Beleidsregels regeling opvang ontheemden Oekraïne

1. Buitengewone kosten kunnen bestaan uit het volgende:

• a.

  Reiskosten (abonnementskosten) voor vervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school met het openbaar vervoer.

• b.

  Reiskosten ten aanzien van het openbaar vervoer die noodzakelijk zijn voor het verschijnen op afspraken die nodig zijn om een verblijfsvergunning aan te vragen.

• c.

  Kosten die gemoeid zijn met het beoefenen van een sport/en of een culturele activiteit voor kinderen.

2. Ten aanzien van lid 1 c geldt een absolute inkomensgrens van maximaal 120%. Bij een inkomen hoger dan de inkomensgrens van 120% is er geen recht op een bijdrage.

3. Ten aanzien van lid 1 sub c bedraagt de vermogensgrens 100% van de bijstandsnorm op de eerste dag van de maand waarop de kosten gemaakt zijn.

1. Een vergoeding voor buitengewone kosten voor een laptop kan worden toegekend als in het gezin een kind(eren) jonger dan 18 voortgezet onderwijs volgt en in de kosten van aanschaf niet op een andere wijze kan worden voorzien.

2. Een vergoeding voor buitengewone kosten voor een laptop of de door de ouders verschuldigde bijdrage voor een laptop wordt één keer per kind verstrekt.

3. De hoogte van de vergoeding bedraagt maximaal € 400,- voor een laptop of de door de ouder(s) verschuldigde ouderbijdrage voor de laptop die door de onderwijsinstelling in rekening wordt gebracht.

4. Er geldt een inkomensgrens van 110% voor de belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm.

5. De vermogensvrijlating bedraagt 150% van de bijstandsnorm op de eerste dag van de maand waarop de kosten gemaakt zijn.

1. Voor ouders met een inkomen niet hoger dan het minimuminkomen en schoolgaande kinderen is een vergoeding mogelijk voor wekelijkse buitenschoolse activiteiten of voor schoolse activiteiten indien:

• a.

  het kind jonger is dan 18 jaar en in het lopende kalenderjaar basis of voortgezet onderwijs volgt en

• b.

  deelneemt aan een wekelijkse buitenschoolse activiteit op het gebied van sport, cultuur e.d. of

• c.

  niet deelneemt aan een wekelijkse buitenschoolse activiteit maar wel deelneemt aan een door de school georganiseerde activiteit waar kosten aan zijn verbonden.

• d.

  het inkomen van de ouders drie maanden voorafgaande aan de aanvraag niet hoger is dan het minimuminkomen.

2. De hoogte van de vergoeding van buitengewone kosten is per kalenderjaar voor de activiteiten zoals vermeld in het eerste sub b:

• a.

  voor een kind dat basisonderwijs volgt: € 200,00 per kalenderjaar.

• b.

  voor een kind dat voortgezet onderwijs volgt: € 250,00 per kalenderjaar.

3. De hoogte van de vergoeding per kalenderjaar voor de activiteiten zoals vermeld in het eerste lid onder c zijn de daadwerkelijk in rekening gebrachte kosten met een maximum van:

• a.

  voor een kind dat basisonderwijs volgt: € 200,00 per kalenderjaar.

• b.

  voor een kind dat voortgezet onderwijs volgt: € 250,00 per kalenderjaar.

4. Per kalenderjaar is de vergoeding zoals genoemd in het tweede en derde lid maximaal:

• a.

  voor een kind dat basisonderwijs volgt: € 200,00 per kalenderjaar.

• b.

  voor een kind dat voortgezet onderwijs volgt: € 250,00 per kalenderjaar.

5. Er geldt een absolute inkomensgrens van maximaal 120%. Bij een inkomen hoger dan de inkomensgrens van 120% is er geen recht op een bijdrage.

6. De aanvraag moet voor 31 december van het desbetreffende kalenderjaar zijn ingediend.