Beleid aanloop- en overgangsfase experiment gesloten coffeeshopketen gemeente Tilburg

Geldend van 15-06-2024 t/m heden

Intitulé

Beleid aanloop- en overgangsfase experiment gesloten coffeeshopketen gemeente Tilburg

De burgemeester van de gemeente Tilburg:

  • -

    Gezien het voorstel van de afdeling Veiligheid en Wijken,

  • -

    Gelet op:

    • artikel 6, 7, 8 en 10 Wet EGC;

    • artikel 5, 6, 11 en 12 Besluit EGC; en

    • artikel 14 Regeling EGC.

Besluit

het ‘Beleid aanloop- en overgangsfase experiment gesloten coffeeshopketen gemeente Tilburg, aanpassing d.d. 12 juni 2024, als opgenomen in bijlage 1, vast te stellen.

1. Inleiding

1.1 Experiment gesloten coffeeshopketen

In Nederland gaat het ‘experiment gesloten coffeeshopketen’ plaatsvinden. Dit experiment moet duidelijk maken of gereguleerde productie, distributie, en verkoop van hennep en hasjiesj mogelijk is. Ook wordt de kwaliteit van deze hennep en hasjiesj gecontroleerd. Uit het experiment zal blijken wat de effecten zijn op gebieden als criminaliteit, veiligheid en volksgezondheid. Dit experiment wordt ook wel het wietexperiment of de wietproef genoemd. Het experiment vindt plaats in 10 gemeenten, waaronder de gemeente Tilburg.

1.2 Aanloop- en overgangsfase experiment

De burgemeesters van Tilburg en Breda hebben het initiatief genomen voor een aanloopfase van het experiment. Dit biedt de mogelijkheid om op kleine schaal te kunnen starten met het experiment rondom een gelegaliseerde productie- en verkoopketen. Zo kan ervaring worden opgedaan met de gesloten keten en alle processen daarbij.

De ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid hebben besloten dat de aanloopfase van het experiment gesloten coffeeshopketen in Tilburg en Breda start op 15 december 2023. Naar verwachting zijn dan twee aangewezen telers gereed voor levering aan coffeeshops. Dat is voldoende om in Tilburg en Breda te kunnen starten met de aanloopfase van het experiment. In deze fase mogen de coffeeshops uit deze gemeenten zowel de gereguleerd geteelde als de gedoogde producten aanbieden.

De ontwikkelingen tijdens de aanloopfase worden gemonitord. De inzichten opgedaan tijdens de aanloopfase zullen worden gedeeld met alle aan het experiment deelnemende gemeenten en worden gebruikt om processen en systemen te verbeteren voor een soepele overgangsfase.

De aanloopfase in de gemeenten Tilburg en Breda valt onder de voorbereidingsfase voor de coffeeshophouders. De duur van de aanloopfase is beperkt; het streven is een duur van maximaal zes maanden. Indien de openbare orde of veiligheid ernstig in het geding komen, zal de aanloopfase voortijdig worden stopgezet.

Na de aanloopfase volgt de overgangsfase. Deze fase is bedoeld om geleidelijk toe te werken naar de experimenteerfase waarin uitsluitend nog gereguleerde producten verkocht mogen worden. Tijdens de overgangsfase mogen zowel de gedoogde als de gereguleerde producten verkocht worden. De overgangsfase start op 17 juni 2024.

1.3 Beleid tijdens de aanloop- en overgangsfase

Deze beleidsregel ‘Beleid aanloop- en overgangsfase experiment gesloten coffeeshopketen gemeente Tilburg, aanpassing d.d. 12 juni 2024’ is een tijdelijke beleidsregel voor de aanloop- en de overgangsfase van het experiment.

In deze beleidsregel zijn de maximaal toegestane handelsvoorraad en het handhavingsbeleid vastgesteld. Het beleid ziet zowel op de gereguleerde als de gedoogde producten, omdat de coffeeshops tijdens de aanloop- en overgangsfase zowel de gereguleerde als de gedoogde producten mogen verkopen.

Tijdens de aanloop- en overgangsfase blijft ook het ‘Coffeeshopbeleid Tilburg 2020’ van kracht, met uitzondering van hoofdstuk 5 ‘Handhavingsbeleid’ en de daarbij behorende bijlage 1.

1.4 Aanpassing en aanvulling van het beleid d.d. 4 maart 2024

Deze beleidsregel is aangepast wat betreft de handelsvoorraad van de gereguleerde producten: de maximale handelsvoorraad van gereguleerde producten is verruimd tot de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten (artikel 5.1).

De beleidsregel is aangevuld met eisen aan het verkopend personeel van de coffeeshops (artikel 6).

1.5 Aanpassing van het beleid d.d. 12 juni 2024

Deze beleidsregel is aangepast vanwege de start van de overgangsfase van het experiment op 17 juni 2024. De beleidsregel is daardoor ook van toepassing gedurende deze overgangsfase.

1.6 Tijdlijn

afbeelding binnen de regeling

Tijdlijn welke gepubliceerd is door de Rijksoverheid.

2. Definities en afkortingen

  • -

    IJenV

Inspectie Justitie en Veiligheid

  • -

    NVWA

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

  • -

    OM

Openbaar Ministerie

  • -

    burgemeester

de burgemeester van de gemeente Tilburg

  • -

    toezichthouders

bij aanwijzingsbesluit aangewezen toezichthouders die namens de burgemeester van de gemeente Tilburg toezicht houden op de naleving van de regelgeving EGC.

  • -

    Wet EGC

Wet experiment gesloten coffeeshopketen

  • -

    Besluit EGC

Besluit experiment gesloten coffeeshopketen

  • -

    Regeling EGC

Regeling experiment gesloten coffeeshopketen

  • -

    Regelgeving EGC

De Wet EGC, het Besluit EGC en de Regeling EGC

  • -

    Experiment/EGC

experiment, als bedoeld in artikel 2 van de Wet EGC

  • -

    hennep

hennep, als bedoeld op lijst II bij de Opiumwet

  • -

    hasjiesj

hasjiesj, als bedoeld op lijst II bij de Opiumwet

  • -

    teler

aangewezen teler, als bedoeld in artikel 1 van het Besluit EGC

  • -

    coffeeshop

coffeeshop, als bedoeld in artikel 6a van de Wet EGC

  • -

    gesloten coffeeshopketen

gesloten coffeeshopketen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet EGC

  • -

    UID

unieke identificatiemarkering, als bedoeld in artikel 33 van het Besluit EGC (ook wel: het identificatienummer middels het door de overheid beschikbaar gestelde elektronische systeem; het track-and-tracesysteem)

  • -

    Toezicht- en handhavings-arrangement EGC

document waarin de (toezichts- en handhavings)taken en bevoegdheden in het kader van het EGC en samenwerkingsafspraken (waaronder afspraken over informatiedeling) met politie, OM, de deelnemende gemeenten, IJenV en NVWA zijn uitgewerkt.

3. Juridisch kader

3.1 Wet- en regelgeving

Om gereguleerd hennep en hasjiesj aan coffeeshops te kunnen leveren, is wet- en regelgeving opgesteld:

  • -

    Wet experiment gesloten coffeeshopketen

  • -

    Besluit experiment gesloten coffeeshopketen

  • -

    Regeling experiment gesloten coffeeshopketen.

De wet maakt het experiment mogelijk, bepaalt dat de teelt en verkoop van hennep en hasjiesj binnen het experiment niet strafbaar is en bepaalt tevens de duur van het experiment.

In het besluit is geregeld hoe het experiment nader wordt vormgegeven. In het besluit staat bijvoorbeeld aan welke voorwaarden gemeenten, coffeeshops en telers zich moeten houden. In de ministeriële regeling zijn regels over de verpakking en de kwaliteit van de hennep en hasjiesj opgenomen.

Het besluit en de ministeriële regeling treden op hetzelfde moment als de wet in werking.

Daarnaast zijn in relatie tot het experiment de volgende besluiten vastgesteld, waarvan de titels voor zichzelf spreken:

  • -

    Besluit vaststelling aanvraagtijdvak en vaststelling minimale productiehoeveelheid

  • -

    Besluit aanwijzing toezichthouders en mandaatverlening

  • -

    Besluit inwerkingtreding experiment gesloten coffeeshopketen

  • -

    Besluit vaststelling van het aanvangstijdstip van de aanloopfase van het experiment gesloten coffeeshopketen in de gemeenten Breda en Tilburg.

3.2 Handelsvoorraad: grondslag en beleid

Tijdens de aanloop- en overgangsfase mogen de coffeeshops zowel de gereguleerd geteelde als de gedoogde producten aanbieden. Voor beide wordt een maximale handelsvoorraad gesteld.

Handelsvoorraad gereguleerde producten

Op grond van artikel 39, artikel 12, aanhef en onder b, en artikel 5 tweede lid van het Besluit EGC, heeft de burgemeester de bevoegdheid om voor de duur van de fase van voorbereiding nadere regels te stellen over de maximaal toegestane handelsvoorraad hennep of hasjiesj die wordt afgenomen van de aangewezen telers, met dien verstande dat deze voorraad niet meer mag bedragen dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten.

De burgemeester stelt de maximaal toegestane voorraad vast op de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten. Dit is het maximum dat gaat gelden tijdens de experimenteerfase. Door tijdens de aanloop- en overgangsfase deze hoeveelheid als maximum vast te stellen, kan ervaring worden opgedaan met de wijze van vaststellen van die handelshoeveelheid, de praktische uitvoerbaarheid daarvan voor coffeeshophouders en voor het toezicht daarop en de handhaving daarvan. Dit is nodig omdat in de experimentregelgeving niet is uitgewerkt hoe het maximum moet worden vastgesteld.

Verder is van belang dat er geen aanleiding is om een beperkter voorraad toe te staan dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten.

Voor de eerste vier weken na de verruiming van de handelsvoorraad geldt een overgangsregeling.

Doordat de handelsvoorraad van de gereguleerde producten sinds de start van de aanloopfase beperkt is geweest tot 500 gram, geven de verkoopcijfers van de vier weken voorafgaand aan de verruiming van de maximaal toegestane handelsvoorraad geen goed beeld van de hoeveelheid gereguleerde hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten. Daarom wordt in deze eerste vier weken na de verruiming van de maximaal toegestane handelsvoorraad, aan de coffeeshophouders gevraagd om zelf een opgave te doen van de volgens hen benodigde verkoophoeveelheid voor een week. Na vier weken kan vervolgens aan de hand van de verkoopcijfers de maximaal toegestane handelsvoorraad worden berekend op basis van de verkoopcijfers van steeds de voorgaande vier weken. De coffeeshophouder geeft de burgemeester daartoe inzage in de verkoopcijfers van de gereguleerde producten.

Handelsvoorraad gedoogde producten

Op grond van de Aanwijzing Opiumwet geldt dat de maximale handelsvoorraad van de gedoogde coffeeshops in de lokale driehoek wordt vastgesteld en in elk geval de 500 gram niet te boven mag gaan.

3.3 Eisen aan verkopend personeel: grondslag en beleid

Op grond van artikel 12 aanhef en onder h van het Besluit EGC heeft de burgemeester de bevoegdheid om nadere regels te stellen over de opleiding van het personeel van de coffeeshop. Op grond van artikel 6, eerste lid, onder a en b van het Besluit EGC moet het verkopend personeel van de coffeeshop een cursus hebben gevolgd gericht op preventie en het geven van voorlichting.

3.4 Handhaving: grondslag en beleid

De burgemeester is naast de IJenV en de NVWA belast met het toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving van het experiment gesloten coffeeshopketen.

Op grond van artikel 10 van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen heeft de burgemeester de bevoegdheid om bestuursrechtelijk op te treden tegen een coffeeshop die wet en/of regels overtreedt.

Dit geldt ook tijdens de aanloop- en overgangsfase van het experiment, omdat voor de coffeeshophouders de aanloop- en overgangsfase onderdeel uitmaken van de fase van voorbereiding van het experiment als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen.

Deze beleidsregel ‘Beleid aanloop- en overgangsfase experiment gesloten coffeeshopketen gemeente Tilburg’ (hierna: het beleid) is gebaseerd op de regelgeving EGC en beschrijft hoe de burgemeester, behoudens gemotiveerde afwijkingen, optreedt bij de constatering van overtredingen door coffeeshops tijdens de aanloop- en overgangsfase, met als doel de geconstateerde overtredingen te doen opheffen en herhaling ervan te doen voorkomen.

4. Toezicht aanloop- en overgangsfase

4.1 Gemeentelijk toezichthouders

De toezichthouders voeren namens de burgemeester toezicht uit door middel van fysieke controles bij de coffeeshops. Daarnaast voeren de toezichthouders digitaal toezicht uit middels het door de overheid beschikbaar gestelde elektronische systeem (hierna: track-and-tracesysteem). Bevindingen uit een digitale controle kunnen aanleiding vormen voor een (nadere) fysieke controle. De burgemeester is bevoegd tot toezicht en handhaving van de in de bijlage bij dit beleid uitgewerkte normen, voor zover deze zien op de coffeeshops.

4.2 Samenwerking met andere toezichthoudende en handhavende instanties

Naast de burgemeesters van de deelnemende gemeenten zullen de IJenV en de NVWA toezicht houden op de normen die voortvloeien uit de regelgeving EGC en deze normen handhaven. Politie en OM zijn verantwoordelijk voor het opsporen en vervolgen van strafbare feiten. De bevoegdheden van, en samenwerking tussen de burgemeesters van de deelnemende gemeenten, de IJenV, NVWA en politie/OM zijn uitgewerkt in het Toezicht- en handhavingsarrangement EGC.

In voornoemd arrangement is eveneens uitgewerkt welke informatie tussen de handhavende instanties zal worden gedeeld, en welke informatie zal worden gedeeld met politie en OM.

Bij niet-naleving van de regels van het experiment kan in beginsel zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk worden gehandhaafd, maar uitgangspunt is dat bestuurlijke handhaving het primaat heeft. Afbakening tussen het strafrechtelijke traject, door politie en OM, en het bestuursrechtelijke traject is beschreven in het Toezicht- en handhavingsarrangement EGC.

5. Handelsvoorraad aanloop- en overgangsfase

5.1 Handelsvoorraad gereguleerde producten

5.1.1

De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder is afgenomen van de aangewezen telers en in de coffeeshop wordt aangehouden voor de verkoop, bedraagt in totaal niet meer dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten.

5.1.2

De maximaal toegestane handelsvoorraad als bedoeld onder 1 wordt als volgt berekend: het gemiddelde van de verkochte hoeveelheid hennep of hasjiesj van de vier voorgaande weken, vermeerderd met 5%.

5.1.3

De coffeeshophouder geeft de burgemeester inzage in de verkoopcijfers van de gereguleerde producten door steeds op verzoek van de burgemeester de verkoopcijfers per week te verstrekken.

5.1.4

De burgemeester kan besluiten bij een of meerdere coffeeshops een kleinere maximale handelsvoorraad toe te staan als daarvoor aanleiding is om redenen van openbare orde of veiligheid.

5.1.5 Overgangsregeling

In afwijking van het bepaalde in artikel 5.1.2 doet de coffeeshophouder in de eerste vier weken na de inwerkingtreding van dat artikel, aan de burgemeester een opgave van de volgens de coffeeshophouder benodigde verkoophoeveelheid hennep en hasjiesj voor een week.

5.2 Handelsvoorraad gedoogde producten

De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder is afgenomen van anderen dan de aangewezen telers en in de coffeeshop wordt aangehouden voor de verkoop aan klanten, bedraagt in totaal niet meer dan 500 gram.

6. Eisen aan personeel

6.1 Cursuseisen

Het verkopend personeel van de coffeeshophouder heeft een cursus gevolgd waardoor de volgende kennis en vaardigheden zijn verkregen:

Kennis over hennep en hasjiesj, effecten en gezondheidsrisico’s

  • o

    lichamelijke en psychische effecten

  • o

    werkingsduur bij verschillende manieren van consumeren

  • o

    mogelijk negatieve lichamelijke en psychische effecten en gevolgen

  • o

    personen met extra risico’s

  • o

    weten hoe om te gaan met acute gezondheidsincidenten, zoals

    • -

      verslechtering cognitieve functies (bijv. geheugen, concentratie en reactievermogen);

    • -

      misselijkheid en algehele malaise;

    • -

      flippen/’bad trip’;

    • -

      ‘out’ gaan/bewusteloos raken

Adviseren over (wijze van) gebruik

  • o

    minimaliseren negatieve gevolgen

  • o

    bewustzijn van verschil in recreatief en medicinaal gebruik

Leeftijdsgrens

  • o

    kennis van leeftijdsgrens en onderbouwing daarvan

  • o

    kunnen weigeren van toegang en verkoop aan minderjarigen (“nee” verkopen)

Problematisch gedrag en wijzen op informatie

  • o

    kennis over signalen van mogelijk problematisch gebruik

  • o

    weten hoe te handelen bij klanten die als gevolg van gebruik probleemgedrag vertonen

  • o

    kennis over informatie, advies en hulp bij mogelijk problematisch gebruik, waaronder begrepen de lokale partijen die een rol spelen op het gebied van verslaving en gezondheid en verwijzing daarnaar

(Basis) kennis van wet- en regelgeving

  • o

    de Opiumwet betreffende handel, bezit en gebruik van hennep en hasjiesj

  • o

    de Tabaks- en rookwarenwet

  • o

    het Besluit Alcohol, Drugs en geneesmiddelen in het verkeer

  • o

    het Experiment Gesloten Coffeeshopketen en de wet- en regelgeving daarover

  • o

    lokale regelgeving: beleid van de burgemeester van Tilburg over het Experiment Gesloten Coffeeshopketen

  • o

    de mogelijkheid tot het stellen van huisregels door de coffeeshop

6.2 Goedkeuring cursus

De burgemeester beoordeelt of een cursus voldoet aan de daaraan gestelde eisen. De coffeeshophouder legt, voorafgaand aan het volgen van een cursus, een gekozen cursus ter beoordeling voor aan de burgemeester. De burgemeester vraagt de cursusaanbieder om daartoe een beschrijving van de cursusmethode en het cursusmateriaal over te leggen.

6.3 Certificaat

De coffeeshophouder toont door certificaten van de cursusaanbieder aan dat elk verkopend personeelslid een cursus heeft gevolgd waarvan de burgemeester heeft geoordeeld dat deze voldoet aan de eisen.

6.4 Termijn

Twee maanden

Elk verkopend personeelslid van een coffeeshop moet binnen twee maanden na aanvang van de verkoopfunctie voldoen aan de cursuseis.

Overgangsregeling

De verkopend medewerker die voor 15 april 2024 al in een verkoopfunctie werkzaam was in de coffeeshop, moet uiterlijk op 15 juni 2024 voldoen aan de cursuseis.

7. Handhavingsbeleid aanloop- en overgangsfase

7.1 ‘Handhavingsbeleid’ van het ‘Coffeeshopbeleid Tilburg 2020’ buiten werking

Het handhavingsbeleid in deze beleidsregel ziet zowel op de gereguleerde als de gedoogde producten, omdat de coffeeshops tijdens de aanloop- en overgangsfase zowel de gereguleerde als de gedoogde producten mogen verkopen.

Hoofdstuk 5 ‘Handhavingsbeleid’ en de daarbij behorende bijlage 1 van het ‘Coffeeshopbeleid Tilburg 2020’ is daarom gedurende de aanloop- en overgangsfase buiten werking.

7.2 Maatregelen

In de tabel in de bijlage bij dit beleid staat per artikel de maatregel die bij overtreding wordt opgelegd door de burgemeester.

7.3 Recidive

De burgemeester treedt, behoudens gemotiveerde afwijkingen, bij de constatering van overtredingen door coffeeshops op zoals vastgelegd in de bijgaande tabel met maatregelen.

Bij constatering van een herhaalde overtreding, binnen 2 jaar na de voorafgaande constatering, wordt de maatregel toegepast die hoort bij de volgende overtreding.

Bij constatering van een herhaalde overtreding 2 jaar of langer na de voorafgaande constatering, wordt de maatregel toegepast die hoort bij de eerste overtreding.

7.4 Cumulatie

Bij cumulatie van op te leggen maatregelen is de zwaarst gestelde maatregel van toepassing of kan worden afgeweken van het beleid (zie volgend kopje).

7.5 Afwijken van beleidsregels

De burgemeester handelt overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens (bijzondere) omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

8 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleid aanloop- en overgangsfase EGC gemeente Tilburg, aanpassing d.d. 12 juni 2024.

9 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na publicatie ervan in het Gemeenteblad.

10. Bijlage bij het beleid: tabel met maatregelen

10.1 Verkoop hennep of hasjiesj

Omschrijving overtreding en grondslag

Norm

Maatregel

Toelichting

Verkoop softdrugs van een niet vergunde teler

Artikel 4, lid 1, Besluit EGC

Een coffeeshophouder verkoopt uitsluitend hennep of hasjiesj die door hem is afgenomen van aangewezen telers en mag uitsluitend met deze hennep of hasjiesj enige andere daarmee in verband staande handeling als bedoeld in artikel 3, onderdeel B, van de Opiumwet verrichten.

 

Deze norm is niet van toepassing tijdens de aanloop- en overgangsfase.

Tijdens de aanloop- en overgangsfase mag een coffeeshophouder zowel gereguleerde als gedoogde hennep of hasjiesj verkopen.

Verkoop harddrugs

Artikel 2 aanhef en onder B en C en artikel 13b lid 1 en onder a Opiumwet

Geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs mogen worden verkocht en/of daartoe aanwezig zijn.

  • 1e constatering:

    12 mnd. sluiting

    2e constatering:

    Intrekken vergunning én

    6 mnd. sluiting

 

Verkoop van meer dan 5 gram per transactie

Artikel 4, lid 2 Besluit EGC

Een coffeeshophouder verkoopt aan eenzelfde klant per keer geen grotere hoeveelheid hennep of hasjiesj dan 5 gram.

Minder dan 30 gram:

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    3 mnd. sluiting

    3e constatering:

    6 mnd. sluiting

    4e constatering:

    Maatwerk

30 gram of meer:

  • 1e constatering:

    3 mnd. sluiting

    2e constatering:

    6 mnd. sluiting

    3e constatering:

    Intrekken vergunning én

    6 mnd. sluiting

De maximale hoeveelheid per transactie mag niet groter zijn dan geschikt voor eigen gebruik (5 gram) en betreft daarom het totaal aan gereguleerde én gedoogde hennep en hasjiesj. 

Bij het structureel overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – melding gemaakt aan politie/OM.

Jeugd toelaten en/of softdrugs verkopen

Artikel 4, lid 3, Besluit EGC

Een coffeeshophouder laat jeugdigen tot en met 17 jaar niet toe in de coffeeshop en verkoopt aan deze categorie jeugdigen geen hennep of hasjiesj.

  • 1e constatering:

    3 mnd. sluiting

    2e constatering:

    6 mnd. sluiting

    3e constatering:

    Intrekken vergunning én

    6 mnd. sluiting

 

Verkoop aan niet-ingezetenen

Artikel 4, lid 4, Besluit EGC

Onverminderd het derde lid laat een coffeeshophouder wiens coffeeshop is gelegen in een grensgemeente als bedoeld in artikel 2, lid 2, Besluit EGC anderen dan die hun werkelijke woonplaats hebben in Nederland niet toe tot de coffeeshop en verkoopt aan anderen dan deze personen geen hennep of hasjiesj.

 

Deze norm is niet van toepassing in de gemeente Tilburg.

Tilburg is niet aangemerkt als grensgemeente in artikel 2, lid 2, Besluit EGC. Daarnaast heeft de burgemeester – naar aanleiding van een pilot (met ingang van 1 maart 2018) en het onderzoek “Shops in zicht” door Breuer & Intraval (met ingang van september 2018) – in januari 2019 besloten niet langer te handhaven op het I-criterium.

10.2 Handelsvoorraad

Omschrijving overtreding en grondslag

Norm

Maatregel

Toelichting

Aanwezigheid softdrugs van niet vergunde teler

Artikel 5, lid 1, Besluit EGC

Een coffeeshophouder heeft in de coffeeshop uitsluitend hennep of hasjiesj aanwezig die is afgenomen van aangewezen telers.

 

Deze norm is niet van toepassing tijdens de aanloop- en overgangsfase.

Tijdens de aanloop- en overgangsfase mag een coffeeshophouder zowel gereguleerde als gedoogde hennep of hasjiesj verkopen en dus ook op voorraad hebben.

Overschrijden maximale handelsvoorraad gereguleerde hennep en hasjiesj 

Artikel 12, aanhef en onderdeel b, en artikel 39, aanhef en onderdeel a, en aritkel 5 lid 2 Besluit EGC

en artikel 5.1 Beleid aanloop- en overgangsfase EGC Tilburg.

De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder is afgenomen van de aangewezen telers en in de coffeeshop wordt aangehouden voor de verkoop, bedraagt in totaal niet meer dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten.

Bij een overschrijding tot 2% van maximaal toegestane voorraad:

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    3 mnd. sluiting

    3e constatering:

    6 mnd. sluiting

Bij overschrijding met 2% of meer van de toegestane voorraad:

  • 1e constatering:

    3 mnd. sluiting

    2e constatering:

    6 mnd. sluiting

    3e constatering:

    Intrekken vergunning én

    6 mnd. sluiting

Bij een excessieve overschrijding van de norm wordt – naast de genoemde maatregelen – melding gemaakt aan politie/OM.

Tijdens de aanloop- en overgangsfase geldt een maximaal toegestane handelsvoorraad voor gereguleerde hennep en hasjiesj (de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten) én een maximaal toegestane handelsvoorraad voor gedoogde hennep en hasjiesj (500 gram). 

Toelichting maximaal toegestane handelsvoorraad voor gereguleerde hennep en hasjiesj:

De hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten wordt als volgt berekend: het gemiddelde van de verkochte hoeveelheid hennep of hasjiesj van de vier voorgaande weken, vermeerderd met 5%.

Toelichting verkoopbare voorraad:

Bij de voorraad die wordt aangehouden voor de verkoop, worden niet meegerekend de in de coffeeshop aanwezige hennep en hasjiesj die in het track-and-tracesysteem geregistreerd is als zijnde:

  • -

    gederfd, als bedoeld in artikel 6a Regeling EGC;

  • -

    retourzending, als bedoeld in artikel 10a, lid 1 en lid 2 Besluit EGC; óf

  • -

    proefproduct (onverzegelde verpakking ten behoeve van beoordeling door klanten),

als bedoeld in artikel 7 lid 2 Besluit EGC.

Overschrijden maximale handelshoeveelheid gedoogde hennep en hasjiesj – tijdens aanloop- en overgangsfase

Artikel 3 aanhef en onderdeel B en C en artikel 13b lid 1 en onder a Opiumwet, Aanwijzing Opiumwet en artikel 5.2 Beleid aanloop- en overgangsfase EGC Tilburg.

De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder is afgenomen van anderen dan de aangewezen telers en in de coffeeshop wordt aangehouden voor de verkoop, bedraagt in totaal niet meer dan 500 gram.

Bij overschrijding minder dan of gelijk aan 500 gram:

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    1 mnd. sluiting of sluiting tot einde overgangsfase als dat korter is dan 1 mnd.

    3e constatering:

    Sluiting tot einde overgangsfase

Bij overschrijding van meer dan 500 gram:

  • 1e constatering:

    1 mnd. sluiting of sluiting tot einde overgangsfase als dat korter is dan 1 mnd.

    2e constatering:

    Sluiting tot einde overgangsfase

Tijdens de aanloop- en overgangsfase geldt een maximaal toegestane handelsvoorraad voor gereguleerde hennep en hasjiesj (de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten) én een maximaal toegestane handelsvoorraad voor gedoogde hennep en hasjiesj (500 gram). 

Handelsvoorraad elders dan in de coffeeshop opslaan

Artikel 5, lid 3, Besluit EGC

De hennep of hasjiesj die door aangewezen telers aan een coffeeshophouder is geleverd, wordt uitsluitend in die coffeeshop bewaard.

  • 1e constatering:

    6 mnd. sluiting

    2e constatering:

    12 mnd. sluiting

    3e constatering:

    Intrekken vergunning én

    6 mnd. sluiting

Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – altijd melding gemaakt aan politie/OM.

Onvoldoende veilig opslaan handelsvoorraad

Artikel 5, lid 4, Besluit EGC

Een coffeeshophouder treft alle maatregelen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor een adequate opslag en beveiliging van de hennep of hasjiesj.

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    3 mnd. sluiting

    3e constatering:

    6 mnd. sluiting

    4e constatering:

    Maatwerk

Voor de aanloop- en overgangsfase geeft de burgemeester geen nadere voorschriften ter invulling van deze norm. De burgemeester treedt op bij ernstige nalatigheid van de coffeeshophouder.

 
 
 
 

10.3 Eisen aan verkopend personeel en voorlichting

Omschrijving overtreding en grondslag

Norm

Maatregel

Toelichting

Verkopend personeel heeft geen preventiecursus gevolgd

Artikel 6, lid 1, Besluit EGC en artikel 6 Beleid aanloop- en overgangsfase EGC Tilburg

Het verkopend personeel van de coffeeshophouder heeft een cursus gevolgd die is gericht op het verkrijgen van de nodige kennis en vaardigheden om aan klanten voorlichting te kunnen geven en om klanten bij een vermoeden van problematisch gebruik door te kunnen verwijzen naar informatie of zorg.

  • 1e constatering:

    Opleggen last onder dwangsom met de volgende bedragen:

    • -

      € 2.500,-

    • -

      € 5.000,-

    • -

      € 10.000,-

    2e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 2.500,-

    3e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 5.000,-

    4e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 10.000,-

    5e constatering:

    Maatwerk

Aangezien de eisen aan het verkopend personeel nieuw zijn voor de coffeeshophouders, zal daarop eerst worden gehandhaafd vanaf 17 juni 2024. Zo worden de coffeeshophouders in de gelegenheid gesteld om het personeel de cursus te laten volgen.

Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht.

Geen preventiemateriaal in de coffeeshop aanwezig

Artikel 6, lid 2, Besluit EGC

Een coffeeshophouder heeft voor de klanten voorlichtingsmateriaal over gebruik en de risico’s van gebruik of problematisch gebruik zichtbaar aanwezig in de coffeeshop.

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    Opleggen last onder dwangsom met de volgende bedragen:

    • -

      € 2.500,-

    • -

      € 5.000,-

    3e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 2.500,-

    4e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 5.000,-

    5e constatering:

    Maatwerk

Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht.

10.4 Verpakking

Omschrijving overtreding en grondslag

Norm

Maatregel

Toelichting

Verkoop van niet verzegelde verpakkingseenheden

Artikel 7, lid 1, Besluit EGC

Een coffeeshophouder verkoopt de hennep of hasjiesj uitsluitend zoals deze door aangewezen telers in een verzegelde verpakkingseenheid als bedoeld in artikel 29, lid 2, Besluit EGC is afgeleverd en heeft de hennep of hasjiesj ook uitsluitend in die verzegelde verpakkingseenheid aanwezig.

Tot 5 verpakkingen:

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    Opleggen last onder dwangsom met de volgende bedragen:

    • -

      € 2.500,-

    • -

      € 5.000,-

    3e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 2.500,-

    4e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 5.000,-

    5e constatering:

    Maatwerk

5 of meer verpakkingen:

  • 1e constatering:

    3 mnd. sluiting

    2e constatering:

    6 mnd. sluiting

    3e constatering:

    Intrekken vergunning én

    6 mnd. sluiting

Deze norm is enkel van toepassing ten aanzien van de aanwezige gereguleerde hennep en hasjiesj in de coffeeshop.

Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht.

Overschrijden maximaal aantal hoeveelheid onverzegelde proefproducten

Artikel 7, lid 2, Besluit EGC

In afwijking van het eerste lid mag van elke soort hennep of hasjiesj die in de coffeeshop wordt verkocht, ten behoeve van de beoordeling door klanten maximaal 20 gram onverzegeld aanwezig zijn.

In totaal mag de ten behoeve van de beoordeling door klanten in de coffeeshop onverzegeld aanwezige hennep en hasjiesj niet meer dan 150 gram hennep en hasjiesj per kalendermaand bedragen.

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    Opleggen last onder dwangsom met de volgende bedragen:

    • -

      € 2.500,-

    • -

      € 5.000,-

Deze norm is enkel van toepassing ten aanzien van de aanwezige gereguleerde hennep en hasjiesj in de coffeeshop.

Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom,

  • 3e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 2.500,-

    4e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 5.000,-

    5e constatering:

    Maatwerk

deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht.

Ongeoorloofd aanbrengen wijziging verpakkingseenheid

Artikel 7, lid 3, Besluit EGC

Onverminderd het eerste lid is het niet toegestaan wijzigingen aan te brengen aan de verpakkingseenheden of de informatie, bedoeld in artikel 29, lid 2, Besluit EGC met dien verstande dat de coffeeshophouder wel zijn handelsnaam en eventueel zijn contactgegevens op de verpakking mag aanbrengen, met inachtneming van de bij ministeriële regeling gestelde regels.

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    Opleggen last onder dwangsom met de volgende bedragen:

    • -

      € 2.500,-

    • -

      € 5.000,-

    3e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 2.500,-

    4e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 5.000,-

    5e constatering:

    Maatwerk

Deze norm is enkel van toepassing ten aanzien van de aanwezige gereguleerde hennep en hasjiesj in de coffeeshop.

Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht.

10.5 Alcohol

Omschrijving overtreding en grondslag

Norm

Maatregel

Toelichting

Alcohol schenken, verkopen en/of aanwezig hebben

Artikel 8 Besluit EGC

In een coffeeshop wordt geen alcohol geschonken of verkocht en is alcohol ook anderszins niet aanwezig.

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    3 mnd. sluiting

    3e constatering:

    6 mnd. sluiting

    4e constatering:

    Maatwerk

 

10.6 Affichering

Omschrijving overtreding en grondslag

Norm

Maatregel

Toelichting

Reclame maken voor coffeeshop

Artikel 9, lid 1, Besluit EGC

Een coffeeshophouder voert geen enkele vorm van affichering, anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit.

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    Opleggen last onder dwangsom met de volgende bedragen:

    • -

      € 2.500,-

    • -

      € 5.000,-

    3e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 2.500,-

    4e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 5.000,-

    5e constatering:

    Maatwerk

Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht.

10.7 Overlast

Omschrijving overtreding en grondslag

Norm

Maatregel

Toelichting

Onvoldoende maatregelen ter voorkoming van overlast

Artikel 10 Besluit EGC

Een coffeeshophouder treft adequate maatregelen ter voorkoming of beperking van overlast, waaronder in ieder geval wordt begrepen parkeeroverlast rond de coffeeshop, geluidshinder, vervuiling en voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten.

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    3 mnd. sluiting

    3e constatering:

    6 mnd. sluiting

    4e constatering:

    Maatwerk

Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht.

Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – indien nodig melding gemaakt aan politie/OM.

10.8 Retourzending en vernietiging

Omschrijving overtreding en grondslag

Norm

Maatregel

Toelichting

Retourzending en vernietiging

Artikel 10a Besluit EGC

  • De coffeeshophouder zendt hennep of hasjiesj die hij niet voor de verkoop aan klanten aanhoudt, in de verzegelde verpakkingseenheid retour aan de aangewezen teler die de hennep of hasjiesj had geleverd. Op de retourzending is artikel 24, tweede tot en met vijfde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de coffeeshophouder zorg draagt voor het vervoer naar de teler, bedoeld in het tweede lid, en desgevraagd inlichtingen moet kunnen verschaffen als bedoeld in het vijfde lid.

  • De coffeeshophouder ontdoet zich van de hennep of hasjiesj die op grond van artikel 7, tweede lid, ten behoeve van de beoordeling door klanten onverzegeld in de coffeeshop aanwezig is maar niet langer voor dit doel wordt gebruikt, door retourzending aan de aangewezen teler of vernietiging daarvan waardoor de hennep of hasjiesj niet langer geschikt is voor consumptie. Ingeval van retourzending is de tweede volzin van het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

  • 1e constatering:

    Waarschuwing

    2e constatering:

    Opleggen last onder dwangsom met de volgende bedragen:

    • -

      € 2.500,-

    • -

      € 5.000,-

    3e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 2.500,-

    4e constatering:

    Invorderen verbeurde dwangsom ad.

    € 5.000,-

    5e constatering:

    Maatwerk

Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht.

10.9 Administratie

Omschrijving overtreding en grondslag

Norm

Maatregel

Toelichting

Niet voeren transparante administratie

Artikel 11, lid 1, Besluit EGC

Een coffeeshophouder voert een sluitende en transparante administratie waarmee wordt aangetoond dat in ieder geval wordt voldaan aan de in artikel 11, lid 1, Besluit EGC genoemde artikelen. (Zie extra toelichting op de volgende pagina.)

afbeelding binnen de regeling

Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – altijd melding gemaakt aan politie/OM, tenzij sprake is van kennelijke fouten of vergissingen.

Administratie niet op eerste aanzegging tonen aan de toezichthouder

Artikel 11, lid 2, Besluit EGC

De administratie wordt onverminderd artikel 33 Besluit EGC (UID/track-and-tracesysteem) beschikbaar gehouden ten behoeve van de uitoefening van het toezicht en de handhaving. (Zie extra toelichting op de volgende pagina.)

afbeelding binnen de regeling

Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – altijd melding gemaakt aan politie/OM, tenzij sprake is van kennelijke fouten of vergissingen.

Extra toelichting bij controle op administratie

Zoals hiervoor aangegeven dient een coffeeshophouder op grond van artikel 11, lid 1 en 2, Besluit EGC respectievelijk een sluitende en transparante administratie te voeren én deze – los van de UID en het track-and-tracesysteem, als genoemd in artikel 33 Besluit EGC – beschikbaar te houden ten behoeve van de uitoefening van het toezicht en de handhaving.

Artikel 11, lid 1, Besluit EGC gelezen in samenhang met artikel 4, lid 1 en 2, artikel 5, lid 1, 2 en 3, artikel 6, lid 1, artikel 10a en artikel 12 Besluit EGC én artikel 11, lid 3, Besluit EGC gelezen in samenhang met artikel 14 Regeling EGC bepalen dat met de genoemde administratie in ieder geval wordt aangetoond dat (zie opsomming eerste kolom – de in grijs weergegeven normen zijn niet van toepassing tijdens de aanloop- en overgangsfase – ):

  • Norm Besluit EGC

    Uitwerking ministeriële regeling (Regeling EGC)

    Toelichting

    • Uitsluitend softdrugs verkocht wordt van een vergunde teler;

    • -

      Een coffeeshophouder uitsluitend hennep of hasjiesj verkoopt die door hem is afgenomen van aangewezen telers en uitsluitend met déze hennep of hasjiesj enige andere daarmee in verband staande handeling als bedoeld in artikel 3, onderdeel B, van de Opiumwet 1 verricht. (Artikel 4, lid 1, Besluit EGC)

    Hiertoe dienen de originele bewijzen van verkooptransacties, waaruit per transactie blijkt hoeveel verpakkingseenheden op welke datum door de coffeeshophouder zijn verkocht, aanwezig te zijn en gedurende de volledige looptijd van het experiment aanwezig te blijven.

    (Artikel 11, lid 3, Besluit EGC in samenhang met artikel 14, lid 1, onder c, lid 2 en 3 Regeling EGC)

    Deze norm is niet van toepassing tijdens de aanloop- en overgangsfase.

    Tijdens de aanloop- en overgangsfase mag een coffeeshophouder zowel gereguleerde als gedoogde hennep of hasjiesj verkopen.

    • Per transactie maximaal 5 gram verkocht wordt;

    • -

      Een coffeeshophouder aan eenzelfde klant per keer geen grotere hoeveelheid hennep of hasjiesj dan 5 gram verkoopt.

    • (Artikel 4, lid 2, Besluit EGC)

    De maximale hoeveelheid per transactie mag niet groter zijn dan geschikt voor eigen gebruik (5 gram) en betreft daarom het totaal aan gereguleerde én gedoogde hennep en hasjiesj. 

    • Uitsluitend softdrugs van een vergunde teler aanwezig is;

    • -

      Een coffeeshophouder in de coffeeshop uitsluitend hennep of hasjiesj aanwezig heeft die is afgenomen van aangewezen telers.

    • (Artikel 5, lid 1, Besluit EGC)

     

    Deze norm is niet van toepassing tijdens de aanloop- en overgangsfase.

    Tijdens de aanloop- en overgangsfase mag een coffeeshophouder zowel gereguleerde als gedoogde hennep of hasjiesj verkopen en dus ook op voorraad hebben.

    • De maximaal toegestane handelsvoorraad niet overschreden wordt;

    • -

      De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder overeenkomstig het bij ministeriële regeling bepaalde voor de verkoop wordt aangehouden niet meer bedraagt dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die hij op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten.

    • (Artikel 5, lid 2, Besluit EGC en artikel 5.1 Beleid aanloop- en overgangsfase EGC Tilburg)

    Hiertoe dienen

    • -

      de originele bewijzen van ontvangst waaruit blijkt hoeveel verpakkingseenheden uit welke bestelling door welke aangewezen teler op welke datum zijn afgeleverd; en

    • -

      de bewijzen van verkooptransacties waaruit per transactie blijkt hoeveel verpakkingseenheden op welke datum door de coffeeshophouder zijn verkocht

    aanwezig te zijn en gedurende de volledige looptijd van het experiment aanwezig te blijven.

    (Artikel 11, lid 3, Besluit EGC in samenhang met artikel 14, lid 1, onder b en c, lid 2 en 3 Regeling EGC

     
    • De handelsvoorraad enkel in de coffeeshop opgeslagen is;

    • -

      De hennep of hasjiesj die door aangewezen telers aan een coffeeshophouder is geleverd, uitsluitend in die coffeeshop bewaard wordt.

    • (Artikel 5, lid 3, Besluit EGC)

     
     
    • Het verkopend personeel een preventiecursus gevolgd heeft;

    • -

      Het verkopend personeel van de coffeeshophouder een cursus heeft gevolgd die is gericht op het verkrijgen van de nodige kennis en vaardigheden om:

      • -

        aan klanten voorlichting te kunnen geven over het gebruik van hennep of hasjiesj en de daaraan verbonden gezondheidsrisico’s,

      • de wijze van gebruik, preventie van verslaving, en

      • -

        klanten bij een vermoeden van problematisch gebruik door te kunnen verwijzen naar informatie of zorg.

    (Artikel 6, lid 1, Besluit EGC en artikel 6 Beleid aanloop- en overgangsfase EGC Tilburg)

    Hiertoe dient een kopie of scan van de originele certificaten van de door het personeel gevolgde cursussen als bedoeld in artikel 6 van het Besluit EGC, als onderdeel van het personeelsdossier binnen de personeelsadministratie aanwezig te zijn.

    (Artikel 11, lid 3, Besluit EGC in samenhang met artikel 14, lid 1, onder d, Regeling EGC, en artikel 6 Beleid aanloop- en overgangsfase EGC Tilburg )

    Aangezien de eisen aan het verkopend personeel nieuw zijn voor de coffeeshophouders, zal daarop eerst worden gehandhaafd vanaf 17 juni 2024. Zo worden de coffeeshophouders in de gelegenheid gesteld om het personeel de cursus te laten volgen.

    • Hennep of hasjiesj die niet langer (kan) worden verkocht, retour gezonden wordt dan wel vernietigd wordt;

    • -

      De coffeeshophouder hennep of hasjiesj die hij niet voor de verkoop aan klanten aanhoudt, in de verzegelde verpakkingseenheid retour zendt aan de aangewezen teler die de hennep of hasjiesj had geleverd.

    • -

      De coffeeshophouder zich ontdoet van de hennep of hasjiesj die op grond van artikel 7, lid 2, ten behoeve van de beoordeling door klanten onverzegeld in de coffeeshop aanwezig is maar niet langer voor dit doel wordt gebruikt, door retourzending aan de aangewezen teler of vernietiging daarvan waardoor de hennep of hasjiesj niet langer geschikt is voor consumptie.

    • -

      Op de retourzending is artikel 24, lid 2 tot en met lid 5, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de coffeeshophouder zorg draagt voor het vervoer naar de teler, bedoeld in lid 2, en desgevraagd inlichtingen moet kunnen verschaffen als bedoeld in lid 5.

    • -

      (Artikel 10a Besluit EGC)

     
     
    • Nadere (lokale) regels worden nageleefd;

    • -

      De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder is afgenomen van de aangewezen telers en in de coffeeshop wordt aangehouden voor de verkoop, bedraagt in totaal niet meer dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten.

    • (Artikel 12 Besluit EGC en artikel 5.1 Beleid aanloop- en overgangsfase EGC Tilburg.)

    Hiertoe dienen

    • -

      de originele bewijzen van ontvangst waaruit blijkt hoeveel verpakkingseenheden uit welke bestelling door welke aangewezen teler op welke datum zijn afgeleverd; en

    • -

      de bewijzen van verkooptransacties waaruit per transactie blijkt hoeveel verpakkingseenheden op welke datum door de coffeeshophouder zijn verkocht

    aanwezig te zijn en gedurende de volledige looptijd van het experiment aanwezig te blijven.

    (Artikel 11, lid 3, Besluit EGC in samenhang met artikel 14, lid 1, onder b en c, lid 2 en 3 Regeling EGC

    Zie onderdeel 10.2 ‘Handelsvoorraad’

    Overschrijden maximale handelsvoorraad gereguleerde hennep en hasjiesj 

    Tijdens de aanloop- en overgangsfase geldt een maximaal toegestane handelsvoorraad voor gereguleerde hennep en hasjiesj (de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten) én een maximaal toegestane handelsvoorraad voor gedoogde hennep en hasjiesj (500 gram). 

10.10 Nadere (lokale) regels

Omschrijving en grondslag

Norm

Maatregel

Toelichting

Nadere (lokale) regels:

De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder is afgenomen van de aangewezen telers en in de coffeeshop wordt aangehouden voor de verkoop, bedraagt in totaal niet meer dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten

Artikel 12 Besluit EGC

Artikel 5.1 Beleid aanloop- en overgangsfase EGC Tilburg (handelsvoorraad)

Artikel 6 Beleid aanloop- en overgangsfase EGC Tilburg (eisen aan personeel)

De burgemeester van een deelnemende gemeente kan met inachtneming van de artikelen 3 t/m 11 Besluit EGC, in het kader en voor de duur van de uitvoering van het experiment ten aanzien van coffeeshophouders nadere regels stellen over:

  • a)

    de locatie waar een coffeeshop is toegestaan;

  • b)

    de maximaal toegestane handelsvoorraad, bedoeld in artikel 5, lid 2, Besluit EGC;

  • c)

    de affichering, bedoeld in artikel 9 Besluit EGC,

  • d)

    het voorkomen of beperken van overlast als bedoeld in artikel 10 Besluit EGC;

  • e)

    de tijden gedurende welke een coffeeshop geopend mag zijn voor klanten;

  • f)

    de aanwezigheid van het personeel in een coffeeshop;

  • g)

    de inrichting van een coffeeshop, waaronder de beveiliging,

  • h)

    de opleiding van het personeel, en

  • i)

    het al dan niet toelaten tot de coffeeshop van anderen dan degenen die hun werkelijke woonplaats hebben in Nederland of verkopen van hennep of hasjiesj aan anderen dan deze personen, voor zover het betreft coffeeshops die gelegen zijn in een gemeente, die niet tevens is aangemerkt als grensgemeente als bedoeld in artikel 2, lid 2, Besluit EGC.

Zie de maatregelen bij:

onderdeel 10.2:

‘Handelsvoorraad’ –

Overschrijden maximale handelsvoorraad gereguleerde

hennep en hasjiesj 

en

onderdeel 10.3:

Verkopend personeel heeft geen preventiecursus gevolgd

Tijdens de aanloop- en overgangsfase zijn nadere (lokale) regels gesteld over:

  • -

    de toegestane voorraad gereguleerde producten; en

  • -

    de eisen aan het verkopend personeel. 

10.11 UID en track-and-tracesysteem

Omschrijving overtreding en grondslag

Norm

Maatregel

Toelichting

Niet hanteren van een unieke identificatiemarkering (traceerbaarheid product in de gesloten keten)

Artikel 33, lid 1 Besluit EGC

De aangewezen telers en de coffeeshophouders voeren als onderdeel van hun bedrijfsadministratie een unieke identificatiemarkering (UID) waarmee de hennep of hasjiesj ten behoeve van de uitoefening van het toezicht en de handhaving kan worden gevolgd vanaf en gedurende een bij ministeriële regeling bepaald moment in het productieproces bij de aangewezen teler, het vervoer en vanaf de levering aan de coffeeshophouder tot en met de verkoop aan de klant.

  • 1e constatering:

    3 mnd. sluiting

    2e constatering:

    6 mnd. sluiting

    3e constatering:

    Intrekken vergunning én

    6 mnd. sluiting

Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – indien er een indicatie is dat de geslotenheid van de keten is doorbroken melding gemaakt aan politie/OM.

Niet gebruiken van het door overheidswege beschikbaar gestelde volgsysteem (track-and-tracesysteem)

Artikel 33, lid 2, Besluit EGC

De aangewezen telers en de coffeeshophouders maken ter uitvoering van het eerste lid, gebruik van het door Onze Ministers beschikbaar gestelde elektronische systeem (track-and-tracesysteem).

  • 1e constatering:

    3 mnd. sluiting

    2e constatering:

    6 mnd. sluiting

    3e constatering:

    Intrekken vergunning én

    6 mnd. sluiting

 

Niet registreren van handelingen met hennep of hasjiesj in het elektronische systeem, met gebruikmaking van de unieke identificatiemarkering, op het moment en op de wijze en met de gegevens zoals voorgeschreven

Artikel 33, lid 4 Besluit EGC juncto artikel 15 lid 2 en Bijlage IV, onderdeel B, Regeling EGC

De coffeeshophouder voert vanaf de ontvangst van de eindproducten in zijn coffeeshop tot en met de verkoop door hem aan de klant de via het track-and-tracesysteem gegenereerde unieke identificatiemarkering op de wijze als beschreven in bijlage IV, onderdeel B en registreert bij het uitvoeren van de in die bijlage aangegeven handelingen de daarbij genoemde gegevens op de daarbij aangegeven wijze in het track-and-tracesysteem.

afbeelding binnen de regeling

De registratie bestaat uit het scannen van QR-codes. In Bijlage IV, onderdeel B, Regeling EGC is bepaald wat wanneer moet worden geregistreerd. Het coffeeshopnummer moet eenmalig worden geregistreerd. Vervolgens moet worden geregistreerd:

  • -

    het verzendnummer bij een afleveractie;

  • -

    het productnummer bij:

    • voorraad registratie;

    • verkooptransactie;

    • productderving;

    • vernietigen productderving; en

  • -

    het retourverzendnummer bij retourzending.

Coffeeshophouders moeten veelvuldig registratie(‘scan’)handelingen uitvoeren. Het is redelijk om een foutmarge te hanteren alvorens bij ontbrekende of onjuiste registraties over te gaan tot het opleggen van een maatregel. De omvang van de toegestane foutmarge is nog niet vast te stellen. De aanloopfase is bedoeld om te testen, ervaring op te doen en te leren. Op basis van de bevindingen tijdens de aanloop- en overgangsfase zal mogelijk een foutmarge kunnen worden vastgesteld.

Een maatregel zal worden opgelegd indien het aantal ontbrekende of onjuiste registraties excessief is.

Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – indien er een indicatie is dat de geslotenheid van de keten is doorbroken melding gemaakt aan politie/OM.

Ondertekening

Aldus besloten op 12 juni 2024.

drs. Th.L.N. Weterings

burgemeester


Noot
1

In artikel 3, onderdeel B, van de Opiumwet is het verbod opgenomen om een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel een middel aangewezen krachtens artikel 3a, lid 5 van die wet: te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren. Dit verbod geldt niet voor zover die handelingen worden verricht in het kader van de voorbereiding, uitvoering en afbouw van het experiment en in overeenstemming met de eisen die aan die handelingen bij of krachtens artikel 6 of 7 van de Wet EGC worden gesteld (artikel 3, lid 1, Wet EGC).