Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR720412
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR720412/2
Subsidieregeling Welzijn, Participatie en Jeugd Dijk en Waard 2025
Geldend van 03-12-2024 t/m heden
Intitulé
Subsidieregeling Welzijn, Participatie en Jeugd Dijk en Waard 2025Het college besluit:
- 1.
de subsidieregeling Buurthuizen 2024 in te trekken, met ingang van de eerste dag na bekendmaking, met dien verstande dat voor aanvragen en vaststellingen voor het jaar 2024 de bepalingen uit deze regeling van toepassing zijn.
- 2.
de subsidieregeling Kunst en cultuur 2024 in te trekken, met ingang van de eerste dag na bekendmaking, met dien verstande dat voor aanvragen en vaststellingen voor het jaar 2024 de bepalingen uit deze regeling van toepassing zijn.
- 3.
de subsidieregeling Welzijn, participatie en jeugd 2024 in te trekken, met ingang van de eerste dag na bekendmaking, met dien verstande dat voor aanvragen en vaststellingen voor het jaar 2024 de bepalingen uit deze regeling van toepassing zijn.
- 4.
de subsidieregeling Buurthuizen 2025 vast te stellen
- 5.
de subsidieregeling Kunst en cultuur 2025 vast te stellen
- 6.
de subsidieregeling Welzijn, participatie, jeugd 2025 vast te stellen.
- 7.
De gemeenteraad te informeren via het bijgevoegd collegebericht.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard,
Overwegende,
de visie sociaal domein, het integraal beleidskader en het subsidiebeleid Dijk en Waard 2023,
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022,
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende regeling:
Subsidieregeling Welzijn, Participatie en Jeugd Dijk en Waard 2025
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Algemene subsidieverordening: de Algemene Subsidieverordening Dijk en Waard 2022;
- b.
jeugdigen: kinderen en jongeren;
- c.
jongeren: inwoners van Dijk en Waard van 12 t/m 25 jaar;
- d.
kinderen: inwoners van Dijk en Waard tot 12 jaar;
- e.
Inwoners in kwetsbare situaties: inwoners (inclusief kinderen en jongeren) die in deze fase van hun leven niet in staat zijn op eigen kracht volledig deel te nemen aan de samenleving, onder andere:
- •
met een lichamelijke beperking,
- •
met chronische ziekten of aandoeningen,
- •
met een verstandelijke beperking,
- •
met psychische of psychosociale (inclusief financiële en materiële) problemen,
- •
met lichte opvoed- en opgroeiproblemen,
- •
die betrokken zijn bij huiselijk geweld,
- •
die uitgesloten (dreigen te) worden wegens hun seksuele oriëntatie, identiteit of gender,
- •
met meervoudige problematiek
- •
- f.
leefstijl: gedrag waarvoor een relatie met goede gezondheid of met gezondheidsproblemen is vastgesteld;
- g.
participatie: actief en naar vermogen meepraten, meedenken en meedoen aan de samenleving, op wijk- of stadsniveau;
- h.
samenredzaamheid: de wijze waarop de inwoner zelf (met zijn/haar probleem of zorgvraag) samenwerkt met zijn of haar netwerk en maatschappelijke organisaties om tot een oplossing te komen;
- i.
vangnet: een voorziening voor mensen die zich niet zelfstandig redden, wel of niet vragen om hulp en om verschillende redenen tussen wal en schip raken of dreigen te raken;
- j.
zingeving: het zoeken naar betekenis en de behoefte te ervaren dat wat we doen in het leven een waarde heeft.
Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
Welzijn en Participatie
Subsidie kan worden verstrekt voor preventieve activiteiten die bijdragen aan de volgende doelen:
- a.
het stimuleren van een leefstijl ter bevordering van de mentale en fysieke gezondheid van inwoners in kwetsbare situaties;
- b.
Het zelfstandig (blijven) wonen makkelijker te maken (door de zelfredzaamheid te versterken en/of door praktische ondersteuning aan huis);
- c.
het opsporen en/of bestrijden van eenzaamheid en het bieden van zingeving;
- d.
het versterken van de financiële kennis, vaardigheden en positie van inwoners in financieel kwetsbare situaties;
- e.
het versterken van gemeenschapszin (samenredzaamheid);
- f.
het doen van individueel onderzoek en diagnostiek in afstemming met de gemeente in complexe casussen om een effectief ondersteuningsaanbod te kunnen bieden;
- g.
activiteiten die een vangnet bieden voor inwoners in kwetsbare situaties;
- h.
aanvullend op de subsidie op grond van a tot en met g, voor het werven en trainen van vrijwilligers voor uw eigen organisatie;
- 2.
Jeugd
Subsidie kan worden verstrekt voor preventieve activiteiten in de pedagogische basis, buiten schooltijd om, die gericht zijn op kinderen en jongeren en bijdragen aan de volgende doelen:
- a.
het versterken van de mentale gezondheid;
- b.
het bevorderen van kansengelijkheid;
- c.
het versterken van het sociaal netwerk;
- d.
het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid;
- e.
het bevorderen van persoonlijke (talent)ontwikkeling.
Artikel 3 Weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie (geheel of gedeeltelijk) geweigerd indien:
- 1.
niet aannemelijk is gemaakt dat er behoefte is aan de geplande activiteit;
- 2.
de activiteit geen meerwaarde oplevert bovenop het reeds bestaande aanbod in Dijk en Waard;
- 3.
de activiteit is gericht op het promoten van een religieuze, levensbeschouwelijk of politieke overtuiging, hetgeen onder andere kan blijken uit de doelstelling, inhoud, doelgroep of toegankelijkheid;
- 4.
de activiteit in strijd is met gemeentelijk beleid;
- 5.
als de activiteit via een andere subsidieregeling van de gemeente Dijk en Waard moet worden aangevraagd of als via een andere voorliggende voorziening in de activiteit of haar doel wordt voorzien.
Artikel 4 Doelgroepen
-
1. Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan verenigingen die zijn opgericht bij notariële akte en aan stichtingen.
-
2. Subsidie kan ook worden verstrekt aan lokale of regionale afdelingen van een landelijke stichting of vereniging die is opgericht bij notariële akte.
Artikel 5: Procedurebepalingen
-
1. Op grond van artikel 7 lid 4 Algemene subsidieverordening dient een aanvraag voor subsidie bij voorkeur van 1 juli tot 1 september van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de activiteiten gaan plaats vinden, te worden ingediend.
-
2. Aanvragen die zijn ingediend vóór de indieningstermijn worden gedateerd op 1 juli.
-
3. Wanneer de aanvrager de onvolledige aanvraag heeft aangevuld, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvulling is ontvangen.
-
4.
- a.
Organisaties die voor het derde jaar op rij minder dan € 50.000 per jaar subsidie aanvragen, kunnen voor meerdere jaren subsidie aanvragen met een maximum van vier jaar. Bij het verlenen van subsidie voor meerdere jaren, blijven alle bepalingen in deze subsidieregeling van kracht.
- a.
-
5. In afwijking van artikel 8, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening beslist het college binnen 13 weken op volledige aanvragen die na 1 oktober zijn ingediend.
Artikel 6 Aanvraag
-
1. Op grond van artikel 6, vierde lid van de Algemene subsidieverordening, legt de aanvrager ter aanvulling op de gevraagde gegevens van artikel 6, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening, de volgende gegevens over:
- a.
Een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt, van de doelgroep en de omvang hiervan, het tijdpad en de locatie.
- b.
Een omschrijving van uw vrijwilligersbeleid, indien van toepassing.
- c.
De afspraken met samenwerkingspartner(s), indien van toepassing.
- d.
Een begroting en een balans (incl. toelichting) met de stand van reserves en voorzieningen.
- e.
een omschrijving van de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen.
- a.
-
2. Voor een organisatie die voor het eerst subsidie aanvraagt, gaat de aanvraag ook vergezeld van:
- f.
Een jaarverslag en de jaarrekening van het voorgaande jaar.
- g.
De oprichtingsakte of de statuten
- f.
Artikel 7 Berekening van de subsidie.
-
1. De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van de begroting van de subsidiabele activiteit en bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten. Eenmalig mogen bij de oprichting van een rechtspersoon de kosten van een akte/statuten in de subsidieaanvraag opgenomen worden voor maximaal 50% van de kosten en tot maximaal 1.000 euro.
-
2. Subsidie kan enkel worden verstrekt voor door het college noodzakelijk te achten kosten na aftrek van redelijkerwijs te verwachten bijdragen van derden zoals inkomsten uit huur, horeca, eigen bijdragen of bijdragen uit andere wetgeving zoals de Wet langdurige zorg of de zorgverzekeringswet
Artikel 8 Reserveringen en voorzieningen
-
1. Bestemmingsreserveringen en voorzieningen zijn alleen toegestaan indien zij onderdeel uitmaken van de subsidieaanvraag en in de beschikking tot toekenning zijn vermeld.
-
2. De volgende reserves en voorzieningen worden onderscheiden:
- •
Egalisatiereserve: voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie
- •
Bestemmingsreserve: voor periodieke investeringen op basis van een meerjarenplan
- •
Voorzieningen: om te verwachten toekomstige risico’s op te vangen, zoals:
- -
Niet reguliere verplichtingen die sterk fluctueren (ziektevervanging, wachtgeldverplichting, reorganisatiekosten e.d.);
- -
Groot onderhoud en renovaties op basis van een meerjarenplan.
- -
- •
-
3. De hoogte van de toegestane reserves en voorzieningen is afhankelijk van de aard van de organisatie en haar activiteiten. Het college van burgemeester en wethouders kunnen hiervoor normen vaststellen.
-
4. Het is instellingen toegestaan het positieve verschil tussen het bedrag van de subsidieverlening en de (lagere) subsidievaststelling toe te voegen aan de egalisatiereserve.
-
5. De egalisatiereserve mag maximaal 10% bedragen van de gemiddelde inkomsten van de organisatie over de afgelopen 4 jaar. Wanneer de organisatie minder dan vier jaar bestaat dan wordt alleen gekeken naar de jaren na de oprichting van de organisatie.
-
6. Landelijke organisaties kunnen geen egalisatiereserve of andere reserveringen opbouwen met gemeentelijke subsidie.
-
7. Regionale organisaties die voor hun activiteiten in de regio van meerdere gemeenten subsidie ontvangen, kunnen alleen reserves en voorzieningen opbouwen met gemeentelijke subsidie indien daarover aantoonbare afspraken op regionaal niveau zijn gemaakt of indien er van oudsher een gebruikelijke handelwijze is ontstaan. In deze gevallen kan de afgesproken of gebruikelijke handelwijze worden toegepast.
Artikel 9: Verdeling van de (deel)subsidieplafonds
Er zijn drie deelsubsidieplafonds. Een subsidieplafond voor de activiteiten zoals vermeld in
- -
artikel 2 lid 1 onder a t/m f en h,
- -
artikel 2 lid 1 onder g en
- -
artikel 2 lid 2.
Indien het subsidiebedrag, voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen, het subsidieplafond overtreft, gelden achtereenvolgens de onderstaande verdeelregels.
- 1.
Instellingen die in de periode 1 juli tot 1 september voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar, hun volledige aanvraag hebben ingediend (groep A) gaan voor instellingen die vanaf 1 september voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar hun volledige aanvraag hebben ingediend (groep B).
- 2.
Bij de aanvragen uit groep A wordt het subsidiebedrag naar rato verdeeld.
- 3.
Aanvragen uit groep B worden afgehandeld in volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag.
- 4.
Indien bij toepassing van lid 3 blijkt dat het resterende budget dient te worden verdeeld tussen twee of meer instellingen van wie de aanvraag die op dezelfde datum zijn ontvangen, waarbij het budget ontoereikend is om deze volledige aanvragen volledig te honoreren, dan wordt het budget naar rato verdeeld.
Artikel 10: Verplichtingen
Het college van burgemeester en wethouders kan aan de subsidiëring aanvullende voorwaarden verbinden, voor zover deze naar verwachting de kwaliteit verbetert of de resultaten beter zichtbaar en verantwoord kunnen worden.
Artikel 11: Eindverantwoording
-
1. Bij jaarlijkse subsidies wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend conform de Algemene subsidieverordening. Als er een aanvraagformulier is vastgesteld, geschiedt dit met gebruikmaking daarvan. Afhankelijk van de hoogte van de subsidie geldt:
- a.
t/m € 5.000: hiervoor gelden de bepalingen van artikel 14 van de Algemene subsidieverordening.
- b.
Tussen € 5.000 en € 50.000: Op basis van artikel 15 van de Algemene subsidieverordening, bevat de aanvraag tot vaststelling:
- •
een inhoudelijk (jaar)verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;
- •
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening).
- •
- c.
Vanaf € 50.000: Op basis van artikel 16 van de Algemene subsidieverordening wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend. De aanvraag tot vaststelling bevat:
- •
een inhoudelijk (jaar)verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;
- •
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);
- •
een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop.
- •
- a.
-
2. Bij een meerjarige subsidie wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend binnen 13 weken na afloop van de totale subsidie-periode. Na afloop van de totale subsidieperiode levert de organisatie stukken aan genoemd in artikel 11, eerste lid. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld, geschiedt dit met gebruikmaking daarvan. Daarnaast geldt jaarlijks:
- a.
t/m € 5.000: Gedurende de subsidie-periode is er tussentijds geen verantwoording nodig.
- b.
Tussen € 5.000 en € 50.000: Gedurende de subsidie-periode levert de organisatie jaarlijks een inhoudelijk en financieel verslag aan.
- c.
Vanaf € 50.000: Gedurende de subsidie-periode levert de organisatie jaarlijks een inhoudelijk en financieel verslag aan (inclusief een balans (met toelichting) van de reserves en de voorzieningen).
- a.
-
3. De financiële verantwoording dient bij bedragen vanaf €50.000 maar minder dan €250.000 van een controleverklaring van de accountant te worden voorzien indien dit in de subsidiebeschikking expliciet is vermeld. Bij subsidiebedragen vanaf €250.000 dient de verantwoording altijd van een controleverklaring te worden voorzien. Indien de gemeente een specifiek protocol heeft vastgesteld dan zijn de voorschriften vanuit dit protocol van toepassing.
Artikel 12 Hardheidsclausule
-
1. Het college kan van artikel 4 en 8 van deze subsidieregeling afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.
-
2. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het collegebesluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.
Artikel 13: Slotbepalingen
-
1. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en heeft betrekking op nieuwe aanvragen die vanaf dat moment binnenkomen.
-
2. Deze regeling wordt aangehaald als: subsidieregeling Welzijn, Participatie en Jeugd Dijk en Waard 2025”.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl