Aanvullend Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024 (jeugdhulpvervoer)

Geldend van 26-06-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Aanvullend Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024 (jeugdhulpvervoer)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam en de burgemeester van Hardinxveld-Giessendam, ieder voor zover zijn bevoegdheid betreft;

Gelet op:

De Jeugdwet

De Verordening Jeugdhulp 2022 gemeente Hardinxveld-Giessendam en de bijbehorende nadere regels;

Artikel 5, onder IV, van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid;

Afdeling 10.1.1. van de Algemene wet Bestuursrecht;

Artikel 171, lid 2 van de Gemeentewet;

Het Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Hardinxveld-Giessendam 2022;

Besluiten

Ter zake van de volgende bevoegdheden en onder de hierna volgende regels mandaat en machtiging te verlenen aan de directeur publieke gezondheid aanvullend op hetgeen is bepaald in het Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Hardinxveld-Giessendam 2022 en het Aanvullend Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Hardinxveld-Giessendam 2022

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a.

college

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam

b.

burgemeester

de burgemeester van de gemeente Hardinxveld-Giessendam

c.

directeur

de directeur publieke gezondheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid

d.

gemandateerde

de directeur publieke gezondheid

e.

gemeente

de gemeente Hardinxveld-Giessendam

f.

samenwerkingsverband

het rechtspersoonlijk bezittend openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland

Artikel 2 Mandaat en benoemingsbesluit

Aan de directeur wordt mandaat en machtiging verleend om:

  • 1.

    namens het college de correspondentie te voeren en alle (rechts)handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn om te zorgen voor naleving van de overeenkomsten die gesloten zijn met vervoerders voor de uitvoer van het jeugdhulpvervoer;

  • 2.

    namens het college rechtsgedingen op te starten jegens vervoerders belast met de uitvoer van het jeugdhulpvervoer teneinde de uitvoering van het jeugdhulpvervoer te bewerkstelligen c.q. nakoming van de overeenkomst af te dwingen als mede alle andere rechtsgedingen hieruit voortkomend. Dit behelst o.a., maar niet uitsluitend: een kort geding, bodemprocedure en een eventueel hoger beroep;

  • 3.

    namens het college het woord te voeren en verweer te voeren– schriftelijk of mondeling – in rechtsgedingen jegens en/of vanuit (gecontracteerde) vervoerders zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel;

  • 4.

    namens het college het treffen van een minnelijke schikking en/of in onderhandeling te treden met vervoerders inzake de overeenkomsten voor de uitvoering van het jeugdhulpvervoer, indien dit noodzakelijk is voor de waarborging van continuïteit van vervoer voor jeugdigen;

  • 5.

    het inschakelen van juridische bijstand ten behoeve van rechtsgedingen zoals bedoeld in de voorgaande leden van dit artikel;

  • 6.

    het verlenen van een volmacht aan functionarissen binnen en buiten het samenwerkingsverband om namens het samenwerkingsverband uitvoering te geven aan hetgeen hiervoor aan het samenwerkingsverband is gemandateerd onder verantwoordelijkheid van de directeur.

  • 7.

    namens de burgemeester documenten die voortvloeien uit de correspondentie als bedoeld in het eerste lid te ondertekenen.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1.

    Het is de gemandateerde toegestaan ondermandaat te verlenen aan direct onder hem ressorterende functionarissen binnen het samenwerkingsverband. In het betreffende besluit tot verlening van ondermandaat kan worden bepaald dat ook aan andere functionarissen ondermandaat kan worden verleend, indien dit wenselijk of noodzakelijk is wegens de specifieke kenmerken van de bevoegdheid.

  • 2.

    Waar in dit besluit wordt gesproken van mandaat, en gemandateerde, wordt daaronder tevens begrepen ondermandaat en ondergemandateerde.

Artikel 4 Voorschriften en instructies

  • 1.

    De gemandateerde is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, benodigd voor de voorbereiding, bekendmaking en uitvoering van een door hem krachtens mandaat genomen besluit.

  • 2.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, het bepaalde bij of krachtens de Jeugdwet en de bij of krachtens wettelijke regelingen door het college vastgestelde richtlijnen; en beleidsregels van het college.

  • 3.

    Een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend, past de algemene dan wel specifieke instructies, bedoeld in artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht, van het college toe.

  • 4.

    Het college zorgt ervoor dat de gemandateerde over de informatie beschikt die noodzakelijk is voor een correcte uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden. De gemandateerde zorgt ervoor dat de personen aan wie hij ondermandaat verleent eveneens kunnen beschikken over de informatie, bedoeld in de eerste volzin.

  • 5.

    Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de gemandateerde over uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de uitvoeringsorganisatie voor het college uitvoert.

  • 6.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5 Informatie- en overlegplicht

  • 1.

    De gemandateerde stelt het college in kennis van krachtens mandaat te nemen of genomen besluiten waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het college gewenst is.

  • 2.

    Het niet voldoen aan de in lid 1 omschreven terugkoppelingsplicht doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens mandaat genomen beslissing.

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als Aanvullend Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024 (jeugdhulpvervoer).

  • 3.

    Dit mandaatbesluit geldt als aanvullend mandaat verleend vanuit het Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Hardinxveld-Giessendam 2022 en het Aanvullend Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Hardinxveld-Giessendam 2022.

Ondertekening

Aldus besloten op 28 mei 2024

Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam,

De secretaris, De burgemeester,

F. Haagsma D. Heijkoop