Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 25 juni 2024, PZH-2024-855409266 (DOS-2020-0007039), houdende vaststelling van het Mandaatbesluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland voor personeelsaangelegenheden (Mandaatbesluit personele aangelegenheden Zuid-Holland 2024)

Geldend van 01-07-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 25 juni 2024, PZH-2024-855409266 (DOS-2020-0007039), houdende vaststelling van het Mandaatbesluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland voor personeelsaangelegenheden (Mandaatbesluit personele aangelegenheden Zuid-Holland 2024)

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 59a van de Provinciewet, en de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland;

Besluiten vast te stellen:

Mandaatbesluit personele aangelegenheden Zuid-Holland 2024

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Secretaris: Provinciesecretaris als bedoeld in de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

Hoofdstuk 2 Ambtelijk mandaat

Artikel 2 Mandaatverlening

  • 1. Aan de Secretaris wordt mandaat verleend om de bevoegdheden uit te oefenen welke zijn opgenomen in de als bijlage 1 bij dit besluit behorende mandaatlijst.

  • 2. Het mandaat houdt zowel beslissingsbevoegdheid in, als de bevoegdheid de krachtens mandaat genomen besluiten namens gedeputeerde staten te ondertekenen.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1. Het is de Secretaris toegestaan zijn mandaat geheel of gedeeltelijk onder te mandateren aan medewerkers in dienst van de provincie Zuid-Holland, of aan personen welke werkzaam zijn ten dienste van de provincie Zuid-Holland, tenzij ondermandatering ten aanzien van een concreet mandaat in de mandaatlijst is uitgesloten.

  • 2. Het is de Secretaris toegestaan om in het kader van de verlening van ondermaat beperkende voorschriften aan het ondermandaat te verbinden.

Artikel 4 Reikwijdte van ondermandaat

Enig ondermandaat als bedoeld in artikel 3 wordt door de betreffende personeelsfunctionarissen uitsluitend uitgeoefend ten aanzien van de personen voor wie zij als personeelsleidinggevende een taak hebben of verantwoordelijk zijn, of ten dienste van de personele eenheid welke aan hun verantwoordelijkheid is toevertrouwd.

Artikel 5 Machtiging

De Secretaris en de functionarissen aan wie krachtens artikel 3 ondermandaat is verleend zijn gemachtigd om namens gedeputeerde staten feitelijke handelingen te verrichten, zijnde handelingen die geen rechts¬gevolg hebben.

Artikel 6 Ondertekening

Gedeputeerde staten staan de commissaris van de Koning toe om de ondertekening van besluiten die krachtens dit besluit in mandaat of ondermandaat zijn genomen, aan de betrokken mandaathouders en ondermandaathouders op te dragen.

Artikel 7 Vervanging

  • 1. De Secretaris wordt in de uitoefening van de aan hem verleende mandaten vervangen door diens formele plaatsvervanger in die functie.

  • 2. De secretaris kan regels stellen voor de vervanging van functionarissen aan wie krachtens artikel 3 ondermandaat is verleend.

Artikel 8 Mandaatregister

  • 1. De Secretaris houdt een mandaatregister bij, waarin dit mandaatbesluit, alsmede alle door hem te nemen ondermandaatbesluiten worden opgenomen.

  • 2. De in het mandaatregister opgenomen gegevens zijn door eenieder op eerste aanvraag in te zien.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit wordt geplaatst in het provinciaal blad en treedt in werking op 1 juli 2024.

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit personele aangelegenheden Zuid-Holland 2024

Ondertekening

Den Haag, 25 juni 2024

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Drs. J. Smit

voorzitter

Drs. M.J.A. van Bijnen MB

secretaris

Bijlage 1 bij het Mandaatbesluit personele aangelegenheden Zuid-Holland 2024

Mandaatnr.

Gemandateerde bevoegdheid

Voorwaarden/Toelichting

 
 
 
 

Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) *

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 3: Arbeidsovereenkomst

 

MPC3-01

Beslissingen betreffende het aangaan van een arbeidsovereenkomst (artikel 3.1 CAO).

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 4: Salaris, salaristoeslagen en IKB

 

MPC4-01

Beslissingen betreffende kostenvergoedingen (artikel 4.1.4 CAO).

Een en ander conform door GS vastgestelde regels.

MPC4-02

Vergoeding ziektekosten bij dienstongeval of beroepsziekte (artikel 4.1.5 CAO).

Kan niet worden ondergemandateerd.

MPC4-03

Beslissingen betreffende inschaling van medewerkers (artikel 4.2.1 t/m 4.2.4 CAO), met uitzondering van beslissingen betreffende de bepaling van de zwaarte van de functie met behulp van een systeem van functiewaardering als bedoeld in artikel 4.2.1 lid 2 CAO)

Onder dit mandaat wordt mede begrepen, de waardering van een opdracht overeenkomst Bijlage 4 bij de CAO.

MPC4-04

Beslissingen betreffende de bepaling van de zwaarte van de functie met behulp van een systeem van functiewaardering (artikel 4.2.1 lid 2 CAO).

Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur of aan Directeuren Mens en Organisatie.

MPC4-05

Beslissingen betreffende de toekenning van zogenoemde “Boter bij de vis” (artikel 4.2.5 CAO).

 

MPC4-06

Beslissingen betreffende salaristoelagen en ontheffing van continudiensten op grond van § 4.3 van de CAO .

Betreft onder andere toelagen voor waarneming, Consignatie, Inconveniënten, onregelmatige- of continudienst, arbeidsmarkttoelage en bindingspremie.

MPC4-07

Beslissingen betreffende overige uitkeringen op grond van § 4.4 van de CAO.

Betreft onder andere de jubileumgratificatie bij 25, 40 en 50 jaar overheidsdienst, overwerkvergoeding, tegemoetkoming in ziektekosten of thuiswerkvergoeding.

 
 
 
 

Hoofdstuk 5: Arbeidsduur en werktijden

 

MPC5-01

Beslissingen omtrent individuele en tijdelijke werktijdenregelingen op grond van artikel 5.2, lid 2 & 5 van de CAO.

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 6: Vakantie en verlof

 

MPC6-01

Beslissingen omtrent verlof op grond van hoofdstuk 6 van de CAO, met uitzondering van beslissingen op grond van de kapstokbepaling betreffende buitengewoon verlof en extra verlof als bedoeld in artikel 6.13 van de CAO.

 

MPC6-02

Beslissingen op grond van de kapstokbepaling betreffende buitengewoon verlof en extra verlof (artikel 6.13 van de CAO).

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 7: Wijzigingen in de arbeidsovereenkomst

 

MPC7-01

Beslissingen betreffende andere functie of werkzaamheden (artikel 7.1, lid 1 en 2 CAO).

.

Betreft verplichte tijdelijke waarneming van een andere functie of tijdelijk of blijvend wijzigen van functie. De functiewijziging kan een externe detachering inhouden.

Kan niet worden ondergemandateerd.

MPC7-02

Wijziging omvang arbeidsovereenkomst naar feitelijk en formeel maximaal 40 uur (artikel 7.2 CAO).

De Wet flexibel werken is van toepassing op de wijziging van de omvang van de arbeidsovereenkomst. Hiervoor zijn geen extra bepalingen in de cao opgenomen, met uitzondering van de maximale omvang van de arbeidsovereenkomst van 40 uur.

 
 
 
 

Hoofdstuk 8: Gezondheid en arbeidsomstandigheden

 

MPC8-01

Beslissingen betreffende arbeidsgezondheids-kundige onderzoeken (artikel 8.2.1 van de CAO).

 

MPC8-02

Beslissingen betreffende niet (volledig) werken op advies van de bedrijfsarts (artikel 8.2.4 CAO).

 

MPC8-03

Beslissingen betreffende Re-integratie(afspraken)

(artikel 8.4.3 CAO).

 

MPC8-04

Beslissingen betreffende korting van bezoldiging i.v.m. arbeidsongeschiktheid langer dan 52 weken (artikel 8.4.1 lid 1 sub b CAO).

 

MPC8-05

Beslissingen betreffende aanspraken van gewezen ambtenaren (na ontslag o.b.v. arbeidsongeschiktheid langer dan 2 jaar)

(artikel 8.4.1 lid 2 CAO).

 

MPC8-06

Compensatie bij arbeidsongeschiktheid minder dan 35% (artikel 8.5.1 CAO).

 

MPC8-07

Beslissingen betreffende de vaststelling van recht op voortgezette WGA-uitkering (artikel 8.5.4, lid 5 CAO).

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 9: Duurzame inzetbaarheid

 

MPC9-01

Beslissingen betreffende verandering van fase (artikel 9.1.1 CAO).

Kan niet worden ondergemandateerd.

MPC9-02

Beslissingen in het kader van het gesprek tussen de medewerker en de leidinggevende (§ 9.2 CAO), opleiding en ontwikkeling (§ 9.3 CAO) en de duurzame inzetbaarheid van de medewerker

(§ 9.4 CAO).

Kosten voor eventueel o.g.v. artikel 9.3.1 lid 4 CAO verplicht opgedragen opleidingen of wettelijk verplichte scholingen mogen niet ten laste gebracht worden van het persoonlijk opleidingsbudget (POB) van de medewerker.

MPC9-03

Beslissingen betreffende de regeling vervroegd uittreden (RVU) (§ 9.4 CAO).

Zie ook MPO4-06

 
 
 
 

Hoofdstuk 10: Einde arbeidsovereenkomst en werk naar werk

 

MPC10-01

Beslissingen tot beëindiging van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in $10.1 van de CAO, met uitzondering van beslissingen betreffende opzegging van een arbeidsovereenkomst wegens dringende reden (artikel 10.1.1 sub d CAO), en van beslissingen betreffende het starten van procedures tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst door de kantonrechter (artikel 10.1.1 sub e CAO).

 

MPC10-02

Beslissingen tot opzegging van een arbeidsovereenkomst wegens dringende reden (artikel 10.1.1 sub d CAO), en beslissingen betreffende het starten van een procedure tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst door de kantonrechter (artikel 10.1.1 sub e CAO).

Kan niet worden ondergemandateerd.

MPC10-03

Beslissingen op grond van § 10.3 (begeleiden van werk naar werk bij reorganisaties).

Betreft maatwerkbeslissingen.

Uitoefening van het ondermandaat altijd na overleg met de HR businesspartner en/of arbeidsjurist.

MPC10-04

Beslissingen op grond van § 10.4 (aanvullende voorzieningen bij werkloosheid).

 

MPC10-05

Beslissingen op grond van § 10.5

(aanvullende uitkering op WW).

 

MPC10-06

Beslissingen op grond van § 10.6

(nawettelijke uitkering)

 

MPC10-07

Beslissingen op grond van § 10.7 van de CAO (overige bepalingen)

 
 
 
 
 

Bijlage 2 bij de CAO: Regeling melden vermoeden van een misstand

 

MPCB2-01

Beslissingen op grond van de Regeling melden vermoeden van een misstand (Bijlage 2 CAO).

Kan niet worden ondergemandateerd,

 
 
 
 

Provinciale uitvoeringsregelingen Z-H

 
 
 
 
 
  • 1.

    Arbeidsvoorwaardenregeling

 

MPU1-01

Beslissingen op grond van artikel 2 t/m 6 van de Arbeidsvoorwaardenregeling (werktijden).

Zie ook § 3.1 van het Personeelshandboek

MPU1-02

Beslissingen op grond van artikel 10 lid 3 en 4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling

(geen opbouw compensatieverlof bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid langer dan 4 weken).

Zie ook § 3.1 van het Personeelshandboek

MPU1-03

Beslissingen op grond van artikel 17 van de Arbeidsvoorwaardenregeling (vergoeding reiskosten bij bezoek bedrijfsarts tijdens ziekte).

Zie ook § 3.1 van het Personeelshandboek

 
 
 
 
  • 2.

    Piketregeling

 

MPU2-01

Beslissingen op grond van artikel 4, lid 1 en 2 van de Piketregeling Dienst Beheer Infrastructuur (aanwijzen piketmedewerkers, piketcoördinatoren en vervangers).

Zie ook § 3.2 van het Personeelshandboek

 
 
 
 
  • 3.

    Uitvoeringsregeling bezoldiging provincie Zuid-Holland

 

MPU3-01

Beslissingen inzake de uitbetaling van salarissen, vergoedingen en toelagen op grond van de Uitvoeringsregeling bezoldiging provincie Zuid-Holland.

 

MPU3-02

Beslissingen op grond van artikel 5 van de Uitvoeringsregeling bezoldiging provincie Zuid-Holland (toekennen van vaste onregelmatigheidstoeslag).

Zie ook § 3.3 van het Personeelshandboek

 
 
 
 
  • 4.

    Regeling zakelijke mobiliteit

 

MPU4-01

Beslissingen op grond van artikel 8, lid 3 en 4 van de Regeling zakelijke mobiliteit (toestemming en verlenging toestemming gebruik eigen auto).

Zie ook § 4 van het Personeelshandboek

MPU4-02

Beslissingen op grond van artikel 8, lid 5 van de Regeling zakelijke mobiliteit (maatwerk- afspraken in het belang van de dienst).

Zie ook § 4 van het Personeelshandboek

Uitoefening van het ondermandaat altijd na overleg met de HR businesspartner en/of arbeidsjurist.

MPU4-03

Beslissingen op grond van artikel 17 van de Regeling zakelijke mobiliteit (afwijking van de Regeling in bijzondere gevallen).

Uitoefening van het ondermandaat altijd na overleg met de HR businesspartner en/of arbeidsjurist.

Kan niet worden ondergemandateerd.

 
 
 
 
  • 5.

    Verhuiskostenregeling

 
 

(Gereserveerd)

 
 
 
 
 
  • 6.

    Regeling mobiele communicatiemiddelen

 

MPU6-01

Beslissingen op grond van artikel 8 van de Regeling mobiele communicatiemiddelen provincie Zuid-Holland 2015 (hardheidsbepaling).

Zie ook § 8.1 van het Personeelshandboek

Kan niet worden ondergemandateerd.

 
 
 
 
  • 7.

    Reglement behandeling klachten Zuid-Holland 2014

 

MPU7-01

Beslissingen inzake klachten op grond van afdeling 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

De klachten worden behandeld overeenkomstig het Reglement behandeling klachten Zuid-Holland 2014, dan wel het reglement wat daar op enig moment voor in de plaats treedt.

Het mandaat strekt voor zover het een gedraging betreft van een medewerker, die onder de directe personeels-verantwoordelijkheid van de (onder)mandaathouder valt.

 
 
 
 
  • 8.

    Berijdersprotocol

 

MPU8-01

Beslissingen tot het opleggen van een boete als bedoeld in paragraaf 3 van het Berijdersprotocol 2019.

Kan niet worden ondergemandateerd.

 
 
 
 
  • 9.

    Regeling bevordering provinciale sport- en recreatieve activiteiten

 

MPU9-01

Alle beslissingen op grond van de Regeling bevordering provinciale sport- en recreatieve activiteiten.

 
 
 
 
 

Overige wet- en regelgeving

 
 
 
 
 
  • 1.

    Ambtenarenwet

 
 
 
 

MPO1-01

Het afnemen van de eed of belofte als bedoeld in artikel 7 van de Ambtenarenwet.

 

MPO1-02

Beslissingen in relatie tot nevenwerkzaamheden en financiële belangen, als bedoeld in artikel 8 van de Ambtenarenwet.

 
 
 
 
 
  • 2.

    Arbeidsomstandighedenwet

 
 
 
 

MPO2-01

Beslissingen betreffende de aanwijzing van bedrijfshulpverleners als bedoeld in artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet.

Kan niet worden ondergemandateerd.

 
 
 
 
  • 3.

    Burgerlijk wetboek

 
 
 
 

MPO3-01

Beslissingen betreffende het niet toekennen van salaris(toelagen) en IKB over een periode waarin een medewerker overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid niet voor rekening van de werkgever behoort te komen (artikel 7:628 Burgerlijk Wetboek).

Betreft o.a. opzettelijk nalaten werk uit te voeren.

Kan niet worden ondergemandateerd.

MPO3-02

Beslissingen tot verrekening met bezoldiging, alsmede tot het terugvorderen van een medewerker van de provincie Zuid-Holland van te veel betaalde bedragen (artikel 7:632 Burgerlijk Wetboek).

Mandaat tot verrekening uitsluitend in gevallen waarin de provincie daar als werkgever op grond van het bepaalde in artikel 7:632 Burgerlijk Wetboek toe gerechtigd is.

Betreft onder andere de terugvordering van teveel uitbetaalde bedragen als gevolg van besluiten op grond van hoofdstuk 8 van de CAO, in combinatie met uitvoering de Wet verbetering poortwachter, voor zover deze krachtens het bepaalde in artikel 7:632 Burgerlijk wetboek mogen en kunnen worden verrekend.

Zie ook MPO6-05

MPO3-03

Alle besluiten gebaseerd op artikel 7:660 Burgerlijk Wetboek (instructierecht).

Het instructierecht betreft voorschriften omtrent het verrichten van de arbeid of voorschriften met betrekking tot de goede orde in de onderneming.

Kan niet worden ondergemandateerd.

 
 
 
 
  • 4.

    Provinciewet

 

MPO4-01

Beslissingen betreffende inhuur van extern personeel met een opdrachtwaarde tot en met

€ 215.000,=, alsmede rechtshandelingen in verband met, of voortvloeiend uit overeenkomsten tot inhuur van extern personeel waartoe op grond van dit mandaat is besloten (artikel 158, lid 1, sub e Provinciewet).

Het mandaat wordt steeds uitgeoefend met inachtneming van toepasselijke wet- en regelgeving inzake inkoop en aanbesteding en het provinciaal beleid inzake inhuur van personeel.

MPO4-02

Beslissingen betreffende inhuur van extern personeel tot een opdrachtwaarde van meer dan € 215.000,= of meer, alsmede rechtshandelingen in verband met, of voortvloeiend uit overeenkomsten tot inhuur van extern personeel waartoe in mandaat is besloten (artikel 158, lid 1, sub e Provinciewet).

Het mandaat wordt steeds uitgeoefend met inachtneming van toepasselijke wet- en regelgeving inzake inkoop en aanbesteding en het provinciaal beleid inzake inhuur van personeel.

Kan niet worden ondergemandateerd.

MPO4-03

Beslissingen betreffende het aangaan, verlengen of beëindigen van detacherings-overeenkomsten. (artikel 158, lid 1, sub e Provinciewet).

Het mandaat Betreft uitsluitend detacheringen tussen een (semi) overheidsorganisatie en de provincie Zuid-Holland.

MPO4-04

Beslissingen betreffende het benoemen van onbezoldigd ambtenaren, niet zijnde ambtenaren in de zin van artikel 1.1 lid 4 CAO (artikel 158, lid 1, sub e Provinciewet).

Te denken valt aan de onbezoldigd provincieambtenaar als bedoeld in artikel 227a, lid 2 Provinciewet.

Met onbezoldigd ambtenaren kan wel een overeenkomst, maar geen arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht worden gesloten. Het betreft hier geen arbeidsovereenkomsten op grond van de CAO.

MPO4-05

Beslissingen betreffende het aangaan, verlengen, wijzigen of beëindigen van brijwilligers-overeenkomsten, stageovereenkomsten of leerwerkovereenkomsten (artikel 158, lid 1, sub e Provinciewet).

Het betreft hier geen arbeidsovereenkomsten op grond van de CAO.

MPO4-06

Beslissingen tot het treffen van een arrangement of het sluiten van een vaststellingsovereenkomst in verband met langdurige arbeidsongeschiktheid van een medewerker of flankerende afspraken bij de regeling vervroegd uittreden (RVU) als bedoeld in § 9.4 van de CAO. (artikel 158, lid 1, sub e Provinciewet).

Uitoefening van het ondermandaat altijd na overleg met de HR businesspartner en/of arbeidsjurist.

Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur of aan Directeuren mens en organisatie.

MPO4-07

Het treffen van een arrangement of het sluiten van een vaststellingsovereenkomst in het kader van de beëindiging of aanpassing van de arbeidsovereenkomst, anders dan in het kader van langdurige arbeidsongeschiktheid van een medewerker (artikel 158, lid 1, sub e Provinciewet).

Uitoefening van het ondermandaat altijd na overleg met de HR businesspartner en/of arbeidsjurist.

Kan niet worden ondergemandateerd.

MPO4-08

Besluiten en proceshandelingen in het kader van gerechtelijke arbeidsrechtelijke procedures, ongeacht het financiële belang, inzake aangelegenheden waarover in mandaat door de Provinciesecretaris is beslist (artikel 158, lid 1, sub f Provinciewet).

Kan niet worden ondergemandateerd.

MPO4-09

Besluiten en proceshandelingen in het kader van gerechtelijke arbeidsrechtelijke procedures, ongeacht het financiële belang, met uitzondering van procedures inzake aangelegenheden waarover in mandaat door de Provinciesecretaris is beslist (artikel 158, lid 1, sub f Provinciewet).

Kan alleen worden ondergemandateerd aan de Concerndirecteur of aan Directeuren Mens en Organisatie.

 
 
 
 
  • 5.

    Verhaalswet ongevallen ambtenaren

 
 
 
 

MPO5-01

Beslissingen betreffende kostenverhaal op derden op grond van de Verhaalswet ongevallen ambtenaren.

 
 
 
 
 
  • 6.

    Diverse overige bevoegdheden

 
 
 
 

MPO6-01

Beslissingen betreffende het toekennen van financiële beloningen, anders dan op grond van de CAO.

Het betreft bijvoorbeeld beloningen als een aanbrengbonus of een eenmalige thuiswerkvergoeding anders dan op grond van de CAO.

Beslissingen worden steeds genomen overeenkomstig de daartoe door het college van Gedeputeerde Staten vastgestelde regels.

Kan niet worden ondergemandateerd.

MPO6-02

Het verlenen van toestemming tot het volgen van een geheel of gedeeltelijk op kosten van de provincie te volgen opleiding tot en met een kostenbedrag van € 7.500, =.

 

MPO6-03

Het verlenen van toestemming tot het volgen van een geheel of gedeeltelijk op kosten van de provincie te volgen opleiding voor een kostenbedrag van meer dan € 7.500, =.

Uitoefening van het ondermandaat dient steeds plaats te vinden altijd op basis van de memo van de betreffende personeelsmanager, welke in samenspraak met, en onder begeleiding van een adviseur Leren en Ontwikkelen is opgesteld.

MPO6-04

Het afgeven van werkgeversverklaringen.

Het betreft bijvoorbeeld werkgeversverklaringen ten behoeve van Hypotheek, verklaringen omtrent opgenomen ouderschapsverlof, verklaringen m.b.t. dienstauto’s voor het aanvragen van parkeervergunning bij gemeenten, ed.

MPO6-05

Beslissingen tot terugvorderen van een medewerker van de provincie Zuid-Holland van te veel of onverschuldigd betaalde bedragen.

Mandaat tot terugvordering uitsluitend voor zover dat plaatsvindt op grond van een daaraan ten grondslag liggend besluit, of direct voortvloeit uit een rechtspositionele regeling.

Betreft tevens terugvordering van teveel uitbetaalde bedragen als gevolg van besluiten op grond van hoofdstuk 8 van de CAO, in combinatie met uitvoering de Wet verbetering poortwachter, voor zover deze niet krachtens het bepaalde in artikel 7:632 Burgerlijk wetboek mogen en kunnen worden verrekend.

Zie ook MPO3-01

MPO6-06

Besluiten betreffende betalingsverplichtingen in het kader van de employability van voormalig medewerkers voor wie de provincie eigen risicodrager is.

 

* De gemandateerde uitvoering van bepalingen in de (opeenvolgende) Collectieve Arbeidsovereenkomsten Provinciale Sector (CAO) voert steeds terug op de bevoegdheid van het college uit hoofde van het bepaalde in artikel 158, lid 1 onder e van de Provinciewet (bevoegdheid tot verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen) en de toepasselijke bepalingen ingevolge Boek 7, titel 10 van het Burgerlijk wetboek (Arbeidsovereenkomst). De uitoefening van deze bevoegdheden zijn -voor zover nodig ter uitvoering van de CAO- in de betreffende mandaten begrepen.

Algemeen inkoopmandaat t.b.v. personele aangelegenheden

MPI-01

Inkoop van goederen of diensten tot een bedrag van ten hoogste € 215.000,= (artikel 158, lid 1, sub e Provinciewet).

Het mandaat wordt uitgeoefend met inachtneming van toepasselijke wet- en regelgeving en provinciaal beleid inzake inkoop en aanbesteding.

MPI-02

Besluiten inzake het verrichten van rechtshandelingen in verband met, of voortvloeiend uit overeenkomsten betreffende inkoop van goederen of diensten als bedoeld onder mandaatnr. MPI-01, waartoe in mandaat is besloten.

Mandaat voor zover de grondslag voor het betreffende besluit is opgenomen in de overeenkomst welke met de wederpartij is gesloten.

Betreft niet de inhuur van personeel (zie MPO4-01).

Bijlage A: Lijst van afkortingen:

AOG

ambtelijk opdrachtgever als bedoeld in de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland

AON

ambtelijk opdrachtnemer als bedoeld in de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland

DMO

Directeur Mens en Organisatie als bedoeld in de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland