Beleidsregels brede ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire gemeente Doesburg

Geldend van 19-06-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2023

Intitulé

Beleidsregels brede ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire gemeente Doesburg

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg

gelet op:

  • -

    Artikel 2.21 van de Wet hersteloperatie toeslagen;

  • -

    Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp aan gedupeerde kinderopvangtoeslagproblematiek 2021

overwegende dat:

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven hoe en op welke manier gemeente Doesburg (mogelijk) gedupeerden van de Toeslagenaffaire ruimhartig ondersteunt;

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen.

Besluit:

Vast te stellen de volgende:

Beleidsregels brede ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire gemeente Doesburg

Inleiding:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg faciliteert (mogelijk) gedupeerde ouder(s), kind, (voormalig) pleegkind, stiefkind ex-partners van gedupeerde hun gezinnen en andere die van rijkswege als gedupeerden worden aangewezen om in aanmerking te komen voor de brede ondersteuning bij het maken van een nieuwe start na de ondervonden gevolgen van de Toeslagenaffaire. Binnen de hersteloperatie kinderopvangtoeslag wordt gemeenten de ruimte geboden om maatwerk te bieden bij deze brede ondersteuning zonder dat zij hierbij belemmerd worden door bijvoorbeeld inkomens- of vermogensvoorwaarden.

Doelstelling:

Doel van de gemeentelijke dienstverlening aan gedupeerden van de Toeslagenaffaire is om drempels weg te nemen en brede ondersteuning te bieden op de vijf leefgebieden; wonen, werken, financiën, gezin en zorg zodat de (mogelijk) gedupeerde een nieuwe start kan maken. Daarmee is de gemeente niet direct verantwoordelijk voor het herpositioneren van de economische status van de (mogelijk) gedupeerde toeslagenouders, kinderen alsmede stief- en (voormalig) pleegkinderen en/of erkend ex-toeslagpartners inclusief hun gezinnen en andere die van rijkswege als gedupeerden worden aangewezen. Qua behalen van doelstellingen wijkt de brede ondersteuning niet af van de reguliere ondersteuning die gemeenten al bieden aan al hun inwoners. Het verschil is gelegen in de snelheid en de ruimte die het Rijk biedt voor ondersteuning aan deze specifieke doelgroep. Gemeenten kunnen zonder de reguliere inkomens- of andere vermogens voorwaarden ondersteuning toekennen om snel en adequaat de nieuwe start te faciliteren gekoppeld aan deze maatschappelijke doelstellingen.

Artikel 1. Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Beoordelingscommissie: Een interne commissie bestaande uit consulenten brede ondersteuning, en afhankelijk van de hulpvraag een consulent Werk en Inkomen, schuldhulpverlening, Jeugd of Wmo. Daarnaast is een kwaliteitsmedewerker betrokken.

  • b.

    Doelgroep:

    • -

      Mogelijk gedupeerde ouders en hun gezin: Dit zijn ouders die in afwachting zijn van de beoordeling, of ouders die na de eerste toets of de integrale beoordeling door de Belastingdienst aangemerkt zijn als daadwerkelijk gedupeerd.

    • -

      Gedupeerde kinderen en hun gezin: Kinderen (alsmede stief- en (voormalige) pleegkinderen van een gedupeerde ouder die door de Belastingdienst zijn aangemerkt als vallende onder de kindregeling.

    • -

      Ex-toeslagpartners en hun gezin: Ex-toeslagpartner van een gedupeerde ouder die door de Belastingdienst zijn aangemerkt als vallende onder de ex-toeslagpartnerregeling.

    • -

      Andere personen: andere personen die van rijkswege als gedupeerden worden aangewezen onder artikel 2.21 Wet hersteloperatie toeslagen.

  • c.

    Gezin: Een gezin als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder c, van de Participatiewet, en het thuiswonende kind of pleegkind ouder dan 18 jaar van de doelgroep. Dit is:

    • -

      De gehuwden tezamen

    • -

      De gehuwden met de tot hun last komende kinderen

    • -

      De alleenstaande ouder met de tot zijn last komende kinderen.

  • d.

    Ruimhartige ondersteuning: Het tijdig en adequaat ondersteunen, in relatie tot de specifieke situatie, gegeven het moment. Er wordt niet gekeken naar het verleden, maar naar het nu. Ondersteuning dient zich te richten tot een duurzaam resultaat.

  • e.

    Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagenaffaire (hierna: UHT): Een onderdeel van de Belastingdienst. Het UHT beoordeeld of het terugvorderen van kinderopvangtoeslag terecht is geweest en verzorgt financieel herstel.

Artikel 2. Doelgroep brede ondersteuning

  • 1. Alle inwoners van de gemeente Doesburg die onder de personenkring (doelgroep) van artikel 2.21. van de Wet hersteloperatie toeslagen vallen, kunnen zich tot het college wenden voor brede ondersteuning.

  • 2. Brede ondersteuning als bedoeld in het eerste lid van de Wet hersteloperatie toeslagen wordt verleend ten behoeve van de volgende personen, alsmede hun gezin en het thuiswonende kind of pleegkind ouder dan 18 jaar van onderstaande personen of van hun partner. Hieronder vallen:

    • -

      Een aanvrager van een de kinderopvangtoeslag, en deze heeft een aanvraag ingediend tot toekenning van een herstel maatregel als bedoeld in artikel 2.7. Wet hersteloperatie toeslagen of is erkend als gedupeerde.

    • -

      Een kind, stiefkind, een pleegkind of voormalig pleegkind dat in aanmerking komt voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.12 Wet hersteloperatie toeslagen

    • -

      Een ex-toeslagpartner aan wie een compensatie is toegekend, en daarmee erkend gedupeerde ex-toeslagpartner is geworden zoals bedoeld in artikel 2.14h, eerste lid Wet hersteloperatie toeslagen.

Artikel 3. Werkwijze en uitgangspunten van de brede ondersteuning

  • 1. Het college hanteert de volgende werkwijze bij het verzoek om brede ondersteuning:

    • a.

      De consulent brede ondersteuning neemt contact op met de doelgroep nadat de Belastingdienst desbetreffende gegevens heeft gedeeld met het college, danwel nadat de doelgroep zich heeft gemeld voor de brede ondersteuning. Het streven is om binnen 5 werkdagen telefonisch contact op te nemen.

    • b.

      Het college ondersteunt uitsluitend de doelgroep die zelf hulp wenst en daartoe een verzoek indient.

    • c.

      De doelgroep krijgt een consulent brede ondersteuning als vaste contactpersoon.

    • d.

      De hulpvraag wordt tijdens een of meerdere gesprekken geïnventariseerd. Het streven is om binnen 2 weken na het eerste contact een eerste gesprek plaats te laten vinden.

    • e.

      Samen met de doelgroep wordt na één of meerdere gesprekken een plan van aanpak opgesteld met daarin doelen die gericht zijn op de vijf leefgebieden financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Brede ondersteuning wordt uitsluitend verleend op grond van het plan van aanpak. Het plan van aanpak is onderdeel van de beschikking en het streven is dat dit binnen 4 weken na het eerste gesprek schriftelijk of digitaal verstrekt wordt aan de doelgroep.

  • 2. Het college hanteert bij het bepalen van de inzet van de brede ondersteuning de volgende uitgangspunten:

    • a.

      Op basis van de gesprekken bepaalt het college vanuit ruimhartigheid welke ondersteuning passend is.

    • b.

      Brede ondersteuning wordt geboden op basis van de gestelde Rijksbrede doelen op de vijf leefgebieden:

      • -

        Wonen: veilige en betaalbare plek om te wonen;

      • -

        Financiën: in staat zijn om een financieel gezonde huishouding te voeren;

      • -

        Gezin: samenleven en opgroeien in een veilige omgeving waarbinnen kinderen zich kunnen ontwikkelen;

      • -

        Zorg: welzijn vanuit lichamelijke en geestelijke gezondheid;

      • -

        Werk: duurzaam kunnen participeren in een arbeidsproces en met minimaal de beschikking over een startkwalificatie.

    • c.

      Er kan aanvullend op de voornoemde ondersteuning een vergoeding voor goederen verstrekt worden, mits dit een bijdrage levert aan de te behalen doelen en dit gemotiveerd is opgenomen in het plan van aanpak. Het recht op brede ondersteuning staat niet gelijk aan het recht op een vergoeding voor goederen.

    • d.

      Indien een vergoeding voor goederen verstrekt wordt, bepaalt het college de hoogte van het bedrag op basis van het advies van het Nibud. In gevallen waar het Nibudadvies niet toereikend is, wordt uitgegaan van een gemiddelde prijs. Deze vergoeding wordt eenmalig verstrekt.

    • e.

      Het college vergoedt geen kosten waarvoor een andere voorliggende voorziening beschikbaar is. De aanvrager kan ondersteund worden bij het aanvragen van de voorliggende voorziening. Het college kan dit bij externen beleggen.

    • f.

      De noodzaak en vorm van de ondersteuning wordt door het college vastgesteld, rekening houdend met bovenstaande uitgangspunten en de zelfstandigheid, het netwerk en de lichamelijke en psychische gesteldheid van de doelgroep. Deze ondersteuning is te allen tijde maatwerk.

    • g.

      Bij het bepalen welke voorziening(en) worden ingezet voor de doelgroep, wordt onderscheid gemaakt tussen wens en noodzaak voor het kunnen maken van een nieuwe start.

  • 3. Het college faciliteert op verzoek van de gedupeerde driegesprekken tussen de ouder, de consulent brede ondersteuning en het UHT.

  • 4. Vanuit de brede ondersteuning worden in ieder geval niet vergoed (niet limitatief):

    • a.

      (Verkeers)boetes

    • b.

      Advocaatkosten vanuit de juridische bijstand in het financieel herstelproces

    • c.

      Cosmetische ingrepen

    • d.

      Auto- en motorvoertuigen

    • e.

      Verbouwingen en/of aanpassingen aan de woning/tuin

    • f.

      Energiekosten

    • g.

      Spaargeld

    • h.

      Vakanties

    • i.

      Schulden

    • j.

      Kosten die gemaakt moeten worden voor schade door onvoorziene gebeurtenissen (bijvoorbeeld schade door weersomstandigheden, lekkages e.d.)

    • k.

      Kosten die gemaakt zijn en die niet in het plan van aanpak zijn opgenomen

    • l.

      Kosten die gemaakt zijn voorafgaande aan de beschikking tot toekenning van brede ondersteuning.

    • m.

      Kosten die al vergoed zijn vanuit de gemeente.

    • n.

      Kosten waarvoor een andere voorliggende voorziening beschikbaar is.

  • Desbetreffende verzoeken om brede ondersteuning worden geweigerd.

  • 5. Vanuit de brede ondersteuning kan vergoeding worden geweigerd:

  • Indien het college de omvang van de verstrekking van een voorziening onvoldoende kan vaststellen, kan een huisbezoek plaats vinden. Het huisbezoek kan een beter beeld opleveren over met name de woon- en leefsituatie van de doelgroep in relatie tot de brede ondersteuning. Een huisbezoek vindt in overleg met de doelgroep een aangekondigd plaats. Als de doelgroep het huisbezoek niet op prijs stelt, heeft deze het recht om het huisbezoek te weigeren. Weigering kan van invloed zijn op de brede ondersteuning indien weigering ertoe leidt dat het college onvoldoende in staat wordt gesteld om vast te stellen wat de doelgroep nodig heeft voor het kunnen maken van een nieuwe start.

  • 6. Indien diensten of goederen worden vergoed vanuit de brede ondersteuning, en deze worden niet rechtstreeks aan de dienstverlener uitbetaald door de gemeente, dan dient de aanvrager uiterlijk binnen 2 maanden na de ontvangst van de vergoeding de bijbehorende facturen/rekeningen/bonnetjes in te dienen bij het college. Wordt niet aan deze termijn voldaan, dan kan het college de desbetreffende vergoedingen terugvorderen.

  • Het bedrag aan de doelgroep kan in termijnen worden uitbetaald.

Artikel 5. Beëindiging brede ondersteuning en nazorg

  • 1. Het college beëindigt de brede ondersteuning binnen 30 dagen nadat gebleken is dat:

    • a.

      Er geen overeenstemming bereikt wordt over het plan van aanpak.

    • b.

      De gemeente vanuit de Belastingdienst het signaal ontvangt dat ouder niet is aangemerkt als erkend gedupeerde. Mocht er nog ondersteuning gewenst zijn, dan wordt bekeken of de gemeente hierin vanuit de reguliere gemeentelijke regelingen kan bijdragen. De gestelde doelen in het plan van aanpak behaald zijn.

    • c.

      De doelgroep de brede ondersteuning op eigen verzoek beëindigd.

    • d.

      De doelgroep verhuist naar een andere gemeente. Indien mogelijk en gewenst vanuit de (mogelijk) gedupeerde wordt er contact opgenomen met de nieuwe gemeente om de ingezette ondersteuning over te dragen. Waar mogelijk vindt een warme overdracht plaats.

  • 2. Het college biedt minimaal 12 maanden nazorg wanneer:

    • a.

      Het plan van aanpak beëindigd wordt met instemming van de doelgroep omdat de gestelde doelen in het plan van aanpak behaald zijn.

    • b.

      De doelgroep de brede ondersteuning op eigen verzoek beëindigd heeft.

    • c.

      De genoemde nazorg houdt in dat de doelgroep zolang de hersteloperatie loopt op ieder moment opnieuw contact op kan nemen en het college, in overleg met de doelgroep, na 6 maanden en na 12 maanden na beëindiging van de brede ondersteuning contact opneemt met de (mogelijk) gedupeerde. Wanneer een mogelijk gedupeerde ouder in de tussentijd als niet gedupeerd wordt aangemerkt, en de gemeente ontvangt dit signaal van de belastingdienst, dan wordt de nazorg binnen 30 dagen nadat dit signaal is ontvangen beëindigd. Waar nodig en indien mogelijk vindt een warme overdracht plaats naar de reguliere gemeentelijke regelingen.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor de gedupeerde gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen (Artikel 4:84 Awb).

Artikel 7. Inwerkingtreding en duur beleidsregels

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking hiervan en werken terug tot en met 1 september 2023.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels brede ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire gemeente Doesburg’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college d.d. 11 juni 2024

De secretaris,

P. Werkman

De burgemeester,

drs. L.W.C.M. van der Meijs