Regeling vervalt per 10-07-2024

Besluit (voortzetting) flexibel cameratoezicht De Kupstraat 2024 II

Geldend van 24-06-2024 t/m 09-07-2024 met terugwerkende kracht vanaf 19-06-2024

Intitulé

Besluit (voortzetting) flexibel cameratoezicht De Kupstraat 2024 II

Besluit

De burgemeester van de gemeente Hilversum besluit het flexibel cameratoezicht, dat is aangevangen met het ‘Aanwijzingsbesluit flexibel cameratoezicht De Kupstraat 2024’ van 29 mei 2024 met drie weken voort zetten. Daartoe neemt een de burgemeester een nieuw aanwijzingsbesluit dat geldt van 19 juni 2024 tot en met 10 juli 2024.

Dit besluit geldt voor het hieronder weergegeven gebied op en aan de De Kupstraat te Hilversum waarbinnen flexibel cameratoezicht is geplaatst ten behoeve van toezicht op de openbare plaatsen.

Aangewezen gebied

De burgemeester wijst, overeenkomstig het aanwijzingsbesluit van 29 mei 2024, aan als gebied waarbinnen het cameratoezicht wordt is ingezet:

de voor een ieder toegankelijke plaatsen aan de De Kupstraat als weergegeven in onderstaande kaart.

afbeelding binnen de regeling

Duur van de aanwijzing

Dit besluit geldt voor de duur van drie weken. Dit besluit wordt zo snel mogelijk ingetrokken zodra de inzet van cameratoezicht niet langer noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde.

Toepasselijke regelgeving

De burgemeester maakt gebruik van de in artikel 151c van de Gemeentewet in samenhang met artikel 2.8.1, tweede en derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Hilversum 2010 gegeven bevoegdheid. Dit is een bevoegdheid tot inzet van flexibel cameratoezicht ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats indien dat in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is. De relevante regelgeving is in een bijlage bij dit besluit opgenomen.

Motivering van het aanwijzingsbesluit van 29 mei 2024

De burgemeester heeft aan het aanwijzingsbesluit van 29 mei 2024 het volgende ten grondslag gelegd.

In de nacht van 4 op 5 mei 2024, omstreeks 1.32 uur, heeft bij het portiek van zes woningen aan de De Kupstraat te Hilversum een explosie plaatsgevonden. Door deze explosie is schade aan het pand ontstaan. Die schade bestaat uit twee vernielde ruiten. De explosie is veroorzaakt door een vuurwerkbom. Ter handhaving van de openbare orde heeft de burgemeester op grond van artikel 174a, eerste lid, aanhef onder b, van de Gemeentewet één van de bij dat portiek behorende woningen gesloten en zijn aanvullende maatregelen getroffen om nieuwe incidenten te voorkomen.

De politie is een opsporingsonderzoek gestart en heeft de burgemeester herhaaldelijk geïnformeerd over de stand van zaken en de actuele veiligheidssituatie. Ten tijde van het aanwijzingsbesluit was de veiligheidssituatie zodanig verbeterd dat voortzetting van de sluiting niet langer noodzakelijk was. De burgemeester heeft om die reden de sluiting niet verlengd. Dat neemt echter niet weg dat de kans op herhaling op dat moment nog niet geheel was uit te sluiten. Om die reden moesten opvolgende maatregelen worden genomen om verstoringen van de openbare orde en incidenten die de leefbaarheid negatief beïnvloeden te voorkomen. Cameratoezicht was, tezamen met de inzet van andere middelen, een geschikt en proportioneel middel om de openbare orde te handhaven. Het was niet mogelijk om met een minder ingrijpend middel dezelfde mate van toezicht uit te oefenen.

Motivering van dit aanwijzingsbesluit

Sinds de inzet van flexibel cameratoezicht hebben zich geen geweldsincidenten voorgedaan. De onrust in de buurt is echter niet verdwenen. Die onrust houdt niet alleen verband met de explosie van 5 mei 2024 maar ook met recente uitlatingen op sociale media die ook landelijk aandacht hebben gegenereerd en de ophef die die uitlatingen teweeg hebben gebracht. De politie brengt op korte termijn een advies uit over de mate van dreiging die deze uitlatingen al dan niet veroorzaken. In het licht van eerder geweld is er nog onvoldoende zekerheid dat de veiligheidssituatie sinds de inzet van flexibel cameratoezicht in positieve zin is gewijzigd. Om die reden ziet de burgemeester onvoldoende grond om het cameratoezicht nu te eindigen.

De burgemeester neemt daarbij in aanmerking dat de gevoelens van onveiligheid in de buurt gedurende het cameratoezicht niet zijn verdwenen. Er moet daarom verder worden geïnvesteerd in de bevordering van veiligheidsbeleving. Voortduring van toezicht door extra surveillance en cameratoezicht dragen daaraan bij.

Wat de burgemeester in het aanwijzingsbesluit van 29 mei 2024 heeft overwogen over de geschiktheid en proportionaliteit geldt nog steeds. Weliswaar maakt het tijdsverloop sinds de geweldsincidenten dat de noodzakelijkheid van cameratoezicht kritischer moet worden beoordeeld, maar in het licht van wat hiervoor is overwogen is het tijdsverloop nu niet zodanig dat die noodzaak niet langer bestaat en het cameratoezicht daarom moet worden beëindigd.

Met de voorzetting van cameratoezicht duurt ook de inbreuk op de privacy van bewoners, bezoekers en passanten voort. De belangen van openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en van strafbare feiten wegen in dit geval echter ook nu nog zwaarder dan het individuele belang van de burgers bij de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer. Van belang is ook dat tegen het aanwijzingsbesluit van 29 mei 2024 geen bezwaar is gemaakt. Bovendien wordt aan de verwerking van de gegevens eisen gesteld op de in artikel 151c van de Gemeentewet genoemde wijze.

Voor een voortdurende aanwezigheid van politie in de buurt is ook nu onvoldoende capaciteit beschikbaar. Om die reden is het niet mogelijk om met een minder ingrijpend middel dezelfde mate van toezicht uit te oefenen. Daarom is ten aanzien van dit besluit aan het subsidiariteitsvereiste voldaan.

Over de inzet van flexibel cameratoezicht voor de periode van 19 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 heeft overleg plaatsgevonden met de officier van justitie.

Wijze van plaatsing en procedure

De wijze van plaatsing en procedure blijft ongewijzigd. Dat betekent het volgende.

1. Een camera blijft zodanig geplaatst, dat er geen hinder voor verkeer of omwonenden wordt ondervonden, of een camera makkelijk doelwit kan worden van vernielingen.

2. Een camera blijft uitsluitend gericht op de openbare weg, waardoor inkijk bij omwonenden zoveel mogelijk wordt uitgesloten.

3. De camerabeelden worden 24 uur per dag opgenomen en opgeslagen. De beelden zijn alleen te bekijken door de politie.

4. De opgenomen beelden worden ten hoogste 4 weken bewaard.

5. In het gebied worden de beelden live uitgekeken indien nodig in verband met handhaving van de openbare orde en/of bij incidenten en (dreigende) verstoringen van de openbare orde.

6. De politie bekijkt de opgenomen beelden indien er klachten worden ingediend, aangifte wordt gedaan, strafbare feiten zijn gepleegd of indien dit van belang is naar aanleiding van incidenten of (dreigende) verstoringen van de openbare orde en veiligheid.

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 19 juni 2024 en geldt tot en met 10 juli 2024.

Citeerwijze

Dit besluit wordt aangeduid als ‘Besluit aanwijzing flexibel cameratoezicht De Kupstraat 2024 II’.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Vindt u het besluit om bepaalde reden onjuist? Dan kunt u bezwaar maken als u belanghebbende bent. U kunt digitaal bezwaar maken via www.hilversum.nl/klacht-bezwaar-beroep/bezwaar-tegen-gemeentelijke-besluiten. Maakt u liever per brief bezwaar, dan kunt u uw bezwaarschrift sturen aan de burgemeester van Hilversum. Het adres is:

Postbus 9900

1201 GM Hilversum

Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift indient binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit. Daarmee voorkomt u dat het bezwaarschrift niet wordt behandeld.

In het bezwaarschrift neemt u in ieder geval op:

- uw naam, adres, datum en handtekening; graag ook het telefoonnummer waarop u overdag te bereiken bent;

- het kenmerk (zaaknummer) van het besluit. Dit kenmerk is 1496948.

- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht; vermeld hierbij de datum van bekendmaking van dat besluit of stuur een kopie van het besluit mee;

- de reden waarom u vindt dat het besluit onjuist is;

- een volmacht, als u het bezwaarschrift namens iemand anders indient.

Als u niet wil dat het besluit wordt uitgevoerd voordat de bezwaarprocedure is beëindigd, kunt u in spoedeisende gevallen een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, sector bestuursrecht, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Voor het in behandeling nemen van zo’n verzoek betaalt u griffierecht.

Dit besluit is vastgesteld door de burgemeester van Hilversum op 19 juni 2024.

Dr. Ir. G.M. van den Top

Bijlage regelgeving

Artikel 151c Gemeentewet

1. De raad kan bij verordening de burgemeester de bevoegdheid verlenen om, indien dat in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is, te besluiten om voor een bepaalde duur camera’s in te zetten ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties en andere bij verordening aan te wijzen plaatsen die voor een ieder toegankelijk zijn.

2 De burgemeester besluit met inachtneming van het in de verordening van de raad bepaalde:

a. binnen welk gebied, bestaande uit openbare plaatsen of andere voor een ieder toegankelijke plaatsen als bedoeld in het eerste lid, camera’s worden ingezet;

b. voor welke duur de gebiedsaanwijzing plaatsvindt.

3. De burgemeester stelt, na overleg met de officier van justitie in het overleg, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Politiewet 2012, de periode vast waarin in het belang van de handhaving van de openbare orde daadwerkelijk gebruik van de camera’s plaatsvindt en de met de camera’s gemaakte beelden in elk geval rechtstreeks worden bekeken.

4. De burgemeester bedient zich bij de uitvoering van het in het eerste lid bedoelde besluit van de onder zijn gezag staande politie.

5. De burgemeester trekt het besluit, bedoeld in het eerste lid, in zodra de inzet van camera’s niet langer noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde.

6. De aanwezigheid van camera’s als bedoeld in het eerste lid is op duidelijke wijze kenbaar voor een ieder die het gebied, bedoeld in het tweede lid, onder a, betreedt.

7. Met de camera’s worden uitsluitend beelden gemaakt van een openbare plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties en andere bij verordening aan te wijzen plaatsen die voor een ieder toegankelijk zijn.

8. Ten behoeve van de handhaving van de openbare orde worden in het kader van het toezicht, bedoeld in het eerste lid, gegevens verwerkt.

9. De verwerking van de gegevens, bedoeld in het achtste lid, is een verwerking als bedoeld in de Wet politiegegevens, met dien verstande dat, in afwijking van het bepaalde in artikel 8 van die wet, de vastgelegde beelden na ten hoogste vier weken worden vernietigd en de gegevens, bedoeld in het achtste lid, indien er concrete aanleiding bestaat te vermoeden dat die gegevens noodzakelijk zijn voor de opsporing van een strafbaar feit, ten behoeve van de opsporing van dat strafbare feit kunnen worden verwerkt.

10. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met het oog op de goede uitvoering van het toezicht, bedoeld in het eerste lid, regels worden gesteld omtrent:

a. de camera’s en andere technische hulpmiddelen benodigd voor het toezicht, bedoeld in het eerste lid, en de wijze waarop deze hulpmiddelen worden aangebracht;

b. de personen belast met of anderszins direct betrokken bij de uitvoering van het toezicht; en

c. de ruimten waarin de waarneming of verwerking van door het toezicht vastgelegde beelden plaatsvindt.

Artikel 2.8.1 APV

1. De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet, na instemming van de gemeenteraad, besluiten tot plaatsing van vaste camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.

2. De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van flexibel cameratoezicht voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats. De inzet van drones is daarbij niet toegestaan.

3. De burgemeester heeft de bevoegdheid als bedoeld in het eerste en tweede lid eveneens ten aanzien van andere voor eenieder toegankelijke plaatsen.

Ondertekening