Instelling Wolvencommissie Gelderland 2024

1. De commissie heeft als werkgebied de provincie Gelderland en heeft de volgende taken:

• a.

  het stimuleren van en adviseren aan Gedeputeerde Staten over:

  • i.

    preventieve maatregelen om schade door de wolf bij gehouden dieren te voorkomen;

  • ii.

    inwonersparticipatie gericht op het leren samenleven met wolven;

• b.

  het adviseren aan Gedeputeerde Staten over:

  • i.

    ingrijpen bij probleemsituaties met wolven (wolvenbeheer).

1. De commissie bestaat uit een voorzitter en 9 leden.

2. De commissie bestaat uit:

• a.

  Een vertegenwoordiger van Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) Vakgroep Schapenhouderij;

• b.

  Een vertegenwoordiger van LTO Noord regio Oost;

• c.

  Een vertegenwoordiger van Stichting Beheer Platform kleinschalige schapen- en geitenhouders (KSG);

• d.

  Een vertegenwoordiger namens de Vereniging Gescheperde Schaapskudden Nederland (VGSN);

• e.

  Een vertegenwoordiger namens de sectorraad paarden;

• f.

  Een vertegenwoordiger namens particulier grondbezit;

• g.

  Een vertegenwoordiger namens terreinbeherende organisaties;

• h.

  Een vertegenwoordiger namens gemeenten;

• i.

  Een vertegenwoordiger namens de Faunabeheereenheid Gelderland.

3. Een vertegenwoordiger is woonachtig in de provincie Gelderland.

4. Gedeputeerde Staten benoemen, schorsen en ontslaan de voorzitter van de commissie.

1. De commissie regelt zelf haar eigen werkwijze.

2. De commissie vergadert zo vaak als de voorzitter dat nodig oordeelt.

3. De commissie laat zich ten minste 2 maal per jaar adviseren door een door de commissie te organiseren klankbordbijeenkomst.

4. De commissie wordt door de provincie ondersteund met een secretariaat en expertise gericht op voorlichting, communicatie, organisatie van bijeenkomsten of specifieke inhoudelijke kennis, zoals wolvenconsulenten.

5. De secretaris van de commissie zorgt voor afstemming met andere provinciale wolvencommissies en het landelijke overleg over de wolf (LOW).

1. De voorzitter, wordt voor een periode van 3 jaar benoemd.

2. De vertegenwoordigers hebben zitting voor een periode van 3 jaar.

3. De in lid 1 en 2 bedoelde periode kan met maximaal 3 jaar worden verlengd.

1. De secretaris maakt een verslag van de commissievergaderingen.

2. De commissie brengt jaarlijks verslag uit aan Gedeputeerde Staten van haar werkzaamheden en adviezen in het voorafgaande jaar.

1. De adviezen van de commissie zijn openbaar

2. De bepalingen van de Wet open overheid zijn van toepassing op de openbaarmaking van de adviezen.

3. Als Gedeputeerde Staten de adviezen van de commissie niet overnemen, motiveren zij dat bij hun beslissing.