Beleid Integriteit Zorgovereenkomsten Kop-gemeenten 2024

Geldend van 22-06-2024 t/m heden

Intitulé

Beleid Integriteit Zorgovereenkomsten Kop-gemeenten 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Schagen, Hollands Kroon, Texel en Den Helder;

overwegende dat:

  • -

    zij de wens hebben om zoveel mogelijk te voorkomen dat niet-integere Zorgpartijen worden gefaciliteerd in hun activiteiten door het aangaan of het laten voortbestaan van zorgovereenkomsten tussen deze Zorgpartijen en de gemeenten;

  • -

    zij contractsvrijheid hebben en daardoor niet verplicht zijn welke Zorgpartij dan ook te contracteren en de colleges met dit beleid niet beoogt om deze vrijheid in te perken;

  • -

    deze contractsvrijheid tevens inhoudt dat de colleges, binnen de grenzen van de wet, de vrijheid heeft voorafgaande aan het verrichten van een rechtshandeling onderzoek te doen naar het bestaan van integriteitsrisico’s ten aanzien van de potentiële weder Zorgpartij;

  • -

    zij met dit beleid beogen invulling te geven aan de vraag wat zij onder integriteitsrisico’s verstaat. Zij wensen te verduidelijken wanneer zij de bevoegdheid hebben om vanwege het bestaan van een integriteitsrisico geen verbintenis aan te gaan met een Zorgpartij dan wel een bestaande rechtsverhouding niet langer te laten voortbestaan;

  • -

    het tevens wenselijk is om in beleid te verduidelijken hoe de gemeenten bij zorgovereenkomsten gebruik maken van hun bevoegdheden om advies in het kader van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur aan te vragen;

besluit:

het navolgende Beleid Integriteit Zorgovereenkomsten Kop-gemeenten 2024 vast te stellen en de daaruit bestaande volgende beleidsregels toe te passen als integraal onderdeel van de inkoopstrategie Zorg.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt (zowel in enkelvoud als in meervoud) verstaan onder:

  • a.

    Overheidsopdracht: een schriftelijke overeenkomst welke tussen een of meer Zorgpartijen en de gemeenten is gesloten, die betrekking heeft op de uitvoering van werken, de levering van producten of de verlening van diensten;

  • b.

    Besluit Bibob: de algemene maatregel van bestuur met betrekking tot de uitvoering van de Wet Bibob;

  • c.

    Bibob-advies: het advies dat op een daartoe strekkend verzoek wordt afgegeven door het Landelijk Bureau Bibob op grond van de Wet Bibob;

  • d.

    Integriteitsverklaring: de verklaring van een Zorgpartij met betrekking tot de aanwezigheid van integriteitsrisico’s;

  • e.

    Gelieerde Zorgpartij: een Zorgpartij als beschreven in artikel 2 lid 2;

  • f.

    Integriteitsrisico: een risico als beschreven in artikel 2 lid 1 van deze beleidsregel;

  • g.

    Overeenkomst: in afwijking van de wettelijke definitie van overeenkomsten, worden hieronder verstaan alle rechtshandelingen van de Gemeenten Schagen, Hollands Kroon, Texel en Den Helder met oog op een overeenkomst die in het kader van zorg met een Zorgpartij wordt afgesloten;

  • h.

    Zorgpartij: de natuurlijke persoon of rechtspersoon:

    • i.

      waarmee de gemeente voornemens is een Overeenkomst aan te gaan,

    • ii.

      waarmee de gemeente onderhandelt over het aangaan van een Overeenkomst, of

    • iii.

      waarmee de gemeente een Overeenkomst heeft;

  • i.

    Screening / Screenen: alle vormen van onderzoek naar de aanwezigheid van een Integriteitsrisico;

  • j.

    VOG: een Verklaring Omtrent het Gedrag zoals namens de minister van Justitie en Veiligheid wordt verstrekt door het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag;

  • k.

    Wet Bibob: Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 2 Het aangaan en beëindigen van een Overeenkomst

  • 1. Voorafgaand aan het sluiten van een Overeenkomst komt de gemeenten te allen tijde contractsvrijheid toe. De gemeenten hebben het daaruit voortvloeiende recht om geen Overeenkomst met een Zorgpartij aan te gaan, mede of uitsluitend op basis van het feit dat de gemeenten van oordeel zijn dat ten aanzien van die Zorgpartij een Integriteitsrisico bestaat. Met betrekking tot Overeenkomsten bestaat een Integriteitsrisico indien sprake is van een situatie als genoemd in artikel 4 en 5 van deze beleidsregel.

  • 2. De gemeente kan gedragingen en omstandigheden van aan een Zorgpartij gelieerde Zorgpartijen of personen, tot een periode van vijf jaar terug, bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een Integriteitsrisico betrekken. Onder gelieerde Zorgpartijen worden in ieder geval verstaan personen of Zorgpartijen die:

    • -

      direct of indirect leiding aan Zorgpartij geven of hebben gegeven;

    • -

      over Zorgpartij zeggenschap hebben of hebben gehad;

    • -

      aan Zorgpartij vermogen verschaffen of hebben verschaft;

    • -

      onderdeel zijn of zijn geweest van dezelfde groep als bedoeld in artikel 2:24b BW;

    • -

      in een zakelijk samenwerkingsverband tot Zorgpartij staan of hebben gestaan;

    • -

      op Zorgpartij anderszins direct of indirect invloed uitoefenen of hebben uitgeoefend.

  • 3. De gemeenten hebben de mogelijkheid om, in aanvulling op haar wettelijke rechten en bevoegdheden, in een Overeenkomst een integriteitsclausule op te nemen, op basis waarvan zij onder meer het recht heeft om (I) de betrokken Zorgpartij(en) gedurende de looptijd van de Overeenkomst te Screenen en (II) de Overeenkomst op te schorten of tussentijds te beëindigen vanwege een Integriteitsrisico of het feit dat door de betrokken Zorgpartij(en) onvoldoende medewerking aan een Screening of aan het wegnemen van het Integriteitsrisico wordt verleend.

  • 4. De gemeenten verwijzen bij Overeenkomsten met Zorgpartijen via de Integriteitsclausule naar de toepasselijkheid van dit beleid.

  • 5. De gemeenten zijn gerechtigd de onderhandelingen of besprekingen terzake de Overeenkomst te beëindigen, de Zorgpartij uit te sluiten van deelname of de overeenkomst tussentijds te beëindigen indien en zodra de Zorgpartij de integriteitsclausule niet accepteert.

  • 6. Bij de beslissing om met een Zorgpartij vanwege het bestaan van een Integriteitsrisico:

    • -

      geen Overeenkomst aan te gaan,

    • -

      een reeds gesloten Overeenkomst te beëindigen,

    maakt de gemeente altijd een afweging tussen het Integriteitsrisico en de maatregel. Bij deze afweging worden de volgende aspecten betrokken:

    • de maatregelen die een Zorgpartij heeft getroffen om herhaling van het Integriteitsrisico te voorkomen;

    • de zwaarte van het Integriteitsrisico in kwestie;

    • het totale aantal Integriteitsrisico’s of onderliggende delicten of kwesties;

    • de verstreken tijd sinds het zich voordoen van het Integriteitsrisico;

    • de vraag of er reeds een (passende) sanctie is opgelegd naar aanleiding van het Integriteitsrisico in kwestie;

    • de mate van betrokkenheid van leidinggevenden of sleutelpersoneel bij het Integriteitsrisico.

  • 7. Indien de gemeenten voornemens zijn om een Overeenkomst te beëindigen wegens een Integriteitsrisico, bieden de gemeenten Zorgpartij(en) de gelegenheid om op het voornemen te reageren voordat de Overeenkomst daadwerkelijk beëindigd wordt. De colleges van burgemeester en wethouders kan besluiten van deze hoorplicht af te zien indien de omstandigheden aanleiding geven tot snel handelen.

Artikel 3 Screening

  • 1. De gemeenten hebben het recht om voor het aangaan van een Overeenkomst en gedurende de looptijd van een Overeenkomst een Zorgpartij te Screenen.

  • 2. Bij de Screening kunnen de gemeenten gebruik maken van de screeningsmiddelen die hun ter beschikking staan, met inachtneming van de wettelijke verplichtingen en bevoegdheden. Deze middelen bestaan in ieder geval uit:

    • -

      een door een Zorgpartij in te vullen Integriteitsverklaring;

    • -

      het door een Zorgpartij laten overleggen van een VOG of een Gedragsverklaring Aanbesteden;

    • -

      het doen van onderzoek in open bronnen;

    • -

      het doen van onderzoek in gesloten bronnen.

  • 3. De gemeente kan advies vragen aan het Landelijk Bureau Bibob in geval hiertoe op basis van onduidelijkheid over de integriteit van de Zorgpartij aanleiding bestaat.

  • 4. Indien een Zorgpartij geen of onvoldoende medewerking verleent aan een Screening zijn de gemeenten gerechtigd:

    • -

      de onderhandelingen of besprekingen terzake de Overeenkomst te beëindigen indien de Screening plaatsvindt in het kader van het aangaan van een Overeenkomst;

    • -

      de Overeenkomst op te schorten of te beëindigen indien de Screening plaatsvindt in het kader van een lopende Overeenkomst, met inachtneming van de wettelijke mogelijkheden en, indien van toepassing, de integriteitsclausule.

Artikel 4 Facultatieve uitsluitingsgronden

  • 1. Bij Overeenkomsten kunnen de gemeenten een Zorgpartij uitsluiten van de kans op gunning van de Overheidsopdracht respectievelijk besluiten geen Overeenkomst aan te gaan of deze te beëindigen indien die Zorgpartij een delict heeft gepleegd dat in strijd is met de voor hem relevante beroepsgedragsregels of een ernstige fout in de uitoefening van het beroep heeft begaan.

    Delicten in strijd met de beroepsgedragsregels

  • 2. Bij Overeenkomsten verstaan de gemeenten onder delicten die in strijd zijn met de beroepsgedragsregels onherroepelijke strafrechtelijke veroordelingen voor het (doen) (mede)plegen van of uitlokken van of medeplichtigheid aan:

    • a.

      fraude c.q. valsheid in geschrifte als bedoeld in artikelen 230, 231, 232 Wetboek van Strafrecht;

    • b.

      het in strijd handelen met belastingwetgeving als bedoeld in artikel 68 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen of in strijd handelen met strafbepalingen genoemd in wetten op grond waarvan gemeentelijke belastingen worden geheven;

    • c.

      milieudelicten die volgens de Nederlandse wet kwalificeren als misdrijf;

    • d.

      alle andere dan de hiervoor bedoelde delicten die volgens het Nederlandse recht gesanctioneerd kunnen worden met een vrijheidsstraf van zes maanden of langer of met een geldboete gelijk aan of hoger dan het bedrag van de vierde categorie van artikel 23 lid 4 Wetboek van Strafrecht voor zover die delicten zien op de professionele integriteit van die Zorgpartij;

    • e.

      naar buitenlands recht met de hiervoor bedoelde delicten vergelijkbare delicten.

    Ernstige fouten in de uitoefening van het beroep

  • 3. Onder ernstige fout in de uitoefening van het beroep verstaat de gemeente het in de uitoefening van het beroep of bedrijf:

    • a.

      handelen of nalaten waardoor de lichamelijke integriteit van cliënten, werknemers of andere personen ernstig in gevaar wordt gebracht;

    • b.

      begaan van overtredingen op het gebied van milieuwetgeving;

    • c.

      handelen in strijd met door de daartoe bevoegde autoriteit vastgestelde import-, export-, aankoop-, vervoers- en/of investeringsverboden;

    • d.

      als gevolg van grove nalatigheid, opzet of bewuste roekeloosheid onrechtmatig handelen waardoor ernstige schade is of kan ontstaan;

    • e.

      het begaan van gedragingen in strijd met voor het beroep of bedrijf van Zorgpartij relevante wet- en regelgeving - waaronder ook gemeentelijke wet- en regelgeving -, mededingingsrecht, tuchtregels, toezichtregels, gedragsregels of gedragscodes;

    • f.

      het verrichten van werkzaamheden of het doen van gedragingen die in strijd zijn met de openbare orde;

    • g.

      alle andere delicten en gedragingen of omstandigheden die naar hun aard zijn aan te merken als ernstige fout in de uitoefening van het beroep.

  • 4. In aanvulling op het in lid 4 bepaalde achten de gemeenten een ernstige fout in de uitoefening van het beroep aanwezig indien er, al dan niet blijkend uit een Bibob-advies, gevaar bestaat dat een Overeenkomst door de Zorgpartij mede zal worden gebruikt om (i) uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, (ii) strafbare feiten te plegen of (iii) dat teneinde een Overeenkomst te sluiten een strafbaar feit is gepleegd.

    Het aannemelijk maken van een ernstige fout in de uitoefening van het beroep

  • 5. De gemeenten kunnen een ernstige fout in de uitoefening van het beroep in ieder geval, maar niet uitsluitend, aannemelijk maken:

    • a.

      doordat de ernstige fout in de uitoefening van het beroep wordt erkend door de betrokken Zorgpartij;

    • b.

      door eigen (betrouwbare en verifieerbare) ervaring van voor de gemeenten werkzame ambtenaren, ambtsdragers of door de gemeente ingehuurd personeel;

    • c.

      door een rechterlijke uitspraak, bindend advies of arbitraal vonnis;

    • d.

      door een strafrechtelijke transactie of civielrechtelijke schikking;

    • e.

      door een uitspraak of beschikking van een bevoegde autoriteit, waaronder begrepen een uitspraak of beschikking van een tuchtrechter, toezichthouder of geschillencommissie;

    • f.

      door een Bibob-advies;

    • g.

      door te wijzen op door de bevoegde autoriteiten ingesteld strafrechtelijk onderzoek of strafvervolging;

    • h.

      door één of meer gemeentelijke handhavingsbesluiten in de zin van hoofdstuk 5 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

    • i.

      door een bestuurlijke rapportage.

Artikel 5 financiële en economische draagkracht

Indien blijkt dat de betrokken ondernemer gefinancierd wordt uit criminele gelden, kan deze omstandigheid, mits hiervoor voldoende bewijs voor handen is, opgevat worden als een aantasting van zijn financiële en economische draagkracht. De gemeenten betrekken in hun beoordeling onder meer de totale financiële situatie van de Zorgpartij, de looptijd van de overeenkomst en de hoogte van de te verwachten sancties.

Ondertekening

Aldus besloten in de collegevergadering van de gemeente Den Helder van 14 mei 2024.

burgemeester,

J.A. de Boer MSc.

secretaris,

M.J. Pothast