Subsidieregeling NIKA Apeldoorn

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-07-2024

Intitulé

Subsidieregeling NIKA Apeldoorn

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

overwegende:

dat het college op 11 juni 2024 het beleid Natuurinclusief en Klimaatadaptief ontwikkelen en bouwen (NIKA)heeft vastgesteld;

dat de gemeenteraad voor de implementatie van NIKA-beleid in de Meerjarige Programma Begroting middelen beschikbaar gesteld om nieuwe stedelijke ontwikkelingen financieel te ondersteunen. Wij richten ons daarbij op betaalbare woningen en binnenstedelijk;

dat het college hiertoe een subsidieregeling wenst vast te stellen;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling NIKA Apeldoorn

Artikel 1 Algemene bepalingen en begripsomschrijvingen

  • 1. Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen in de Asv.

  • 2. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn;

    • b.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht;

    • c.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

    • d.

      betaalbare woning: een woning die in de prijsbrief ‘maximale koop- en huurprijzen bij nieuwbouw’ wordt aangeduid met de volgende categorieën: Goedkoop, Middelduur-1 en Middelduur-2. De in de vorige zin bedoelde prijsbrief wordt bij besluit van college van burgemeester, jaarlijks gewijzigd vastgesteld;

    • e.

      binnenstedelijk: het project vindt plaats in de bestaande stad of dorp oftewel het project is geen ontwikkeling in uitleglocaties of buitengebied.

    • f.

      NIKA voorwaarden: de in het NIKA-beleid omschreven 5 vaste waarden, inclusief de maatwerkoplossing ‘gebiedsgerichte benadering Binnenstad’, en de variabele waarden;

    • g.

      nazorgwerkzaamheden: werkzaamheden in de periode waarin de ontwikkelaar op zijn kosten tekortkomingen en gebreken herstelt, inclusief onderhoud en inboet;

    • h.

      NIKA maatregelen: nature based solutions die omschreven staan in NIKA-beleid;

    • i.

      nature based solution: een maatregel die omschreven is in lid 123 quater van artikel 2 van de hoofdstuk I van verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 127), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

    • j.

      project: een grote ontwikkeling die bestaat uit de ontwikkeling of uitbreiding van een woningbouwlocatie, bestaande uit minimaal 11 woningen of een bouwvlak groter dan 200m2;

    • k.

      vaste waarden: De vaste waarden van NIKA bestaan uit:

      • 1.

        Waterberging: neerslagwater met een piekbelasting van 60 mm moet worden opgevangen en vastgehouden, waarvan maximaal 50% op openbaar terrein.

      • 2.

        Voorzieningen voor gebouw bewonende soorten: er dienen voorzieningen voor vogels (gierzwaluw en huismussen) en vleermuizen, die in woningen wonen, te worden aangebracht aan elke nieuwe woning of gebouw. Dit volgens de normen zoals omschreven in het Soorten Management Plan (SMP).

      • 3.

        Groen op maaiveld: tenminste 40% van de oppervlakte van het plangebied van een grote ontwikkeling bestaat uit groen op maaiveld, waarvan minimaal de helft publiek toegankelijk is en minimaal de helft van het groen uit biodivers groen bestaat.

      • 4.

        Bomen: Binnen iedere stedelijke ontwikkeling worden bomen toegevoegd: minimaal 1 boom per 200m2 (bouwvlak).

      • 5.

        Windcomfort: Indien er binnen het plangebied bebouwing hoger dan 15 meter toegevoegd wordt, dan voldoet de ontwikkeling aan bepalingen ten aanzien van windhinder.

    • l.

      variabele waarden: de variabele waarden van NIKA bestaan uit:

      • 1.

        Categorie biodiversiteit.

      • 2.

        Categorie dak- en gevelgroen.

      • 3.

        Categorie klimaatadaptatie.

    Iedere grote ontwikkeling moet minimaal 5 punten op basis van de variabele waarden scoren. Verder omschreven in het NIKA-beleid.

Artikel 2 Doelstelling

Deze subsidieregeling heeft als doelstelling betaalbare woningbouwprojecten die voldoen aan de NIKA voorwaarden, financieel te steunen ter bevordering van betaalbare, toekomstbestendige, groene, biodiverse en leefbare woonomgeving.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten en subsidievereisten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor:

    Een project waarbij nature based solutions worden gerealiseerd ten behoeve van klimaatadaptatie en biodiversiteit volgens de NIKA voorwaarden in combinatie met activiteiten die betrekking hebben op het realiseren van betaalbare woningen.

  • 2. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan alle vereisten. De vereisten zijn:

    • a.

      Het project vindt binnenstedelijk (stad of dorp) plaats binnen de gemeentegrens van Apeldoorn;

    • b.

      Het project bestaat uit ten minste 11 woningen of heeft een bouwvlak groter dan 200m2;

    • c.

      70% van de woningen in het project zijn betaalbaar;

    • d.

      Het project voldoet volledig aan de NIKA voorwaarden;

    • e.

      de aangevraagde subsidie niet eerder voor project of hetzelfde deel ervan en voor dezelfde werkzaamheden is verstrekt;

    • f.

      de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd nog niet zijn gestart;

    • g.

      een aanvrager kan ten hoogste twee aanvragen indienen;

    • h.

      de start bouw vindt plaats binnen 48 maanden na verlening subsidie;

    • i.

      de oplevering van nature based solutions in het project vindt uiterlijk 48 maanden na startbouw plaats.

Artikel 4 Aanvraagperiode

Subsidieaanvragen worden ingediend vanaf 1 juli 2024 tot bereiken subsidieplafond.

Artikel 5 Subsidieplafond

Het college stelt het subsidieplafond vast op € 5.000.000,-.

Artikel 6 Verdeelcriteria

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van een notariële loting.

  • 4. De eerst getrokken aanvraag wordt als hoogste gerangschikt mist de aanvraag aan alle vereisten voldoet.

  • 5. De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie.

  • 6. Subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

De volgende kosten komen in aanmerking voor subsidie:

de kosten van het realiseren van NIKA maatregelen in een project die aantoonbaar samenhangen met de realisatie van de NIKA voorwaarden.

Artikel 8 Niet subsidiabele kosten

Alle andere kosten zijn niet subsidiabel zoals:

  • -

    voorbereidingskosten;

  • -

    kosten van nazorgwerkzaamheden;

  • -

    ontwerpkosten;

  • -

    beheer-en onderhoudskosten

  • -

    kosten met betrekking tot de aankoop van grond,

  • -

    kosten van bouwrijp maken,

  • -

    omzetbelasting (btw).

Artikel 9 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt 70% van subsidiabele kosten van het project. De subsidie bedraagt maximaal € 1.000.000,- per project.

Artikel 10 Aanvraag en stukken

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend op een door het college vastgesteld formulier en gaat in ieder geval vergezeld van:

    • a.

      Een beschrijving van de toegepaste NIKA maatregelen waarvoor de subsidie wordt aangevraagd en een uitwerking in ontwerptekeningen;

    • b.

      De aan te leveren tekeningen set bevatten is alle gevallen de volgende informatie:

      • -

        Situatietekening project, bestaand en nieuw (schaal 1:500 of 1:100)

      • -

        Plattegrond(en), bestaand en nieuw (schaal 1:50 of 1:100)

      • -

        Gevelaanzicht(en), bestaand en nieuw (schaal 1:50 of 1:100)

      • -

        Doorsnede(n), bestaand en nieuw (schaal 1:50 of 1:100)

      • -

        VO inrichtingstekening publiek toegankelijke ruimte/ openbare ruimte (schaal 1:200 of 1:500)

    • c.

      Foto’s van de huidige situatie;

    • d.

      Een onderbouwde begroting van subsidiabele kosten exclusief btw;

    • e.

      Het vastgoedprogramma inclusief een overzicht van de betaalbare woningen.

  • 2. In afwijking van artikel 7 van de Asv hoeven de volgende stukken niet worden overgelegd:

    • a.

      een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      een de-minimisverklaring als bedoeld in de verordening met betrekking tot de de-minimissteun;

    • c.

      en afschrift over van de oprichtingsakte of de statuten;

    • d.

      het meest recente jaarverslag en de meest recente jaarrekening.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:25, tweede lid, en artikel 4:35 van de Awb en artikel 9 van de Asv kan het college de subsidie weigeren als de aanvraag niet voldoet aan de in deze regeling gestelde eisen.

Artikel 12 Termijn voor het beslissen op de aanvraag

Het college neemt binnen 12 weken na de ontvangst van de volledige aanvraag een beslissing.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 11 en 12 van de Asv heeft de subsidieontvanger in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

      bij de uitvoering van zijn project de NIKA maatregelen te realiseren en in stand te houden;

    • b.

      gerealiseerde nature based solutions voor een periode van 10 jaar in stand te houden;

    • c.

      alle op de gesubsidieerde activiteit betrekking hebbende bewijsstukken gedurende ten minste tien jaren na vaststelling van de subsidie te bewaren;

    • d.

      een administratie te voeren die alle relevante informatie bevat voor het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden kosten en inkomsten;

    • e.

      Het voeren van een administratie houdt in ieder geval in dat:

      • 1

        alle ontvangsten en kosten in de administratie zijn vastgelegd met onderliggende bewijsstukken;

      • 2

        bewijsstukken, als onderdeel van de administratie, aanwezig zijn ten name van de subsidie ontvanger en uit die bewijsstukken de aard en hoeveelheid van de geleverde goederen en diensten blijkt;

Artikel 14 Verantwoording

  • 1. De aanvraag tot vaststelling van een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college.

  • 2. Als door het college een aanvraagformulier is vastgesteld, wordt van dat formulier gebruik gemaakt.

  • 3. De aanvraag tot vaststelling van een subsidie bevat:

    • a.

      een verslag waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn verricht en waarin duidelijk wordt gemaakt in hoeverre de beoogde doelstellingen en resultaten zijn gerealiseerd. Beeldmateriaal voor en na het project en een proces verbaal van oplevering kunnen onderdeel uitmaken van dit verslag;

    • b.

      een financieel verslag over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten (inclusief bewijslast van betaling door aanvrager) voor zover deze posten voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

  • 4. De ontvanger van een subsidie hoger dan € 200.000,- wordt, conform het controleprotocol zoals genoemd in artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Apeldoorn, verplicht een controleverklaring in te dienen als bedoeld in artikel 4:78 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 15 Intrekking van de subsidieverlening

  • 1. Het college kan de verleningsbeschikking intrekken als de activiteiten niet binnen 48 maanden na start bouw zijn voltooid. In dat geval wordt de subsidie door de subsidieontvanger terugbetaald aan de gemeente Apeldoorn.

  • 2. Het college kan op verzoek van de aanvrager besluiten de termijn onder artikel 2 sub h met 12 maanden te verlengen. De aanvrager dient hiertoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek in te dienen.

Artikel 16 Subsidievaststelling

  • 1. De subsidieontvanger dient binnen 8 weken na het gereedkomen van de activiteiten een verzoek tot vaststelling van de subsidie.

  • 2. Het college stelt binnen 8 weken de subsidie vast.

Artikel 17 Staatssteun

Subsidie op grond van deze regeling bevat staatssteun en wordt verstrekt met toepassing van artikel 45 de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EU) nr. 651/2014).

Artikel 18 Mandatering

Het college mandateert de bevoegdheden voor uitvoering van deze regeling, met uitzondering van de bevoegdheden genoemd in artikel 19 (hardheidsclausule), aan het afdelingshoofd VOA.

Artikel 19 Hardheidsclausule

Het college kan bepalingen in deze regeling buiten toepassing verklaren of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het doel van de regeling leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2024.

Artikel 21 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling NIKA Apeldoorn.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 11 juni 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

S. de Bruin

de burgemeester,

A.J.M. Heerts

Toelichting bij subsidieregeling NIKA Apeldoorn

Het beleid Natuurinclusief en Klimaatadaptief bouwen en ontwikkelen (hierna NIKA) van de gemeente Apeldoorn heeft als doel om bij te dragen aan een gezonde leefomgeving, de brede welvaart en toekomstbestendig maken van nieuwe stedelijke ontwikkelingen.

Stedelijke vergroening zorgt voor verkoeling in de zomer, buffert water, zuivert de lucht en biedt volop ruimte aan soorten zoals de huismus, gierzwaluw of gewone dwergvleermuis. Minder verharding en meer bomen, struiken en groenstroken leveren een belangrijke bijdrage aan zowel klimaatadaptatie als aan het versterken van de biodiversiteit en een gezonde leefomgeving.

De subsidieregeling is bedoeld om nieuwe ontwikkelingen financieel te ondersteunen zodat deze aan de NIKA voorwaarden kunnen voldoen. Om aanspraak te kunnen maken op deze subsidie dient de ontwikkeling aan alle vijf de vaste waarden voldoen en minimaal vijf punten scoren uit de variabele waarden van het NIKA beleid.

Toelichting bij Subsidieregeling NIKA artikel 1, onderdeel i, Nature Bases Solutions, artikel 7 Subsidiabele kosten en artikel 10 Aanvraag en stukken.

Artikel 1, lid 2, onderdeel f en k, NIKA voorwaarden en vaste waarden

In beginsel voldoet iedere ontwikkeling aan de 5 vaste en variabele waarden zoals geformuleerd in het NIKA-beleid. In de binnenstad kan het voor ruimtelijke ontwikkelingen lastig zijn om de ‘40% groen op maaiveld’ te behalen. Hier is de dichtheid van gebouwen al hoog. In sommige ontwikkelingen is het behalen van de groennorm niet mogelijk. Dan zijn er andere opties. Hiervoor is in het beleid maatwerk geformuleerd: gebiedsgerichte benadering Binnenstad. Voor de groennorm op maaiveld zijn 3 alternatieven geformuleerd.

Alternatief 1: groen op maaiveld Binnenstad

De te vergroenen oppervlakte bedraagt ook hier 40% van de oppervlakte van de bouw ontwikkeling. Hiervan moet minimaal 30% groen op maaiveld worden aangelegd. Ieder procent beneden de 40 komt terug als dak- en/of gevelgroen. Dus bij 30% groen op maaiveld, wordt de andere 10% als dak- en/of gevelgroen gemaakt. Gevel- en daktuingroen wordt juridisch planologisch beschermd.

Let op! Dit te realiseren gevel/dakgroen telt dan niet mee voor de te behalen punten op basis van de variabele waarden.

Alternatief 2: groen op maaiveld Binnenstad

Als in een bestaande situatie het plangebied voor meer dan 60% is bebouwd, dan geldt het volgende. De te vergroenen oppervlakte bedraagt 40% van het plangebied. Op maaiveld moet minimaal 80% van het huidige onbebouwde deel van het plangebied groen worden. Aanvullend wordt er dak- en gevelgroen toegevoegd. Het gevel- en dakgroen en het groen op maaiveld halen samen de 40%-norm van het plangebied. Gevel- en daktuingroen wordt juridisch planologisch beschermd.

Alternatief 3: bomen in de binnenstad

De regel voor het toevoegen van bomen is: minimaal één boom per 200m2 bouwvlak. In de binnenstad gelden de volgende alternatieven.

  • Alternatief 3A, een andere norm in relatie tot m2 bouwvlak: voor de binnenstad geldt 1 boom per 500m2 bouwvlak van de bebouwing.

  • Alternatief 3B, een andere norm bij ‘boomoppervlak’: in de binnenstad tellen bomen met een boomspiegel ( onverharde grond op maaiveld rondom een boom) groter dan 10m2 mee voor de 40%-groennorm. Zowel bestaande bomen van de eerste orde ( dat zijn bomen die groot kunnen worden, zoals eiken) als nieuwe bomen van de eerste orde tellen mee. Per boom van de eerste orde telt dan 80 m2 mee. Dit is het ‘volwassen’ kroonoppervlak. De voorwaarden hierbij zijn:

    • -

      De boom van de eerste orde is in de maat 30 tot 35. Of er is een minimale ‘obstakelvrije bovengrondse groeiruimte’ van 80m2 per boom.

    • -

      Er wordt een ‘duurzame groeiplaats’ van minimaal 40m3 doorwortelbaar volume gemaakt.

    • -

      Er wordt een ‘verharding vrije boomspiegel’ van >10m2 gemaakt.

  • Alternatief 3C, is er minder dan 40m2 vrije ruimte op maaiveld beschikbaar? Dan is het niet mogelijk om bomen te plaatsen.

Artikel 1, lid 2, onderdeel d, betaalbare woning

De gemeente Apeldoorn wil zorgen voor nieuwbouw van woningen die betaalbaar zijn voor huishoudens met lage, midden en hoge inkomens. We maken daarom onderscheid in goedkope, middeldure, dure woningen. Jaarlijks stelt het college van B&W in de prijsbrief ‘maximale koop- en huurprijzen bij nieuwbouw’, volgens een vaste systematiek de hoogte van de maximale koop- en huurprijzen vast. Dit doen we om aan te sluiten op de actualiteit en de uitgangspunten van ons woonbeleid. De maximum huur voor sociale huur en maximum v.o.n.-prijs voor middeldure koop worden door de rijksoverheid vastgesteld.

De prijsbrief gaat uit van de volgende vier prijssegmenten:

  • 1.

    Goedkoop: betaalbaar voor lage inkomens (tot inkomensgrens sociale huur)

  • 2.

    Middelduur-1: betaalbaar voor lage midden inkomens (tot anderhalf keer modaal)

  • 3.

    Middelduur-2: betaalbaar voor hoge midden inkomens (tot twee keer modaal)

  • 4.

    Duur: betaalbaar voor hoge inkomens (vanaf twee keer modaal)

Onder een betaalbare woning verstaat deze subsidie regeling een woning uit het prijssegment Goedkoop, Middelduur-1 en middelduur-2. Per segment worden per jaar de maximale koop- en huurprijzen vastgesteld.

Artikel 1, lid 2, onderdeel i, Nature basedsolutions

Een nature based solution is een maatregel die helpt om de biodiversiteit te vergroten en ruimte te bieden aan soorten die in de gemeente Apeldoorn in de stedelijke omgeving voorkomen. Onder een nature based solution verstaan wij onder nadere de volgende maatregelen:

  • Het inbouwen van voorzieningen/kasten voor gebouwbewonende vleermuizen (zoals de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis en laatvlieger), huismus en gierzwaluw.

  • Aanbrengen/inbouwen van nestkasten en/of voorzieningen voor andere doelsoorten zoals aangewezen in het NIKA zoals;

    • Nestkasten voor zwarte roodstaart, witte kwikstaart, boerenzwaluw, huiszwaluw en spreeuw

    • Insectenhotel/bijenstenen

    • Steenmarterkast

      Egelkast

    • Uilenkast

  • Het creëren van biotoop(en) voor de huismus en andere doelsoorten zoals aangewezen in het NIKA. Aan de hand van de gekozen doelsoorten wordt invulling gegeven aan de 4 v’s (voedsel, verblijf, voortplanting en verbindingen). Dit kan onder andere door het aanleggen van een;

    • vijver/poeltje met natuurlijk inrichting

    • wildernismuur

    • kwetterplek/vogelbosje (struik/struweel)

    • groene omheining(en) (hagen/heggen)

  • Het aanleggen van biodiversgroen op maaiveld;

    • bloemrijk en/of zadenrijk grasland

    • bomen in bosjes en/of gecombineerd met struweel,

    • boomgaarden,

    • bloemrijke/ bijenvriendelijke borders

    • en waterpartijen/wadi’s met natuurlijk karakter en minstens 50% natuurvriendelijke oever/oppervlakte:

  • Het aanleggen van ‘overig’ groen op maaiveld;

    • een gazon, solitaire bomen/struiken, leibomen, borders met planten, waterpartij met onnatuurlijke bodem (kunstmatige bodem) en wadi’s zonder specifiek biodivers beheer.

  • Het aanleggen van dak- en/of gevelgroen

  • Het aanleggen/aanbrengen van hittestress beperkende maatregelen zoals;

    • Leibomen op afstand van een woning

    • Groene voorzetelementen

  • Het aanleggen van (extra) waterbergende maatregelen zoals een;

    • Grijswatersysteem;

    • Polderdak;

    • Slimwaterdak;

    • Regenwater hergebruiksysteem voor de tuin met ten minste een berging van 0,7 m2 per 10 m2 tuin.

Onder maatregelen die niet onder de definitie nature bases solution vallen en hierdoor niet subsidiabel zijn, verstaan wij onder andere de volgende maatregelen;

  • Maatregelen die moeten worden genomen om windhinder te beperken om aan de gestelde normering te voldoen, wanneer dit geen natuurlijke maatregel betreft en deze maatregel geen direct positief effect heeft op de biodiversiteit.

  • Het aanbrengen van passieve hittestress beperkende maatregelen aan het gebouw die geen direct of indirect positief effect hebben op de biodiversiteit zoals;

    • Overstekken die in de zomerperiode de zoninval beperken en in de winterperiode zonlicht toelaten,

    • Flexibele zonwering,

    • Luifels en ‘louvres’,

    • Loggia’s.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

De extra kosten die het inrichten van een project met nature based solutions met zich meebrengt om aan NIKA voorwaarden te voldoen zijn subsidiabele kosten. Kosten die hieronder worden verstaan zijn onder andere (niet limitatief opgesomd);

  • Kosten van de aanschaf van (inbouw)faunavoorzieningen;

  • Kosten van het aanleggen en inrichten van de NIKA maatregelen die verband houden met de van 40% groennorm op maaiveld;

  • Kosten voor het aankopen en aanplanten van bomen, struiken, kruiden, zaden en andere beplanting;

  • Kosten van het aanleggen en inrichten van wadi’s;

  • Kosten voor de aanleg en inrichting van groene daken;

  • Kosten voor de aanleg en inrichting van groene gevels;

  • Kosten voor de aanleg en inrichting van biotopen voor doelsoorten;

  • Kosten voor de aanschaf en aanleg van grijswatersystemen, polderdaken en slimwaterdaken;

  • Kosten voor de aanschaf en aanleg van een regenwater hergebruiksysteem.

Niet subsidiabele kosten zijn onder andere voorbereidingskosten, ontwerpkosten, kosten met betrekking tot de aankoop van grond en de kosten van woonrijp maken die geen relatie hebben met het aanleggen en realiseren van nature based solutions.

Artikel 10 Aanvraag en stukken

Conform lid a dient de beschrijving van de toegepaste NIKA maatregelen ten minste bestaan uit de volgende informatie:

Algemene informatie

  • In tekst de totale oppervlakte van het plangebied

  • In tekst de totale oppervlakte van het bouwvlak

  • In tekst het aantal woningen, per type woning

Vaste waarden

  • 1.

    Voorzieningen voor gebouwbewonende soorten

    • In tekst het aantal voorzieningen door vogels en vleermuizen

    • In de gevelaanzichten moeten de locaties van deze voorzieningen zijn aangegeven.

  • 2.

    Groen op maaiveld

    • Het totale oppervlak van het groen op maaiveld

    • Het totale oppervlak publiek toegankelijk groen

    • Het totale oppervlak wat uit biodiversgroen bestaat.

    • Bovenstaande oppervlaktes moeten zijn te herleiden in de inrichtingstekeningen.

  • 3.

    Bomen

    • Indien van toepassing in tekst het aantal kwalificerende bomen die binnen de locatie aanwezig zijn en blijven behouden. Deze bomen moeten te zijn herleiden op de inrichtingstekeningen.

    • In tekst het aantal nieuw aan te planten bomen. De locatie van deze bomen moet te zijn herleiden op de inrichtingstekeningen.

  • 4.

    Waterberging

    • In tekst beschreven hoe het project voldoet aan de voorwaarde. Indien van toepassing moet dit te zijn herleiden in de inrichtingstekeningen.

  • 5.

    Windcomfort

    • Indien van toepassing moet worden aangetoond dat aan de voorwaarden voor comfort bij wind wordt voldaan. De indiener overlegd een windhinderonderzoek ter onderbouwing van de aanvraag.

Variabele waarden

  • Biodiversiteit

    • Indien van toepassing in tekst het aantal voorzieningen en voor welke doelsoort(en) voorzieningen worden opgehangen met daarbij op de gevelaanzichten en/of inrichtingstekeningen de locaties van deze voorzieningen.

    • Indien van toepassing in tekst de gekozen doelsoort(en) en het oppervlakte van de gecreëerde biotoop. Deze oppervlaktes moeten zijn te herleiden in de inrichtingstekeningen.

  • Gebouwgroen

    • Indien van toepassing in tekst de totale oppervlakte gevel/dak

    • Indien van toepassing in tekst het totale oppervlakte dakgroen en het type dakgroen dat wordt aangelegd. Dit moet te zijn herleiden in de gevelaanzichten en/of de inrichtingstekeningen

    • Indien van toepassing in tekst het gekozen gevelgroen en het totale oppervlakte gevel wat het gekozen gevelgroen kan bedekken, eventueel in combinatie met de oppervlakte van de gekozen klimconstructie. De oppervlaktes moeten te zijn herleiden in de gevelaanzichten en/of de inrichtingstekeningen

  • Klimaatadaptatie

    • Indien van toepassing een beschrijving van de gekozen hittestress beperkende maatregel en indien van toepassing de aantallen. Deze moeten te zijn herleiden in de gevelaanzichten en/of de inrichtingstekeningen.

    • Indien van toepassing een beschrijving en aantallen van de toegapaste extra waterbergende maateregel. Deze moeten te zijn herleiden in de gevelaanzichten en/of de inrichtingstekeningen.

Conform lid d dient een onderbouwing van de begroting van de subsidiabele kosten te worden aangeleverd. Deze kosten dienen exclusief BTW te worden opgenomen in de begroting.