In een schone leefomgeving van afval naar grondstof in de gemeente Halderberge Beleidsplan 2024-2028

Geldend van 29-06-2024 t/m heden

Intitulé

In een schone leefomgeving van afval naar grondstof in de gemeente Halderberge Beleidsplan 2024-2028

1. Inleiding

In elk huishouden ontstaat dagelijks afval. Iedere dag weer staan ook inwoners van Halderberge voor de keuze om afval wel of niet te scheiden. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het (laten) inzamelen en verwerken van het huishoudelijk afval. Halderberge probeert daar samen met partner Saver op een zo goed mogelijke manier invulling aan te geven. Doel is om zoveel mogelijk afval te hergebruiken of recyclen. En dat kan ook. Vrijwel alle afval is in theorie een schone hoogwaardige grondstof geschikt voor hergebruik of recycling.

Inwoners van de gemeente Halderberge zijn goed bezig, maar het kan nog beter. Niet alleen met het verminderen van de hoeveelheid restafval en komen tot meer hergebruik en recycling, maar ook hoe de gemeente samen met inwoners zorgt voor een schonere leefomgeving waar minder afval rondom de containers en op straat te vinden is. . Om verder te verbeteren is een koerswijziging noodzakelijk.

Binnen een circulaire economie van afval naar grondstof

In de omgevingsvisie van Halderberge die begin 2022 is vastgesteld kunnen we lezen dat circulaire economie voor de gemeente valt onder de noemer van duurzaamheid. Binnen de gedachte van de circulaire economie verandert het beeld hoe we naar afval kijken. Afval wordt gezien als grondstof. Verspilling van grondstoffen wordt zoveel als mogelijk voorkomen. Dit begint met het minder gebruiken van grond-stoffen, producten langer gebruiken en gebruikte materialen zoveel mogelijk weer inzetten als grondstof voor nieuwe producten.

Invulling circulaire ambities

Het ‘afvaldomein’ van de gemeente is bij uitstek in de positie om bij te dragen aan de invulling van de circulaire ambities van Halderberge. Wat betreft inzamelvoorzieningen en wijze van verwerking bouwt de gemeente voort op keuzes die eerder zijn gemaakt en zorgt daar waar nodig voor verbeteringen. Het is echter ook de bedoeling om meer dan voorheen in te zetten op het stimuleren van bewust en duurzaam inkopen, het faciliteren van mogelijkheden voor reparatie van kapotte producten en ook het delen, lenen, ruilen en/ of huren van producten. Dit alles met als doel dat zo weinig mogelijk producten en materialen in de afdankfase terechtkomen. Het moge duidelijk zijn dat deze in-steek een gedragsverandering vergt van alle inwoners.

Koers beleidsplan

Het beleidsplan zet de koers uit waarbinnen Halderberge vanuit ver-schillende domeinen de komende jaren werkt aan verwezenlijking van de circulaire ambities van de gemeente op het vlak van preventie, her-gebruik en recycling van afval. Hoe gaat de gemeente dit aanpakken? Welke inspanningen mag zij van haar inwoners vragen, welke service wil zij bieden en wat mag het kosten? Deze vragen beantwoorden we in dit beleidsplan. Deze aanpak sluit aan bij wat de gemeente hierover heeft opgenomen in de Programmabegroting 2024, namelijk het op-zoeken en uitdragen van de verbinding tussen de verschillende the-ma’s van het klimaatakkoord (energietransitie, circulaire economie (afval) en klimaatadaptatie) naar organisatie, ondernemers en inwo-ners.

Afbakening

Het beleidsplan heeft betrekking op de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. Hierin nemen we ook de aanpak van zwerfafval mee. Bedrijfsafval is buiten beschouwing gelaten. De gemeente is niet verantwoordelijk voor het inzamelen en verwerken van bedrijfsafval.

Raadpleging inwoners en gemeenteraad

In september 2023 zijn inwoners van Halderberge via een online enquête geraadpleegd over de huidige en toekomstige afvalinzameling. 1.585 inwoners hebben de vragenlijst ingevuld. De resultaten nemen we mee in de invulling van de toekomstige afvalinzameling.

Op 5 oktober 2023 is de gemeenteraad geïnformeerd waar Halderberge staat met de gescheiden afvalinzameling en welke verbeteropties er nog zijn. Raadsleden hebben input geleverd voor het toekomstige afvalbeleid. Deze input bepaalt mede de richting van het beleidsplan.

2. Ontwikkelingen en kaders

Decennia lang nam de hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner toe. Daarbij leek lang een verband te bestaan met de ontwikkeling van de economie. De laatste jaren is er echter sprake van een trendbreuk. De afvalproductie staat hoe langer hoe meer los van de economische ontwikkeling.

Het verband tussen de hoeveelheid afval en ontwikkeling van de economie werd in 2020 flink verstoord doordat mensen tijdens de coronacrisis veel meer afval thuis weggooiden. In 2021 nam de hoeveelheid per inwoner weer af om in 2022, terwijl de economie groeide, verder te dalen naar een niveau dat voor het laatst werd gezien in de jaren negentig van de vorige eeuw.

Mondiale verwerking- en recyclingmarkt

De verwerking en recycling van afval en grondstoffen is een mondiale markt. Keuzes en maatregelen in andere landen werken door op de Europese en daarmee ook op de Nederlandse markt. Zo is de export van oud papier, kunststoffen en textiel naar Azië als gevolg van hogere kwaliteitseisen niet meer zo eenvoudig of soms onmogelijk. Bovendien is export buiten de Europese Unie alleen nog toegestaan als er sprake is van aantoonbaar milieuverantwoorde verwerking. De goedkope optie van export is er niet meer. De Europese markt wordt zodoende gedwongen om meer verwerkingscapaciteit binnen de Europese Unie op te bouwen.

Tegelijkertijd stijgen de verwerkingskosten van secundaire grondstoffen, onder meer vanwege toenemende vervuiling die de kosten voor goede verwerking opdrijft. Verwerkers stellen in dit verband ook steeds hogere kwaliteitseisen aan het te accepteren materiaal. Dit zien we bijvoorbeeld bij GFT-afval, papier/ karton en PMD.

Stijgende kosten

Stijgende kosten hebben ook te maken met belastingen die de Rijks-overheid oplegt, zoals de afvalstoffenbelasting en CO2-heffing.

 Bedrijven in Nederland met een afvalverbrandingsinstallatie of stortplaats betalen afvalstoffenbelasting. Dit geldt ook voor bedrijven die afvalstoffen naar het buitenland overbrengen om ze daar te laten storten of verbranden. In de periode 2017 tot en met 2024 is deze belasting gestegen van € 13,11 per ton naar € 39,23. Deze belasting berekenen de verwerkers door aan hun klanten. De verwachting is dat deze belasting de komende jaren verder zal stijgen.

 Sinds 1 januari 2021 geldt voor industriële bedrijven zoals afvalverbrandingsinstallaties met een hoge CO2-uitstoot een nationale CO2-heffing. Zo worden bedrijven meer gestimuleerd om bij hun investeringen rekening te houden met de gevolgen van CO2-uitstoot voor mens en milieu. Marktpartijen geven aan fors te moeten investeren als gevolg van milieumaatregelen (o.a. CO2-heffing). Deze kosten kunnen niet worden doorberekend in bestaande contracten, waardoor dit gebeurt in de nieuwe contracten op het moment dat deze worden aanbesteed.

Genoemde ontwikkelingen zorgen ervoor dat bij gelijkblijvend beleid de kosten zullen stijgen.

Kaders

Het juridische kader voor de behandeling van afval in de Europese Unie is vastgelegd in de Kaderrichtlijn afvalstoffen. In Nederland zijn de doelstellingen en uitgangspunten van het afvalstoffenbeleid opgenomen in het Landelijk Afvalbeheerplan. Dit beheerplan is daarmee het beleidskader waar gemeenten bij de uitvoering van hun afvaltaken rekening mee moeten houden.

Om te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de transitie naar een circulaire economie wordt het Landelijk Afvalbeheerplan regelmatig geactualiseerd. Een circulaire economie vraagt echter niet alleen om goed afvalbeheer aan het eind van de keten, maar ook om aandacht voor welke grondstoffen worden gebruikt en de manier waarop. Het huidige Afvalbeheerplan dat loopt tot en met eind 2025 wordt dan opgevolgd door een Circulair Materialenplan met meer sturing op hergebruik en preventie.

 Afvalhiërarchie

De Europese Kaderrichtlijn geeft aan dat bij het opstellen van wetgeving en beleidsinitiatieven voor preventie en beheer van afvalstoffen de afvalhiërarchie moet worden gehanteerd zoals aangegeven in artikel 4 van de Kaderrichtlijn. In het Landelijk Afvalbeheerplan is deze hiërarchie verder uitgewerkt in een voorkeurs-volgorde waarin preventie de hoogste voorkeur heeft en verbranden, storten of lozen de laagste.

1. Preventie

2. Hergebruik

3. Recycling

4. Nuttige toepassing

5. Verbranden, storten of lozen

Verplichting gescheiden inzameling

Gemeenten zijn op basis van het Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen wettelijk verplicht om bioafval (GFT-afval), papier, metaal, kunststof, glas, textiel, elektronische appa-ratuur en gevaarlijk afval gescheiden in te zamelen.

In het besluit is een aantal criteria opgenomen om af te kunnen wijken van gescheiden inzameling. Voor GFT-afval kan alleen worden afgezien van gescheiden inzameling als dat technisch niet haalbaar of buitensporig duur is. Voor metaal, kunststof en glas kan van de verplichting tot scheiding worden afgeweken als een andere manier van inzamelen niet van invloed is op het potentieel voor hergebruik of recycling. Papier en textiel moeten altijd gescheiden worden ingezameld.

Producentenverantwoordelijkheid

Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is wettelijk vastgelegd in een ministeriële regeling en geldt voor producenten of importeurs die als eerste een product op de Nederlandse markt brengen. Producenten en importeurs zijn verantwoordelijk voor het opzetten van een logistiek systeem voor het afvalbeheer en ook om de financiering hiervan te organiseren. Bij dit principe is sprake van een ketenverantwoordelijkheid, omdat ook andere schakels in de keten (zoals gemeenten en detaillisten) hierbij verantwoordelijkheden hebben.

Er bestaat al producentenverantwoordelijkheid voor onder meer batterijen, elektrische apparaten, verpakkingen, matrassen, textiel, kleine plastic flesjes en blikjes. Het inzamelen van deze afval-stromen is meestal gedelegeerd aan gemeenten die hiervoor een vergoeding ontvangen vanuit het bedrijfsleven. Dit geldt niet voor de kleine plastic flesjes en blikjes. Hiervoor geldt een statiegeld-regeling.

Uitvoeringsprogramma Van Afval Naar Grondstof

Om gemeenten te helpen bij het volbrengen van hun taak in de keten om afval goed te scheiden, te voorkomen dat waardevolle grondstoffen worden verbrand en zo een bijdrage te leveren aan een circulaire economie hebben publieke partijen in 2014 het Uitvoeringsprogramma Van Afval Naar Grondstof (VANG) opgesteld. Het VANG-programma wordt uitgevoerd binnen de kaders die zijn opgenomen in het Publiek Kader Huishoudelijk afval 2025.

Het VANG-programma is geoperationaliseerd in meerjarige Uitvoeringsprogramma’s verdeeld over drie periodes: 2015-2017, 2018-2020 en 2021-2025. In het Uitvoeringsprogramma 2021-2025 is de focus verbreed van realisatie van afname van de hoeveelheid restafval (75% afvalscheiding in 2020 en maximaal 100 en 30 kilogram per inwoner per jaar in respectievelijk 2020 en 2025) naar ook het scheiden van schone, hoogwaardig te recyclen grondstoffen uit huishoudelijk afval.

Het Uitvoeringsprogramma VANG maakt inmiddels onderdeel uit van het Rijksbrede programma Circulaire Economie. Daarmee is VANG onderdeel geworden van de landelijke beleidsambitie voor een circulaire economie.

3. Organisatie afvalinzameling

De gemeente Halderberge heeft de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en de reiniging van de openbare ruimte ondergebracht bij NV Saver. Samen met de gemeenten Bergen op Zoom, Roosendaal, Woensdrecht, Rucphen, Zundert en Steenbergen (vanaf 2024) is Halderberge aandeelhouder van deze Overheids NV.

In de constructie van de NV is Halderberge zowel eigenaar van het bedrijf als opdrachtgever voor de verschillende activiteiten die Saver verricht. Voor de inzameling van het huishoudelijk afval en reiniging van de openbare ruimte heeft de gemeente afspraken met Saver vastgelegd in een Raamdienstverleningsovereenkomst die jaarlijks wordt vertaald naar een Dienstverleningsovereenkomst met prestaties, kwaliteit en prijzen.

Voor de verwerking van het huishoudelijk afval onderhoudt Saver in opdracht van de gemeente contracten. Saver is op haar beurt deelnemer in Midwaste, een samenwerkingsverband van regionale afval- en reinigingsbedrijven. Doel is door schaalgrootte te komen tot betere contracten en kennisdeling.

4. Huidige voorzieningen in Halderberge

87% van de huishoudens in Halderberge is woonachtig in laagbouw en heeft drie containers van elk 140 of 240 liter in gebruik voor het aanbieden van restafval, GFT+E en papier. Restafval en GFT+E zamelt Saver 26 keer per jaar in, papier 13 keer per jaar.

De inzameling van PBD vindt plaats met speciale zakken. 26 keer per jaar haalt Saver deze zakken op. Op vijf plekken in de gemeente staan kunststofzakautomaten waar elk huishouden één keer per maand door de Saverpas voor de automaat te houden gratis een rol PBD-zakken kan halen.

Bewoners van appartementencomplexen kunnen hun restafval en papier kwijt in (ondergrondse) verzamelcontainers. Eventueel hebben ze een eigen container voor papier. PBD bieden zij ook aan in de speciale zak. GFT+E kunnen deze huishoudens niet gescheiden aanbieden.

Milieuparkjes

Naast voorzieningen aan huis zijn er in de gemeente op meerdere locaties milieuparkjes. Dit zijn één of meer, al dan niet ondergrondse containers, waar inwoners hun PBD, glas, textiel en kleine elektrische apparaten kwijt kunnen.

De gemeente heeft in het collegewerkprogramma 2022-2026 opgenomen om de bestaande milieuparkjes allemaal ondergronds te brengen. Doel is om het bij de container plaatsen van afval tegen te gaan en tegelijk de openbare ruimte opnieuw in te richten.

Voor het plaatsen van ondergrondse containers heeft het college in september 2023 richtlijnen vastgesteld. In najaar 2023 is Saver gestart met het uitvoeren van vooronderzoek op vijf verschillende locaties en zijn de containers besteld. In totaal gaan zo’n twintig milieu-parkjes ondergronds. Verwachting is dat eind 2024 de meeste milieu-parkjes ondergronds zijn gemaakt.

Voor dat de ondergrondse milieuparkjes in gebruik worden genomen zal hierover nog worden gecommuniceerd naar de inwoners van de gemeente Halderberge.

Daarna zal gekeken worden of het ondergronds brengen van de milieuparkjes een vermindering brengt van de bijplaatsingen. Mocht dit geen effect hebben dan zal een campagne over bijplaatsingen worden opgestart.

Grof afval en herbruikbare goederen

Saver haalt op afspraak tegen betaling grof afval en snoeiafval aan huis op. Stichting de Kringloper haalt gratis herbruikbare goederen bij inwoners aan huis op. Deze worden in de kringloopwarenhuizen verkocht.

Grof huishoudelijke afvalstromen kunnen inwoners ook zelf inleveren bij het grondstoffencentrum aan de Wortelsteeke in Oud Gastel. Deze voorziening is ook bedoeld voor inwoners van Rucphen en Roosendaal. Op vertoon van de Saverpas kunnen de meeste afvalstromen gratis worden aangeboden. Voor grof restafval en dakleer geldt een tarief per kilo. Het grondstoffencentrum is van dinsdag tot en met zaterdag geopend.

Ook de Kringloper heeft een depot op het grondstoffencentrum. Hier kan elke inwoner herbruikbare goederen en kleding/schoenen inleveren.

Tevredenheid inwoners

Uit de raadpleging van de inwoners komt naar voren dat een ruime meerderheid tevreden is over de verschillende inzamelvoorzieningen.

Vrijwel iedereen is tevreden over de inzameling van restafval, GFT+E en papier (tussen de 84 en 91%). De inzameling van PBD en elektrische apparaten en de inzameling via de milieuparkjes en het grond-stoffencentrum, scoort iets minder goed maar nog steeds hoog (tussen de 70 en 81% is tevreden).

Zie bijlage 2 voor een overzicht van alle inzamelvoorzieningen in de gemeente Halderberge.

5. Analyse huidige afvalbeleid

Het vorige afvalbeleidsplan van de gemeente Halderberge had betrekking op de periode 2019 tot en met 2022. In dit plan is opgenomen om de landelijke doelstelling van maximaal 100 kilogram restafval per inwoner per jaar en 75% afvalscheiding te halen in 2022. De doelstelling van 100 kilogram is het totaal van:

 fijn restafval ingezameld via containers;

 grof restafval ingezameld via het grondstoffencentrum en op afroep.

Om de doelstelling te halen zijn in het plan de volgende maatregelen voorgesteld en ook daadwerkelijk uitgevoerd of nog in uitvoering.

1. Invoering progressief variabel tarief afvalstoffenheffing. Hoe vaker iemand de restcontainer laat legen hoe hoger het tarief per lediging.

2. Optimalisatie route-inzameling door Saver.

3. Milieuparkjes gefaseerd ondergronds brengen (nog in uitvoering).

4. Op verzoek uitzetten van kroonringen voor bevestigen PBD-zakken.

In 2022 is het resultaat 161 kilogram restafval per inwoner en 73% afvalscheiding. De landelijke doelstelling is nog niet gehaald.

5.1 Terugkijken in de tijd

De landelijke doelstelling mag dan nog niet zijn gehaald. Dat wil echter niet zeggen dat de gemeente Halderberge de afgelopen jaren geen stappen heeft gezet naar meer afvalscheiding en minder restafval. In 2012 zamelde Halderberge gemiddeld per inwoner nog 254 kilogram restafval in. Deze hoeveelheid is in 2022 teruggebracht tot 161 kilogram. Het scheidingspercentage is verbeterd van 64% naar 73%.

Reductie hoeveelheid restafval

In 2014 heeft de gemeente tariefdifferentiatie ingevoerd. Elk huishouden betaalt vanaf dat moment naast een vast tarief afvalstoffenheffing een tarief voor elke keer dat ze de restafvalcontainer laten legen. Net als vóór 2014 betaalt een eenpersoons huishouden een lager vast tarief dan een meerpersoons huishouden. Dit tarief ligt wel lager dan vóór 2014. Huishoudens hebben een 140 of een 240 liter restafvalcontainer in gebruik. Voor het legen van een 140 liter container geldt een in verhouding (zelfde literprijs) lager tarief als voor een 240 liter container. Voor bewoners van appartementencomplexen die hun restafval aanbieden in een ondergrondse container rekent de gemeente een tarief per inworp. In dat eerste jaar met tariefdifferentiatie daalt de hoeveelheid restafval naar 182 kilogram per inwoner. Het is vooral een daling van het fijn restafval waarvoor huishoudens apart moeten betalen. Zie figuur 1.

In 2016 is het onderscheid in vast tarief tussen een- en meerpersoons huishoudens losgelaten. Elk huishouden betaalt vanaf dat moment een zelfde vast tarief plus het variabele ledigingstarief. Vanaf 2017 zijn de vaste en variabele tarieven jaarlijks forser verhoogd dan daarvoor.

Om huishoudens nog verder te stimuleren om afval te scheiden is in 2020 een progressief variabel tarief ingevoerd. Hoe vaker iemand de restafvalcontainer laat legen hoe hoger het tarief per lediging. Met deze maatregel is het gelukt om de hoeveelheid restafval verder te reduceren tot een hoeveelheid van 161 kilogram per inwoner in 2022.

Verhouding gescheiden inzameling en restafval

In figuur 1 zien we al dat de hoeveelheid restafval in 2022 fors verminderd is ten opzichte van 2012. De hoeveelheid afval die gescheiden wordt ingezameld ligt in 2022 iets lager dan in 2012 (zie figuur 3). De totale hoeveelheid huishoudelijk afval is met 598 kilogram per inwoner in 2022 dan ook beduidend minder dan het aanbod in 2012 (705 kilogram per inwoner). Dit effect was al zichtbaar in het eerste jaar met tariefdifferentiatie (2014). In de tussenliggende jaren is de hoeveelheid gescheiden ingezameld afval elk jaar toegenomen (vooral het aanbod op de milieustraat/ grondstoffencentrum) met een piek in het eerste coronajaar 2020 toen mensen veel thuis waren en in huis klusten of opruimden. Na 2020 daalde de hoeveelheid per inwoner weer, terwijl de economie juist groeide. Het percentage afvalscheiding is in tien jaar tijd gestegen van 64% naar 73%.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 Ontwikkeling hoeveelheid restafval 2012 – 2022

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 Ontwikkeling aanbod huishoudelijk afval 2012 – 2022

Tabel 1 laat zien hoe het deel gescheiden inzameling is verdeeld over de verschillende afvalstromen. In de periode 2012 tot en met 2022 is het inzamelresultaat voor GFT+E, uitgezonderd de uitschieter in het coronajaar 2020, redelijk stabiel. De ingezamelde hoeveelheid papier is fors gedaald (landelijke trend), terwijl die voor PBD en glas fors zijn gestegen. Textiel en KCA zijn redelijk ongewijzigd in de loop van tien jaar. Het aanbod gescheiden grof afvalstromen is in 2016 gestegen en vervolgens in 2022 weer gedaald. 40% van het aanbod in 2022 betreft puin.

afbeelding binnen de regeling

Tabel 1 Verdeling gescheiden inzameling

Kwaliteit gescheiden ingezameld PBD

De kwaliteit van met name het gescheiden ingezamelde PBD staat sterk onder druk. Uit analyses in 2022 blijkt dat het PBD dat Saver in Halderberge inzamelt gemiddeld voor 20% vervuild is met materiaal dat er niet in thuishoort. Om een beeld te krijgen van de gehele gemeente is gekeken naar PBD ingezameld met zakken en aangeboden via de containers op de milieuparkjes. Gemiddeld in Nederland ligt het vervuilingspercentage op 30%.

Het Afvalfonds Verpakkingen is als vertegenwoordiger van het verpakkende bedrijfsleven verantwoordelijk voor de verwerking en recycling van het PBD dat gemeenten inzamelen. De VNG heeft namens de gemeenten met het Afvalfonds afgesproken dat het PBD maximaal 15% gewichtsvervuiling mag bevatten. Te veel vervuiling zorgt voor problemen bij de verwerking (machines die vastlopen of defect raken) en maken het PBD minder geschikt voor recycling. PBD uit Halderberge wordt bij de overslaglocatie van Saver incidenteel afgekeurd vanwege te veel vervuiling. Deze keuring vindt plaats op basis van visuele schouwing en is minder nauwkeurig dan de specifieke sorteeranalyses waarmee 20% vervuiling is vastgesteld.

Samenstelling fijn restafval

In 2022 is ook onderzoek gedaan naar de samenstelling van het fijn restafval aangeboden in de containers. Er is fijn restafval onderzocht uit Oudenbosch Noord, Hoeven, Oud Gastel en uit de ondergrondse containers. Het totaal resultaat geeft een beeld van de samenstelling van het fijn restafval voor de gehele gemeente Halderberge.

37% is afval dat inwoners niet gescheiden kunnen aanbieden. Dit betreft luiers en de categorie ‘overig afval’ (zie figuur 4). Alle andere af-valsoorten kunnen inwoners van Halderberge gescheiden aanbieden. Onder de categorie ‘overig herbruikbaar’ vallen elektrische apparaten, klein chemisch afval, kunststoffen en metalen die niet bij het PBD horen, hout en puin. Gemiddeld is 32% van restafvalcontainer in Halderberge gevuld met groente- en fruitafval (lees: weggegooide etensresten).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4 Samenstelling fijn restafval

Bijplaatsingen en afvaldumpingen

Bijplaatsingen en afvaldumpingen vinden vooral plaats op en rondom de milieuparkjes. Bijgeplaatst afval is een bron voor het ontstaan van zwerfafval. De hotspots in Halderberge zijn de ondergrondse restafvalcontainer aan de Brouwerijstraat in Oudenbosch, de bovengrondse glascontainer aan de Ankerstraat in Oudenbosch en de milieuparkjes aan de Vlettevaart en de Professor Mulderslaan in Oudenbosch en de milieuparkjes aan de Parkstraat en de Kruidenlaan in Oud Gastel.

Om dit probleem te tackelen is de gemeente al bezig met het opnieuw inrichten van deze milieuparkjes. Met het ondergronds gaan van alle containers verwacht Halderberge dat het aantal bijplaatsingen en daarmee zwerfafval afneemt.

Zwerfafval

Halderberge zet zich op diverse vlakken in om de gemeente schoon te houden. Dit doet men door voldoende afvalbakken te plaatsen, deze op tijd te legen en regelmatig de openbare ruimte schoon te maken. De gemeente richt zich ook op educatie, voorlichting en ondersteuning bij (burger-)participatie op het gebied van zwerfafval. Zo ondersteunt de gemeente de zogenaamde ‘ZAPpers’, een afkorting voor Zwerf-Afval-Pakker. ZAPpers zijn inwoners van de gemeente die vrijwillig zwerfafval opruimen. De gemeente verstrekt schoonmaakspullen en maakt afspraken met de ZAPpers waar ze het ingezamelde zwerfafval kwijt kunnen. In Halderberge zijn zo’n 180 vrijwilligers actief als ZAPper.

Ieder jaar organiseert Halderberge samen met andere gemeenten in Nederland de Landelijke Opschoondag. Op deze dag gaan jong en oud, scholen, verenigingen en sportclubs aan de slag om hun eigen buurt op te schonen. De gemeente ondersteunt hierbij met opschoonmaterialen en het ophalen van de afvalzakken met het opgeruimde zwerfafval.

Op het gebied van zwerfafval en educatie op scholen werkt de gemeente samen met de Bries.

Educatie en gescheiden afvalinzameling op scholen

De gemeente Halderberge vindt het belangrijk dat kinderen zich op jonge leeftijd bewust worden van (zwerf-)afval en het belang van een schone leefomgeving. Alle basisscholen in de gemeente Halderberge komen in aanmerking voor het gratis educatieprogramma ‘Afval en je omgeving’.

Tijdens de interactieve gastlessen komen onderwerpen zoals zwerfafval, afval scheiden, plastic soep en duurzaamheid uitgebreid aan bod. Aansluitend gaan leerlingen naar buiten om zwerfafval op te ruimen. Met opschoonmaterialen van de gemeente (een afval-grijper, handschoenen, veiligheidshesjes etc.) ruimen de kinderen het gebied rondom school op.

Het afval dat op scholen vrijkomt is in juridische zin bedrijfsafval. Het inzamelen van bedrijfsafval is geen gemeentelijke taak. Vanuit haar commerciële tak biedt Saver scholen met het concept ‘Schoon belonen’ de mogelijkheid om GFT+E, PBD en papier gescheiden in te zamelen. De Borgesiusstichting wil de gescheiden afvalinzameling introduceren bij al haar 7 aangesloten basisscholen. Basisschool Ta-Lente is hier als eerste al mee gestart.

De gemeente heeft geen eigen communicatiecampagne over afval scheiden. De communicatie over afvalscheiding vindt vooral plaats in Saver-verband. Zo is in 2023 Vanuit Saver een GFT+E campagne gelanceerd. Deze campagne wordt in 2024 herhaald.

In 2024 wil de gemeente Halderberge een campagne starten over de bijplaatsingen, afvaldumpingen en zwerfafval. Aan de hand van de inwonersconsultatie en de effecten van het ondergronds brengen van de milieuparkjes zal de campagne worden opgezet.

5.2 Vergelijking met andere gemeenten

Om een beeld te krijgen waar Halderberge staat qua milieuprestatie vergelijken we de inzamelresultaten op twee manieren met vergelijkbare gemeenten:

1. Vergelijking met gemiddelde weinig stedelijke gemeenten.

2. Vergelijking met regiogemeenten met vergelijkbaar inzamelsysteem en tariefdifferentiatie.

Vergelijking met gemiddelde weinig stedelijke gemeenten

Halderberge behoort tot de klasse van weinig stedelijke gemeenten. Uit de vergelijking met het gemiddelde van deze klasse in de periode 2012 tot en met 2022 blijkt dat Halderberge structureel zowel meer restafval als ook meer gescheiden afval heeft en derhalve ook een hoger aanbod huishoudelijk afval. Het fors hogere aanbod gescheiden inzameling in Halderberge heeft vooral te maken met het hoge aanbod puin, hout en tuinafval. Zo lag het aanbod puin in 2022 maar liefst 43 kilogram per inwoner hoger dan gemiddeld in weinig stedelijke gemeenten. Als gevolg van dit hoge aanbod is het scheidingspercentage in Halderberge wel op een vergelijkbaar niveau als het gemiddelde van vergelijkbare weinig stedelijke gemeenten.

Gemeente Halderberge 2012 2014 2016 2018 2020 2022

A. Restafval 254 182 193 190 160 161

B. Gescheiden inzameling 451 442 499 499 551 437

C. Afvalaanbod (A+B) 705 624 692 688 711 598

% afvalscheiding (B/C) 64% 71% 72% 73% 77% 73%

Tabel 2 Resultaten Halderberge in kg per inwoner

Weinig stedelijk gemiddeld 2012 2014 2016 2018 2020 2022

A. Restafval 201 186 173 153 148 128

B. Gescheiden inzameling 330 330 356 379 421 364

C. Afvalaanbod (A+B) 531 516 529 532 569 492

% afvalscheiding (B/C) 62% 64% 67% 71% 74% 74%

Tabel 3 Resultaten gemiddelde weinig stedelijke gemeenten in kg per inwoner

Vergelijking met regiogemeenten

In de regio West-Brabant kennen we negen gemeenten die allen fijn restafval inzamelen met een minicontainer en diftar hebben waarbij inwoners een tarief per lediging van de restafvalcontainer betalen.

Uit de vergelijking van deze gemeenten over het jaar 2022 blijkt dat met een inzamelfrequentie van eens in de vier weken in combinatie met een ledigingstarief van minimaal € 10 voor een 240 liter container gemiddeld per inwoner tussen de 69 en 85 kilogram fijn restafval wordt aangeboden. De gemeente Roosendaal met een ledigingstarief van € 6,60 scoort 113 kilogram.

Bij de gemeenten met een inzamelfrequentie van eens in de twee weken ligt de aangeboden hoeveelheid fijn restafval gemiddeld per inwoner tussen de 126 en 166 kilogram. Dit is beduidend meer fijn restafval dan in de gemeenten met een inzamelfrequentie van eens in de vier weken. Dit geldt ook voor Halderberge en Rucphen die een ledigingstarief hebben van minimaal € 10.

Gemeenten die een lage inzamelfrequentie voor fijn restafval (eens in de vier weken) combineren met een ledigingstarief van minimaal € 10 voor een 240 liter container hebben minder fijn restafval dan gemeen-ten met alleen een lage inzamelfrequentie en een laag ledigingstarief of gemeenten met een hoge inzamelfrequentie (eens in de twee weken) en een hoog ledigingstarief.

afbeelding binnen de regeling

Tabel 4 Vergelijking gemeenten op tarief, inzamelfrequentie en hoeveelheid

6. Huidige kosten afvalbeleid

De kosten voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval dekt de gemeente uit de inkomsten van de afvalstoffenheffing. De geïnde gelden moeten worden aangewend voor dit doel. Uitgangspunt in Halderberge is een 100% kostendekkende afvalstoffenheffing. De geraamde opbrengst is gelijk aan de geraamde kosten.

Bij het berekenen van het tarief voor de afvalstoffenheffing neemt de gemeente de volgende kosten mee:

1. Directe kosten inzameling en verwerking huishoudelijk afval.

2. Verleende kwijtscheldingen voor 50% (2022) en 55% (2024).

3. Kosten voor het vegen van de straten voor 40%.

4. Toerekening kosten overhead, 1,93% (2022) en 1,66% (2024).

Voor 2022 heeft de gemeente de opbrengst van de afvalstoffenheffing geraamd op € 4.107.000. In de gewijzigde begroting is dit bedrag bijgesteld naar € 3.907.000. Volgens de jaarrekening 2022 had de gemeente in 2022 aan opbrengst € 3.855.000. Deze lagere opbrengst komt voornamelijk door een lager aantal ledigingen en inworpen dan geraamd. De lagere opbrengst wordt verrekend met de Voorziening overschotten afvalstoffenheffing. Per saldo is dit budgettair neutraal.

Voor 2023 heeft de gemeente de opbrengst van de afvalstoffenheffing geraamd op € 4.152.000 en voor 2024 op € 4.398.000.

Tarieven afvalstoffenheffing

Sinds 2014 heeft de gemeente Halderberge het systeem van tariefdifferentiatie ingevoerd. Huishoudens betalen naast een vastrechtbedrag een tarief per lediging van de restafvalcontainer of per inworp bij gebruik van een ondergrondse verzamelcontainer voor restafval. Door afval goed te scheiden en de restafvalcontainer minder vaak te laten legen kunnen inwoners zelf invloed uitoefenen op de hoogte van de afvalstoffenheffing.

Om huishoudens nog verder te stimuleren om afval te scheiden is in 2020 een progressief variabel tarief ingevoerd. Hoe vaker iemand de restafvalcontainer laat legen hoe hoger het tarief per lediging. Vanaf de 14e lediging geldt een hoger variabel tarief en vervolgens een nog hoger tarief vanaf lediging 21. Voor inworpen in een ondergrondse restafvalcontainer geldt een hoger tarief vanaf de 46e inworp. Van inworp 101 is dit een nog hoger tarief. In tabel 5 staan de verschillende tarieven in 2022, 2023 en 2024 naar gebruik type container en aantal ledigingen/ inworpen.

afbeelding binnen de regeling

Tabel 5 Tarieven afvalstoffenheffing in 2022, 2023 en 2024

In tabel 6 is te zien wat een huishouden met een gemiddeld aanbied-gedrag over het jaar 2022 aan afvalstoffenheffing betaalde.

afbeelding binnen de regeling

Tabel 6 Gemiddelde afvalstoffenheffing naar gebruik type container 2022

7. Toekomstige koers

De ambitie van de gemeente Halderberge bepaalt de koers voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval in de komende jaren. De vraag is wat de gemeente wil bereiken en vervolgens hoe zij dit gaat realiseren.

Analyse van de huidige situatie laat zien dat de doelstelling uit het vorige beleidsplan nog niet is gehaald. In 2022 is het resultaat 161 kilogram restafval per inwoner en 73% afvalscheiding. Daarnaast zijn bijplaatsingen en dumpingen van afval op en rondom de milieuparkjes nog steeds een probleem in Halderberge. Met het nieuwe beleidsplan wil de gemeente Halderberge de kwaliteit van de ingezamelde huishoudelijke afvalstromen verhogen en daarmee recycling verbeteren. Hiermee willen we vijf doelstellingen onderscheiden:

1. Meer gescheiden afvalinzameling resulterend in een reductie van de hoeveelheid restafval.

2. Een schonere leefomgeving door het aantal hotspots met bij-plaatsingen en afvaldumpingen terug te brengen van 6 naar 0.

3. Meer aandacht voor afvalpreventie en verlenging van de levensduur van producten.

4. Creëren van bewustwording en gebruik inzamelvoorzieningen.

5. Stimuleren gescheiden afvalinzameling- en educatie op scholen.

7.1 Meer gescheiden inzameling en minder restafval

Er is niet één bewezen route om te komen tot meer gescheiden inzameling en vermindering van het aanbod restafval tot onder de 100 kilogram per inwoner per jaar. Gemeenten die op dit vlak succesvol zijn hebben het volgende met elkaar gemeen:

1. Hoog serviceniveau voor te scheiden afval.

2. Verlaagd serviceniveau voor restafval (minder capaciteit).

3. Restafval apart financieel belasten.

Het zijn nadrukkelijk geen gemeenten die zijn gestopt met het gescheiden inzamelen van PBD en deze fractie via gemechaniseerde nascheiding van het restafval eruit halen. Zie bijlage 1 voor een nadere toelichting op nascheiding.

1.Verhogen serviceniveau voor te scheiden afval

In Halderberge is de service voor te scheiden afvalstromen zoals GFT+E, papier, PBD, glas en textiel op het niveau van wat we zien bij gemeenten die minder dan 100 kilogram restafval per inwoner per jaar realiseren. Dit geldt ook voor het gescheiden inzamelen van grof huishoudelijke afvalstromen. Op het Grondstoffencentrum kunnen inwoners vijf dagen per week terecht voor het gescheiden aanbieden van alle denkbare grof afvalstromen en De Kringloper haalt herbruikbare spullen aan huis op.

Toch zijn er nog keuzes te maken, met name voor GFT+E, de introductie van gescheiden inzameling van luiers en incontinentiemateriaal en eventueel een andere wijze van inzameling van PBD.

a. GFT+E

32% van de inhoud van de restafvalcontainer bestaat uit weggegooide etensresten die hier niet in thuishoren. Met een herhaling van de GFT+E campagne zoals de gemeente samen met Saver in 2023 heeft gevoerd worden inwoners bewust gemaakt dat door GFT+E beter te scheiden de restafvalcontainer minder vaak aan de straat hoeft te worden gezet. De gemeente neemt de bewoners van appartementencomplexen mee in deze campagne en plaatst voorzieningen waar ze hun GFT+E kwijt kunnen. Het is ook een wettelijke verplichting om voor deze groep voorzieningen te treffen om GFT+E gescheiden te kunnen aanbieden.

De voorziening bestaat per complex uit een semi ondergrondse container. Om etensresten, klein groenafval van het balkon of oude bloemen en kamerplanten apart te kunnen houden ontvangen bewoners een gratis verzamelbakje. Plaatsing vindt plaats in overleg met Saver.

b. Luiers en incontinentiemateriaal

De gemeente heeft zowel via verzoeken van inwoners als uit de inwonersconsultatie begrepen dat er een wens is voor een aparte inzameling van luiers en incontinentiemateriaal. Veel jonge gezinnen brengen de luiers naar inzamellocaties in Etten-Leur of Roosendaal. De gemeente wil daarom inwoners met jonge kinderen en oudere mensen de mogelijkheid bieden om de luiers en incontinentiemateriaal apart in te laten leveren. Hierdoor hoeft de rest-afvalcontainer minder aan straat te worden gezet.

14% van de inhoud van de restafvalcontainer bestaat uit luiers en incontinentiemateriaal. Gescheiden inzameling van deze afvalstroom draagt bij aan reductie van de hoeveelheid restafval. In overleg met Saver bekijkt de gemeente op welke plekken welk type container wordt geplaatst. In elke kern is minimaal één locatie noodzakelijk.

c. PBD

Een container aan huis maakt het bewaren en aanbieden van PBD gemakkelijker. Het PBD zit droog in een container en het geeft minder rommel op straat dan inzameling met een zak. De vraag is of iedereen een vierde container aan huis kwijt kan. Een alternatief is om de keuze voor wel of geen PBD-container aan elk individueel huishouden te laten. In de hoogbouw waar mensen geen eigen inzamelmiddel kwijt kunnen blijft de inzameling met de zak van kracht.

Uit onderzoek weten we dat het PBD ingezameld met een container aan huis gemiddeld genomen meer vervuild is dan PBD ingezameld met een zak aan huis. Gebruik van een container aan huis betekent overigens niet per definitie meer vervuiling dan bij inzameling met een zak. De mate waarin de gemeente communiceert en controles uitvoert bij de inzameling zijn hierin mede bepalend.

Overstappen van de zak naar een container brengt extra kosten met zich mee en heeft niet direct de voorkeur.

2.Verlagen serviceniveau voor restafval

In Halderberge is nog sturing mogelijk op de capaciteit voor het kunnen aanbieden van fijn restafval (via minicontainer) en grof restafval (via het Grondstoffencentrum).

Fijn restafval

Maatregelen om de hoeveelheid fijn restafval te reduceren die elk afzonderlijk of in combinatie kunnen worden ingezet zijn het verlagen van de inzamelfrequentie van de restafvalcontainer, het standaard aanbieden van een kleine maat container en het laten wegbrengen van restafval naar een wijkcontainer.

a. Verlagen inzamelfrequentie

Steeds meer gemeenten kiezen voor het verlagen van de inzamel-frequentie van de restafvalcontainer van 26 naar 13 keer per jaar. Het is een relatief eenvoudig te realiseren maatregel die aansluit bij het bestaande aanbiedgedrag van inwoners in gemeenten die al tariefdifferentiatie hebben zoals in Halderberge. Met deze maatregel in combinatie met een ledigingstarief van minimaal € 10 daalt het aantal aanbiedingen naar 8 tot 10 per jaar. Voorbeelden hiervan zijn er ook in de regio (zie paragraaf 5.2).

b. Standaard kleine maat container

Een mogelijke maatregel die zelfstandig of in combinatie met verlaging van de inzamelfrequentie kan worden genomen is kiezen voor het gebruik van één kleine (140 liter) standaardmaat restafvalcontainer. Voor huishoudens die nu een 240 liter maat in gebruik hebben (in Halderberge is dat 80%) is dit, zeker in combinatie met een verlaging van de inzamelfrequentie, naar verwachting een te grote stap. Gelet op voornoemde en het gegeven dat 80% van het containerbestand moet worden vervangen (niet duurzaam en kostenverhogend), is dit geen maatregel die past binnen de nieuwe koers van de gemeente.

c. Wegbrengen naar verzamelcontainer in de wijk

Een scenario waarbij alle inwoners hun restafval moeten wegbrengen naar een verzamelcontainer in de wijk betekent een wezenlijke wijziging van de inzamelsystematiek. Deze mogelijke maatregel vergt een forse financiële investering, bewonersparticipatie in de keuze van de locaties, het creëren van draagvlak die altijd aan de orde is bij een systeemwijziging en een lange voorbereidings- en implementatietijd. Het is derhalve geen maatregel die op dit moment past binnen de nieuwe afvalkoers.

Grof restafval

Serviceverlaging voor grof restafval kan op de volgende (mix van) manieren worden ingevuld: verhogen poorttarief voor grof restafval en/ of maximeren aantal bezoeken. Maatregelen die van toepassing zijn op het Grondstoffencentrum kunnen alleen in overleg met Saver en de gemeenten Rucphen en Roosendaal worden genomen.

3.Financiële belasting restafval

De meeste gemeenten die onder de 100 kilogram restafval per inwoner per jaar scoren hanteren een systeem van tariefdifferentiatie. Het variabele tarief in Halderberge tot en met 13 ledigingen (€ 13,02 voor een 240 liter container in 2024) is gemiddeld in vergelijking met het tarief dat de meeste goed scorende diftargemeenten hanteren. Het ledigingstarief dat Halderberge heeft vanaf respectievelijk 14 en 21 ledigingen zit aan de bovenkant van wat gangbaar is in Nederland.

Bij een keuze voor verlagen van de inzamelfrequentie naar 13 keer per jaar is een verhoging van het variabel tarief wenselijk. Indien Halderberge de inzamelfrequentie niet wijzigt (blijft 26 keer per jaar) maar inwoners toch financieel wil prikkelen om afval zo goed mogelijk te scheiden en zo weinig mogelijk fijn restafval aan te bieden, dan is het wenselijk om het variabele tarief dat geldt vanaf de 14e lediging en vervolgens vanaf lediging 21 verder te verhogen.

7.2 Een schonere leefomgeving

Uit de inwonersconsulatie blijkt dat veel inwoners overlast ervaren van bijplaatsingen bij de milieuparkjes en het zwerfafval in de gemeente.

De gemeente gaat het aantal milieuparkjes en andere locaties die structureel te maken hebben met overlast van bijgeplaatst en gedumpt afval verminderen. Doelstelling is om dit aantal van 6 nu te reduceren tot 0. Om dit ook meetbaar te maken moet het aantal bij-plaatsingen en afvaldumpingen worden gemonitord, iets wat nu nog niet systematisch gebeurt.

Hoe gaat de gemeente deze reductie bereiken?

Om bijplaatsingen en dumpingen van grof afval terug te dringen is een mix van instrumenten nodig met ruimte voor maatwerk per container-locatie. De problematiek per buurt en zelfs per hotspot kan sterk verschillen. Dit vergt een structurele aanpak voor de komende jaren.

Basis op orde Het begint ermee dat de basis op orde is, dat wil zorgen voor goed functionerende containers en een nette en schone omgeving van de locaties. Dit traject is met het ondergronds gaan van de milieuparkjes in gang gezet. Eind 2024 verwacht de gemeente de meeste milieuparkjes ondergronds te hebben.

Communicatie en handhaving Is de basis op orde dan kunnen communicatie en handhaving worden ingezet als instrumenten om het gewenste gedrag te bewerkstellingen. Hierbij functioneert handhaving niet alleen als sluitstuk. Van extra surveillance en betrokkenheid van handhaving bij gerichte (communicatie)acties gaat ook een preventieve werking uit.

Betrekken bewoners en organisaties De gemeente betrekt ook bewoners, wijkorga-nisaties, ondernemers, scholen en anderen bij het in kaart brengen van oorzaken van en het bedenken van oplossingen voor bijplaatsingen en afvaldumpingen. Dit kan op meerdere manieren en in meerdere vormen.

Monitoren In samenwerking met Saver gaat de gemeente de hotspot-locaties periodiek monitoren en evalueren. Hiertoe stelt de gemeente/ Saver een plan van aanpak op waarin concreet wordt beschreven hoe de monitoring in te vullen (wat meten en hoe?), wie heeft hierin welke taken en verantwoordelijkheden en wat zijn de kosten. De monitoring kan tussentijds leiden tot nieuwe inzichten en aanpassing van de lijst met hotspots.

Aanpak zwerfafval

Halderberge continueert het ingezette beleid ten aanzien van zwerfafval. Dat wil zeggen niet alleen voldoende afvalbakken plaatsen, deze op tijd legen en regelmatig de openbare ruimte schoonmaken, maar ook het vizier blijvend richten op educatie, voorlichting en het ondersteunen van de vrijwilligers die zwerfafval opruimen.

7.3 Afvalpreventie

Afvalpreventie en het verlengen van de levensduur van producten heeft de voorkeur boven hergebruik en recycling en verdient daarom ook vanuit de gemeente meer aandacht dan tot nu toe. We onderscheiden drie aandachtsgebieden:

1. Stimuleren gebruik kringloopwinkels en ophaalservice spullen.

2. Stimuleren delen en lenen plus reparatie.

3. Tegengaan voedselverspilling.

1.Stimuleren gebruik kringloopwinkels en ophaalservice

Als gemeente die duurzaamheid nastreeft stimuleert Halderberge initiatieven zoals kringloopwinkels die zich richten op hergebruik van goederen. Dit heeft de voorkeur boven recycling. Intensievere communicatie vanuit de gemeente over het bestaan van de kringloopwinkels en de mogelijkheden om goederen in te leveren of te laten ophalen vergroot de bekendheid en stimuleert het gebruik. Dit geldt ook voor het kopen van tweedehands spullen.

Het extra onder de aandacht brengen van deze winkels met ophaal-service heeft naar verwachting een beperkt effect op het afvalaanbod en is niet meetbaar. Als onderdeel van een bewustwordingscampagne over ons afvalprobleem en het groeien naar een circulaire economie zijn deze initiatieven echter van wezenlijk belang.

2.Stimuleren delen en lenen spullen plus reparatie

Delen is duurzaam. Er hoeven namelijk minder spullen gemaakt te worden en er wordt minder weggegooid. Online platforms maken het makkelijker om elkaar te vinden voor delen, lenen, ruilen of huren. De gemeente staat dicht bij haar inwoners en is bij uitstek in de gelegenheid om via verschillende communicatiekanalen het concept en de praktische invulling van delen en lenen van spullen onder de aandacht te brengen.

3.Tegengaan voedselverspilling

Er is sprake van voedselverspilling als voedsel niet meer wordt gebruikt voor menselijke consumptie terwijl het daar wel voor bedoeld is. Voedselverspilling vindt plaats in de gehele keten: bij de oogst, tijdens de opslag en het transport, in supermarkten en horeca en bij de consument. In Nederland gooien we jaarlijks voor enkele miljarden euro’s aan voedsel weg. De gemiddelde consument gooit jaarlijks 34 kilogram voedsel weg. Dat voedsel komt voor het grootste deel terecht in de restafvalcontainer, zo blijkt ook uit sorteeranalyses.

De gemeente kan een voorbeeldfunctie vervullen bij het tegengaan van voedselverspilling. De Stichting Samen Tegen Voedselverspilling heeft een stappenplan opgesteld waarin wordt toegelicht hoe gemeenten een rol kunnen spelen om voedselverspilling te voorkomen of te verminderen. Daarbij wordt verwezen naar voorbeelden van bestaande landelijke en lokale initiatieven. Met het stappenplan in de hand gaat de gemeente actief aan de slag in de strijd tegen voedselverspilling.

7.4 Bewustwording en gebruik voorzieningen

Het doen en laten van inwoners geeft de doorslag in de route om te komen tot minder restafval en meer gescheiden inzameling, hergebruik en recycling. De gemeente enthousiasmeert en motiveert inwoners om mee te gaan in het verhaal. Doel is dat inwoners zich nog meer bewust worden van het belang van preventie en een betere afvalscheiding. De gemeente vraagt hen het afval op de juiste manier te scheiden en op de juiste plek aan te bieden. Bij het vergroten van kennis en het bieden van service zijn inwoners bereid extra stappen te zetten. Met het geven van feedback op hun inspanningen wordt dit effect versterkt. Uiteindelijk maken de inwoners het verschil. Wanneer het optimaal scheiden van afval voor inwoners persoonlijk van belang is werkt dit stimulerend.

Communicatie

In de communicatie onderscheiden we drie trajecten:

Veranderingen in de afvalinzameling Communicatie over maatregelen die te maken hebben met concrete veranderingen in de afvalinzameling om te komen tot meer gescheiden inzameling, minder restafval en een schonere woonomgeving.

Elk huishouden heeft afval en staat iedere dag voor de afweging waar welk afval in moet. Een wijziging in de inzameling en de voorzieningen grijpt dus in op het dagelijks leven. Door inwoners op de juiste wijze deelgenoot te maken van de veranderingen ontstaat meer draagvlak voor de maatregelen. Bewustwording is nodig bij de inwoners om het gedrag te veranderen.

Aandacht voor preventie Het onder de aandacht brengen van initiatieven/ voorzieningen gericht op preventie (inleveren spullen voor tweede leven, delen en lenen van spullen, repareren van spullen in plaats van afdanken) en mogelijkheden om voedselverspilling tegen te gaan.

De gemeente kan gebruik maken van bestaande campagnes elders en deze in haar eigen format gieten.

Bijplaatsingen en afvaldumpingen In 2024 start Halderberge een campagne over bijplaatsingen bij milieuparkjes en zwerfafval in de gemeente.

Doelgroepen en content

Doelgroep van de communicatie vormen alle inwoners, met speciale aandacht voor laaggeletterden en anderstaligen. De content bestaat uit een combinatie van informeren en nudging (inwoners worden op een positieve manier gestimuleerd om zich op een bepaalde wijze te gedragen). Continue herhaling van de boodschappen is noodzakelijk.

Afvalcoach

Communicatiecampagnes bereiken niet altijd alle inwoners of zijn niet voor iedereen even toegankelijk. Er zijn groepen inwoners die persoonlijke aandacht behoeven. Ook is het nodig om inwoners die bewust of onbewust regels niet naleven hierop aan te spreken nog voordat handhaving hierop wordt ingezet.

Voor het uitvoeren van deze taken wordt een afvalcoach ingezet. De afvalcoach fungeert als een fysiek aanspreekpunt in de wijk om inwoners actief te informeren over het juist aanbieden van afval en voorlichting te geven over gebruik containers en afvalscheiding. De interactie met de inwoners heeft een positieve invalshoek. De afvalcoach moedigt inwoners aan om mee te denken, heeft echt contact met de inwoners en informeert/ inspireert hen. Inwoners die weerstand bieden zullen zich gehoord voelen, waardoor hun instelling verandert. Het is belangrijk dat inwoners het gevoel hebben dat ze persoonlijke aandacht krijgen en serieus worden genomen.

De afvalcoach stimuleert het juiste gedrag: namelijk dat inwoners hun afval goed scheiden en de aanbiedregels goed naleven. Hierbij zijn drie elementen van groot belang: capaciteit (o.a. kennis van de scheidings-regels), gelegenheid (o.a. de juiste bakken, ruimte en tijd) en motivatie. Wanneer inwoners niet het juiste gedrag laten zien, is het belangrijk om te achterhalen wat de reden hiervoor is: gebrek aan capaciteit, gelegenheid of motivatie. Op die manier kunnen inwoners op de juiste manier worden gestimuleerd om het afval beter gescheiden aan te bieden.

7.4 Educatie en gescheiden afvalinzameling op scholen

Waarom thuis wel afval scheiden, maar op school niet. Dat is lastig uit te leggen aan kinderen. Daarom is het van groot belang dat afval op basisscholen gescheiden kan worden. Aangezien het afval op scholen gezien wordt als bedrijfsafval biedt Saver vanuit haar commerciële tak scholen de mogelijkheid om GFT+E, PBD en papier gescheiden in te zamelen. In navolging van basisschool TaLente gaat de Borgesiusstichting ook bij de 6 andere aangesloten basisscholen in samenwerking met Saver de gescheiden afvalinzameling introduceren.

De gescheiden afvalinzameling neemt de gemeente op in het educatieprogramma ‘Afval en je omgeving’ en brengt dit actief onder de aandacht van de Borgesiusstichting en de aangesloten scholen. Het is belangrijk dat alle scholen die actief aan de slag gaan met gescheiden afvalinzameling dit ook via het educatieprogramma ‘Afval en je omgeving’ onder de aandacht brengen.

Saver en de gemeente trekken samen op om ook de 2 openbare basisscholen mee te krijgen in realisatie van de combinatie van gescheiden afvalinzameling en het gemeentelijk educatieprogramma. Saver benadert ook de twee scholen voor voortgezet onderwijs in Halderberge over het gescheiden inzamelen van GFT+E, PBD en papier.

8. Keuzes en planning

Het beleidsplan bestrijkt de periode 2024 tot en met 2028. Deze tijd is nodig om de wijzigingen in de inzamelvoorzieningen en alle overige voorziene maatregelen zorgvuldig en in overleg met inwoners en Sa-ver te kunnen realiseren. De gemeente zet in op alle in hoofdstuk 7 geformuleerde maatregelen om te komen tot meer gescheiden afvalinzameling, een schonere leefomgeving, afvalpreventie, bewustwording en gebruik voorzieningen en educatie en gescheiden afvalinzameling op scholen.

Hierbij de kanttekening dat om te komen tot meer gescheiden afvalinzameling het verlagen van de inzamelfrequentie van het fijn restafval als maatregel nog niet direct aan de orde is. De gemeente beziet eerst wat het effect is van meer en extra service voor de inzameling van GFT+E (campagne in 2024 en plaatsen voorzieningen bij appartementencomplexen), het plaatsen van inzamelmiddelen voor luiers en incontinentiemateriaal en verhogen van het variabel tarief vanaf lediging 14 en 21. Afhankelijk van de effecten van deze maatregelen maakt Halderberge op termijn wel of niet de keuze om de inzamelfrequentie van het fijn restafval te verlagen naar 13 keer per jaar. Dit zal niet eerder zijn dan in 2028.

De planning van de maatregelen is als volgt:

afbeelding binnen de regeling

9. Financiën

De beleidskeuzes brengen incidentele kosten met zich mee en hebben impact op de jaarlijkse kosten. Tegenover de extra kosten staan besparingen op de verwerkingskosten als gevolg van meer afvalscheiding. In dit hoofdstuk zoomen we in op de financiële wijzigingen als gevolg van de beleidskeuzes, tenzij anders vermeld. Het zijn dus niet alle kosten en baten die worden gedekt uit de afvalstoffenheffing.

Incidentele kosten

De incidentele kosten hebben betrekking op locatie-onderzoeken voor de plaatsing van GFT+E-containers bij appartementen en luiercontainers, aanschaf van verzamelbakje voor GFT+E bij appartementen, communicatie en benodigde capaciteit in de uitvoering van de wijzigingen en onderzoek naar beperken van het afvalaanbod op het Grondstoffencentrum. Deze incidentele kosten bedragen naar verwachting € 90.000 en worden in 2024 gemaakt.

Extra jaarlijks terugkerende kosten

 De kosten voor de inzameling van GFT+E bij appartementen bedragen naar verwachting € 45.000 per jaar (20 containers die Sa-ver om de twee weken leegt). Voor de inzameling van de luiers is dit jaarlijks een bedrag van € 14.000 (10 containers die wekelijks worden geleegd). Conform overeenkomst schaft Saver de containers aan en verzorgt het beheer en onderhoud. Deze kosten zijn verdisconteerd in de inzamelkosten.

 Bij een keuze voor het 13 keer per jaar inzamelen van het fijn restafval in plaats van 26 keer wordt jaarlijks een besparing op de in-zamelkosten gerealiseerd van € 90.000.

 Gedurende de periode 2025 tot en met 2028 reserveren we voor communicatie jaarlijks € 20.000.

 Voor het monitoren en evalueren van de beleidskeuzes is elk jaar maximaal € 20.000 nodig.

 Alle andere maatregelen worden uitgevoerd binnen de bestaande gemeentelijke capaciteit voor beleid en communicatie, alsmede binnen de afspraken met Saver zoals vastgelegd in de overeenkomst.

Besparingen

 Met de voorziene aanpassingen in de inzameling verminderen we de hoeveelheid restafval en realiseren meer afvalscheiding. Dit leidt, uitgaande van de huidige tarieven en bij handhaving van het 26 keer per jaar inzamelen van het fijn restafval, tot een besparing van maximaal € 19.000 per jaar. Bij vermindering van de inzamel-frequentie naar 13 keer per jaar loopt de jaarlijkse besparing op tot maximaal € 114.000. We weten dat de verwerkingskosten voor restafval in de komende jaren verder zullen stijgen. De besparingen zullen dan ook naar verwachting nog hoger uitvallen.

 Geen rekening is nog gehouden met een mogelijke daling van de hoeveelheid grof restafval die inwoners aanbieden op het Grondstoffencentrum. Of deze daling aan de orde is en in welke mate hangt af van aanpassingen die Saver ter plekke doorvoert. Hiervoor vindt in 2025 nader onderzoek plaats.

Samenvatting extra kosten wijzigingen

Vanaf 2025 dient rekening gehouden te worden met extra jaarlijkse kosten van € 80.000. Bij een keuze voor inzamelen van het fijn restafval 13 keer per jaar realiseert de gemeente een besparing op de jaarlijkse kosten van € 105.000. Zie tabel 7 volgende pagina.

afbeelding binnen de regeling

Tabel 7 Extra kosten wijzigingen

Bij 13 keer per jaar inzamelen van fijn restafval zullen inwoners de restafvalcontainer minder vaak aanbieden dan in de huidige situatie. Bij gelijkblijvende tarieven van de afvalstoffenheffing zullen de inkomsten voor de gemeente dan dalen.

Om deze minder inkomsten te compenseren kan het vaste tarief of het ledigingstarief of beiden worden verhoogd. Kijken we naar andere gemeenten die fijn restafval 13 keer per jaar inzamelen, dan is een verhoging van het ledigingstarief een reële keuze. Bij een verhoging met 14% bedragen de mindere inkomsten jaarlijks € 80.000.

Ondertekening

Bijlage 1 Nascheiding fijn restafval

• Bij nascheiding van het fijn restafval gaat het op dit moment in alle gevallen om gemechaniseerde technieken waarmee voornamelijk kunststoffen, metalen en drankkartons uit het restafval worden gehaald voordat het naar de verbrandingsinstallatie gaat. Voor glas, GFT-afval, textiel en papier/ karton is nascheiding met als oogmerk hergebruik en/ of recycling op dit moment geen optie. Nascheiding is dus niet maar ‘alles in één bak gooien’. Het gaat specifiek om kunststoffen, metalen en drankkartons die bij het restafval mogen en er achteraf via nascheiding uit worden gehaald.

• Nascheiding is toepasbaar bij alle typen bebouwingen; hoogbouw, laagbouw, binnenstad en buitengebied. Als vuistregel wordt gebruikt dat nascheiding zich het beste leent voor stedelijk gebied (hoogbouw en deel laagbouw) waar burgers thuis geen plaats hebben om al hun gescheiden afval op te slaan. In de grote steden zoals Den Haag, Rotterdam en Amsterdam waar met bronschei-ding gemiddeld per inwoner slechts een paar kilo aan PBD kan worden ingezameld is nascheiding een goed alternatief. Deze gemeenten realiseren met nascheiding resultaten tussen de 15 en 30 killogram per inwoner. Ter vergelijking Halderberge realiseert met bronscheiding 33 kilogram per inwoner.

• Het milieuvoordeel van nascheiding is niet eenduidig meer of minder dan van bronscheiding. Exacte cijfers over het scheidings-rendement van nascheidingsinstallaties worden door betrokken partijen als marktgevoelig en vertrouwelijk beschouwd en derhalve beperkt gedeeld. De meeste nascheidingsinstallaties kunnen, afhankelijk van de samenstelling van het fijn restafval en de effectiviteit van de installatie, bruto 50 tot 60% van alle PBD uit het fijn restafval halen. Dit resulteert in een hoeveelheid PBD die ligt tussen de 15 en 30 kilogram per inwoner. Hierbij de opmerking dat bij nascheiding alle metalen eruit worden gehaald, dus niet alleen de verpakkingen. Het verdere traject in de keten (via kunststof-sorteerinstallatie of direct naar recyclers) waar ook nog uitval als gevolg van vervuiling plaatsvindt is buiten beschouwing gelaten.

• Het niet meer gescheiden hoeven houden van PBD kunnen inwoners beschouwen als een verhoging van de service. De vraag is of dat zo is hangt vooral af van de mogelijkheden die ze nu hebben om PBD gescheiden te houden in huis, het beschikbare inzamel-middel (gemak) en hoe belangrijk hun intrinsieke wens is om afval te kunnen scheiden als bijdrage voor een beter milieu.

• Voor huishoudens die PBD gescheiden houden, zowel in laag- als hoogbouw, wijzigt de situatie in huis/ keuken. Er is geen apart bewaarmiddel meer nodig voor deze fractie. De capaciteit voor het kunnen bewaren van fijn restafval zal vergroot moeten worden. Voor de een zal dit meer gemak zijn en voor een ander zal het niet uitmaken, immers de totaal benodigde capaciteit blijft hetzelfde en men is al ingesteld op het gescheiden bewaren van PBD.

• De inzamelfrequentie van de restafvalcontainer zal niet verlaagd mogen worden naar bijvoorbeeld één keer per vier weken. Bij een inzamelfrequentie om de vier weken is de capaciteit van een 240 liter en zeker van een 140 liter maat namelijk onvoldoende voor het volumineuze deel kunststof dat erbij komt.

• Een belangrijk deel van de inwoners vindt het belangrijk afval te scheiden omdat men afval als een maatschappelijk probleem ervaart en de wil heeft om een steentje bij te dragen aan een beter milieu. Hierdoor beoordelen inwoners bronscheiding over het algemeen positief. Dit betekent dat afval scheiden op een laagdrempelige wijze een betrokkenheid creëert bij het milieu. Echter is het wel belangrijk dat een systeem van bronscheiding goed gecommuniceerd wordt. Bij de keuze voor nascheiding komt deze mogelijkheid te vervallen.

• Uit onderzoeken blijkt dat inwoners door bronscheiding van PBD, zeker ook in combinatie met een financiële prikkel, ál hun afval beter scheiden, dus ook het papier, GFT+E, etc. Waarschijnlijk raken burgers dan meer bewust van het soort en de hoeveelheid afval die ze hebben. Overigens zien we in gemeenten in Zeeland die van bronscheiding zijn overgestapt naar nascheiding geen negatieve impact op de hoeveelheid en kwaliteit (voor zover bekend) van de andere afvalsoorten die nog wel gescheiden worden ingezameld.

• Nascheiding staat op gespannen voet met het betalen per lediging van de restafvalcontainer of per inworp in de ondergrondse ver-zamelcontainer. Bij nascheiding hebben inwoners niet langer de gelegenheid om zo weinig mogelijk restafval aan te bieden (de fractie PBD zit er per definitie in) en daarmee zo goedkoop mogelijk uit te zijn. De sturingsmogelijkheid van een financiële prikkel wordt verstoord. Inwoners betalen een hogere prijs voor het aanbieden van PBD waarvoor ze geen alternatieve mogelijkheid hebben om uit het restafval te laten. PBD bij het restafval betekent meer volume en bijgevolg meer ledigingen en inworpen. Deze combinatie werkt dus niet. Toch is er een enkele gemeente die nascheiding combineert met diftar op basis van aantal ledigingen en volume (Elburg, Oldebroek en Ermelo in de regio Noord-Veluwe). Deze gemeenten hebben, gecorrigeerd voor de nascheiding, echter veel meer restafval dan Halderberge op dit moment.