Beleid groepsbijeenkomsten

Op Urk komen op de vrijdag- en zaterdagavonden groepen mensen structureel samen in bedrijfspanden (de zogenaamde boxen of honken) op de industrieterreinen Lemster-, Kamper- en Zwolsehoek. Meestal bestaan die groepen uit jongvolwassenen met als doel elkaar te ontmoeten. Er is echter een diversiteit aan groepen die gebruik maakt van de boxen. In veel gevallen wordt er samengekomen buiten het reguliere gebruik van de bedrijfspanden. Het college en de gemeenteraad van de gemeente Urk hebben in 2023 besloten om over te stappen van een gedoogbeleid naar legalisatie middels een exploitatievergunningstelsel onder strikte voorwaarden. Daarbij is afgesproken dat er 30 locaties worden vergund. Ook is een pilot afgesproken voor de duur van twee jaar, waarna het beleid geëvalueerd en mogelijk bijgesteld of herzien zal worden.

Naast de structurele samenkomsten van groepen personen worden de bedrijfspanden op de genoemde industrieterreinen ook gebruikt voor meer incidentele bijeenkomsten in verband met jubilea, verjaardagsfeesten en dergelijke. De wens vanuit het college, de raad en de samenleving is om hier mogelijkheden voor te houden.

Voor verder toelichting en argumentatie: zie het collegebesluit van 16 mei 2023, het raadsbesluit van 6 juli 2023 (zaaknummer 018445421) en de daarbij gevoegd beleidsnotitie.

In dit document zijn op hoofdlijnen de meest relevante zaken omtrent voorwaarden, uitzonderingen, vergunningprocedure, uitvoering en handhaving beschreven.

Voor de uitwerking van deze beleidsnotitie heeft participatie van allerlei groepen plaatsgevonden: naast professionals ook bondgenoten, ouderwacht, ouders en jongeren (gesprekken met ambtenaren en burgemeester), huidige gebruikers van honken tijdens inloopuren, horeca, voormalig klankbordgroep jeugdhonken. Verder hebben gedragsdeskundigen onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Ook van hun adviezen is dankbaar gebruik gemaakt.

1.1 Voorwaarden voor vergunningverlening groepsbijeenkomst

De exploitant en vergunninghouder is de eigenaar of structureel huurder van het pand. Daarnaast wordt op de vergunning bijgeschreven één of meer ‘leidinggevenden’.

Aan de volgende voorwaarden moet voldaan worden wil een vergunning verleend worden:

• –

  Er wordt voldaan aan de voorschriften voor brandveiligheid voor bijeenkomstgebouwen.

• –

  Personen die toezien op de handhaving hebben te allen tijde toegang en mag deze niet worden ontzegd.

• –

  Er is geen drugs of sporen van drugs aanwezig op de locatie.

• –

  Er is altijd een vergunninghouder of ‘leidinggevende’ aanwezig.

• –

  Deze verantwoordelijke is niet (kennelijk) onder invloed van alcohol en verdovende middelen.

• –

  Er vindt geen commerciële bedrijfsvoering plaats.

• –

  Er mogen niet meer dan 20 personen aanwezig zijn.

• –

  Er mogen geen personen aanwezig zijn jonger dan 18 jaar.

• –

  Na 22.00 uur is niemand meer aanwezig.

• –

  Roken binnen niet toegestaan.

• –

  Verder gelden ook de vereisten uit art. 2.28 APV, zoals geen slecht levensgedrag bij exploitant of leidinggevende.

1.2 Uitzonderingsmogelijkheden

1.3 Nadere toelichting op voorwaarden en uitzonderingsmogelijkheden

Hieronder een nadere toelichting op enkele voorwaarden en uitzonderingsmogelijkheden.

Geen commerciële bedrijfsvoering

Commerciële bedrijfsvoering is niet toegestaan, al is het maar om oneigenlijke concurrentie met horeca tegen te gaan. Indicatoren zoals prijslijsten, sterk wisselende samenstellingen van groepen personen, een professionele inrichting zoals een bar zijn hierin relevant voor het toezicht op de gestelde voorwaarden. Uiteraard mogen de kosten voor eigen consumptie wel verdeeld worden.

Sluitingstijden

Met de gestelde sluitingstijd blijft de mogelijkheid bestaan voor groepen personen om elkaar op te zoeken en samen te komen. Tegelijkertijd wordt tegengegaan dat met name jongeren later op de avond of ’s nachts sterk onder invloed nog op het industrieterrein vertoeven. Misstanden kunnen hierdoor beter voorkomen worden en de sociale veiligheid wordt bevorderd Ook voor het creëren en in stand houden van duurzame, diverse ondernemingsmogelijkheden van de (natte) horeca zijn deze sluitingstijden wenselijk.

Vergunninghouder of “leidinggevende”

Met deze optie willen we gelegenheid bieden maximaal drie overige leidinggevende aanspreekpunten op de vergunning te zetten. Daarmee is het doorgaan van het samenzijn niet per definitie afhankelijk van de aanwezigheid van de vergunninghouder die avond. De vergunninghouder is overigens als exploitant wel verantwoordelijk voor de naleving.

Roken binnen niet toegestaan

Rookverbod binnen bevordert de gezondheid en roken is één van grootste verslavingsproblemen op Urk. Ook op andere, vergelijkbare plekken zoals clubhuizen, verenigingsgebouwen en in de horeca mag niet binnen worden gerookt. Er ontstaat dan ook meer eenduidigheid. De legitimiteit van handhaving op alle plekken waar het roken niet is toegestaan wordt vergroot. Daarnaast speelt roken ook een rol in het kader van brandveiligheid. Tot slot bevordert een duidelijke norm op roken ook het nakomen van andere geldende normen.

Uitzonderingsmogelijkheid max. 10 keer per jaar

Waarom is gekozen voor het aantal van 10? Structureel samenkomen buiten de 30 vergunde locaties (het reguliere honkenbeleid) kan uiteraard niet aangezien dan sprake is van een doorkruising van dit beleid. Daarbij is structureel gebruik ook in strijd met het bestemmingsplan. Verder dient ook hier oneigenlijke concurrentie ten opzichte van horeca en vergunde feestlocaties (zalencentra) te worden tegengegaan. Met het aantal van 10 keer per jaar kan geregeld gebruik worden gemaakt van de bedrijfspanden, zonder dat deze feitelijk de nevenfunctie gaan vervullen van feestlocatie. Daarmee lijkt een goede balans aangebracht te zijn. Overigens zal op het effect van deze voorwaarde net als op alle andere voorwaarden geëvalueerd worden.

Hieronder de belangrijkste uitgangspunten voor de vergunningprocedure. Ten behoeve van een goede uitvoering zal dit nog nader worden uitgewerkt.

2.1 Buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor 30 locaties

Het college is bevoegd om voor een Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) vergunning te verlenen om tijdelijk af te wijken van het omgevingsplan (voorheen: bestemmingsplan). Dit moet worden aangevraagd. Een BOPA heeft een tijdelijk en incidenteel karakter. Een periode van max. twee jaar voldoet aan het criterium ‘tijdelijk’. Afhankelijk van het aantal goedgekeurde aanvragen zijn er meer of minder activiteiten die afwijken van het omgevingsplan. Het incidentele karakter blijkt uit het feit dat gelijksoortige activiteiten gedurende beperkte tijdvakken onder dezelfde voorwaarden plaatsvinden.

Met de aanvraag van een exploitatievergunning zal ook een omgevingsvergunning aangevraagd worden. Daarmee hoeft niet een extra aanvraag plaats te vinden.

Wanneer na de pilotperiode de wens is het beleid te continueren kan overwogen worden het omgevingsplan te wijzigen. Hiervoor is een procedure vereist met een beslistermijn van 26 weken.

2.2 Verdeling schaarse vergunningen

De gemeente Urk wil maximaal dertig locaties voorzien van een exploitatievergunning. Er kan dus sprake zijn van beleidsmatige schaarste. Vandaar dat onderstaande transparante en eenvoudige verdelingsprocedure geformuleerd is.

De regel ‘wie het eerst komt wie het eerst maalt’ geldt, met als ijkdatum de officiële aanvraag.

Uiteraard telt een aanvraag achteraf pas wanneer deze getoetst is en voldoet aan de gestelde voorwaarden. Zijn meerdere aanvragen tegelijkertijd in behandeling en voldoen deze meerdere aanvragen aan de gestelde voorwaarden, dan is de datum van aanvraag dus leidend.

De vergunningen zijn geldig twee jaar na invoering van het nieuwe beleid en vervallen dus van rechtswege op 1 juli 2026 (zie hieronder de planning). Voor die tijd wordt het beleid geëvalueerd en een besluit genomen over het vervolg.

Stel, er zijn 30 vergunningen verleend en er wordt een vergunning ingetrokken. In dat geval wordt contact gezocht met de aanvraag die het hoogst op de reservelijst staat, volgens hetzelfde systeem als de verdelingsprocedure aan de voorkant. Wanneer geen van deze aanvragers interesse heeft, kan er gecommuniceerd worden over de opengevallen plek.

Een exploitant of leidinggevende wiens vergunning is ingetrokken komt voor de duur van deze pilot niet meer in aanmerking voor een nieuwe vergunning.

2.3 Overige regelgeving

Aangezien er geen sprake is van een openbare inrichting, laat staan een horeca-inrichting, is geen alcoholvergunning vereist.

Verder zal bij deze exploitatievergunningen de Bibob-toets optioneel worden uitgevoerd wanneer daar aanleiding toe bestaat. Het Bibob-beleid zal daartoe worden aangepast.

2.4 Uitvoering en planning

De planning komt er globaal als volgt uit te zien:

Voor 1 april zal het hele proces van bekendmaking en vergunningverlening verder uitgewerkt en voorbereid worden.

Er vinden twee voorlichtingsbijeenkomsten plaats op het gemeentehuis begin april. Er wordt duidelijk gecommuniceerd over de deadline. De gemeente en brandweer zullen aanvragers begeleiden in het aanvraagproces.

Van belang is dat de aanvragen in juni en uiterlijk juli binnenkomen. Zodat er voldoende tijd is om de aanvragen goed in behandeling te nemen en daarop te beslissen. Per 1 september dient de situatie juridisch en in de praktijk duidelijk en eenduidig te zijn.

De burgemeester beslist op een aanvraag voor een exploitatievergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. Hij kan deze beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen (zie art. 1.2 en 2.28 APV Urk).

Per 1 september bestaat er geen mogelijkheid meer voor groepsbijeenkomsten buiten regulier gebruik, buiten de vergunningplicht of toegestane uitzonderingen hierop. Dat betekent dat vanaf dat moment ook zal gehandhaafd worden op basis van de sanctietabel. Daarvoor zullen toezichthouders proactief attenderen op de vergunningplicht per 1 september.

Artikel 1 definities

• a.

  Besloten groepen: Elk besloten gebouw of elke besloten plaats die uitsluitend bestemd is voor het gebruik door de gewoonlijke gebruikers.

• b.

  Structurele groepsbijeenkomsten: het bijeenkomen van een groep personen in het kader van een (jeugd)honk als bedoeld in artikel 2.27 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

• c.

  Incidentele bijeenkomsten: het bijeenkomen van een besloten groep in het kader van (huwelijks)jubilea, verjaardagsfeesten en dergelijke. Deze bijeenkomsten hebben geen binding met de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf.

• d.

  Leidinggevende: de persoon die het eerste aanspreekpunt is en die verantwoordelijk is voor de naleving van de regels. De leidinggevenden zijn in het aanhangsel van de exploitatievergunning vermeld.

• e.

  Vergunninghouder/exploitant: de aanvrager van de vergunning. De eigenaar van het bedrijfspand of de structureel huurder van het pand vraagt de vergunning aan. De vergunninghouder is tevens leidinggevende.

• f.

  Exploitatievergunning: vergunning op grond van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).

• g.

  Omgevingsvergunning: vergunning op grond van de Omgevingswet (Ow).

• h.

  Groepsbijeenkomsten gerelateerd aan de bedrijfsactiviteiten: besloten groepsbijeenkomsten die een nauw verband hebben met de bedrijfsactiviteiten van het daar gevestigde bedrijf, hieronder vallen 121/2, 25 en 40 jarig jubileum van personeel/bedrijf, afscheidsrecepties personeel, sinterklaasfeest, kerst- en nieuwjaarsfeest.

Artikel 2 Toepassingsbereik

• a.

  Deze beleidsregel geldt voor de in de bijlage aangegeven gebieden.

Artikel 3 Vergunningplicht

• a.

  Voor het houden van structurele groepsbijeenkomsten in een bedrijfspand is een exploitatievergunning nodig.

• b.

  Naast het gestelde in lid a is ook een omgevingsvergunning nodig om af te wijken van het omgevingsplan.

• c.

  Er wordt alleen vergunning en toestemmingen voor een bedrijfspand afgegeven voor de in bijlage 1 aangewezen gebieden.

• d.

  Commerciële bedrijfsvoering bij de structurele groepsbijeenkomsten is verboden.

Artikel 4 Meldplicht

• a.

  Voor incidentele bijeenkomsten in een bedrijfspand moet een melding gedaan worden door de bedrijfseigenaar bij de gemeente.

• b.

  Er wordt voor maximaal 10 incidentele bijeenkomsten per locatie toestemming verleend.

• c.

  Commerciële bedrijfsvoering bij de incidentele groepsbijeenkomsten is verboden.

Artikel 9 Openbare Orde en Veiligheid

• a.

  De openbare orde en veiligheid mag op geen enkele wijze worden verstoord.

• b.

  Toezichthouders hebben te allen tijde toegang tot het bedrijfspand.

• c.

  Er is geen drugs of sporen van drugs aanwezig in het bedrijfspand.

Artikel 10 Het bedrijfspand

• a.

  Het pand voldoet aan de voorschriften van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving.

• b.

  De structurele groepsbijeenkomsten zijn ondergeschikt aan het reguliere gebruik volgens de bestemming.

• c.

  De structurele groepsbijeenkomsten zijn uitsluitend in het pand.

• d.

  Bij het pand is het verboden een terras en uitstallingen te maken of te hebben.

• e.

  Er mag geen reclame worden gemaakt voor de groepsbijeenkomsten.

Artikel 11 Brandveiligheid

• a.

  In het pand voor structurele groepsbijeenkomsten is op iedere verdieping minimaal een gekoppelde rookmelder geplaatst.

• b.

  In het pand voor structurele groepsbijeenkomsten wordt de vluchtroute aangeduid met een vluchtroute aanduiding.

• c.

  In het pand voor structurele groepsbijeenkomsten is minimaal een goedgekeurd blusmiddel aanwezig.

• d.

  In het pand voor structurele groepsbijeenkomsten is een blusdeken aanwezig.

• e.

  Roken in het pand is niet toegestaan.

• f.

  De eigenaar/huurder van het pand moet de gebruikers instrueren over de brandveiligheidsvoorzieningen in het pand.

• g.

  De brandveiligheidsvoorzieningen voorzieningen dienen adequaat onderhouden te worden.

Artikel 12 Leidinggevende

• a.

  Er is altijd een leidinggevende, genoemd in de vergunning of in de toestemming, aanwezig.

• b.

  De leidinggevende is niet (kennelijk) onder invloed van verdovende middelen.

• c.

  De leidinggevende is niet in (kennelijke) staat van dronkenschap.

Artikel 13 Gebruikers

• a.

  Bij structurele groepsbijeenkomsten mogen er maximaal 20 personen in het pand aanwezig zijn.

• b.

  Bij structurele groepsbijeenkomsten zijn geen personen jonger dan 18 jaar aanwezig.

Artikel 14 Sluitingstijden

• a.

  Bij structurele groepsbijeenkomsten is niemand meer na 22:00 uur aanwezig.

Artikel 15 Intrekkingsgronden

De vergunning voor structurele groepsbijeenkomsten wordt ingetrokken als:

• a.

  de vergunninghouder of leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

• b.

  de voorwaarden verbonden aan de vergunning herhaaldelijk worden overtreden;

• c.

  de geldigheidsduur van de vergunning is verlopen;

• d.

  de vergunninghouder verzuimt de vereiste leges te betalen die gekoppeld zijn aan de vergunning;

• e.

  de vergunning is verkregen op onjuiste of misleidende informatie die door de vergunninghouder is verstrekt tijdens de aanvraagprocedure;

• f.

  de burgemeester besluit om de vergunning in te trekken om redenen die verband houden met het algemeen belang, de veiligheid, de gezondheid of de openbare orde;

• g.

  het pand niet langer meer in gebruik is voor groepsbijeenkomsten;

• h.

  als de vergunninghouder hierom verzoekt;

• i.

  als de vergunninghouder niet langer eigenaar of structureel huurder van het pand is.

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het bevoegd bestuursorgaan is bevoegd om in bijzondere omstandigheden, of in gevallen waarin dit beleid niet voorziet, af te wijken van deze beleidsregels.

Artikel 17 Intrekken oude beleidsregels

De beleidsregels “Jeugdhonken Urk 2019” van de gemeente Urk worden ingetrokken op de dag van het in werking treden van deze beleidsregels.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de dag, waarop zij zijn bekendgemaakt.

Toezicht

De toezichthouders van de gemeente Urk worden op twee onderdelen ingezet.

• 1.

  Het (preventief) beoordelen van de locatie;

• 2.

  Het toezien op de naleving van de voorwaarden genoemd in de beleidsregel.

Voorafgaand aan de verlening van de vergunning gaat de toezichthouder samen met de brandweer op bezoek op de locatie. Er wordt gekeken of het bedrijfspand voldoet aan de voorschriften genoemd in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (hierna Bbl). Van dit bezoek wordt een rapportage opgesteld en overlegd aan de vergunningverlener. Als het bedrijfspand niet voldoet aan het Bbl wordt de eigenaar de mogelijkheid gegeven de overtredingen te verhelpen. Hiervoor krijgt de eigenaar een brief met een redelijk termijn. Als de termijn is verstreken zal de toezichthouder een nieuwe controle uitvoeren. Er kan alleen een vergunning worden verleend als het bedrijfspand voldoet aan de voorschriften van het Bbl. De toezichthouder geeft in een rapportage aan of de overtredingen zijn verholpen en welke actie kan worden ondernomen (vergunningverlening of handhaving).

Als de vergunning verleend is valt het toezicht onder de reguliere taak. De structurele en de incidentele groepsbijeenkomsten worden door de toezichthouders gecontroleerd. In de beginperiode zal meer tijd dan gebruikelijk nodig zijn voor het toezicht en de handhaving van de niet vergunde en de niet gemelde groepsbijeenkomsten. Gedurende de pilot zal worden gemonitord of en hoe vaak de voorwaarden van de beleidsregel/vergunning worden overtreden.

Handhaving

Als er overtredingen worden geconstateerd, worden deze in een rapportage aangeleverd aan de juristen VTH. In het U&HS 2024 – 2028 is besloten dat er volgens de landelijke handhavingsstrategie wordt opgetreden.

De landelijke handhavingsstrategie is een beleidskader dat door de overheid is ontwikkeld en geïmplementeerd om naleving van wet- en regelgeving te bevorderen en te waarborgen. Het omvat een combinatie van preventieve maatregelen, zoals voorlichting en educatie, en repressieve maatregelen, zoals inspecties en sancties, om overtredingen aan te pakken. Bij het bepalen welke sanctie wordt genomen spelen risico’s van de overtreding en het naleefgedrag een grote rol.

Gelet op de voorwaarden in het beleid waaraan moet worden voldaan is een sanctietabel opgesteld gebaseerd op de landelijke handhavingsstrategie.

Sanctietabel

In eerste instantie zal een waarschuwing worden gegeven. De vergunninghouder of eigenaar van het bedrijfspand wordt geïnformeerd over de geconstateerde overtreding. Als het gaat om een waarschuwing voor het niet melden van een incidentele groepsbijeenkomst, wordt de eigenaar ook geïnformeerd over de registratie van de incidentele groepsbijeenkomst. Incidentele groepsbijeenkomsten worden geregistreerd, om bij te houden of het maximum van 10 keer is bereikt. Als een incidentele groepsbijeenkomst wordt gehouden zonder te melden bij de gemeente wordt dat geteld als ware er een melding gedaan.

Bij een tweede overtreding wordt aan de vergunninghouder of eigenaar van het bedrijfspand een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom gestuurd. Het voornemen is bedoeld om alle feiten en omstandigheden duidelijk te hebben voordat over wordt gegaan tot het nemen van een maatregel. In het voornemen wordt de betrokkene uitgenodigd tot het geven van een zienswijze. De minimale wettelijke termijn die hiervoor staat is twee weken. Nadat de twee weken verstreken is zal er een definitief besluit volgen. In het besluit last onder dwangsom staat omschreven welke overtreding is begaan, wat de betrokkene kan doen om een nieuwe overtreding te voorkomen en welk geldbedrag de betrokkene moet betalen als een nieuwe overtreding wordt geconstateerd. Daarbij wordt er ook een maximum gesteld aan het geldbedrag. Boven het maximum geldbedrag wordt geen dwangsom meer verbeurd.

Bij een derde overtreding volgt er een invordering van de opgelegde dwangsom. Voorafgaand wordt ook nu weer een voornemen gestuurd.

Bij een vierde overtreding wordt het laatste geldbedrag van de dwangsom ingevorderd. Daarmee is de dwangsom volgelopen en vervalt de het besluit. Om ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden van het beleid wordt voldaan wordt er een nieuw besluit last onder dwangsom opgelegd. Echter is het geldbedrag nu hoger.

Bij een vijfde overtreding volgt er een invordering van de opgelegde dwangsom. Voorafgaand wordt ook nu weer een voornemen gestuurd.

Bij een zesde overtreding wordt het laatste geldbedrag van de dwangsom ingevorderd. Daarmee is de dwangsom volgelopen en vervalt de het besluit. Omdat het naleven van de voorwaarden genoemd in het beleid herhaaldelijk is overtreden wordt er besloten de vergunning in te trekken. Gedurende de looptijd van de pilot komt deze vergunninghouder en/of locatie niet meer in aanmerking voor een vergunning.

Per casus wordt onderzocht of kan worden volstaan met de maatregel die genoemd is in de handhavingsmatrix of dat er sprake is van een situatie die tot afwijking van de beleidsregel leidt.

Zwaardere maatregel

De maatregelen genoemd in de matrix is het uitgangspunt voor het handhaven van de geconstateerde overtredingen. In voorkomende gevallen kan de burgemeester gemotiveerd afwijken van het beleid door een zwaardere maatregel te nemen. Dit kan worden afgeleid uit de feiten en omstandigheden van het dossier. Onder andere kan gedacht worden aan (niet limitatief):

• –

  het belemmeren of weigeren van de toezichthouder;

• –

  het in ernstige mate verstoren van de openbare orde en veiligheid;

• –

  de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs, etc.

Afwijking van dit beleid tot het nemen van een zwaardere maatregel kan leiden tot het overslaan van één of meerdere stappen uit de handhavingsmatrix.

Lichtere maatregel

De burgemeester handelt overeenkomstig het beleid, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen (artikel 4:84 Awb).