Gemeenschappelijke Regeling Maasveren Limburg-Noord

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-07-2024

Intitulé

Gemeenschappelijke Regeling Maasveren Limburg-Noord

Het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas;

overwegende dat:

  • de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022 is gewijzigd ter verbetering van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen;

  • alle gemeenschappelijke regelingen daarom voor 1 juli 2024 moeten worden aangepast;

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

mede gelet op de door de gemeenteraad verleende toestemming d.d. 9 april 2024 tot het nemen van dit besluit tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Maasveren Limburg-Noord;

besluit:

vast te stellen de navolgende wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Maasveren Limburg-Noord met ingang van 1 juli 2024, waardoor deze als volgt komt te luiden:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    Regeling: de Gemeenschappelijke Regeling Maasveren Limburg-Noord;

  • b)

    Centrumgemeente: gemeente Horst aan de Maas;

  • c)

    Deelnemer: de aan de Regeling deelnemende gemeente;

  • d)

    Portefeuillehoudersoverleg: het overleg van de verantwoordelijk portefeuillehouders Veren van de Deelnemers;

  • e)

    Maasveren: de Maasveren Broekhuizen-Arcen, Lottum-Lomm, Grubbenvorst-Velden, Baarlo-Steyl en Kessel-Beesel.

Artikel 2 Doel en reikwijdte van de Regeling

  • 1. In het kader van deze Regeling draagt de gemeente Horst aan de Maas als Centrumgemeente, in opdracht van de Deelnemers aan deze Regeling , er zorg voor dat de belangen van de Deelnemers, elk voor zover het hun grondgebied betreft, worden behartigd op het gebied van:

    • a)

      Onderhoud en vervanging van de vaartuigen Maasveren Limburg-Noord; onderhoud en beheer van de veerstoepen.

    • b)

      Opdrachtgeverschap voor exploitatie van Maasveren Limburg-Noord.

  • 2. De uitgangspunten die ten grondslag liggen aan deze Regeling, zijn leidend voor contracten met exploitant(en) van de Maasveren. Uitgangspunt is een kostendekkende exploitatie van de Maasveren.

Artikel 3 Taken van de Centrumgemeente

  • 1. De gemeente Horst aan de Maas wordt aangewezen als Centrumgemeente. De taken van de Centrumgemeente omvatten:

    • a)

      Beleidsvoorbereiding en –uitvoering. Ten aanzien van beleidsvoorbereiding en –uitvoering zijn de toepasselijke beleidsregels van de Centrumgemeente van toepassing;

    • b)

      Eigendom vaartuigen;

    • c)

      Uitvoering van alle operationele en toezichthoudende taken;

    • d)

      Financiële administratie en verantwoording, waaronder beheer van de algemene reserve;

    • e)

      Het zorg dragen voor een deugdelijke verzekering ter dekking van schade aan vaartuigen en eventuele aansprakelijkheid voor schade aan derden voortvloeiende uit de exploitatie van de Maasveren;

    • f)

      Tijdige en adequate informatievoorzieningen richting de Deelnemers;

    • g)

      De erfpacht van de veerstoepen en het onderhoud en het beheer van de veerstoepen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde taken omvatten niet de bevoegdheid tot de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden en besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen. Deze bevoegdheden worden niet aan de Centrumgemeente overgedragen en blijven de verantwoordelijkheid van de Deelnemers.

Artikel 4 Personele capaciteit

  • 1. De Centrumgemeente stelt personele capaciteit beschikbaar voor de Regeling en de daaruit voortvloeiende taken.

  • 2. De Centrumgemeente brengt voor de inzet van personele capaciteit voor de uitoefening van haar reguliere, jaarlijkse taken een vergoeding van €30.600 (indexering 2% ten opzichte van prijspeil 2010) ten laste van de exploitatie van de Maasveren. Hierin zijn niet inbegrepen de kosten voor externe werkzaamheden zoals accountantonderzoek, alle exploitatieve zaken (bv verzekeringen, onderhoud vaartuigen etc.) die niet bij de exploitant zijn ondergebracht, en overige onvoorziene en niet-reguliere werkzaamheden en kosten.

Artikel 5 Afstemming

De Centrumgemeente stemt haar activiteiten bij de uitvoering van de Regeling af met de Deelnemers conform de artikelen 7 tot en met 12 van deze Regeling.

Artikel 6 Archief

De Centrumgemeente is belast met de zorg voor en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden. Ten aanzien van de archiefbescheiden zijn de voorschriften van de Centrumgemeente van toepassing.

Artikel 7 Portefeuillehoudersoverleg

  • 1. Er is een Portefeuillehoudersoverleg dat bestaat uit de verantwoordelijke portefeuillehouders Veren van de Deelnemers. Voorzitter van het overleg is de portefeuillehouder van de Centrumgemeente.

  • 2. Het Portefeuillehoudersoverleg komt tenminste eenmaal per jaar in vergadering bijeen voor overleg en afstemming ter zake de Regeling. De vergadering:

    • a)

      Bereidt de ontwerp-begroting voor;

    • b)

      Bereidt het ontwerp-jaarverslag en de ontwerp-jaarrekening voor;

    • c)

      Adviseert de Deelnemers over beleidsvoorstellen aangaande:

      • -

        wijzigingen in de hoofdlijnen van beleid ten aanzien van de exploitatievereisten;

      • -

        wijze van aanbesteding van de exploitatie;

      • -

        het uit de vaart nemen van veerverbindingen;

      • -

        alle zaken die financiële gevolgen voor de gemeenten (kunnen) hebben en die niet gedekt worden uit de exploitatieopbrengsten;

    • d)

      Adviseert de Deelnemers over voorstellen tot investeringen in vaartuigen;

    • e)

      Adviseert de Deelnemers over wijzigingen van exploitant(en) van de Maasveren;

    • f)

      Adviseert de Deelnemers over voorstellen tot wijzigingen in het voorzieningenniveau, in het bijzonder beperking vaartijden en tariefswijzigingen die afwijken van trendmatige tariefsverhogingen;

    • g)

      Neemt kennis van voorstellen tot trendmatige tariefsverhogingen.

  • 3. De voorzitter is verantwoordelijk voor het plannen van de jaarlijkse vergadering en eventueel extra benodigde vergaderingen. Indien ten minste twee van de vier Deelnemers om een extra vergadering verzoeken, zal dit verzoek door de voorzitter worden gehonoreerd.

Artikel 8 Centrumgemeente

Het college van burgemeester en wethouders van de Centrumgemeente is verantwoordelijk voor de voorbereiding van het Portefeuillehoudersoverleg.

Artikel 9 Vaststelling begroting

De gemeenteraden van de Deelnemers stellen jaarlijks vóór 1 juli, voorafgaand aan het jaar waarvoor deze geldt, de begroting vast.

Artikel 10 Toezending ontwerp begroting aan Deelnemers

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders van de Centrumgemeente zendt, na raadpleging van het Portefeuillehoudersoverleg, de ontwerp-begroting uiterlijk 1 april van het voorafgaande jaar toe aan de gemeenteraden van de Deelnemers.

  • 2. De gemeenteraden van de Deelnemers kunnen omtrent de ontwerp-begroting aan het college van burgemeester en wethouders van de Centrumgemeente hun zienswijzen naar voren brengen. Het college van burgemeester en wethouders zendt, na raadpleging van het Portefeuillehoudersoverleg over de ingebrachte zienswijzen, de definitieve ontwerp-begroting aan de gemeenteraden van de Deelnemers.

Artikel 11 Algemene reserve

  • 1. Er is een algemene reserve. In aanvang is deze gevormd door de reserve die de Veiligheidsregio Limburg-Noord overdraagt aan de Centrumgemeente, via een overdrachtsovereenkomst. De reserve dient als egalisatiereserve voor de exploitatie en ten behoeve van toekomstige investeringen. Uitgangspunt is een kostendekkende exploitatie van de vijf Maasveren gezamenlijk. Eventuele overschotten worden in de algemene reserve gestort, eventuele tekorten worden aan de algemene reserve onttrokken.

  • 2. Indien uit de exploitatie blijkt dat zich structureel tekorten zouden gaan voordoen, zullen via wijzigingen in de exploitatie (tarieven, veertarieven, in het uiterste geval het opheffen van veerverbinding(-en)) maatregelen getroffen worden om de exploitatie tenminste kostendekkend te houden of te maken.

  • 3. Indien sprake is van kosten die de omvang van de reserve te boven gaan, zijn de Deelnemers samen verantwoordelijk voor de dekking van de kosten middels een evenredige verdeling op basis van inwoneraantal.

Artikel 12 Jaarrekening en accountantsverklaring

  • 1. Van de inkomsten en uitgaven vanwege de Regeling over een jaar wordt door het college van burgemeester en wethouders van de Centrumgemeente verantwoording afgelegd aan het Portefeuillehoudersoverleg onder overlegging van de jaarrekening met de daarbij behorende bescheiden. Het Portefeuillehoudersoverleg onderzoekt de jaarrekening en de gemeenteraden van de Deelnemers stellen deze vast vóór 1 juli van het jaar volgend op het jaar waar de verantwoording betrekking op heeft.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders van de Centrumgemeente voegt bij de jaarrekening een accountantsverklaring en een verslag van bevindingen van de accountant.

Artikel 13 Toetreding

Toetreding tot de Regeling door andere gemeenten behoeft goedkeuring van alle Deelnemers.

Artikel 14 Uittreding

  • 1. Uittreding vindt niet eerder plaats dan per 31 december van enig jaar, met inachtneming van een termijn van aanzegging aan de andere Deelnemers van tenminste twee jaar.

  • 2. De financiële gevolgen van uittreding komen voor rekening van de uittredende Deelnemer(s). Onder deze gevolgen worden tevens verstaan de gevolgen voor de exploitatie van de Maasveren als samenhangend geheel en de gevolgen van voorafgaande aanschaf van nieuwe vaartuigen.

  • 3. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen van uittreding wordt voorafgaande aan die uittreding door de Deelnemers gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van deze deskundige is voor de Deelnemers bindend. De kosten van het inschakelen van de deskundige zijn voor rekening van de uittredende Deelnemer(s).

  • 4. Uittreding kan in geen geval leiden tot onttrekking uit de gezamenlijke exploitatie van een of meer Maasveren.

Artikel 15 Wijziging en opheffing

  • 1. Deze Regeling kan worden gewijzigd dan wel worden opgeheven na een daartoe strekkend unaniem besluit van de Deelnemers.

  • 2. De Deelnemers kunnen besluiten tot opheffing van de Regeling. In dat geval stelt de Centrumgemeente een liquidatieplan op met daarin opgenomen de financiële gevolgen van de opheffing. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen van de opheffing wordt voorafgaande aan de opheffing door de Deelnemers gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van deze deskundige is voor de Deelnemers bindend. De kosten van het inschakelen van de deskundige zijn, voor ieder voor een gelijk deel, voor rekening van de Deelnemers.

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1. Deze Regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2012, na toestemming door de gemeenteraden van de Deelnemers en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2. De colleges van burgemeester en wethouders van de Deelnemers besluiten gezamenlijk of en wanneer de regeling wordt geëvalueerd. Indien de colleges van burgemeester en wethouders van de Deelnemers besluiten om de regeling te evalueren, zal de Centrumgemeente daartoe een voorstel ter goedkeuring aan de colleges van de Deelnemers voorleggen.

  • 3. Een evaluatietraject wordt tevens gestart als minimaal twee gemeenteraden van de deelnemende gemeenten daarom vragen.

  • 4. Het college van de Centrumgemeente maakt de regeling in alle deelnemende gemeenten bekend in het door de Centrumgemeente uitgegeven Gemeenteblad.

  • 5. Het bepaalde in het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging of opheffing van de regeling, alsmede op besluiten tot toetreding en uittreding.

  • 6. Het college van de Centrumgemeente is belast met de registratie van de regeling overeenkomstig artikel 26, tweede lid, van de wet.

  • 7. De Regeling wordt aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Maasveren Limburg-Noord”.

Ondertekening

Aldus besloten op 18 juni 2024.

Burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas,

De burgemeester,

drs. R.F.I. Palmen

De secretaris,

mr. L.C.M. Beckers