Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Gedenkpark Rosenburgh 2024

Geldend van 29-06-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Gedenkpark Rosenburgh 2024

De raad van de gemeente Voorschoten;

Gelet op art. 147 jo 149 van de Gemeentewet en artikel 1 jo. art. 23 lid 1 jo. art 24, artikel 35 en art. 90 van de Wet op de Lijkbezorging, als ook art. 229 van de Gemeentewet,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, kenmerk Z/24/084471/387851 van dinsdag 19 maart 2024, besluit vast te stellen;

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Gedenkpark Rosenburgh 2024

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als de begrippen in de Beheerverordening gedenkpark Rosenburgh 2024.

Artikel 2. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van het gemeentelijke gedenkpark Rosenburgh en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de gemeentelijke begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 5. Vrijstellingen

  • 1. De rechten worden niet geheven voor het opgraven van stoffelijke resten of asbus op rechterlijk gezag.

  • 2. Het recht bedoeld in 8.1 van de tarieventabel wordt niet geheven wanneer bij overlijden van de rechthebbende van het grafrecht het recht wordt overgeschreven op naam van de opdrachtgever van de begrafenis.

Artikel 6. Belastingtijdvak

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten die over meerdere jaren worden geheven is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor het recht van toepassing is.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in 7 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in 7 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang van de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten als bedoeld in 7 van de tarieventabel verschuldigd.

Artikel 9. Ontstaan van belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10. Termijn van betaling

  • 1. De onderhoudsrechten zijn verschuldigd in één termijn, welke vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De overige rechten zijn invorderbaar in één termijn, welke vervalt veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11. Afstand doen van (graf-) rechten

  • 1. Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van het gedenkpark van de gemeente van het recht op het particuliere (urnen-)graf, urnenplaats, urnennis of gedenkplaats, ongebruikte voorzieningen inbegrepen. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

  • 2. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

Artikel 12. Kwijtschelding

Met betrekking tot de in deze verordening genoemde rechten wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990, juncto artikel 300 van de Gemeentewet.

Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en invordering van de grafrechten.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening op de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten 2023" van 10 november 2022 en eerdere verordeningen worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2024.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening lijkbezorgingsrechten 2024 Gedenkpark Rosenburgh".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Voorschoten,

gehouden op donderdag 23 mei 2024

de griffier,

drs. B.J. Urban

de voorzitter,

drs. N. Stemerdink

Tarieven Verordening Lijkbezorgingsrechten vanaf 1 juli 2024

Gedenkpark Rosenburgh - Voorschoten

Hoofdstuk

 
 
 

1.

Begraven

 

Tarief 1 juli 2024

1.1

Voor het begraven van een overledene in een particulier (kelder) graf, kinderen jonger dan 12 jaar uitgezonderd

 

€ 850,00

1.2

Voor het begraven van een kind tot 12 jaar

 

€ 425,00

1.3

Voor het begraven van een doodgeboren kind jonger dan 24 weken

 

€ 200,00

1.4

Voor het begraven van een overledene in een algemeen graf voor een periode van 10 jaar, inclusief onderhoudsrecht

 

€ 1.000,00

1.5

Toeslag aanbrengen van grafbekisting naar islamitisch gebruik

 

€ 120,00

1.6

Toeslag begraven op zaterdag en buitengewone uren: 50% van het tarief van 1.1 t/m 1.4

 
 

1.7

Toeslag begraven op zon- en feestdagen: 100% van het tarief van 1.1 t/m 1.4

 
 
 
 
 
 

2.

Verlenen en verlengen van grafrechten voor particuliere graven, inclusief vastrecht algemeen onderhoud

 
 

2.1

Voor een graf met 1 laag (enkelgraven), per 10 jaar

nieuw

€ 1.200,00

2.2

Voor een graf met 2 lagen, per 10 jaar, natuurgraven uitgezonderd

 

€ 1.700,00

2.3

Voor kindergraven van kinderen 8 tot 12 jaar: 75% van tarief 2.1

 
 

2.4

Voor kindergraven van kinderen van 1 tot 8 jaar: 50% van tarief 2.1

 
 

2.5

Voor kindergraven van kinderen jonger dan 1 jaar: 25% van tarief 2.1

 
 

2.6

Voor een Natuurgraf met 2 lagen, voor 100 jaar

nieuw

€ 8.000,00

2.7

Voor een Boomgraf met 2 lagen, voor 100 jaar

nieuw

€ 10.000,00

2.8

Voor een Bloemgraf met 2 lagen, voor 100 jaar

nieuw

€ 9.000,00

2.9

Verlengen grafrechten 2.1 t/m 2.5, per 5 jaar: 50% van tarief van 10 jaar

 
 

2.10

Verlengen grafrechten 2.6 t/m 2.9, per 10 jaar: 10% van tarief van 100 jaar

 
 
 
 
 
 

3.

Asbestemmingen

 
 

3.1

Bijzetten van een asbox/asurn in een graf, urnennis, urnengraf of urnenkelder of verstrooien van as op een verstrooiplaats in aanwezigheid van nabestaanden, per 30 minuten begeleiding

 

€ 300,00

3.2

Bijzetting van een asbus of verstrooiing van as op een asverstrooiplaats, zonder aanwezigheid van nabestaanden, per asbus

 

€ 100,00

 
 
 
 

4.

Verlenen en verlengen van grafrechten voor asbestemmingen en gedenkplaatsen

 

Tarief 1 juli 2024

4.1

Voor het verlenen van een uitsluitend recht voor een urnengraf, urnennis, urnenplaats en particuliere gedenkplaats, per 10 jaar

 

€ 1.000,00

4.2

Voor het verlengen van een uitsluitend recht voor een urnengraf, urnennis, urnenplaats en particuliere gedenkplaats, per 5 jaar: 50% van het tarief van 4.1

 
 

4.3

Voor het verlenen van een algemeen gebruiksrecht op een natuururnengraf voor 50 jaar

 

€ 2.500,00

 
 
 
 

5.

Gedenktekens en grafbedekkingen

 
 

5.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking als bedoeld in 2.1 t/m 2.5 (grafbedekkingen die voldoen aan de meldingsvoorwaarden uitgezonderd, die zijn kosteloos)

 

€ 350,00

5. 2

Herdenkingsplaatje voor plaatsing op een algemene herdenkingszuil, inclusief bevestiging, per 10 jaar

 

€ 150,00

 
 
 
 

6.

Opgraven / samenvoegen / asbus afhalen op verzoek

 
 

6.1

Opgraven van een overledene, inclusief verplichte beenderkist

 

€ 1.500,00

6.2

Samenvoegen van overledenen op verzoek van de rechthebbende

nieuw

€ 1.000,00

6.3

Opgraven of verwijderen van één of meerdere asbus(sen) uit een (urnen)graf of urnenis of urnenplaats op verzoek van de rechthebbende

 

€ 200,00

 
 
 
 

7.

Onderhoud grafbedekking op verzoek

 
 

7.1

Onderhoud grafbedekking > 1 m2 per jaar (bij lopende grafrechten)

nieuw

€ 80,00

7.2

Onderhoud grafbedekking > 1 m2 per jaar per 10 jaar of een veelvoud van 10 jaar, per 10 jaar met een maximum van 50 jaar (bij uitgifte nieuwe grafrechten)

nieuw

€ 800,00

7.3

Onderhoud grafbedekking < 1 m2 per jaar, incl. kindergraven, urnengraven, urnengedenkplaatsen en particuliere gedenkplaatsen (bij lopende rechten))

nieuw

€ 40,00

7.4

Onderhoud grafbedekking < 1 m2 per jaar per 5 jaar of een veelvoud van 5 jaar, per 5 jaar, met een maximum van 50 jaar (bij uitgifte nieuwe grafrechten)

nieuw

€ 400,00

7.5

Herstellen verzakkingen

nieuw

€ 400,00

7.6

Verwijderen niet toegestane beplanting (bij niet reageren)

nieuw

€ 100,00

 
 
 
 

8.

Administratiekosten

 
 

8.1

Overschrijving grafrecht inclusief één grafakte

 

€ 45,00

8.2

Voor het afgeven van een vergunning voor het aanpassen of hergebruiken van een keldergraf

nieuw

€ 350,00

9.

Overige diensten

 

Tarief 1 juli 2024

9.1

Het tijdelijk wegnemen en later terugplaatsen van de grafbedekking, door medewerkers van het gedenkpark

 

€ 300,00

9.2

Gebruik koeling, per etmaal

 

€ 80,00

9.3

Aulagebruik per 60 minuten (starttarief)

 

€ 250,00

9.4

Aulagebruik per 15 minuten (extra tarief)

 

€ 65,00

9.5

Rouwbezoek op buitengewone uren, per 30 minuten

nieuw

€ 100,00

9.6

Aulagebruik op zaterdag en buitengewone uren: toeslag 50%

nieuw

 

9.7

Gebruik orgel

 

€ 160,00

9.8

Audio opname van de auladienst

 

€ 100,00

9.9

Streaming auladienst

nieuw

Op aanvraag

9.10

Gebruik openluchtaula, per uur

nieuw

€ 250,00

9.11

Aanbrengen grafgroen

 

€ 150,00

9.12

Gebruik geluidsinstallatie bij graf

 

€ 100,00

9.13

Boomschijf met inscriptie

nieuw

€ 250,00

 
 
 
 

10.

Dierenbegraafplaats

 
 

10.1

Begraafkosten klein huisdier

nieuw

€ 150,00

10.2

Begraafkosten groot huisdier

nieuw

€ 250,00

10.3

Verlenen en verlengen van grafrechten voor een klein diergraf, per 10 jaar, inclusief vastrecht algemeen onderhoud

nieuw

€ 500,00

10.4

Verlenen en verlengen van grafrechten voor een groot diergraf, per 10 jaar, inclusief vastrecht algemeen onderhoud

nieuw

€ 750,00

10.5

Bijzetting asbus in een urn op een diergraf, in aanwezigheid van nabestaanden

nieuw

€ 300,00

10.6

Bijzetting asbus in een urn op een diergraf, zonder aanwezigheid van nabestaanden

nieuw

€ 100,00

10.7

Voor opgraving en andere werkzaamheden wordt een variabel tarief in rekening gebracht op basis van een offerte

nieuw

Op aanvraag

10.8

Toeslag begraven op zaterdag en buitengewone uren: 50% van het tarief van 10.1 t/m 1.2

 
 
 
 
 
 

11.

Bijzondere verrichtingen

 
 

11.1

Verrichtingen die niet zijn opgenomen in de verordening, waaronder opgraving door een gespecialiseerd bedrijf

nieuw

Op aanvraag

Toelichting op de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gedenkpark Rosenburgh 2024

A Algemeen

1. Wettelijke basis

De verordening grafrechten is gebaseerd op de tekst van de Gemeentewet en de Wet op de lijkbezorging. Zij is ook afgestemd op de beheerverordening Gedenkpark Rosenburgh 2024 en de daarbij behorende nadere regels.

De tekst van hogere wettelijke regelingen is waar nodig voor de duidelijkheid overgenomen.

2. Gedenkpark Rosenburgh

In het verleden was het gebruikelijk om op basis van een eertijds ingeschatte kostenonderbouwing vastgestelde tarieven jaarlijks te indexeren. In deze verordening is de onderbouwing van de tarieven gebaseerd op vier afwegingen, namelijk toe te rekenen kosten, indexering op basis van inflatie, marktconforme afwegingen en afrondingen op makkelijk te communiceren tarieven. Dit laatste is vooral van belang voor burgers en ondernemers, maar ook voor de medewerkers van het gedenkpark.

Door de sterk toegenomen marktwerking in de uitvaartbranche leiden te hoge tarieven onmiddellijk tot minder verrichtingen en door deze negatieve spiraalwerking uiteindelijk tot lagere inkomsten voor het gedenkpark. Gezien de landelijke trend van daling van het aantal begrafenissen en een toename van het aantal crematies en natuurbegravingen is een marktconforme vaststelling van de tarieven voor 2024 zeer te rechtvaardigen. De urgentie van marktconform werken zal eerder nog toenemen als naar verwachting in 2025 resomeren wordt toegestaan, een nieuwe en meest duurzame vorm van lijkbezorging.

Met uitbreiding en verbreding van de dienstverlening (meer keuzemogelijkheden en graftermijnen) en de integratie van de grafrechten en kosten voor algemeen onderhoud worden ook nieuwe tarieven vastgesteld die geen vergelijkingsgronden hebben met eerdere verordeningen.

Vanuit het belang van de inwoners van de gemeente Voorschoten en vanuit gemeentelijk financieel belang wordt gekozen voor tariefdifferentiatie, begraven voor alle inwoners betaalbaar en interessant te houden, zowel voor inwoners met een kleinere beurs die kunnen kiezen voor algemene graven en korte graftermijnen, als voor diegenen die een grafrecht voor lange termijn willen regelen.

Onderhoudsrechten voor de grafbedekking worden verplicht afgekocht voor meerdere jaren, met als voordeel voor de rechthebbenden dat geen jaarlijkse indexering wordt doorberekend en als voordeel voor het gedenkpark minder administratieve lasten.

Voor een evenwichtige begroting is het van belang dat kortere uitgiftetermijnen (en dus lagere jaarlijkse inkomsten) gecompenseerd worden met langere termijnen (die compenseren het inkomstenverlies van kortere termijnen). Langere termijnen sluiten ook aan bij de belangen en wensen van de burgers en nieuwe trends met betrekking tot zaken zelf bij leven te willen regelen en het ontlasten van nabestaanden met betrekking tot onderhoud en kosten. Vaak is bij overlijden een uitvaartverzekering of erfenis aanwezig waar de uitvaartkosten uit betaald kunnen worden, ook die van langere graftermijnen. Bij verlenging van kortere graftermijnen is dit later niet meer het geval.

B Artikelsgewijze toelichting

Aanhef

De lijkbezorgingsrechten worden geheven op basis van artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b., van de Gemeentewet.

De verschillende rechten dragen zowel kenmerken van gebruik- als genotsretributies in zich en op sommige punten hebben de rechten kenmerken van leges (overigens een begrip dat vanaf de inwerkingtreding van de Wet materiële belastingbepalingen niet meer in de Gemeentewet voorkomt). Gebruiksretributies worden geheven voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, -inrichtingen of -werken. Enkele voorbeelden zijn: het gebruik van de aula, urnenmuren, etc. Genotsretributies zijn rechten ter zake van het genot van door of vanwege de gemeente verleende diensten. Op grond van de bij de verordening grafrechten behorende tarieventabel kan bijvoorbeeld voor de volgende diensten worden geheven: lijkschouwing, begraven, bijzetten asbussen, et cetera.

Sommige rechten, zoals het recht voor het overschrijven van graven, hebben het karakter van voormalige leges. Ondanks dat karakter zijn vanuit het oogpunt van overzichtelijkheid die rechten ook opgenomen. Daardoor worden alle heffingen voor het gebruik van de begraafplaats en voor de daarmee samenhangende diensten in één verordening geregeld.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de verordening voorkomende begrippen is daarvan een omschrijving opgenomen in artikel 1. De begripsomschrijvingen zijn identiek aan de omschrijving van gelijkluidende begrippen in de Beheerverordening Gedenkpark Rosenburgh 2024. Dat is van belang voor een eenduidige uitleg van beide verordeningen.

Artikel 2. Belastbaar feit

De verordening kent zeer uiteenlopende diensten waarvoor rechten worden geheven. Er is voor gekozen om in artikel 2 een zeer algemene omschrijving van het belastbaar feit op te nemen. Naast deze algemene omschrijving is voor iedere dienst afzonderlijk een verdere omschrijving van het belastbare feit opgenomen in de tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Vanwege het uiteenlopende karakter van de verschillende diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden. Aannemelijk is dat de aanvrager van het gebruik van het gedenkpark en van de verleende diensten, belastingplichtig is.

Ten tweede is er de belastingplicht voor rechten voor het gebruik van het gedenkpark en de diensten verleend na de voltooiing van de begrafenis. Dit betreft de grafrechten en gebruiksrechten van graven, gedenkplaatsen, urnennissen en urnenplaatsen, alsmede de vergunningverlening voor grafbedekkingen. Tevens overschrijving van een grafrecht en opgraving op verzoek van de rechthebbende.

Ten derde zijn er de lijkschouwingsrechten. De wetgever bepaalt dat de belanghebbende lijkschouwing kan vragen. Deze belanghebbende dient als belastingplichtige te worden aangemerkt, omdat hij degene is die de lijkschouwing heeft aangevraagd. Onder de huidige Wet op de lijkbezorging komt het schouwen van lijken door de gemeentelijke lijkschouwer op verzoek van belanghebbenden overigens slechts zeer sporadisch voor. Dit is de reden dat er in deze verordening geen tarief is opgenomen.

Bij de andere rechten die op basis van artikel 229, eerste lid, onderdelen a. en b., van de Gemeentewet kunnen worden geheven, dient eveneens de aanvrager als belastingplichtige te worden aangemerkt.

Bij het aanwijzen van de belastingplichtige kan zich geen keuzesituatie voordoen. In verband hiermee is het stellen van beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige niet nodig.

Artikel 4. Tarieven en maatstaf van heffing

Algemeen

Zie voor een toelichting de verordeningen gemeentelijke belastingen.

Tarieventabel

Voor de maatstaf van heffing en de belastingtarieven wordt verwezen naar de tarieventabel. De reden waarom voor een tarieventabel is gekozen is gelegen in het feit dat de diensten waarvoor een gemeente lijkbezorgingsrechten heft overzichtelijker worden weergegeven en eenvoudiger gecommuniceerd kunnen worden.

Lijkbezorging op kosten van de gemeente

In artikel 21 van de Wet op de lijkbezorging is bepaald dat indien niemand voorziet in de lijkschouwing en lijkbezorging, de burgemeester daarvoor zorgdraagt. De kosten daarvan komen als gevolg van artikel 22 van de Wet op de lijkbezorging ten laste van de gemeente. De gemeente heeft verschillende mogelijkheden om deze kosten te dekken. Zij kan de opbrengst van de goederen die bij een overledenen worden aangetroffen hiervoor aanwenden. Zij heeft ook de mogelijkheid om de kosten te verhalen op de nalatenschap en, bij ongenoegzaamheid van deze, op de bloed- en aanverwanten die op grond van de artikelen 392-396 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest. Soms kan op grond van artikel 416 van het Wetboek van Koophandel bij uit zee opgehaalde of aangespoelde lijken verhaal op een reder plaatsvinden.

Voor de gemeente Voorschoten is het Sociale Domein de verantwoordelijke opdrachtgever en is daarmee ook de betalingsplichtige voor de uitvaart, inclusief de begraafkosten of crematiekosten.

Tariefdifferentiatie

Sinds 1 januari 1995 hebben gemeenten meer vrijheid bij de keuze van de maatstaf van heffing en is de jurisprudentie dat de heffing zich moet richten naar het gebruik of genot in beginsel niet meer van toepassing (inwerkingtreding van de Wet materiële belastingbepalingen).

De jurisprudentie die betrekking heeft op de oude wetgeving is geheel in lijn met de overige jurisprudentie op dit terrein. Zo heeft de Hoge Raad beslist dat tariefdifferentiatie in het recht voor het algemene onderhoud van de begraafplaats slechts is toegestaan als er sprake is van verschil in genot bij dat onderhoud. Een tariefdifferentiatie voor het algemene onderhoud van de begraafplaats tussen algemene graven en particuliere graven kan volgens de Hoge Raad alleen als de infrastructuur rond de eigen (particuliere) graven uitgebreider is dan rond de algemene graven (Hoge Raad 7 mei 1997, nr. 31 920, Belastingblad 1997, blz. 451).

De Hoge Raad zet deze lijn voort in zijn uitspraak van 28 februari 2003, nr. 37 716, Belastingblad 2003, blz. 462 (Zaanstad), hoewel die betrekking heeft op de wetgeving na 1 januari 1995. In dit arrest oordeelt de Hoge Raad dat een verschil in tarief voor algemeen onderhoud van de begraafplaats tussen particuliere graven en algemene graven alleen geoorloofd is als er een rechtvaardigingsgrond is. Na verwijzing oordeelt Hof Den Haag dat aanleiding voor een tariefdifferentiatie bijvoorbeeld kan zijn dat de infrastructuur van de begraafplaats bij eigen (particuliere) graven uitgebreider is dan bij algemene graven. Op de Algemene begraafplaats van Zaandam was dit echter niet het geval. Het Hof oordeelt dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden. De tarieven voor eigen (particuliere) graven zijn onverbindend voor zover de in de tarieven begrepen component voor het algemene onderhoud de in de tarieven voor de algemene graven begrepen component voor het algemene onderhoud overtreffen. (Hof ‘s-Gravenhage 10 december 2003, nr. 03/00687, LJN: AO1414). Daarmee wijkt de Hoge Raad af van uitspraken over andere heffingen (zie bijv. Hoge Raad 25 oktober 2002, nr. 36 638, LJN: AD8499, over rioolrechten). Bedacht moet echter worden dat ook onder de nieuwe wetgeving een tariefdifferentiatie gemotiveerd moet worden (verbod van willekeur).

Met betrekking tot de verordening lijkbezorgingsrechten van de gemeente Grootegast heeft het Hof Leeuwarden beslist dat voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen van een grafsteen geen gedifferentieerd tarief mag worden geheven, afhankelijk van de aanschafprijs van die steen (Hof Leeuwarden 4 september 1992, nr. 968/90, Belastingblad 1993, blz. 114).

Kostendekkendheid

Op grond van artikel 229b Gemeentewet mag de verordening lijkbezorgingsrechten niet meer dan kostendekkend zijn. Een opbrengstoverschrijding leidt echter niet zonder meer tot onverbindendheid van de verordening. Zie daarvoor Hoge Raad 3 november 1999, nr. 34616, LJN: AA2917, VNG-45, Belastingblad 2000, blz. 15) en Hoge Raad 10 april 2009, nr. 43747, LJN: BC3691, VNG-2977.

Gemeenten zijn bevoegd om voor begraafplaatsen te werken met reserves en voorzieningen omdat de inkomsten en kosten jaarlijks kunnen verschillen. In de lijkbezorging heeft het meerjarig kostenperspectief een extra dimensie. Uitsluitende rechten worden voor tientallen jaren gevestigd en onderhoudsrechten kunnen voor meerdere jaren worden afgekocht. Theoretisch zouden deze inkomsten toegevoegd dienen te worden aan de voorziening in het jaar van ontvangst en jaarlijkse onttrekkingen in latere jaren. Bij veel gemeenten, waaronder Voorschoten, zijn geen voorzieningen gevormd en ontstaan er nu problemen door een daling van het aantal begravingen en de daarmee gepaard gaande vermindering van inkomsten. Werden voorheen de jaarlijkse kosten gedekt door de inkomsten, nu zijn de inkomsten veelal minder dan de jaarlijkse kosten.

Sinds 2017 zijn gemeente verplicht om binnen het kader van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) een aparte begroting en meerjarenraming te hebben voor gemeentelijke begraafplaatsen, inclusief voorzieningen voor toekomstige verplichtingen. Bij het ontbreken daarvan kunnen accountants weigeren om de jaarstukken goed te keuren. Jurisprudentie heeft uitgewezen dat het ontbreken van voorzieningen alleen gedoogd wordt als de inkomsten in gelijke tred blijven met de uitgaven voor de exploitatie.

Marktconforme tarieven

Als vertrekpunt is genomen de bestaande tarieven van 2023. Bij meerdere tarieven heeft een marktconforme correctie plaatsgevonden. Vanuit communicatieve overwegingen is gekozen voor afgeronde tarieven.

Artikel 5. Vrijstellingen

In de Wet op de lijkbezorging zijn geen verplichte vrijstellingen opgenomen. Het is wel mogelijk om in de verordening vrijstellingen op te nemen, bijvoorbeeld een vrijstelling voor het begraven van een doodgeborene jonger dan 24 weken die gelijktijdig met de overleden moeder in een hetzelfde graf wordt begraven. Het begraven van een doodgeborene ouder dan 24 weken samen met de moeder in één kist staat de wet niet toe. Voor (doodgeboren) kinderen en foetussen die begraven worden in een geregistreerd graf zijn gereduceerde tarieven vastgesteld.

Artikel 6. Belastingtijdvak

De in de verordening genoemde tarieven worden geheven voor de periode waarvoor het recht geldig is.

Uitgezonderd is het jaarlijkse tarief onderhoud gedenkteken/monument, dat blijft gelijk aan het kalenderjaar.

Het jaarlijkse tarief onderhoud gedenkteken/monument gaat in op het moment van aanvang van het grafrecht, voor het dan geldende tarief.

Artikel 7. Wijze van heffing

In artikel 233 Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke belastingen kunnen worden geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte en op andere wijze.

De in deze verordening genoemde diensten van de gemeente Voorschoten worden geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving, met uitzondering van de jaarlijkse tarieven onderhoud gedenkteken/monument die via een jaarlijkse belastingaanslag in rekening worden gebracht.

Artikel 8. en 9. Ontstaan van een belastingschuld

Bij de aanvang van een dienstverlening zijn er vanaf dat moment rechten verschuldigd. In andere gevallen bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10. Termijnen van betaling

Gemeenten zijn vrij om zelf een termijnenregeling in de verordening op te nemen. De gemeente Voorschoten biedt geen termijnregeling aan. De meeste betalingsplichtigen hebben ofwel een uitvaartverzekering of een nalatenschap waaruit de kosten betaald kunnen worden.

Bij verlengingen van grafrechten kunnen voor bepaalde groepen wel betalingsproblemen ontstaan, bijvoorbeeld voor diegenen zonder pensioenuitkering. In dat geval kan een gespreide betalingsregeling aangeboden worden.

Artikel 11. Afstand doen van (graf-)rechten

Terugbetaling van reeds betaalde rechten, of een deel ervan, wordt uitgesloten indien afstand wordt gedaan van lopende rechten.

Artikel 12. Kwijtschelding

Kwijtschelding van lijkbezorgingsrechten vindt doorgaans niet plaats, maar is juridisch wel mogelijk. De betaling zal in de meeste gevallen geen problemen geven omdat veel mensen een begrafenis-/overlijdensrisicoverzekering hebben. Ook is terugval op de Participatiewet (voorheen Wet werk en bijstand) mogelijk.

Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels vaststellen. De uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen is van toepassing.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

Eerste lid

Vermeldt dat oude verordeningen worden ingetrokken.

Tweede lid

De datum van inwerkingtreding van de verordening wordt vermeld.

Derde lid

Vermeldt de datum van inwerkingtreding van de heffing.

Vierde lid

Vermeldt de citeertitel van de verordening.

C Toelichting op de tarieventabel

Algemeen

De gemeente Voorschoten kiest voor marktconforme en afgeronde tarieven. Marktconforme tarieven zijn noodzakelijk ter behoud van voldoende marktaandeel en daarmee voor voldoende inkomsten voor de exploitatie van het gedenkpark. Vertrekpunt zijn de tarieven van het lopende jaar en een bijstelling op marktontwikkelingen en kostentoerekening waar nodig. Een te sterke stijging van de tarieven of het niet tijdig inspelen op ontwikkelingen in de markt leidt tot minder omzet en minder inkomsten, met gevolgen voor de exploitatiebegroting.

De tarieven zijn afgerond op vijf- of tientallen vanuit communicatieoogpunt. Ondernemers en medewerkers van het gedenkpark vinden het lastig om niet afgeronde tarieven met cijfers achter de komma te moeten communiceren met hun klanten en nabestaanden. Dit veroorzaakt sneller ruis in de communicatie.

Hoofdstuk 1 Begraven

In dit hoofdstuk zijn regelingen opgenomen voor het begraven van overledenen. Begraven kan in een algemeen graf en in een particulier graf.

De gemeente Voorschoten kiest voor een basispakket waarin vereiste werkzaamheden voor een goede dienstverlening integraal zijn meegenomen. In de begraafkosten en de bijzettingskosten zijn meegenomen het uitzoeken van een graf, openen en sluiten van het graf, voorlopen, administratieve handelingen, aanwezigheid tijdens de begrafenis en het ruimen van het graf na afloop van de termijn.

Voor kindergraven zijn gereduceerde tarieven opgenomen in de tarieventabel en een extra laag tarief voor het begraven van een doodgeboren kindje jonger dan 24 weken die buiten de Wet op de lijkbezorging valt, maar wel begraven kan worden. Gemeenten hoeven hier echter geen onderscheid in te maken. Kindergraven hebben een kleiner oppervlakte en diepte dan volwassen graven, hetgeen een lager tarief rechtvaardigt. Vanuit communicatieve overwegingen is gekozen voor afgeronde tarieven.

Voor het begraven op buitengewone uren is een toeslag van toepassing. Gezien de extra kosten, zoals gemaakte overuren door de gedenkparkmedewerkers, is het mogelijk hiervoor een hoger recht te heffen. De buitengewone uren staan vermeld in de nadere regels behorende bij de beheerverordening.

Het begraven op zon- en feestdagen is alleen in uitzonderlijke situaties mogelijk na toestemming van de burgemeester. Hiervoor wordt een toeslag van 100% op het gangbare tarief in rekening gebracht.

Hoofdstuk 2 Verlenen en verlengen van grafrechten voor particuliere graven

In dit hoofdstuk is een regeling opgenomen voor het verlenen van grafrechten voor graven. Een recht op een graf kan ingevolge artikel 28 van de Wet op de lijkbezorging gevestigd worden, hetzij voor onbepaalde tijd, hetzij voor de tijd van minstens 10 jaren. De gemeente Voorschoten biedt termijnen aan voor tien jaar of een veelvoud van tien jaar, met een maximum van vijftig jaar. Natuurgraven worden uitgegeven voor 100 jaar en natuur-urnengraven voor 50 jaar. Een voor bepaalde tijd verleend uitsluitend recht op een graf kan worden verlengd. De verordening biedt ruime keuzemogelijkheden voor verlengingen aan voor vijf jaar of een veelvoud van vijf jaar, met een maximum van vijftig jaar. Na die vijftig jaar blijft het recht op opnieuw verlengen bestaan. Voor vijftig jaar is gekozen om extreme inflatiekosten te kunnen corrigeren.

De tarieven voor de uitgifte- en verlengingstermijnen zijn afgestemd op de vermelde termijnen in de beheerverordening Gedenkpark Rosenburgh 2024. Het verlenen van het recht om in een bepaald graf te begraven en begraven te houden is de belaste dienst en niet het begraven zelf.

De kosten van het onderhoud van de algemene voorzieningen van het gedenkpark mogen geïntegreerd worden meegenomen in de heffing van de grafrechten. De gemeente Voorschoten kiest voor integratie van deze tarieven.

Voor algemene graven is er een apart begraaftarief waarin de bijdrage in het algemeen onderhoud is inbegrepen. Op deze wijze blijft voor mensen met een kleine beurs begraven betaalbaar en worden ze niet gedwongen tot een keuze voor crematie. Een geringer genot (meerdere mensen die geen verwantschap hebben in eenzelfde graf en een kleinere toegestane grafbedekking) rechtvaardigt een lager tarief.

Het is volgens de Hoge Raad niet mogelijk om voor het algemene onderhoud aan de begraafplaats alleen te heffen bij particuliere (‘eigen’) graven en niet bij algemene graven. Het karakter van het grafrecht laat een differentiatie in het tarief voor het algemene onderhoud van de begraafplaats slechts toe indien die differentiatie zich richt naar het genot dat een rechthebbende tot een graf heeft van dit onderhoud (Hoge Raad 28 februari 2003, nr. 37716, LJN: AF5108, VN 2003/15.31). Dit arrest wijkt af van de uitspraak van de Hoge Raad van 25 oktober 2002, nr. 36638, LJN: AD8499, Belastingblad 2002, blz. 1226 (Spijkenisse), betreffende rioolrecht. Daarin heeft de Hoge Raad beslist dat het karakter van een retributie zich niet verzet tegen een differentiatie van het tarief anders dan naar het genot.

Door het toenemend aantal alleenwonende voor wie een grafrecht voor een gangbaar graf met twee lagen te duur is wordt vanaf 2024 een ‘enkelgraf’ aangeboden tegen een lager tarief. De beheerder bepaalt waar enkelgraven uitgegeven kunnen worden.

Voor kindergraven worden drie categorieën onderscheiden, namelijk kinderen jonger dan een jaar, een tot acht jaar en acht tot twaalf jaar. De kleinere grafafmetingen rechtvaardigen een lager tarief.

Nieuw is de uitgifte van onderhoudsvrije natuurgraven voor een periode van honderd jaar en natuur-urnengraven voor vijftig jaar. Deze voldoen aan de behoefte van het ontzorgen van nabestaanden bij het onderhouden van de grafbedekking en een behoefte aan langere graftermijnen.

Hoofdstuk 3 Asbestemmingen

Na de crematie wordt de as geborgen in een bus. Artikel 59, eerste lid van de Wet op de lijkbezorging bepaalt dat de as niet eerder dan na één maand nadat zij in een bus is geborgen, kan worden verstrooid.

Verstrooiing van as kan plaatsvinden door of in opdracht van de houder van het gedenkpark en gebeurt op een permanent daartoe bestemd terrein (artikel 66a Wet op de lijkbezorging). De gemeente Voorschoten heeft meerdere verstrooimogelijkheden.

Het bijzetten van een asbus of een urn in een urnengraf, bestaand graf, urnennis of bovengrondse urnenplaats geschiedt in aanwezigheid van een medewerker van het gedenkpark. Er is een tarief vastgesteld per 30 minuten begeleiding.

Hoofdstuk 4 Verlenen en verlengen van grafrechten voor asbestemmingen

De Wet op de lijkbezorging noemt niet met zoveel woorden de mogelijkheid om een uitsluitend recht te vestigen op de ruimte waar een asbus is bijgezet of de plaats waarop as wordt verstrooid. Omdat het vestigen van een recht op een urnengraf, urnennis, urnenplaats of verstrooiingsplaats niet wettelijk is geregeld, gelden er ook geen eisen voor wat betreft de uitgiftetermijn van een dergelijk recht. Een gemeente kan hiervoor zelf een termijn stellen.

De gemeente Voorschoten geeft termijnen uit van vijf jaar of een veelvoud daarvan, waarbij het tarief hetzelfde veelvoud is als het tarief van vijf jaar.

Op grond van artikel 66 van de Wet op de lijkbezorging mag een asbus zonder toestemming van de rechthebbenden pas na tien jaar worden verstrooid. In de beheerverordening is geregeld dat de rechthebbende automatisch toestemming verleend na afstand of afloop van het grafrecht.

Urnennissen worden uitgegeven als particuliere urnennis met uitsluitend recht. Voor het gebruik is een tarief vastgesteld voor vijf jaar of een veelvoud van vijf jaar, waarbij het tarief hetzelfde veelvoud is als het tarief voor vijf jaar.

Verlengen kan met vijf jaar of een veelvoud van vijf jaar, waarbij het tarief hetzelfde veelvoud is van vijf jaar.

Hoofdstuk 5 Gedenktekens en grafbedekkingen

Voor grafbedekkingen die voldoen aan de vereisten van de beheerverordening is geen vergunning meer nodig, een melding volstaat. Dit vermindert de administratieve lasten. Voor een melding worden geen kosten in rekening gebracht. Indien een vergunning vereist is wordt wel een tarief in rekening gebracht. Dit betreft complexere aanvragen die meer tijd in de besluitvorming vragen. Dit rechtvaardigt een hoger tarief dan het tarief van de afgelopen jaren.

Indien een grafbedekking zonder vergunning geplaatst wordt of niet aan de vergunningseisen voldaan wordt kan de grafbedekking door medewerkers van het gedenkpark verwijderd worden en elders opgeslagen. Hieraan zijn kosten verbonden.

Voor het plaatsen van een gedenkplaatje op een algemene herdenkingszuil is een plaatsingsrecht verschuldigd.

Hoofdstuk 6 Opgraven, samenvoegen en asbus verwijderen op verzoek

In dit hoofdstuk is een regeling opgenomen voor het opgraven van een overledene.

Ingeval van een opgraving en overbrenging naar een ander graf op dezelfde of op een andere begraafplaats of naar een crematorium is een tarief vastgesteld. Gezien de verteringsproblematiek wordt steeds vaker een gespecialiseerd bedrijf ingeschakeld. Dit vraagt extra administratieve lasten en toezicht. Vandaar dat het tarief hoger is dan voorgaande jaren. In bijzondere situaties kan ook vergunning verleend worden op basis van een offerte (zie hoofdstuk 11 Bijzondere verrichtingen). Deze voorwaarde moet dan in de vergunning opgenomen worden.

Voor het weer opnieuw begraven (na een opgraving) op een andere plaats op Gedenkpark Rosenburgh worden de gangbare begraafkosten in rekening gebracht.

In het tarief voor samenvoegen zijn alle kosten meegenomen voor de samenvoeging, waaronder administratieve handelingen, openen graf, verzamelen en scheiden van resten, samenvoegen van menselijke resten, afvoer van niet-menselijke resten, sluiting graf indien niet gelijktijdig begraven wordt en toezicht houden op de werkzaamheden bij inschakeling van een gespecialiseerd bedrijf. Door Arbo-technische eisen zijn de kosten voor samenvoegen sterk toegenomen. Dit verklaart het gestegen tarief.

In specifieke situaties, zoals bij slechte lijkvertering, wordt een gespecialiseerd bedrijf ingeschakeld op basis van een uit te brengen offerte (zie hoofdstuk 11 Bijzondere verrichtingen).

Aan het opgraven en verwijderen van een asbus/urn uit een (urnen)graf, urnenplaats of urnennis voor en na afloop van de termijn in opdracht van de rechthebbende zijn kosten verbonden.

Hoofdstuk 7. Onderhoud

De gemeente Voorschoten maakt onderscheidt in algemeen onderhoud van het gedenkpark en onderhoud van de grafbedekking. Onder de kosten voor algemeen onderhoud wordt verstaan een bijdrage in het onderhoud van wegen en paden, bomen, algemeen groen, watertappunten en meubilair. Dit vastrecht is geïntegreerd in het tarief van het grafrecht ter verlichting van de administratieve lasten.

Onder het tarief onderhoud grafbedekking wordt verstaan een bijdrage voor jaarlijks onderhoud door medewerkers van het gedenkpark. Vanaf 2024 is dit een facultatieve optie. Onderscheidt wordt gemaakt in grafbedekkingen groter dan 1 m2 en kleiner dan 1 m2.

De betaling voor grafonderhoud is per periode van vijf jaar, vooraf te voldoen. Voor lopende grafrechten met een resterende termijn korter dan vijf jaar is betaling per jaar mogelijk.

Tot de wetswijziging van 2010 was de houder van de begraafplaats eigenaar van de grafbedekking en verantwoordelijk voor het onderhoud daarvan. Vandaar dat toen een verplichte onderhoudsbijdrage in rekening werd gebracht. Sinds 2010 is de eigenaar van de grafbedekking verantwoordelijk en heeft de houder van de begraafplaats de keuze om dit al dan niet verplicht te stellen. Vanuit communicatieve overwegingen is gekozen voor afgeronde tarieven.

Grafonderhoud dat niet onder het onderhoudscontract valt, kan op verzoek en bij het niet nakomen van verplichtingen tegen een vergoeding worden uitgevoerd door medewerkers van het gedenkpark. Het betreft o.a. herstellen van verzakkingen, aanvullen grind/grond en verwijderen niet toegestane beplanting. Hiervoor zijn aparte tarieven vastgesteld.

Hoofdstuk 8. Administratiekosten

De gemeente Voorschoten heft voor het overboeken van een particulier grafrecht op een andere persoon en bij het inschrijven van een nieuwe rechthebbende bij het overlijden van de geregistreerde rechthebbende in een daartoe bestemd register en het grafdossier, rechten. Particuliere graven zijn graven waarvoor op grond van artikel 28 van de Wet op de lijkbezorging het uitsluitend recht is verleend.

Wat over het inschrijven of overboeken van particuliere graven is opgemerkt geldt tevens voor het inschrijven of overboeken van particuliere urnengraven, urnennissen, urnenplaatsen en particuliere gedenkplaatsen.

Het verstrekken van een kopie van een grafakte brengt extra administratieve lasten met zich mee. Hiervoor is hetzelfde tarief vastgesteld.

Hoofdstuk 9. Overige diensten

Voor het tijdelijk verwijderen van de grafbedekking door medewerkers van het gedenkpark in verband met een bijzetting worden kosten in rekening gebracht.

Het tarief voor het gebruik van de koeling voor opbaring van overledenen is op basis van marktconforme overwegingen verlaagd.

Voor het gebruik van de aula wordt vanaf 2024 een starttarief van 60 minuten gehanteerd. Verlenging van het starttarief is mogelijk met eenheden van 15 minuten.

Voor rouwbezoek op buitengewone uren wordt vanaf 2024 een tarief in rekening gebracht per 30 minuten. Voor ieder rouwbezoek moet een medewerker van het gedenkpark aanwezig zijn en er speciaal voor komen. Dat rechtvaardigt een apart tarief.

Voor aulagebruik op buitengewone uren wordt een extra toeslag in rekening gebracht omdat dit voor het gedenkpark extra kosten met zich meebrengt.

Voor faciliteiten die niet standaard zijn worden eveneens kosten in rekening gebracht. Het betreft het gebruik van het orgel, aanbrengen grafgroen, gebruik geluidsinstallatie bij het graf, audio opname van de auladienst en beschikbaar stellen boomschijf.

Nieuw is het gebruik van de openluchtaula op de natuurbegraafplaats en het aanbieden van streamingsdiensten voor de uitvaart. Voorlopig wordt daarbij samengewerkt met een gespecialiseerde dienstverlener op basis van een offerte, gebaseerd op de wensen van de opdrachtgever.

Hoofdstuk 10. Dierenbegraafplaats

Vanaf 2024 is het mogelijk om op een apart deel van de begraafplaats dieren te begraven. Hiervoor zijn begraafkosten verschuldigd en grafrechten.

Er wordt een onderscheid gemaakt in kleine en grote dieren omdat het grafoppervlak verschilt in grootte.

Hoofdstuk 11. Bijzondere verrichtingen

Steeds vaker komen nabestaanden met wensen en verzoeken waarin de verordening niet voorziet. Vanuit klantgerichtheid en financieel beheer is het belangrijk zo veel mogelijk wensen te honoreren. Vaak betreft het maatwerk waarvoor geen tarief is vastgesteld. Dit artikel maakt het mogelijk dat de beheerder op basis van een offerte deze dienstverlening kan aanbieden.