het geval dat de weg slechts aan één zijde wordt bebouwd, en voor gebouwen die niet direct aan de weg zijn gelegen. Een gekozen systeem dient zo goed mogelijk consequent te worden doorgevoerd. Bij doodlopende wegen dient de nummering vanaf de aangrenzende weg aan te vangen.

• c.

  Nummering vindt in de regel oplopend plaats. Slechts in bijzonder gevallen kan hiervan afgeweken worden.

• d.

  Bij panden met meer dan één hoofdtoegang dient het pand denkbeeldig in zoveel delen te worden verdeeld als er hoofdtoegangen zijn. Elk aanliggend verblijfsobject moet per hoofdingang afzonderlijk van een nummer met een toevoeging worden voorzien.

• e.

  Een verblijfsobject moet worden genummerd aan de openbare weg van waar de hoofdingang direct bereikbaar is.

• f.

  Het nummeren van gebouwen met meer dan één bouwlaag waarin meer nummers vereist zijn, moet worden begonnen bij de verblijfsobjecten op de onderste bouwlaag. Hierna wordt per bouwlaag oplopend genummerd.

• g.

  Voor ruimten tussen gebouwen, die in de toekomst mogelijk bebouwd worden, moet het maximaal te verwachten aantal huisnummers worden gereserveerd.

• h.

  Voor zover niet in deze regels opgenomen, gelden de bepalingen van de NEN normen 1773 en 1774

E. Afhandeling van kosten die ontstaan door het toekennen van nieuwe (huis)nummers

Als de gemeente genoodzaakt is verblijfsobjecten te vernummeren, veroorzaakt dat overlast en financieel nadeel voor de belanghebbenden van die verblijfsobjecten. Hierbij valt te denken aan kosten van verhuisberichten, veranderen van briefpapier, advertenties, reclames, opdrukken en dergelijke. Er zal in zo'n geval kostenvergoeding worden toegepast.

Deze kostenvergoeding is een standaardregeling die in de overgrote meerderheid van de gevallen de geleden schade compenseert. Het voorkomt discussies over al dan niet werkelijk gemaakte kosten, het verzamelen en controleren van bonnetjes/nota's en dergelijke.

De volgende situaties zijn denkbaar:

Vernummering van het eigen object op verzoek eigenaar

• 1.

  Indien aan een verzoek om het vernummeren van een object van de eigenaar van dat object tegemoet gekomen wordt, worden de kosten die dit met zich meebrengt niet door de gemeente vergoed.

• 2.

  Vernummering van het verblijfsobject op verzoek van de gebruiker

  Indien de gebruiker van een verblijfsobject een verzoek indient tot het vernummeren van dat object, kan dit alleen wanneer de eigenaar een machtiging hiertoe heeft afgegeven. De kosten voor deze vernummering worden niet door de gemeente vergoed.

• 3.

  Voor een vernummering op initiatief van de Gemeente Hof van Twente worden de volgende kosten vergoed:

• .

  1. Bij vernummeringen anders dan bedoeld onder 1 en 2 kan, in het geval van een woning, door de gebruiker van het te vernummeren object aanspraak gemaakt worden op een standaardbedrag aan kostenvergoeding van € 250,-, per te vernummeren verblijfsobject;

• .

  2. Bij vernummeringen anders dan bedoeld onder 1 en 2 kan, in het geval van een niet-woning, door de eigenaar/gebruiker van het te vernummeren verblijfsobject aanspraak gemaakt worden op een vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten per te vernummeren object. Deze kosten moeten vooraf ter goedkeuring begroot worden;

• .

  3. Alleen de kosten die gepaard gaan met de opmaak van nieuw briefpapier, reclameuitingen, visitekaartjes, verhuisberichten en portokosten komen voor vergoeding als genoemd in 3.2. in aanmerking. Personeelskosten vallen hier niet onder;

F. Plaats en zichtbaarheid van de (huis)nummers

• 1.

  Zichtbaarheid

Huisnummers moeten zo dicht mogelijk bij de hoofdingang, worden aangebracht op een vanaf de weg zichtbare plaats. In situaties waarbij deze directe zichtbaarheid niet aanwezig of voor handen is, moet een tweede huisnummer zodanig worden aangebracht, dat dit vanaf de weg zichtbaar is.

Buiten de bebouwde kom stelt de gemeente een huisnummerpaaltje aan het begin van de inrit, aan de openbare weg, beschikbaar.

• 2.

  Hoogte

Het huisnummer moet op een hoogte van minimaal 1,75m en maximaal 2,25m geplaatst worden.

• 3.

  Verzamel- en verwijsborden

In de situatie die op onoverzichtelijke wijze op de weg aansluiten, dienen zich verzamel- en/of verwijsborden te bevinden. De aanduidingen dienen duidelijk zichtbaar te zijn.

• a.

  Op het eigen erf of binnen een appartementencomplex dienen verzamelborden te worden aangebracht nabij één van de volgende plaatsen:

- de toegang van een bij een gebouw behorende parkeergelegenheid of parkeergarage;

- de hoofdtoegang van een gebouw;

- de toegang van een galerij, gang e.d.;

- een trap of lifthal;

- een lift.

Op verzamelborden kan worden volstaan met het vermelden van het laagste en het hoogste nummer bijv.: 2 - 36

b. Aan de openbare weg plaatst de gemeente verzamel- of verwijsborden om onduidelijke situatie te verduidelijken. Te denken valt aan de toegang van een afzonderlijk voetpad, doodlopende straat, openbare parkeergelegenheden etc.;

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2024 en wordt van kracht een dag na de bekendmaking.