Mandaatregeling gemeente Barneveld

Geldend van 21-06-2024 t/m heden

Intitulé

Mandaatregeling gemeente Barneveld

Het college van burgemeester en wethouders, alsmede de burgemeester, van de gemeente Barneveld, elk voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op de artikelen 59a, en 171 van de Gemeentewet juncto afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten:

vast te stellen de Mandaatregeling gemeente Barneveld

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit en de bijbehorende bijlagen wordt verstaan onder:

  • 1.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders, of de burgemeester, van de gemeente Barneveld;

  • 2.

    gemandateerde: de medewerker die bevoegd is om namens het bestuursorgaan diens publiekrechtelijke bevoegdheden uit te oefenen, of om namens de gemeente Barneveld feitelijke handelingen dan wel privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • 3.

    mandaat: de bevoegdheid om namens het bestuursorgaan:

    • a.

      besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht te nemen;

    • b.

      privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten (volmacht); en

    • c.

      feitelijke handelingen te verrichten (machtiging), waaronder het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die samenhangen met het genoemde onder a en b.

  • 4.

    medewerker: de persoon die:

    • a.

      bij de gemeente Barneveld als werknemer in dienst is, en

    • b.

      binnen een specifiek taakgebied werkzaamheden verricht voor de gemeente Barneveld die overeenkomen met de werkzaamheden die onder a bedoelde medewerkers ook verrichten; en

  • 5.

    specifieke functionaris: de medewerker met de HR21-functie ‘directeur’, ‘teamleider’ dan wel ‘projectleider I, II of III, programmamanager of medewerker ontwikkeling 0’.

Artikel 2. Instructies

De gemandateerde neemt, voorafgaande aan ieder gebruik van een bevoegdheid die aan hem gemandateerd is, kennis van de instructies van de mandaatgever en handelt hier ook naar.

Artikel 3. Mandaat medewerker

  • 1.

    Een medewerker beschikt over het mandaat om een bevoegdheid die ziet op andere dan personele kwesties uit te oefenen, als in bijlage 1 bij dit besluit bij die bevoegdheid ‘medewerker’ vermeld is.

  • 2.

    Een medewerker beschikt over het mandaat om een bevoegdheid uit te oefenen die ziet op personele kwesties, behalve als die bevoegdheid in bijlage 2 bij dit besluit vermeld is:

    • a.

      onder een functietitel van een specifieke functionaris; of

    • b.

      in de opsomming van bevoegdheden waarvoor het bestuursorgaan geen mandaat heeft toegekend aan een functionaris.

Artikel 4. Mandaat specifieke functionaris

Onverminderd de aan hem als medewerker ingevolge artikel 3 gemandateerde bevoegdheden beschikt een specifieke functionaris over het mandaat om de bevoegdheden uit te oefenen die genoemd zijn in bijlage 1 of bijlage 2 bij dit besluit en waarbij/waarboven diens functietitel vermeld is.

Artikel 5. Inherent mandaat directeur

Onverminderd het bepaalde in artikel 4 beschikt de specifieke functionaris ‘directeur’ ook over het mandaat dat aan andere specifieke functionarissen is toegekend.

Artikel 6. Wijze van ondertekening

In de ondertekening van stukken in het kader van de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid worden in ieder geval de volgende gegevens vermeld:

  • -

    de naam van het bestuursorgaan van wie de bevoegdheid is;

  • -

    de naam en, voor zover nodig, de handtekening van de medewerker die de bevoegdheid in mandaat uitoefent en, voor zover van toepassing, diens functietitel; en

  • -

    dat de bevoegdheid namens het betreffende bestuursorgaan wordt uitgeoefend.

Artikel 7. Regeling niet van toepassing

  • 1. Deze mandaatregeling geldt niet voor beslissingen over kwesties waarop het vigerende Treasurystatuut van de gemeente Barneveld ziet. Voor dergelijke beslissingen geldt uitsluitend de mandatering die in dat statuut beschreven is.

  • 2. De mandaatregeling laat onverlet de bevoegdheid van het bestuursorgaan om bij besluit af te wijken van deze regeling.

Artikel 8. Intrekking

Het besluit van het college van burgemeester en wethouders, alsmede de burgemeester van Barneveld van 26 september 2023 tot het vaststellen van de Mandaatregeling gemeente Barneveld (Gemeenteblad 2023 nr. 459974), wordt ingetrokken.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na de dag van de bekendmaking.

Artikel 10. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatregeling gemeente Barneveld.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 11 juni 2024.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

W. Wieringa

Secretaris

J. van der Tak

Burgemeester

De burgemeester voornoemd,

J. van der Tak

BIJLAGE 1: bevoegdheden ten aanzien van niet-personele aangelegenheden, zoals bedoeld in de artikelen 3, eerste lid en 4 van de Mandaatregeling gemeente Barneveld.

Categorie 0: Altijd een college- of burgemeestersbesluit nodig

De volgende bevoegdheden zijn niet gemandateerd:

  • a.

    vaststellen algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels;

  • b.

    beslissingen op bezwaarschrift 1 ;

  • c.

    burgemeestersbevoegdheden betreffende openbare orde en veiligheid, inclusief het nemen van handhavingsbesluiten in dat kader, zoals (niet uitputtend) Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, Wet tijdelijk huisverbod, Opiumwet, bijzondere bevoegdheden genoemd in afdeling 12 van hoofdstuk 2 van de APV en andere dergelijke bevoegdheden die hun basis hebben in de Gemeentewet; 2

  • d.

    (voorleggen voorstel tot) wijzigingen van het omgevingsplan die niet bestaan uit het daarin opnemen van onherroepelijk geworden omgevingsvergunningen, waarmee afgeweken werd van het omgevingsplan (ex artikel 4.7 Ow);

  • e.

    beslissing op aanvraag omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit met zienswijze(n). Dit geldt ook beslissingen op aanvragen voor een projectafwijkingsbesluit met zienswijze(n) die volgens overgangsrecht nog op basis van vervallen wetgeving genomen moeten worden;

  • f.

    beslissingen nemen in het kader van de Omgevingswet- en regelgeving ten aanzien waarvan de raad zich het adviesrecht heeft voorbehouden;

  • g.

    wijzigingen in het gemeentelijk erfgoedregister;

  • h.

    in geval van collegebevoegdheden: het opleggen van een last onder dwangsom op basis waarvan een overtreder in totaal een dwangsom van meer dan € 100.000 kan verbeuren;

  • i.

    in geval van collegebevoegdheden: het opleggen van een last onder bestuursdwang buiten gevallen van spoed als bedoeld in categorie 8, onder d;

  • j.

    opleggen van bestuurlijke boetes, behalve bij overtredingen van de Participatiewet, IOAW en IOAZ, en de daarop gebaseerde regelgeving;

  • k.

    overeenkomsten tot verwerving en vervreemding (im)materieel en financieel actief, passief3 , garantstellingen met een achterliggende geldelijke waarde van meer dan € 100.000;

  • l.

    beantwoording schriftelijke raadsvragen op grond van de artikel 42 van de Organisatieverordening van de gemeenteraad; en

  • m.

    ondertekening proces-verbaal van de verkiezingsuitslagen op gemeentelijk niveau.

Categorie 1a: Overeenkomsten

Als de gemeente zich met een overeenkomst verplicht tot een prestatie met een achterliggende geldelijke waarde - zoals hieronder genoemd - dan is de daarachter genoemde functionaris tot het sluiten daarvan (inclusief ondertekening en parafering) gemandateerd:

  • a.

    zonder geldelijke waarde4 : teamleider;

  • b.

    groter dan € 0 maar kleiner dan € 10.000: medewerker;

  • c.

    10.000 tot en met € 100.000: teamleider of, als de betreffende kwestie een geldelijke waarde vertegenwoordigt die past binnen het van toepassing zijnde projectbudget en er gehandeld wordt in overeenstemming met de geldende gemeentelijke budgethoudersregeling: ‘projectleider I, II of III, programmamanager of medewerker ontwikkeling 05 ;

    uitzondering 1: overeenkomsten betreffende huur, pacht, ingebruikgeving en anti-kraak van onroerende zaken, alsmede overeenkomsten tot uitvoering van wet- en regelgeving in het sociaal domein, inclusief het vestigen, wijzigen, of opzeggen/afstand doen van een hypotheekrecht of een stil pandrecht ter meerdere zekerheidstelling van afdoening van door gemeente in het kader van die uitvoering uitgeleend geld: medewerker, ongeacht hoogte van de geldelijke waarde.

    uitzondering 2: het vastleggen van onderhandelingsresultaat in de vorm van een overeenkomst, onder de voorwaarde dat daarin expliciet opgemerkt wordt dat dit plaatsvindt onder voorbehoud dat het college en/of de raad hiermee instemt: medewerker, ongeacht de hoogte van de geldelijke waarde;

  • d.

    groter dan € 100.000, alsmede raamovereenkomsten6 ongeacht de hoogte van de geldelijke waarde: directeur,

    uitzondering 1: overeenkomsten betreffende huur, pacht, ingebruikgeving en anti-kraak van onroerende zaken, alsmede overeenkomsten tot uitvoering van wet- en regelgeving in het sociaal domein, inclusief het vestigen, wijzigen, of opzeggen/afstand doen van een hypotheekrecht of een stil pandrecht ter meerdere zekerheidstelling van terugbetaling van door gemeente in het kader van die uitvoering uitgeleend geld: medewerker, ongeacht hoogte van de geldelijke waarde.

    uitzondering 2: het vastleggen van onderhandelingsresultaat in de vorm van een overeenkomst, onder de voorwaarde dat daarin expliciet opgemerkt wordt dat dit plaatsvindt onder voorbehoud dat het college en/of de raad hiermee instemt: medewerker ongeacht de hoogte van de geldelijke waarde.

    uitzondering 3: overeenkomsten als bedoeld bij categorie 0 onder de letter k, waarvoor geen mandaat geldt.

  • e.

    de raadsgriffier, als de overeenkomst voor de gemeenteraad nodig is om een in de Gemeentewet of daarop gebaseerde regelgeving aan haar toegekende bevoegdheid7 , uit te kunnen voeren, ongeacht de hoogte van de achterliggende geldelijke waarde van die overeenkomst.

Categorie 1b: Notariële fase bij overeenkomsten betreffende registergoederen 8

Onder deze categorie valt het nemen van beslissingen en de (schriftelijke) vertegenwoordiging bij alle rechtshandelingen die betrekking hebben op de goederenrechtelijke effectuering van de obligatoire fase1 met betrekking tot registergoedtransacties, waaronder de levering van onroerende zaken en beperkte rechten, (gedeeltelijke) vestiging, wijziging, afstanddoening/opzegging van beperkte (genots- en zekerheids)rechten - zoals erfpachtrechten, opstalrechten, erfdienstbaarheden, vruchtgebruik, recht van gebruik en bewoning, hypotheek- en pandrechten - alsmede het doen ontstaan, wijzigen en beëindigen van een mandeligheid of appartementensplitsing.

Tevens vallen onder deze categorie het tijdens de notariële fase vastleggen van kwalitatieve verplichtingen en ketting- en boetebedingen, van beheers- en gemeenschapsovereenkomsten als bedoeld in artikel 3:168 van het BW, alsmede van andere privaatrechtelijke zekerheidsstellingen dan hierboven genoemd zijn, zoals borgstellingen en waarborgsommen.

Alle in deze categorie bedoelde bevoegdheden zijn, ongeacht het met de betreffende rechtshandeling gemoeide geldbedrag, gemandateerd aan een medewerker (inclusief het recht van substitutie).

Categorie 2: Aanbestedingsprocedures

Een teamleider is gemandateerd om beslissingen te nemen in het kader van een aanbestedingsprocedure, die voorafgaan aan de beslissing over definitieve gunning. Voor de beslissing over definitieve gunning gelden de drempelwaarden b, c en d als beschreven in categorie 1a.

Deze mandatering geldt ook voor een ‘projectleider I, II, of III, programmamanager of medewerker ontwikkeling 0’9 , als de kwestie een geldelijke waarde vertegenwoordigt die past binnen het van toepassing zijnde projectbudget en er gehandeld wordt in overeenstemming met de geldende gemeentelijke budgethoudersregeling.

Categorie 3: Kwijtschelding en oninbaar verklaren van geldschulden

Kwijtschelding en het oninbaar verklaren van bestuursrechtelijke geldschulden10 (als de schuld bestaat uit nog niet betaalde belastingen: alleen het oninbaar verklaren ervan)11 en van privaatrechtelijke vorderingen tot een bedrag van € 250: medewerker. Bij zo’n schuld of vordering met een hoogte tussen de € 250 en € 10.000 is in die gevallen de teamleider daartoe bevoegd en bij bedragen van minimaal € 10.000: directeur.

Als de schuld gebaseerd is op de Participatiewet, IOAW of IOAZ, of de op die wetten gebaseerde regelgeving dan geldt in afwijking van het bovenstaande dat een medewerker gemandateerd is tot kwijtschelding of het oninbaar verklaren tot € 10.000, een teamleider tot € 100.000 en een directeur vanaf € 100.000.

Categorie 4: Andere (rechts)handelingen dan bedoeld bij categorie 3 ten aanzien van vorderingen

Andere (rechts)handelingen, ongeacht de geldelijke waarde, zoals ingebrekestellingen, aansprakelijkstellingen, stuiten van de verjaring van een vordering, het verlenen van uitstel tot betaling van een geldschuld, het verlenen van een voorschot, vaststelling van verschuldigde wettelijke rente, het aanmanen, het geven van en opdracht aan een deurwaarder om een dwangbevel uit te vaardigen: medewerker. Het maakt hierbij niet uit of er sprake is van een privaatrechtelijke vordering of een bestuursrechtelijke geldschuld in de zin van artikel 4:85 van de Awb.

Categorie 5: Afhandeling gestelde vorderingen van anderen

Ten aanzien van de toewijzing van schadeclaims van derden waarbij zij stellen dat er sprake is van een onrechtmatige daad door de gemeente, geldt dat het mandaat van een medewerker reikt tot hoogstens het eigen risico bij de gemeentelijke aansprakelijkheidsverzekeraar. Bij gehele of gedeeltelijke toewijzing van schadeclaims wegens rechtmatige daad (nadeelcompensatie) die niet specifiek geregeld is in de Omgevingswet en daarmee verband houdende regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving12 (dan wel de voorloper daarvan in de Wet ruimtelijke ordening: tegemoetkoming planschadevergoeding) is dit mandaat beperkt tot € 10.000. Boven dit bedrag gelden de drempels b, c en d beschreven onder categorie 1a en de daarbij genoemde specifieke functionaris. Bij gehele afwijzing van beide soorten schadeclaims is het mandaat van de medewerker onbeperkt.

Categorie 6: Aanwijzing van bepaalde personen

De aanwijzing van personen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie aan wie in wet- en regelgeving rechtstreeks bevoegdheden toegekend zijn, zoals toezichthouders, leerplichtambtenaren, heffingsambtenaren, parkeercontroleurs, (bijzondere) ambtenaren van de burgerlijke stand, personen die toegang hebben tot plaatsen bij toepassing van bestuursdwang, ambtenaren die bevoegdheden hebben in het kader van de Wet basisadministratie adressen en gebouwen (Wet BAG): teamleider. In afwijking hiervan is een medewerker gemandateerd om een beroepsverkeersregelaar aan te wijzen.

Categorie 7: Subsidies

Beslissingen over subsidies - ook in de vorm van een lening - die geheel of gedeeltelijk positief zijn voor de externe (toewijzing van een aanvraag en het verstrekken van voorschotten) als die toewijzing of verstrekking een waarde heeft van:

  • a.

    minder dan € 10.000: medewerker;

  • b.

    € 10.000 tot en met € 100.000: teamleider;

  • c.

    meer dan € 100.000: directeur.

Bij beslissingen over subsidies die alleen negatief zijn voor de externe, zoals een gehele afwijzing van een aanvraag, (gedeeltelijke) wijziging of (gedeeltelijke) intrekking van een subsidiebesluit of (gedeeltelijke) terugvordering van onverschuldigd betaalde subsidie: teamleider, ongeacht de geldelijke waarde.

Categorie 8: Bestuursrechtelijke handhaving

  • a.

    gelegenheid bieden tot het geven van een zienswijze over een voorgenomen handhavingsbesluit en/of het opstellen van een (schriftelijke) vooraankondiging: medewerker;

  • b.

    waarschuwing voor een sanctie zoals bestuurlijke boete: medewerker;

  • c.

    bij collegebevoegdheden: het opleggen van een last onder dwangsom op basis waarvan een overtreder in totaal een dwangsom van maximaal € 100.000 kan verbeuren: teamleider;

  • d.

    bij collegebevoegdheden: het opleggen van een last onder bestuursdwang zonder begunstigingstermijn of het zonder voorafgaand besluit toepassen van bestuursdwang, beide alleen in geval van spoed als bedoeld in artikel 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht: teamleider;

  • e.

    een besluit tot wijziging van een al opgelegde last onder dwangsom of last onder bestuursdwang: teamleider;

  • f.

    de verlenging van een begunstigingstermijn hangende een tegen het betreffende handhavingsbesluit daarover lopende bezwaar- of (hoger)beroepsprocedure: medewerker;

  • g.

    opleggen bestuurlijke boete of het tijdelijk verlagen of beëindigen van een uitkering, na een overtreding van de Participatiewet, IOAW en IOAZ en de daarop gebaseerde regelgeving: medewerker. Zoals blijkt uit categorie 0 van de onderhavige bijlage geldt voor boeteoplegging wegens een overtreding van andere wet- en regelgeving geen mandaat; en

  • h.

    andere besluiten en beslissingen die samenhangen met bestuurlijke sancties en niet vallen onder categorie 3 en 4, zoals afwijzing handhavingsverzoek van een derde, het nemen van een invorderingsbeschikking of kostenbeschikking: teamleider.

Categorie 9: Publiekrechtelijke toestemmingen anders dan onder Omgevingswet c.a.

Beslissingen over (het wijzigen van) toestemmingen van publiekrechtelijke aard (vergunningen, ontheffingen, verklaringen van geen bezwaar, etc.), de afhandeling van meldingen, die niet vallen onder categorie 10: medewerker.

Categorie 10: Omgevingswet c.a.

Beslissingen in het kader van de Omgevingswet en bijbehorende wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving, die niet vallen onder categorie 0: teamleider. Bij beslissingen die volgens het overgangsrecht bij de Omgevingswet nog afgehandeld moeten worden overeenkomstig de Wabo, Wro, Wm etc., geldt eenzelfde mandatering.

Categorie 11: Voorzieningen sociaal domein

Beslissingen over voorzieningen op het gebied van het sociaal domein, die geen subsidies zijn en die niet door middel van een overeenkomst ter beschikking worden gesteld, zoals uitkeringen: medewerker.

Categorie 12: Verkeersbesluiten

Verkeersbesluiten inhoudende de aanwijzing van gehandicaptenparkeerplaatsen, (Europese) gehandicaptenparkeerkaarten, laadplaatsen voor elektrische voertuigen en verkeersbesluiten die in combinatie met een APV-toestemming genomen worden13 : medewerker. Andere verkeersbesluiten zijn gemandateerd aan de teamleider.

Categorie 13: Overige

Andere publiekrechtelijke besluiten en daarmee samenhangende beslissingen alsmede handelingen, die niet vallen onder één van de hierboven genoemde categorieën: medewerker. Onder deze categorie vallen onder meer (dus deze lijst is niet uitputtend bedoeld):

  • a.

    aanvragen van toestemmingen, subsidies, specifieke uitkeringen, verzoeken, indienen van declaraties etc. namens de gemeente Barneveld bij externe instanties, zoals provincie en ministeries; 14

  • b.

    niet-inhoudelijk een aanvraag behandelen op basis van artikel 4:5 en 4:6 Awb;

  • c.

    verdagen of opschorten van een beslistermijn op basis van artikel 4:14 en 4:15 Awb;

  • d.

    reactie op verzoek rechtstreeks beroep op basis van 7:1a Awb;

  • e.

    beslissing om een gerechtelijke procedure aan te gaan (procesbesluit) ex artikel 160, lid 1, onder e van de Gemeentewet. Dit geldt zowel procedures bij een civiele rechter als bij een bestuursrechter, beide zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.

  • f.

    beslissingen op en naar aanleiding van ingebrekestellingen voor niet-tijdig beslissen op aanvragen (paragraaf 4.1.3.2 Awb);

  • g.

    basisregistratie personen (BRP);

  • h.

    verkiezingen (Kieswet), met uitzondering van onderdeel m van categorie 0.

  • i.

    reis- en identificatiedocumenten, alsmede rijbewijzen;

  • j.

    onderwijs;

  • k.

    basisadministratie adressen en gebouwen (BAG), al dan niet in combinatie met de Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Barneveld;

  • l.

    register publiekrechtelijke beperkingen;

  • m.

    warenmarkt;

  • n.

    klachtbehandeling als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Awb;

  • o.

    Woo, Who, AVG en meldingen Autoriteit Persoonsgegevens;

  • p.

    vertegenwoordiging gemeente, burgemeester, college of raad in civielrechtelijke of bestuursrechtelijke (gerechtelijke) procedures, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep (schriftelijk en in persoon ter zitting)15 . Een teamleider is gemandateerd om een specifieke procesmachtiging voor een medewerker namens het gemeentebestuur te ondertekenen.

  • q.

    informatieve brieven zonder (rechts)gevolg.

BIJLAGE 2: bevoegdheden ten aanzien van personele aangelegenheden, zoals bedoeld in de artikelen 3, tweede lid en 4 van de Mandaatregeling gemeente Barneveld.

Geen mandaat geldt voor:

  • het aangaan van arbeidsovereenkomsten, het bepalen van het salarisniveau en het wijzigen of beëindigen van een arbeidsovereenkomst, alle voor zover het een directeur betreft;

  • het verlengen of het omzetten van de arbeidsovereenkomst (naar bepaalde of onbepaalde tijd) van de algemeen directeur/gemeentesecretaris;

  • opzeggen van de arbeidsovereenkomst van een directeur;

  • opzeggen van de arbeidsovereenkomst wegens dringende redende reden, als het een directeur betreft;

  • beslissing omtrent schorsing van een directeur als ordemaatregel;

  • vaststellen van het functiewaarderingssysteem HR21 en het toepassen van functiewaardering HR21 ten aanzien van een directeur;

Directeur:

  • het aangaan, wijzigen en beëindigen van een arbeidsovereenkomst van een teamleider;

  • het verlengen of omzetten (naar bepaalde of onbepaalde tijd) van een arbeidsovereenkomst van een teamleider;

  • uitsluitend de algemeen directeur/gemeentesecretaris is in mandaat bevoegd tot het verlengen of omzetten (naar bepaalde of onbepaalde tijd) van een arbeidsovereenkomst van een andere directeur dan de algemeen directeur/gemeentesecretaris;

  • inhuur van derden conform het beleid Inhuur derden voor de functie van teamleider;

  • het opzeggen van een arbeidsovereenkomst van een werknemer, niet zijnde een directeur, al dan niet tijdens diens proeftijd;

  • het opzeggen van een arbeidsovereenkomst van een werknemer, niet zijnde een directeur, wegens een dringende reden;

  • het schorsen van een werknemer, niet zijnde een directeur, zoals bedoeld in hoofdstuk 11 van de Cao Gemeenten;

  • beslissingen inzake salaris en/of andere toelagen van een werknemer, niet zijnde een directeur, zo veel mogelijk binnen de kaders van hoofdstuk 3 Cao Gemeenten en lokale regelingen zoals opgenomen in het Personeelshandboek;

  • de bevoegdheid tot het sluiten van vaststellings- en/of beëindigingsovereenkomsten met werknemers die vallen onder de Wsw. Uitsluitend de algemeen directeur/gemeentesecretaris is in mandaat bevoegd om vaststellings- en/of beëindigingsovereenkomsten te sluiten met andere personen voor wie de gemeente de werkgever is;

  • de werkgever wordt voor het vaststellen, wijzigen of beëindigen van lokale regelingen, zoals opgenomen in het Personeelshandboek - aanvullend op of voortvloeiend uit de Cao Gemeenten en het BW Boek 7 titel 10 - uitsluitend vertegenwoordigd door de algemeen directeur/ gemeentesecretaris;

  • het toepassen van het functiewaarderingssysteem HR21, behalve indien dit betrekking heeft op een directeur;

  • beslissen over verzoeken om een schadeloosstelling van € 1.000,- of hoger per geval, aan personeel dat schade lijdt bij de vervulling van zijn functie;

  • afgeven van een werkgeversverklaring;

  • de vertegenwoordiging van de gemeente bij buitengerechtelijke rechtshandelingen inzake het passeren van hypotheekakten bij de notaris, voor zover dit gebeurt in het kader van de hypotheekregeling voor personeel.

Teamleider:

(onderstaande bevoegdheden zijn alleen aan een teamleider gemandateerd als zij niet worden uitgeoefend jegens specifieke functionarissen ‘directeur’ en ‘teamleider)’

  • het aangaan, wijzigen en beëindigen van een arbeidsovereenkomst;

  • het aangaan, wijzigen en beëindigen van een oproepovereenkomst zoals bepaald in de Cao Gemeenten;

  • het aangaan, wijzigen en beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor de doelgroep banenafspraak;

  • het verlengen of omzetten (naar bepaalde of onbepaalde tijd) van een arbeidsovereenkomst;

  • vacaturestelling;

  • het toekennen of afwijzen van een verzoek tot aanpassing arbeidsduur (tijdelijk of structureel) op grond van de Wet flexibel werken en WAZO.

  • inhuur van derden conform het beleid Inhuur derden;

  • beslissingen inzake salaris en/of andere toelagen van een werknemer, zo veel mogelijk binnen de kaders van hoofdstuk 3 Cao Gemeenten;

  • toepassen van het functiewaarderingssysteem HR21 conform de spelregels uit het Personeelshandboek;

  • toepassen lokale regelingen zoals opgenomen in het Personeelshandboek;

  • uitvoeren gesprekkencyclus en vaststellen beoordeling;

  • inzien personeelsdossiers van werknemers van het eigen team of van het team waarvoor waargenomen wordt;

  • beslissingen over reiskosten en declaraties van werknemers van het eigen team of het team waarvoor waargenomen wordt;

  • het toekennen of afwijzen van vakantie of een verlofaanvraag van de individuele werknemer, alsook het maken van afspraken hieromtrent, zoals bepaald is in hoofdstuk 6 van de Cao Gemeenten en de WAZO;

  • het intrekken van een eenmaal verleende vakantie;

  • het toekennen of afwijzen van een verzoek tot verkoop van bovenwettelijke vakantie-uren zoals bepaald in hoofdstuk 6 van de Cao Gemeenten;

  • het toekennen of afwijzen van een verzoek tot het overschrijven van vakantiedagen naar een volgend kalenderjaar;

  • het toekennen of afwijzen van vakbondsverlof en onbetaald verlof zoals bepaald in hoofdstuk 12 van de Cao Gemeenten;

  • het verlenen van politiek (onbetaald) verlof zoals bepaald in hoofdstuk 6 van de Cao Gemeenten;

  • beslissingen inzake voorschotten op salaris;

  • het aangaan, wijzigen en beëindigen van een werkervaringsplaats of een stageovereenkomst zoals bepaald in de Cao Gemeenten;

  • het aangaan, wijzigen en beëindigen van een detacheringsovereenkomst of een vrijwilligersovereenkomst.

Aldus vastgesteld op 11 juni 2024

Burgemeester en wethouders voornoemd,

W. Wieringa,

Secretaris

J. van der Tak,

Burgemeester

De burgemeester voornoemd,

J. van der Tak


Noot
1

De mandatering van bevoegdheden tijdens de bezwaarschriftprocedure is geregeld in de Regeling adviescommissie bezwaarschriften college van burgemeester en wethouders en burgemeester gemeente Barneveld.

Noot
2

Voor de goede orde wordt opgemerkt dat beslissingen over toestemmingen en handhaving betreffende horeca e.d. de mandatering geldt die beschreven is bij de categorieën 8 en 9.

Noot
3

Met ‘actief’ worden de bezittingen en met ‘passief’ de schulden van de gemeente Barneveld bedoeld.

Noot
4

Van deze gevallen, zoals intentieovereenkomsten, is niet op voorhand te zeggen hoe groot de impact is. Het is aan de teamleider om per geval overeenkomstig de mandaatinstructie te bepalen of deze zelf de overeenkomst namens de gemeente aangaat of dat deze een directeur of het betreffende bestuursorgaan voorstelt deze aan te gaan.

Noot
5

Onder deze functionarissen vallen medewerkers die in arbeidsrechtelijk opzicht als zodanig aangewezen zijn.

Noot
6

Een raamovereenkomst is een schriftelijke overeenkomst tussen één of meer aanbestedende diensten en één of meer ondernemers met als doel het plaatsen van een stroom van toekomstige opdrachten.

Noot
7

Bijvoorbeeld: het aangaan en tekenen van een opdrachtovereenkomst met een accountant om de jaarrekening, ter uitvoering van artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet, te controleren. De raad heeft volgens de Gemeentewet geen bevoegdheid tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, ook niet in deze specifieke situatie.

Noot
8

Registergoederen zijn vermogensrechten ten aanzien waarvan voor overdracht en vestiging inschrijving in de openbare registers (kadaster) nodig is. Voor de praktijk zijn de onroerende zaken en beperkte (genots- en zekerheids) rechten die op onroerende zaken rusten de belangrijkste registergoederen.

Noot
9

Zie voetnoot 5.

Noot
10

Een bestuursrechtelijke geldschuld is een schuld die voortvloeit uit: (a) een wettelijk voorschrift dat een verplichting uitsluitend aan of door een bestuursorgaan regelt of (b) een besluit dat vatbaar is voor bezwaar en beroep (zie artikel 4:85 van de Awb). Voorbeelden: schulden die samenhangen met belastingen en sociale uitkeringen.

Noot
11

Kwijtschelding van een belastingschuld is volgens artikel 255, eerste lid van de Gemeentewet, anders dan het oninbaar verklaren van een belastingschuld (artikel 255, vijfde lid, van de Gemeentewet) geen bevoegdheid van het college van B&W maar van de daartoe aangewezen ambtenaar (“de ontvanger”).

Noot
12

Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet c.a. (en tegemoetkoming planschade bij overgangsrechtelijke situaties) valt onder categorie 10.

Noot
13

Zoals bij evenementen, rommelmarkten etc.

Noot
14

Let op: sommige instanties wensen een bewijs dat de indiener van de aanvraag, het verzoek of dergelijke door de gemeente specifiek gemachtigd is om dat in haar naam te doen. Wees er verder op voorbereid dat het soms alleen mogelijk is om namens de gemeente een aanvraag te doen als je beschikt over toegang tot e-Herkenning.

Noot
15

Let op: vele (gerechtelijke) instanties wensen een specifieke procesmachtiging die op naam van de persoon staat die de gemeente of het bestuursorgaan in de betreffende procedure vertegenwoordigt. Een afschrift van deze mandaatregeling overleggen is dan dus niet voldoende.