Vaststelling mandaat- en machtigingsbesluit m.e.r.-procedure

Geldend van 29-06-2024 t/m heden

Intitulé

Vaststelling mandaat- en machtigingsbesluit m.e.r.-procedure

De Raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2024

(raadsvoorstel nr. 24bb003501/24bo005097); 24bb003888;

gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat:

het om redenen van doelmatigheid en continuïteit wenselijk is mandaat te verlenen tot het nemen van een m.e.r.-beoordelingsbesluit en machtiging te verlenen tot het verrichten van feitelijke handelingen met betrekking tot de m.e.r.-procedure, aan het college van burgemeester en wethouders;

besluit:

Artikel 1

Aan het college van burgemeester en wethouders wordt mandaat verleend tot het nemen van een m.e.r.-beoordelingsbesluit als bedoeld in artikel 16.36 en artikel 16.43 van de Omgevingswet.

Artikel 2

Aan het college van burgemeester en wethouders wordt machtiging verleend tot het verrichten van feitelijke handelingen met betrekking tot de m.e.r.-procedure als bedoeld in de artikelen 16.36, 16.37, 16.38, 16.39, 16.46 en 16.47 van de Omgevingswet.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaat- en machtigingsbesluit m.e.r.-procedure Rotterdam.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 juni 2024.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De plv. voorzitter,

A. Kockelkoren

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Toelichting

Inleiding

De Omgevingswet brengt wijzigingen aan in het bestuursorgaan dat bevoegd is om het m.e.r.(-beoordelings)besluit te nemen. Het voorbereidend bestuursorgaan is daarmee niet langer automatisch het bevoegd gezag om een m.e.r.-beoordelingsbesluit te nemen. De gemeenteraad kan de bevoegdheid om een m.e.r.-beoordelingsbesluit te nemen aan het college van burgemeester en wethouders mandateren. Om redenen van doelmatigheid en continuïteit heeft de gemeenteraad besloten om deze bevoegdheid te mandateren.

Artikel 1

In bij wet aangewezen gevallen beoordeelt het bevoegd gezag of een project, plan of programma aanzienlijk nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Het bevoegd gezag neemt vervolgens op basis van deze beoordeling het besluit of er al dan niet een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Dit is een m.e.r.-beoordelingsbesluit. Dit artikel regelt dat het college van burgemeester en wethouders ook onder de Omgevingswet bevoegd is tot het nemen van een m.e.r.-beoordelingsbesluit voor een project, plan of programma. Voor inwerkingtreding van de Omgevingswet werd deze bevoegdheid expliciet geregeld in artikel 7.1 lid 4 van de Wet milieubeheer.

Artikel 2

Dit artikel regelt dat het college onder de Omgevingswet gemachtigd is tot het verrichten van feitelijke handelingen met betrekking tot de m.e.r.-procedure. Dat betekent dat het bevoegd gezag handelingen mag verrichten die nodig zijn in de m.e.r.-procedure. Deze handelingen staan in afdeling 16.4 van de Omgevingswet. Een voorbeeld is het opvragen van advies bij de Commissie mer.