Beleidsregels Parttime Ondernemen Gemeente Oude IJsselstreek

Geldend van 21-06-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Parttime Ondernemen Gemeente Oude IJsselstreek

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;

gelet op:

- titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

- artikel 18 en artikel 3 lid 4 van de Participatiewet;

overwegende dat:

- het college het wenselijk vindt om parttime ondernemen mogelijk te maken voor inwoners die inkomensondersteuning ontvangen op basis van de Participatiewet;

- het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen.

besluit vast te stellen de

Beleidsregels Parttime Ondernemen Gemeente Oude IJsselstreek:

Artikel 1. Begrippen

1. Alle begrippen die in deze beleidsregels gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

2. College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek.

3. PTO: Parttime ondernemer is de zelfstandig ondernemer die maximaal 1225 uur per jaar zelfstandige activiteiten verricht met behoud van een (aanvullende) Pw-inkomensondersteuning;

Artikel 2. Doelgroep PTO

De doelgroep PTO bestaat uit de inwoner met een Pw-inkomensondersteuning die maximaal 1225 uur per jaar zelfstandige activiteiten verricht; en

  • a. langer dan 12 maanden in de inkomensondersteuning zit en nog geen zicht heeft op arbeid in loondienst; of

  • b. al een onderneming dreef op het moment voordat hij een beroep deed op de Participatiewet voor (aanvullende) bijstand; of

  • c. naar oordeel van het college een te grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft en om die reden (nog) niet actief bemiddeld kan worden naar betaald werk en parttime ondernemen het hoogst haalbare is; of

  • d. geheel of gedeeltelijk is vrijgesteld van arbeidsverplichtingen.

Artikel 3. Voorwaarden PTO

1. De inwoner zoals bedoeld in artikel 2 doet een schriftelijk verzoek aan het college om te mogen werken als parttime ondernemer met behoud van een aanvullende Pw-inkomensondersteuning.

2. Aan het verzoek van inwoner, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt gevolg gegeven indien:

a. de zelfstandige activiteiten van inwoner er niet op gericht zijn om (op termijn) zelfstandig te kunnen voorzien in de kosten van bestaan; en

b. de bescheiden omvang van de zelfstandige activiteiten, inclusief bijkomende uren voor werkzaamheden zoals administratie, maximaal 1225 uur per jaar bedragen dan wel maximaal per jaar gemiddeld 3 dagen per week; en

c. inwoner bij zijn verzoek een ondernemingsplan met exploitatiebegroting overlegt met daarin:

  • i. een duidelijke omschrijving van de ondernemer en de onderneming; en

  • ii. een markt- en concurrentieanalyse, waaruit onder andere blijkt welke tarieven in de branche gebruikelijk zijn en welke tarieven door inwoner worden gehanteerd; en

  • iii. een onderbouwde prognose waaruit blijkt dat de onderneming een te verwachten positief resultaat/winst oplevert.

d. geen van de uitsluitingsgronden genoemd in artikel 6 doet zich voor.

3. Inwoner is alleen gerechtigd om als parttime ondernemer met behoud van een aanvullende Pw-inkomensondersteuning te werken als er vooraf een beschikking is ontvangen.

4. Het college kan inwoner, naast de voorwaarden genoemd in dit artikel, aanvullende extra verplichtingen opleggen.

Artikel 4. Duur PTO

1. De beschikking waarmee inwoner parttime mag ondernemen met behoud van (aanvullende) inkomensondersteuning wordt verleend voor de duur van:

a. bij de eerste aanvraag: maximaal 6 maanden;

b. bij elke volgende aanvraag: maximaal 12 maanden.

2. Indien zich bijzondere omstandigheden voordoen kan van de termijnen zoals genoemd in het eerste lid worden afgeweken indien dat noodzakelijk is.

Artikel 5. Verplichtingen van de parttime ondernemer

1. De parttime ondernemer moet in ieder geval voldoen aan de wettelijke eisen die verband houden met zijn activiteiten:

  • a. Beschikken over alle noodzakelijke vergunningen en een rechtmatige vestiging;

  • b. Beschikken over een geldige inschrijving bij de Kamer van Koophandel wanneer dit wettelijk verplicht is;

  • c. Een BTW-nummer hebben wanneer dit wettelijk verplicht is;

2. De parttime ondernemer moet zich in ieder geval houden aan de onderstaande administratieve verplichtingen:

  • a. het bijhouden van een deugdelijke boekhouding die voldoet aan de criteria van de Belastingdienst;

  • b. het bijhouden van een duidelijke en overzichtelijke urenadministratie. Hierbij moeten in ieder geval de volgende rubrieken worden gevuld: datum, aard van werkzaamheden en tijdsduur;

  • c. jaarlijks de inkomstenbelastingaangifte inclusief (gecomprimeerde) jaarrekening bestaande uit een balans en winst- en verliesrekening binnen 6 maanden na afsluiting van het boekjaar overleggen.

  • d. De parttime ondernemer heeft of opent een aparte bankrekening waarop alle betalingen en ontvangsten die te maken hebben met de zelfstandige activiteiten plaats vinden.

  • e. De parttime ondernemer overlegt maandelijks zijn/haar financiële administratie en urenadministratie, waaruit op te maken valt wat de bruto inkomsten en uitgaven zijn en wat de gewerkte uren zijn geweest.

3. De zelfstandige activiteiten vormen op geen enkele wijze een belemmering voor en ontslaat de parttime ondernemer niet tot het nakomen van de verplichtingen tot arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 9 van de Participatiewet. Mits de parttime ondernemer een ontheffing heeft van de hiervoor genoemde verplichtingen. Zelfs als dit betekent dat de onderneming moet worden beëindigd als de parttime ondernemer een baan in loondienst accepteert.

4. De parttime ondernemer hanteert marktconforme prijzen.

5. Investeringen gelijk of hoger dan het bedrag zoals genoemd in artikel 3.45 lid 2 sub b van de Wet Inkomstenbelasting 2001, dienen te worden goedgekeurd door het college. De parttime ondernemer moet deze goedkeuring schriftelijk aanvragen.

Artikel 6. Uitsluitingsgronden

Voor parttime ondernemerschap met behoud van aanvullende PW-inkomensondersteuning wordt geen toestemming verleend als één of meerdere van de onderstaande punt(en) van toepassing is/zijn:

  • a. als personeel noodzakelijk is;

  • b. als de werkzaamheden illegaal en/of strafbaar zijn;

  • c. als er een langdurige verplichting moet worden aangegaan zoals de huur van een (winkel)pand of het aangaan van een financiering met terugbetalingsverplichtingen;

  • d. als naar het oordeel van het college de verwachting bestaat dat de zelfstandige activiteiten geen positief inkomen zullen genereren;

  • e. voor degene die de afgelopen 12 maanden van de Bbz-regeling gebruik heeft gemaakt, tenzij de zelfstandige behoort tot de doelgroep zoals bedoeld onder artikel 2 lid b.

Artikel 7. Intrekking toestemming

Het college kan haar besluit, waarbij is beschikt dat de inwoner mag werken als parttime ondernemer met behoud van aanvullende Pw-inkomensondersteuning, onder andere herzien en intrekken in de volgende gevallen:

  • a. de parttime ondernemer behoort niet meer tot de doelgroep zoals bedoeld in artikel 2;

  • b. de parttime ondernemer houdt zich niet aan of voldoet niet langer aan de voorwaarden en verplichtingen PTO ;

  • c. als het parttime ondernemerschap de arbeidsverplichtingen van artikel 9 PW in de weg staat;

  • d. als er sprake is van zelfstandige activiteiten met een naar het oordeel van het college naar verwachting negatief resultaat.

Artikel 8. Kosten

1. De parttime ondernemer mag inkoop- en bedrijfskosten aftrekken van de bruto inkomsten uit onderneming. Dit resulteert in een bedrijfsresultaat. Bij een positief bedrijfsresultaat wordt dit resultaat in mindering gebracht op de inkomensondersteuning die wordt uitbetaald. Bij een eventueel negatief bedrijfsresultaat wordt dit resultaat op nihil gesteld voor het vaststellen van het uit te betalen bedrag aan inkomensondersteuning.

2. De aftrek van kosten is niet mogelijk als er al een vergoeding is ontvangen voor deze kosten. Daarnaast is aftrek niet toegestaan in de volgende gevallen:

  • a. Huisvestingskosten, tenzij naar het oordeel van het college in uitzonderlijke gevallen een ruimte moet worden gehuurd voor bijvoorbeeld opslag of werkplaats welke niet binnen het woonhuis gerealiseerd kan worden;

  • b. afschrijvingen tenzij voor de investering vooraf expliciete schriftelijke goedkeuring is verkregen;

  • c. personeelskosten;

  • d. rente op bedrijfsleningen;

  • e. opleidingskosten, tenzij deze naar oordeel van college bijdragen aan de arbeidsinschakeling;

  • f. kosten voor zover deze kosten hoger zijn dan de gebruikelijke kosten.

Artikel 9. Verrekening van inkomsten

1. De winst van de parttime ondernemer wordt maandelijks in mindering gebracht op de inkomensondersteuning en toegerekend naar de periode waarop dit betrekking heeft.

2. Bij de maandelijkse verrekening van de inkomensondersteuning, wordt geen rekening gehouden met mogelijke toekomstige belastingheffingen.

3. De definitieve vaststelling van het inkomen gebeurt aan de hand van de inkomstenbelastingaangifte en de jaarrekening. Op basis hiervan vindt er een definitieve vaststelling van het inkomen plaats. Verlies wordt niet gecompenseerd. Dat wil zeggen, dat de eventuele nabetaling nooit hoger kan zijn dan het vooraf ingehouden bedrag.

4. De inwoner komt niet in aanmerking voor de inkomstenvrijlating als bedoeld in artikel 31 lid 2 sub n PW omdat Parttime ondernemen niet gericht is op en niet bijdraagt aan re-integratie.

Artikel 10. Hardheidsclausule

In zeer uitzonderlijke gevallen kan het college van de gemeente Oude IJsselstreek in geval de regeling onredelijk en onbillijk uitpakt in de geest van deze beleidsregels ten gunste van de inwoner afwijken van het in deze beleidsregels gestelde.

Artikel 11. Inwerkingtreding

1. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

Artikel 12. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

Beleidsregels Parttime Ondernemen Oude IJsselstreek.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 11 juni 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester de secretaris,