Nadere regels Oplossingen voor netcongestie voor bedrijven en gebouwde omgeving 2024 - 2030 Provincie Flevoland

Geldend van 18-07-2024 t/m 09-10-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2024

Intitulé

Nadere regels Oplossingen voor netcongestie voor bedrijven en gebouwde omgeving 2024 - 2030 Provincie Flevoland

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

overwegende dat:

Provinciale Staten bij besluit van 29-05-2024 budget beschikbaar hebben gesteld voor oplossingen voor netcongestie voor bedrijven en gebouwde omgeving 2024-2030 Provincie Flevoland en daarbij hebben aangegeven dat deze middelen beschikbaar moeten worden gesteld door middel van subsidiëring;

de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023 een procedureel kader geeft voor subsidiëring van activiteiten die passen in het provinciaal beleid;

in deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op subsidiecriteria;

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023.

BESLUITEN:

De volgende nadere regels vast te stellen:

Nadere regels Oplossingen voor netcongestie voor bedrijven en gebouwde omgeving 2024-2030 Provincie Flevoland

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    ASF 2023: De Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023.

  • b.

    éénmalig subsidie: een subsidie die eenmalig voor een bepaalde in tijd begrensde activiteit wordt verstrekt voor een periode van maximaal 4 jaar.

  • c.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende 2024-2030 ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies in het kader van deze nadere regels.

  • d.

    AGVV: Algemene groepsvrijstellingsverordening Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie welke ingrijpend is aangepast op 1 juli 2023 (PbEU L 167 1 van 30 juni 2023) waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187);

  • e.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) Nummer 2023/2831 (PbEU 2023, L-serie);

  • g.

    rechtspersoon: bij de Kamer van Koophandel ingeschreven rechtsvormen die een economische activiteit uitoefenen, waaronder mede wordt begrepen partnerondernemingen of verbonden ondernemingen bedoeld in artikel 3, derde lid, van Bijlage 1 behorende bij de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

  • h.

    grootverbruikaansluiting: aansluiting op het elektriciteitsnetwerk groter dan 3 x 80 ampère;

  • i.

    kennisleverancier: een private of publieke instantie met activiteiten die gericht is op kennisoverdracht en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of een buitenlandse soortgelijke organisatie;

  • j.

    fossiele energie: aardgas, benzine, dieselolie, kerosine, kolen;

  • k.

    Duurzame energie: energieopwekking uit onuitputtelijke bronnen waaronder duurzame hernieuwbare grondstoffen, zon, wind, bodem en water;

  • l.

    haalbaarheidsstudie: een haalbaarheidsstudie zoals bedoeld in artikel 2, onder 87 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • m.

    netcongestie: het plaatselijk bereiken van de maximale belastbaarheid van de distributie- en transportnetten voor elektriciteit;

  • n.

    oplossingen voor netcongestie: oplossingen voor het efficiënter gebruiken van het elektriciteitsnet en voor het voorkomen, verminderen of wegnemen van transportschaarste en wachttijden voor het krijgen van voldoende transportvermogen of een aansluiting op het elektriciteitsnet;

  • o.

    samenwerkingsverband: een collectief van minimaal drie publieke en/of private partijen die gezamenlijk een subsidieaanvraag indienen voor een collectieve oplossing bij netcongestie;

  • p.

    de eigen bedrijfsvoering: het primaire bedrijfsproces van de aanvrager van de subsidie, indien het niet uitsluitend opwekking van energie of het aanbieden van balanceringsdiensten betreft;

  • q.

    collectieve oplossingen: oplossingen voor netcongestie waaraan ten minste drie verschillende rechtspersonen deelnemen die duurzame energie of transportvermogen aan elkaar beschikbaar stellen of gezamenlijk gebruik maken van een voorziening zoals een eigen gezamenlijk netwerk, energieopslagvoorziening of softwaresysteem;

  • r.

    balanceringsdiensten: het aanbieden van diensten aan de netbeheerders, zoals het leveren van noodvermogen, frequentieherstel en balancering;

  • s.

    MVA: Mega-Volt-Amp.

Artikel 2. Reikwijdte nadere regels

Deze nadere regels zijn van toepassing op subsidies die Gedeputeerde Staten kunnen verstrekken om - in het kader van klimaat-, energie-, economische en efficiëntiedoelstellingen - activiteiten te ondersteunen die gericht zijn op het voorkomen, verminderen of oplossen van netcongestie op het elektriciteitsnet.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • 1.

    het tot stand brengen van een initiatief voor oplossingen voor netcongestie;

  • 2.

    een haalbaarheidsstudie naar oplossingen voor netcongestie in de eigen bedrijfsvoering van een individueel bedrijf of een samenwerkingsverband;

  • 3.

    het realiseren van oplossingen voor het voorkomen van netcongestie in de eigen bedrijfsvoering voor zover wordt aangetoond dat het gecontracteerd transportvermogen (GTV) van een bedrijf of het gesommeerde gelijktijdige piekvermogen (in de praktijk kWmax) van een groep bedrijven wordt verlaagd of gelijk blijft;

  • 4.

    het realiseren van oplossingen die bijdragen aan het verminderen of oplossen van netcongestie in het oranje of rood aangeduid gebied zoals aangegeven in de “Capaciteitskaart afname elektriciteitsnet” voor zover wordt aangetoond dat het gecontracteerd transportvermogen van een individueel bedrijf (GTV) of het gesommeerde gelijktijdige piekvermogen (in de praktijk kWmax) van een groep bedrijven gelijk blijft of wordt verlaagd indien:

    • a.

      afnemers van elektriciteit meer vermogen nodig hebben doordat zij uitbreiden en/of verduurzamen;

    • b.

      voor eigen gebruik meer duurzame elektriciteit wordt geproduceerd doordat zij uitbreiden en/of verduurzamen.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1. Subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon die eigenaar of huurder is van een opstal waar het project betrekking op heeft met een aansluiting op het elektriciteitsnet met een aansluitwaarde tot en met 2 MVA.

  • 2. Subsidie kan worden aangevraagd door een samenwerkingsverband van rechtspersonen bedoeld in het eerste lid mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      een aanvrager is of neemt deel aan een samenwerkingsverband met drie of meer rechtspersonen bedoeld in het vorige lid;

    • b.

      geen van de deelnemers aan het samenwerkingsverband neemt meer dan 70% van de subsidiabele kosten voor zijn rekening;

  • 3. Een subsidie zoals bedoeld in artikel 3 kan voor zover deze staatssteun betreft, worden gerechtvaardigd voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden zoals opgenomen in:

    • a.

      artikel 25 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening voor zover het steun betreft bestemd voor een haalbaarheidsstudie;

    • b.

      de de-minimisverordening voor zover het steun betreft bestemd voor het realiseren van oplossingen bij netcongestie.

Artikel 5. Subsidievorm

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen op grond van deze nadere regels een éénmalige subsidie verstrekken.

  • 2. De subsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

  • 1. Een subsidie zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt 75 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 10.000,-

  • 2. Subsidie zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten met een minimum van € 5.000 tot een maximum van € 15.000,- voor zover sprake is van een individuele aanvraag.

  • 3. Een subsidie zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten met een minimum van € 5.000 tot een maximum van € 25.000 voor zover sprake is van een aanvraag van een samenwerkingsverband.

  • 4. Een subsidie zoals bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, bedraagt 30 procent van de subsidiabele kosten met een minimum van € 5.000 tot een maximum van € 50.000, voor zover sprake is van een individuele aanvraag.

  • 5. Een subsidie zoals bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten met een minimum van € 5.000 tot een maximum van € 100.000, voor zover sprake is van een aanvraag van een samenwerkingsverband.

  • 6. Indien een batterij onderdeel vormt van de oplossing (artikel 3, derde en vierde lid) bij netcongestie bedraagt de bijdrage vanuit de subsidie voor dat onderdeel per begunstigde maximaal € 25.000,-.

  • 7. Indien toepassing van artikel 6 lid 1 tot en met lid 6 zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van artikel 6 lid 1 tot en met lid 6 zodanig bijgesteld en voor zover de aanvrager de activiteiten nog kan/wil uitvoeren, dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

Artikel 7. Subsidieplafond

Deze regeling maakt gebruik van (deel)subsidieplafonds. Deze plafonds worden jaarlijks door Gedeputeerde Staten vastgesteld en gepubliceerd in het Provinciaal Blad.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

  • 1. Subsidieaanvragen kunnen gedurende de periode van 01-07-2024 tot en met 31-12-2027 worden ingediend.

  • 2. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 3. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van ontvangst.

Artikel 9. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • 1. In aanvulling op de in te dienen gegevens op grond van art. 15 van de ASF 2023 worden bij de aanvraag de volgende gegevens overlegd:

    • A.

      voor zover het betreft een aanvraag om subsidie bedoeld in artikel 3, eerste lid:

      een projectplan dat tenminste bevat: een inhoudelijke beschrijving van het haalbaarheidsonderzoek, de probleemstelling of beschrijving van de problematiek en de tijdsplanning en een begroting.

    • B.

      voor zover het betreft een aanvraag om subsidie bedoeld in artikel 3, tweede lid naast een projectbeschrijving van het onderzoek waarin wordt onderbouwd in hoeverre er sprake is van (de mate van) netcongestie bij het bedrijf of de leden van het samenwerkingsverband, een begroting van de kosten van de activiteit en een financieringsplan van de kosten van de activiteit.

    • C.

      voor zover het betreft een aanvraag om subsidie bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid naast een begroting van de kosten van de activiteit en een financieringsplan van de kosten van de activiteit:

      • a.

        een haalbaarheidsstudie, businesscase en deelnameverklaringen van de betrokken en benodigde partijen.

      • b.

        de doelstelling en een beschrijving hoe het project het probleem vermindert, oplost of voorkomt, een tijdsplanning en de beoogde resultaten, waaronder tenminste een uitgebreide beschrijving, onderbouwing en kwantificering van de beoogde vermindering van transportcapaciteit op het elektriciteitsnet, ofwel een beschrijving, onderbouwing en kwantificering van de vermeden uitbreiding van de netcapaciteit bij toenemende stroom vragende of aanbiedende bedrijfsactiviteiten;

      • c.

        voor zover de oplossing teruglevering van stroom betreft: een beschrijving wat er met de opgewekte duurzame elektriciteit wordt gedaan;

      • d.

        een indicatie van de duur waarbij de oplossing operationeel zal blijven en een beschrijving van wat er met het materiaal na die periode gebeurt;

      • e.

        een samenvatting van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, alsmede een schriftelijke toestemming dat deze samenvatting kan worden gebruikt in een voor een ieder toegankelijke publicatie;

      • f.

        indien er sprake is van een gezamenlijke aanvraag dient tevens te worden toegevoegd een schriftelijke verklaring van de netbeheerder dat de maatregelen uitgevoerd kunnen worden op het moment van afgifte van de verklaring.

  • 2. Een aanvraag door een samenwerkingsverband (zie artikel 4 lid 2) bevat tevens:

    • a.

      een beschrijving van de deelnemers waarmee wordt samengewerkt in het samenwerkingsverband;

    • b.

      een toelichting waaruit tenminste de verdeling van de activiteiten, beschrijving van de aard van de collectieve oplossing, financiën en gevraagde subsidie per deelnemer blijkt;

    • c.

      een machtiging aan één van de deelnemers om de communicatie omtrent de subsidieaanvraag namens de deelnemers te mogen verrichten en de na subsidieverstrekking door Gedeputeerde Staten te betalen bedragen te ontvangen, te verdelen en te verantwoorden.

Artikel 10. Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op artikel 12, eerste lid van de ASF 2023, wordt een subsidieaanvraag in ieder geval afgewezen wanneer:

    • a.

      de deelnemer eerder subsidie van Gedeputeerde Staten heeft ontvangen voor dezelfde subsidiabele activiteiten bedoeld in artikel 3 en voor dezelfde elektriciteitsaansluiting;

    • b.

      de activiteit betrekking heeft op het gebruik van fossiele energie op het perceel van de aanvrager;

    • c.

      de activiteit een duurzaamheidsmaatregel is die is gericht op een laadpaal en energiebesparing of enkel gericht is op opwekking van duurzame energie;

    • d.

      de activiteit technisch of financieel niet haalbaar is;

    • e.

      de activiteit meer transportvermogen nodig heeft of vraagt dan momenteel is gecontracteerd;

    • f.

      de activiteit een batterijoplossing betreft van meer dan 1 MVA;

    • g.

      de activiteit buiten Flevoland plaatsvindt;

    • h.

      de uitvoering van de activiteit is gestart voordat de aanvraag is ontvangen;

    • i.

      de begunstigde een aansluiting heeft van meer dan 2 MVA;

    • j.

      de primaire bedrijfsvoering van de begunstigde het aanbieden van zon- of windenergie of balanceringsdiensten is;

    • k.

      de onderneming wiens aansluiting het betreft tevens de aanbieder van de oplossing is;

    • l.

      de activiteit betrekking heeft op een individuele woning;

    • m.

      de eigenaar en huurder van een opstal beiden deelnemen aan het samenwerkingsverband

    • n.

      de aanvrager een onderneming is die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in paragraaf 2.2 van de Communautaire richtsnoeren inzake reddings -en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU, 2014/C 249/01);

    • o.

      tegen de aanvrager een terugvorderingsbevel is gegeven omdat eerdere steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt;

    • p.

      Het subsidieplafond voor het betreffende jaar is bereikt

  • 2. Indien een begunstigde meer dan één aanvraag heeft ingediend, wordt slechts één aanvraag in behandeling genomen, voor zover deze betrekking hebben op dezelfde subsidiabele activiteit op basis van artikel 3 eerste tot en met vierde lid.

Artikel 11. Subsidiecriteria

  • 1. Om voor een subsidie in aanmerking te kunnen komen, moeten de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd voldoen aan de volgende subsidiecriteria:

    • a.

      oplossingen die bijdragen aan het voorkomen, verminderen of wegnemen van netcongestie;

    • b.

      het gelijk blijven of verlagen van het gecontracteerd transportvermogen (GTV) van een bedrijf of een gelijktijdige piekvermogen (in de praktijk kWmax) van een groep bedrijven;

    • c.

      het gelijk blijven of verlagen van piekvermogen (in de praktijk kWmax) indien:

      • i.

        afnemers van stroom meer stroom vragen doordat zij uitbreiden of verduurzamen of

      • ii.

        invoeders van stroom meer duurzame elektriciteit produceren doordat zij meer zonnepanelen plaatsen of windturbines opstellen.

  • 2. Aan de bovenstaande criteria zijn punten gekoppeld. Per criterium kent Gedeputeerde Staten een aantal punten toe. In tabel 1 is opgenomen hoe de puntentelling er per criterium opgenomen.

    Tabel 1

    Criterium

    punten

    • a.

      oplossingen die bijdragen aan het voorkomen, verminderen of oplossen van netcongestie;

    20

    • b.

      het gelijk blijven of verlagen van het gecontracteerd transportvermogen (GTV) van een bedrijf of een gelijktijdige piekvermogen (in de praktijk kWmax) van een groep bedrijven;

    40

    • c.

      het gelijk blijven of verlagen van piekvermogen indien:

      • i.

        afnemers van stroom meer stroom vragen doordat zij uitbreiden of verduurzamen; of

      • ii.

        invoeders van stroom meer duurzame elektriciteit produceren doordat zij meer zonnepanelen plaatsen of windturbines opstellen.

    40

    Totaal

    100

  • 3. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet een aanvraag minimaal 40 punten scoren.

    • 1.

      Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats op basis van de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag, waarbij een lager aangevraagd subsidiebedrag voorgaat op een hoger aangevraagd subsidiebedrag.

    • 2.

      Indien toepassing van het tweede lid ertoe leidt dat subsidieaanvragen op een gelijke plaats eindigen, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen bepaald door middel van loting.

    • 3.

      Gedeputeerde Staten kunnen ten behoeve van de behandeling van een subsidieaanvraag advies vragen aan Liander N.V.

    • 4.

      Gedeputeerde Staten geven aan binnen welke termijn een advies wordt verwacht.

    • 5.

      Indien het advies niet tijdig wordt uitgebracht, staat het enkel ontbreken daarvan niet in de weg aan het nemen van een besluit.

    • 6.

      In of bij een besluit wordt vermeld dat advies is uitgebracht

Artikel 12. Subsidiabele kosten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor:

  • a.

    inhuurkosten voor externe expertise en procesbegeleiding;

  • b.

    materiaalkosten, zoals kosten voor apparatuur, installaties, meet - en regeltechniek en ondersteunende toebehoren zoals software e.d.;

  • c.

    contante waarde van de huurkosten van apparatuur en uitrusting die deel uitmaken van de daadwerkelijk gerealiseerde oplossing;

  • d.

    kosten van uitvoering, het laten bouwen en installeren van de gekozen oplossingen bij netcongestie.

Artikel 13. Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten zijn niet subsidiabel:

  • a.

    De reguliere exploitatiekosten, waaronder beheer- en onderhoudskosten, reserveringen voor vervanging e.d.

  • b.

    Kosten die voortvloeien uit dan wel te maken hebben met personele inzet van medewerkers die werkzaam zijn voor de overheid.

  • c.

    De kosten zoals benoemd in artikel 9 van de ASF 2023.

  • d.

    Doorbelaste kosten van andere ondernemingen/instellingen/burgers die uit één of meer dezelfde bestuursleden/eigenaren bestaan.

Artikel 14. Subsidievaststelling en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen een subsidie zoals bedoeld in artikel 3 met een bedrag van € 10.000 of minder direct vast.

  • 2. Gedeputeerde Staten leggen bij een subsidie, zoals bedoeld in artikel 3, vanaf € 10.000 in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling aantoont dat de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3. Bij een beschikking als bedoeld in lid 1 vindt de betaling van het subsidiebedrag in één keer plaats.

  • 4. Bij een beschikking als bedoeld in lid 2 vindt de betaling van het subsidiebedrag tot en met € 25.000 in één keer plaats als voorschot.

  • 5. Bij een beschikking als bedoeld in lid 2 vindt de betaling van het subsidiebedrag vanaf € 25.000 in plaats als voorschot ten hoogste van 90% van het verleende subsidiebedrag.

Artikel 15. Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 20 tot en met 24 van de ASF 2023 is de subsidieontvanger verplicht:

  • 1.

    Een gereedmelding of een aanvraag tot vaststelling bevat tenminste:

    • a.

      bij een subsidie bedoeld in artikel 3, tweede lid: de uitgevoerde haalbaarheidsstudie, de verwachte vermindering van transport- en aansluitcapaciteit op het elektriciteitsnet, de gevolgde aanpak en geleerde lessen;

    • b.

      bij een subsidie bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid: een rapportage over de gerealiseerde oplossing, een beschrijving en onderbouwing van de vermindering van de mate waarin transport- en aansluitcapaciteit op het elektriciteitsnet nodig is of wordt gebruikt door realisatie van de oplossing, een beschrijving van wat de oplossing heeft opgeleverd aan maatschappelijke baten, de gevolgde aanpak, en de geleerde lessen en

    • c.

      voor zover het een subsidie bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, betreft alsmede een kopie van het contract met de netbeheerder waarmee wordt aangetoond dat het gecontracteerd vermogen is verlaagd

  • 2.

    medewerking te verlenen aan een daartoe bevoegd persoon die in opdracht van de provincie Flevoland ter plaatse vaststelt of subsidiabele activiteiten daadwerkelijk zijn uitgevoerd.

  • 3.

    Binnen 2 jaar na datum van de subsidieverlening de subsidiabele activiteit te hebben uitgevoerd.

  • 4.

    Het ‘product’, voor zover het subsidie betreft op basis van artikel 3 lid 3 en 4, ten minste twee jaar na subsidievaststelling in stand te houden.

Artikel 16 Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen de bepalingen bij of krachtens deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover van toepassing, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, naar hun oordeel tot onbillijkheden of bijzondere hardheden zou leiden.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van 01-07-2024 en hebben een looptijd tot en met 31-12-2029.

Artikel 18. Evaluatie

Vóór 30-09-2025 vindt een tussentijdse evaluatie plaats van de subsidieregeling en nemen Gedeputeerde Staten een besluit over het stopzetten dan wel verlengen van de subsidieregeling.

Artikel 19. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als nadere regels Oplossingen voor netcongestie voor bedrijven en gebouwde omgeving 2024-2030 Provincie Flevoland.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Flevoland van 18 juni 2024.

Gedeputeerde Staten van Flevoland

de secretaris,

de voorzitter,