Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-07-2024

Intitulé

Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Winterswijk en de burgemeester van Winterswijk, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

  • gelet op de artikelen 59a, 168 en 171 van de Gemeentewet;

  • gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

Overwegende dat:

  • de ambtelijke organisatie is doorontwikkeld sinds de wijziging van de organisatiestructuur;

  • er behoefte bestaat om een aantal bevoegdheden binnen de organisatie opnieuw te beschrijven;

  • in dit mandaatbesluit publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan behandelend medewerkers in de organisatie worden toegekend om hen in staat te stellen de toegekende taken rechtmatig en doelmatig uit te voeren;

  • in dit Mandaatbesluit is gekozen voor de toekenning van zoveel mogelijk wettelijke bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders en burgemeester aan medewerkers in de organisatie, met uitzondering van die bevoegdheden die specifiek voorbehouden zijn aan gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, aan de burgemeester en aan manager of teammanagers.

Besluit vast te stellen:

De navolgende regeling:

Het Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2024

ARTIKEL 1: DEFINITIES

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen directeur : de medewerker die door het college is aangesteld en eindverantwoordelijk is voor de ambtelijke organisatie

  • b.

    gemeentesecretaris: de functionaris zoals bedoeld in artikel 103 Gemeentewet

  • c.

    Apv: Algemene plaatselijke verordening

  • d.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht (Awb)

  • e.

    besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling (definitie artikel 1:3 Awb)

  • f.

    bijlage: een bijlage behorende bij dit Mandaatbesluit

  • g.

    burgemeester: de burgemeester van Winterswijk

  • h.

    Cao Gemeenten: collectieve arbeidsvoorwaardenregeling gemeenteambtenaren

  • i.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Winterswijk

  • j.

    directieteam: de algemeen directeur en de managers

  • k.

    gemeentebestuur: het college, de gemeenteraad en de burgemeester

  • l.

    gemeenteraad: de gemeenteraad van Winterswijk

  • m.

    machtiging: de bevoegdheid tot het verrichten van feitelijke handelingen namens een bestuursorgaan

  • n.

    manager: degene die is belast met de integrale aansturing van een aantal teams en behoort tot het directieteam van de gemeentelijke organisatie

  • o.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Het gaat hierbij steeds om een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt (zie artikel 10:1 Awb)

  • p.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze bevoegdheid aan een ander overdraagt

  • q.

    mandaathouder: de medewerker die namens het bestuursorgaan een bevoegdheid uitoefent

  • r.

    medewerker: degene die is belast met een taak of uitvoering van wet- en regelgeving en/of beleid onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur

  • s.

    portefeuillehouder: het lid van het college dat bestuurlijk verantwoordelijk is voor een bepaald onderwerp

  • t.

    teammanager: degene die is belast met de aansturing van een of meerdere teams

  • u.

    volmacht: de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten door personen die werken binnen de eigen organisatie, of die door de eigen organisatie zijn ingezet om namens de organisatie op te treden (artikel 3:60 Burgerlijk Wetboek)

ARTIKEL 2: SCHAKELBEPALING MANDAAT, VOLMACHT, MACHTIGING

Op grond van artikel 10:12 van de Awb zijn de mandaatregels overeenkomstig van toepassing op het verlenen van een volmacht en op het verlenen van een machtiging. In dit Mandaatbesluit wordt daarom alleen gesproken over mandaat.

ARTIKEL 3: INHOUD MANDAAT

  • 1. De bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen omvat tevens de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften en beperkingen en het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen aangaande het besluit.

  • 2. De mandaathouder heeft naast de bevoegdheid het in het eerste lid genoemde besluit te nemen ook de bevoegdheid het desbetreffende besluit te ondertekenen.

ARTIKEL 4: ALGEMENE BEPALING

  • 1. 1. Het college en de burgemeester verlenen de medewerker het mandaat om alle besluiten te nemen en alle overige (rechts)handelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig zijn.

  • 2. Het gestelde in het eerste lid geldt uitsluitend wanneer is voldaan aan de voorwaarden en er geen sprake is van de uitzonderingen zoals genoemd in de artikelen 5 en 6. Daarnaast is er geen mandaat als er sprake is van een van de uitzonderingen die vermeld staan in de bijlagen bij dit Mandaatbesluit.

ARTIKEL 5: VOORWAARDEN ALGEMEEN

  • 1. De mandaathouder kan zijn bevoegdheid alleen toepassen wanneer het mandaat overeenstemt met de taken en verantwoordelijkheden die passen binnen het taakveld van zijn werkzaamheden.

  • 2. De in bijlage 1 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan het college.

  • 3. De in bijlage 2 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de burgemeester.

  • 4. De in bijlage 3 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de algemeen directeur.

  • 5. De in bijlage 4 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de manager.

  • 6. De in bijlage 5 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de teammanager.

  • 7. Bijlage 6 bevat mandaten aan derden.

  • 8. Indien bij een in mandaat te nemen besluit meerdere behandelend medewerkers zijn betrokken van wie de standpunten niet gelijkluidend zijn, blijft het mandaat voorbehouden aan de teammanager of de manager.

  • 9. Indien de mandaathouder een persoonlijk of conflicterend belang heeft bij de uitoefening van de bevoegdheden, dan vindt besluitvorming plaats door de teammanager of de manager.

  • 10. De concerncontroller heeft te allen tijde de bevoegdheid rechtstreeks het college te informeren en te adviseren zonder tussenkomst van de manager, een teammanager, de directeur of gemeentesecretaris.

  • 11. Naast de mandaten die op basis van deze algemene mandatenregeling worden verleend kunnen er ook individuele mandaten worden verleend.

ARTIKEL 6: VOORWAARDEN FINANCIEEL

  • 1. Wanneer een mandaathouder ook budgethouder is kan hij, van zijn mandaat alleen gebruikmaken wanneer dat mandaat past binnen zijn budget.

  • 2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat moeten, naast alle regels van dit mandaatbesluit ook de regels van de Financiële verordening gemeente Winterswijk en daarmee verband houdende regelingen in acht worden genomen.

  • 3. In geval van strijdigheid tussen het mandaatbesluit en de financiële verordening en/of daarmee verband houdende regelingen, gaan de laatsten voor.

ARTIKEL 7: VOORAFGAAND OVERLEG

  • 1. De mandaathouder draagt er zorg voor dat overleg plaatsvindt met het college, de portefeuillehouder(s) of de burgemeester voordat een besluit wordt genomen of (rechts)handeling plaatsvindt indien:

    • a.

      het een aangelegenheid betreft waarover door de gemeenteraad in een eerder stadium vragen zijn gesteld aan het college, de portefeuillehouder(s) of de burgemeester;

    • b.

      het college, een portefeuillehouder of de burgemeester dit kenbaar heeft gemaakt;

    • c.

      het een aangelegenheid betreft waarover de raad moties en/of amendementen heeft aangenomen;

    • d.

      het een aangelegenheid betreft waarover de portefeuillehoud toezeggingen heeft gedaan aan de raad(scommissie);

    • e.

      het besluit ingrijpende financiële consequenties kan hebben, bijvoorbeeld dreigende budgetoverschrijding of het aangaan van meerjarige verplichtingen;

    • f.

      uit het besluit of de (rechts)handeling aanzienlijke juridische, financiële, organisatorische, politiek/bestuurlijke en of publicitaire consequenties kunnen voortvloeien;

    • g.

      de aangelegenheid tot kritische berichtgeving in de media heeft geleid, dan wel redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit kan gebeuren.

  • 2. Het college of de burgemeester kan, indien zich een situatie voordoet als onder lid 1 beschreven, het betreffende besluit zelf nemen.

ARTIKEL 8: SPECIFIEKE MANDATEN AAN DERDEN

  • 1. Verlening van mandaat aan een derde die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur behoeft de instemming van het gemeentebestuur en de instemming van die derde of van degene onder wiens verantwoordelijkheid die derde werkt.

  • 2. Dit mandaatbesluit heeft geen betrekking op bevoegdheden en taken die aan een gemeenschappelijke regeling zijn opgedragen.

  • 3. Voor zover aan derden een specifiek mandaat is verleend is deze opgenomen in bijlage 6.

  • 4. Alle bepalingen zoals genoemd in dit mandaatbesluit zijn ook van toepassing op specifieke mandaten aan een derde.

ARTIKEL 9: OVEREENKOMSTEN

  • 1. Onder de mandaatverlening valt de bevoegdheid te besluiten tot het aangaan van een overeenkomst. Daarbij gelden wel voorwaarden. Deze bevoegdheid bestaat alleen als de overeenkomst rechtstreeks voortvloeit uit eerdere bestuurlijke besluitvorming. Als er geen sprake is van eerdere bestuurlijke besluitvorming dan is er geen mandaat om de desbetreffende overeenkomst aan te gaan. In een dergelijke situatie dient eerst het bevoegde bestuursorgaan een besluit te nemen over het aangaan van de desbetreffende overeenkomst. Daarnaast gelden uiteraard ook alle andere in dit mandaatbesluit genoemde voorwaarden en voorbehouden.

  • 2. De mandaathouder die bevoegd is te besluiten tot het aangaan van een overeenkomst is ook bevoegd de desbetreffende overeenkomst te ondertekenen. Als mandaathouder ben je bevoegd tot het aangaan van een overeenkomst als het aangaan van die overeenkomst volgt uit eerdere bestuurlijke besluitvorming.

  • 3. De verantwoordelijk portefeuillehouder is bevoegd een overeenkomst te ondertekenen nadat het college heeft besloten tot het aangaan van die overeenkomst.

ARTIKEL 10: PLAATSVERVANGING

  • 1. Indien het mandaat aan een bepaalde medewerker is verleend, is daarmee het mandaat eveneens verleend aan de hiërarchisch hoger geplaatsten.

  • 2. Bij afwezigheid van een medewerker die een besluit in mandaat neemt, wordt deze vervangen door zijn teammanager.

  • 3. Bij afwezigheid van een teammanager kan deze worden vervangen door een andere teammanager. Bij afwezigheid van de manager kan deze worden vervangen door een andere manager en door de algemeen directeur.

  • 4. De vervanging van de algemeen directeur/gemeentesecretaris is geregeld in het organisatiebesluit.

ARTIKEL 11: WIJZE VAN ONDERTEKENEN

  • 1. Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen, als volgt:

    Met vriendelijke groet, / Hoogachtend,

    namens het college van burgemeester en wethouders, / namens de burgemeester,

    handtekening

    naam mandaathouder

    functie mandaathouder

  • 2. Een krachtens mandaat genomen besluit bij vervanging vermeldt de naam en functie van degene die wordt vervangen met daarachter “bij afwezigheid” (b.a.) en de handtekening van de vervanger.

ARTIKEL 12: ONVOORZIENE GEVALLEN

  • 1. In alle gevallen waarin dit mandaatbesluit niet voorziet beslist het bevoegde bestuursorgaan.

ARTIKEL 13: INWERKINGTREDING

  • 1. Dit Mandaatbesluit treedt in werking op 1 juli 2024.

  • 2. Het Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2020 is per 1 juli 2024 ingetrokken.

ARTIKEL 14: CITEERTITEL

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2024’.

Ondertekening

Winterswijk, 24 juni 2024

Burgemeester en wethouders,

B. Freriks-ten Hagen

Gemeentesecretaris

B.J.J. Bengevoord

Burgemeester

Burgemeester,

Burgemeester,

B.J.J. Bengevoord

BIJLAGE 1 BEVOEGDHEDEN VOORBEHOUDEN AAN HET COLLEGE

ALGEMEEN

  • 1.

    Een bevoegdheid die in een wettelijke regeling wordt uitgezonderd van mandaat en daarmee is voorbehouden aan het desbetreffende orgaan aan wie het is toebedeeld.

  • 2.

    Als het college heeft aangegeven zelf te willen besluiten.

  • 3.

    Als een lid van het college, de algemeen directeur, de manager of teammanager van de mandaathouder heeft aangegeven dat hij het te nemen besluit aan het college wenst voor te leggen.

  • 4.

    Aan het voorgenomen besluit mogelijkerwijs aanzienlijke, juridische, financiële, organisatorische, politiek/bestuurlijke en of publicitaire consequenties kunnen voortvloeien dan wel dat dit precedentwerking tot gevolg kan hebben. Hiervan is onder andere sprake als:

    • de aangelegenheid tot kritische berichtgeving in de media heeft geleid of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit zal gebeuren;

    • de aangelegenheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor een groot aantal inwoners, bedrijven, verenigingen, stichtingen, belangengroepen of anderszins;

    • als het te nemen besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijn, bestendige bestuurspraktijk en/of voorschriften;

    • als het te nemen besluit een overschrijding van een budget of krediet tot gevolg heeft dan wel een groot financieel risico met zich brengt zoals budgetoverschrijding of als meerjarige verplichtingen worden aangegaan.

  • 5.

    Het nemen van besluiten tot het dagvaarden, het instellen van bezwaar, (hoger) beroep, het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift gericht tegen een besluit van het college, het verzoek om (wijziging of opheffing van een verzoek om) een voorlopige voorziening of cassatie namens de gemeente of het gemeentebestuur in juridische procedures.

  • 6.

    De verantwoordelijk portefeuillehouder geeft vooraf toestemming aan de behandelend medewerker over het toepassen van alternatieve geschillenbeslechting, zoals mediation, voor aangelegenheden die de portefeuille van de desbetreffende portefeuillehouder betreffen.

  • 7.

    De verantwoordelijk portefeuillehouder geeft vooraf toestemming aan de behandelend medewerker over het aangaan van een vaststellingsovereenkomst naar aanleiding van een alternatieve geschillenbeslechting.

  • 8.

    Het nemen van besluiten waar geldbedragen mee zijn gemoeid vanaf € 1.000.000,- die passen binnen de vastgestelde budgetten. Daarnaast zijn besluiten over subsidieverleningen en subsidievaststellingen vanaf € 100.000,-, ook als ze passen binnen de vastgestelde budgetten, voorbehouden aan het college.

  • 9.

    Het nemen van besluiten waar geen budget voor is vastgesteld.

  • 10.

    Het aanwijzen van ambtenaren van de burgerlijke stand.

PUBLIEKRECHT

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de gemeenteraad, het informeren van de gemeenteraad en het beantwoorden van schriftelijke vragen van (leden) van de gemeenteraad.

  • 2.

    Het besluiten op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter, als bedoeld in artikel 7:1a Awb.

  • 3.

    Het besluiten op een ingediende klacht op grond van hoofdstuk 9 Awb (klachtbehandeling).

  • 4.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, voor zover deze niet door de gemeenteraad worden vastgesteld.

  • 5.

    Voordracht voor of benoeming van personen op grond van een wettelijk voorschrift anders dan het aangaan van een dienstverband.

  • 6.

    Het instellen van commissies als bedoeld in de artikelen 83 en 84 Gemeentewet.

  • 7.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van het college.

  • 8.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente in organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 9.

    Het nemen van besluiten waarbij wordt afgeweken van het beleid, richtlijnen, bestendige bestuurspraktijk en/of voorschriften.

  • 10.

    Correspondentie en besluiten gericht tot:

    • a.

      de gemeenteraad;

    • b.

      leden van het Koninklijk Huis;

    • c.

      de gemeenteraad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

    • d.

      de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamers gevormde commissie;

    • e.

      de vicepresident van de Raad van State;

    • f.

      de president van de Algemene Rekenkamer.

  • 11.

    Het vaststellen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid voor leveringen, diensten en werken.

  • 12.

    Het nemen van besluiten in afwijking van het inkoop- en aanbestedingsbeleid voor leveringen, diensten en werken.

PRIVAATRECHT

Overeenkomsten

  • 1.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van overeenkomsten indien:

    • a.

      op grond van de Gemeentewet de gemeenteraad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen over de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

    • b.

      de gemeenteraad hierover om informatie heeft gevraagd.

  • 2.

    Het afgeven van borgstellingen nadat de raad is gevraagd wensen of bedenkingen kenbaar te maken aan het college.

  • 3.

    Het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen.

  • 4.

    Het aanvragen van surseance van betaling of faillissement van contractspartijen.

  • 5.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van een schenking, erfstelling of legaat of het doen van een schenking.

  • 6.

    Het nemen van besluiten over het verstrekken van een gemeentegarantie of -lening aan een derde (zoals een stichting of een vereniging) in de uitoefening van een publieke taak nadat de raad is gevraagd wensen of bedenkingen kenbaar te maken aan het college.

  • 7.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van alternatieve geschillenbeslechting, niet zijnde arbitrage of het voorleggen van geschillen aan scheidslieden, voor zover afspraken daarover vooraf schriftelijk zijn vastgelegd.

  • 8.

    Besluiten om een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten in gevallen waarvoor de gemeenteraad heeft verzocht om van tevoren te worden ingelicht.

  • 9.

    In die gevallen waarin er wordt afgeweken van vastgesteld vastgoedbeleid dan wel bestendige vastgoedbestuurspraktijk.

PERSONEELSAANGELEGENHEDEN

Het nemen van besluiten inzake benoeming, schorsing, ontslag van en overige besluiten over de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

BIJLAGE 2 BEVOEGDHEDEN VOORBEHOUDEN AAN DE BURGEMEESTER

  • 1.

    Besluiten op grond van de artikelen 151b (openbare orde), 151c (cameratoezicht), 154a (ophouden personen), 154b (bestuurlijke boete) en 172 ( openbare orde) tot en met 176a Gemeentewet (ophouding).

  • 2.

    Alle overige in de Gemeentewet, Hoofdstuk XI, aan de burgemeester toegekende bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid, tenzij uitdrukkelijk gemandateerd.

  • 3.

    Als de burgemeester heeft aangegeven zelf te willen besluiten, voor zover het zijn eigen bevoegdheden betreft.

  • 4.

    Als een manager of teammanager van de mandaathouder heeft aangegeven dat zij het te nemen besluit aan de burgemeester wenst voor te leggen.

  • 5.

    Een besluit op grond van de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 6.

    Het opleggen van een last onder bestuursdwang op een woning, lokaal of daarbij behorend erf (artikel 13b Opiumwet).

  • 7.

    Uitvoering Naturalisatie(ceremonie) op grond van artikel 5 Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap.

  • 8.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet aanpak woonoverlast en de daarop gebaseerde bepalingen in de APV.

  • 9.

    Het besluit inhoudende een last tot inbewaringstelling (psychiatrisch ziekenhuis) in het kader van de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).

  • 10.

    Het verlenen van mandaat betreffende bevoegdheden van de burgemeester aan externen die niet werkzaam zijn onder directe verantwoordelijkheid van het college of de burgemeester.

  • 11.

    Het verlenen van een evenementenvergunning anders dan A-evenementen.

  • 12.

    Het instellen van een noodverordening/noodbevel.

  • 13.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet veiligheidsregio’s.

  • 14.

    Het sluiten van een horeca-inrichting en/of de intrekking van een vergunning.

  • 15.

    Het opleggen van een verblijfsontheffing op grond van de APV.

  • 16.

    Het nemen van een aanwijzingsbesluit op grond van de APV.

  • 17.

    Het aanwijzen van verkeersregelaars.

  • 18.

    Alle bevoegdheden op grond van de APV ten aanzien van seksinrichtingen.

  • 19.

    Het afleggen van verantwoording aan, het informeren en raadplegen van de gemeenteraad.

  • 20.

    De burgemeester besluit tot het dagvaarden, instellen van bezwaar, (hoger) beroep, het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift gericht tegen een burgemeestersbesluit, het verzoek om (wijziging of opheffing van een verzoek om) een voorlopige voorziening of cassatie in procedures die betrekking hebben op eerder genomen burgemeestersbesluit.

  • 21.

    De burgemeester geeft vooraf toestemming aan de behandelend medewerker over het toepassen van alternatieve geschillenbeslechting, zoals mediation, voor aangelegenheden die de portefeuille van de burgemeester betreffen.

  • 22.

    De burgemeester geeft vooraf toestemming aan de behandelend medewerker over het aangaan van een vaststellingsovereenkomst naar aanleiding van een alternatieve geschillenbeslechting.

BIJLAGE 3 BEVOEGDHEDEN VOORBEHOUDEN AAN ALGEMEEN DIRECTEUR

  • 1.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan, wijzigen, ontbinden en overige mutaties van arbeidsovereenkomsten, inclusief het ondertekenen van de overeenkomsten, van de managers, van leden van de strategische staf en van de concerncontroller.

  • 2.

    Het nemen van besluiten op grond van de Cao Gemeenten voor zover die zijn toebedeeld aan de algemeen directeur.

  • 3.

    Het opleggen van een disciplinaire maatregel aan een medewerker waaronder het ontzeggen van de toegang tot het gemeentekantoor.

  • 4.

    Het doen van aangifte van een strafbaar feit onder voorbehoud van voorafgaand overleg met en goedkeuring door de burgemeester.

  • 5.

    Het nemen van besluiten aangaande vaststellingsovereenkomsten met medewerkers.

  • 6.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet op de ondernemingsraden.

  • 7.

    Het nemen van besluiten indien bij betrokkenheid van meerdere teams er geen overeenstemming is over het te nemen besluit.

  • 8.

    Het vaststellen van de functiebeschrijvingen van hiërarchisch ondergeschikte medewerkers.

  • 9.

    Het vaststellen, wijzigen of intrekken van regelingen en arbeidsvoorwaarden in het personeelshandboek.

  • 10.

    Het nemen van besluiten inzake personeelsaangelegenheden, bijvoorbeeld door toepassing van de hardheidsclausule, waarbij wordt afgeweken van het beleid, richtlijnen, bestendige bestuurspraktijk en/of voorschriften.

BIJLAGE 4 MANDAAT VOORBEHOUDEN AAN MANAGER

  • 1.

    Alle bevoegdheden op grond van de Cao Gemeenten en de daarop gebaseerde regelingen, voor zover niet toegewezen aan de algemeen directeur.

  • 2.

    Het vaststellen van de functiebeschrijvingen binnen het domein van de desbetreffende manager.

  • 3.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan, wijzigen, ontbinden en overige mutaties van arbeidsovereenkomsten, inclusief het ondertekenen van de overeenkomsten, van hiërarchisch ondergeschikte medewerkers.

  • 4.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot het inhuren van tijdelijk personeel.

  • 5.

    Het nemen van besluiten waar geldbedragen mee zijn gemoeid vanaf € 100.000,- tot € 1.000.000,- die passen binnen de vastgestelde budgetten.

  • 6.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan en wijzigen van verzekeringsovereenkomsten voor de gemeente is voorbehouden aan de manager bedrijfsvoering en dienstverlening.

BIJLAGE 5 MANDAAT VOORBEHOUDEN AAN TEAMMANAGER

  • 1.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan en opzeggen van verwerkersovereenkomsten.

  • 2.

    Het nemen van besluiten tot het aanwijzen van toezichthouders en afgifte van legitimatiebewijzen toezichthouders.

  • 3.

    Het nemen van besluiten tot wijzigen en mutaties die niet onder de bevoegdheid van de manager vallen van arbeidsovereenkomsten van hiërarchisch ondergeschikte medewerkers.

  • 4.

    Het nemen van besluiten waar geldbedragen mee zijn gemoeid tot € 100.000,- die passen binnen de vastgestelde budgetten.

BIJLAGE 6 MANDAAT AAN DERDEN

  • 1.

    Bevoegdheden op grond van de Wegsleepregeling aan de inspecteur van de politie.

  • 2.

    Bevoegdheden op grond van de Wet kinderopvang aan de inspecteur GGD.

  • 3.

    Bevoegdheden op grond van de Jeugdwet aan de geregistreerde instellingen.

  • 4.

    Bevoegdheden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning voor het beschermd wonen aan de centrumgemeente Doetinchem.

  • 5.

    Bevoegdheden tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen op grond van het Burgerlijk Wetboek aan de Officier van Dienst en de algemeen Commandant Bevolkingszorg in geval van incidenten, rampen en crises.

  • 6.

    Het aangaan en ondertekenen van privaatrechtelijke overeenkomsten die verband houden met de taken en werkzaamheden van de griffier en die binnen zijn budget vallen, aan de griffier.

  • 7.

    Inhuren van externe deskundigen door de Referendumcommissie, voor zover de kosten niet hoger zijn dan € 15.000,-.