Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR720363
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR720363/1
Nadere regels van het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg houdende regels over particuliere speeltoestellen (Nadere regels particuliere speeltoestellen)
Geldend van 01-06-2024 t/m heden
Intitulé
Nadere regels van het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg houdende regels over particuliere speeltoestellen (Nadere regels particuliere speeltoestellen)Het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg,
Overwegende dat:
- het wenselijk is om op veilige wijze ruimte te geven aan initiatieven die ontstaan uit een groeiende behoefte van inwoners van de gemeente Leidschendam-Voorburg om openbaar groen te benutten voor het (tijdelijk) plaatsen van particuliere speeltoestellen. Dit omdat inwoners niet altijd beschikken over een eigen tuin;
- het wenselijk is om een meldplicht te hanteren zodat met de melder in contact kan worden getreden;
- het wenselijk is om nadere regels vast te stellen om belangen van openbare orde en veiligheid te beschermen;
Gelet op artikel 2:10 vijfde en zesde lid van de Algemene plaatselijke verordening;
Besluit:
vast te stellen: Nadere regels particuliere speeltoestellen
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen, situering en veiligheid
Artikel 1 Begripsbepalingen
- 1.
Apv: Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg;
- 2.
Speeltoestel: trampoline, zwembadje, plastic glijbaan voor particulier gebruik;
- 3.
Buren: gebruikers (bijvoorbeeld een bewoner of ondernemer) en eigenaren van aangrenzende panden;
- 4.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg;
- 5.
NVWA: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Artikel 2. Criteria speeltoestellen
Een melding voor het plaatsen van een zwembadje, een trampoline of plastic speelgoed glijbaan wordt geaccepteerd, mits:
- •
De melding wordt gedaan door de eigenaar van het speeltoestel met het digitaal meldingsformulier dat via de gemeentelijke website verkrijgbaar is.
- •
Er geen gelegenheid aanwezig is voor plaatsing van het object in eigen tuin.
- •
Het speeltoestel geplaatst wordt in een gezamenlijke tuin/plantsoen (zachte ondergrond) die is afgescheiden van de openbare weg.
- •
Het speeltoestel niet geplaatst wordt op een officiële speelplek, park, of openbare weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994.
- •
De melder zich akkoord verklaart met artikel 3 en 4 van deze nadere regels.
Artikel 3. Nadere regels
- 1.
De eigenaar draagt zorg voor toezicht tijdens gebruik van het speeltoestel.
- 2.
Kinderen krijgen uitleg van de melder over gebruik en gedrag voor gebruik van het speeltoestel.
- 3.
Het maximum aantal kinderen per trampoline, zoals in de handleiding en gebruiksaanwijzing van het speeltoestel opgenomen, mag niet worden overschreden.
- 4.
Ter voorkoming van overlast voor de omgeving is de eigenaar van het speeltoestel verplicht maatregelen te nemen.
- 5.
Het speeltoestel mag enkel worden geplaatst vanaf 1 maart tot 1 november.
- 6.
Het speeltoestel mag niet met de grond verankerd zijn.
- 7.
Van het speeltoestel wordt niet eerder gebruik gemaakt dan 09:00 uur en niet later dan 22:00 uur.
- 8.
De eigenaar van het speeltoestel is aansprakelijk voor schade die door het (plaatsen of weghalen van het) object wordt veroorzaakt.
- 9.
Het speeltoestel moet in goede staat zijn, zodat gebruikers geen risico’s lopen.
- 10.
De eigenaar is zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van het speeltoestel en voert minimaal iedere maand een controle uit naar de staat van het speeltoestel.
- 11.
Als het speeltoestel niet veilig is, op een plaats staat waar dat niet mag, niet aan de regels voldoet, of als sprake is van extreme weersomstandigheden, moet de eigenaar van het speeltoestel aanpassen of weghalen.
- 12.
Er is te allen tijde sprake van een vrije en onbelemmerde doorgang van minimaal 3,5 meter ten behoeve van de hulpdiensten.
- 13.
Het speeltoestel mag niet worden geplaatst dan wel moet worden verwijderd in geval van werkzaamheden van gemeentewege of ten behoeve van aanleg of onderhoud van kabels en leidingen van nutsvoorzieningen.
- 14.
Indien een speeltoestel op openbare grond staat, niet zijnde gemeentegrond, heeft de eigenaar van het speeltoestel toestemming nodig van de grondeigenaar.
- 15.
De melder zorgt ervoor dat buurtbewoners op de hoogte zijn van het initiatief om een speeltoestel te plaatsen. Als iemand het er niet mee eens is, zoekt de eigenaar samen met omwonenden naar een oplossing. De gebiedsregisseur kan eventueel hierbij ingeschakeld worden.
- 16.
De melder is verplicht op een door de gemeente verstrekte waterbestendige sticker te vermelden: het typenummer van het speeltoestel, zijn of haar naam en telefoonnummer en de wijze waarop hij/zij te bereiken is.
- 17.
De melder is verplicht de sticker op het speeltoestel te plaatsen op een duidelijk zichtbare plek.
- 18.
Een ernstig ongeluk moet door de eigenaar worden gemeld bij de NVWA. Een ernstig ongeluk houdt in dat er (blijvend) letsel is opgelopen, er sprake is van overlijden of directe ziekenhuisopname. Een ongeluk melden doet u via de meldkamer op 0900-03 88.
Artikel 4. Aanvullende nadere regels
Naast de regels in artikel 3 gelden voor zwembadjes de volgende aanvullende regels:
- 1.
Een zwembadje mag met water gevuld blijven, mits de toegang tot het zwembadje na gebruik met bouwhekken afgesloten wordt en/of het zwembad gedegen wordt afgedekt. In ieder geval moeten zodanige maatregelen worden getroffen, dat het met water gevulde zwembadje niet door andere personen kan worden betreden. Aan de buitenzijde van een eventueel te plaatsen hek moet worden aangeven: naam en telefoonnummer eigenaar.
- 2.
Indien niet wordt voldaan aan lid 1, moet een zwembadje na gebruik, in ieder geval uiterlijk 22:00 uur, leeg worden gegooid. Er mag zich geen water bevinden in het zwembadje na 22.00 uur.
- 3.
Zwembadwater mag niet worden behandeld met chloor of pH-middelen, tenzij het water niet wordt afgevoerd in openbaar groen.
Hoofdstuk 2 Slotbepalingen
Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze nadere regels treden in werking na bekendmaking.
- 2.
Deze nadere regels worden aangehaald als: ‘Nadere regels particuliere speeltoestellen’
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van
Leidschendam-Voorburg d.d. 28 mei 2024,
burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg,
R. den Haan, M. W. Vroom
secretaris, burgemeester
Toelichting op de Nadere regels
De gemeente Leidschendam-Voorburg ziet graag dat haar bewoners genieten van de openbare ruimte. Spelen hoort daar zeker bij. Ook vindt de gemeente het belangrijk om bewonersinitiatieven te stimuleren. Samen met de inwoners maken wij Leidschendam-Voorburg een fijne plek om te wonen. Daarom wil de gemeente graag een ‘Ja, mits’ houding aannemen als het gaat om bewonersinitiatieven die ten goede komen aan het samen leven, zonder daarbij het belang van een aantrekkelijke en veilige openbare ruimte uit het oog te verliezen.
Bij het opstellen van criteria en nadere regels is rekening gehouden met hieronder uitgeschreven belangen:
Meldingsplicht Algemene plaatselijke verordening (Apv)
Op grond van artikel 2:10 eerste lid van de Apv is het verboden zonder voorafgaande vergunning van burgemeester en wethouders een openbare plaats of een gedeelte daarvan anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.
Dit verbod geldt niet voor door burgemeester en wethouders aangewezen categorieën van voorwerpen en dat daarvoor nadere regels door burgemeester en wethouders kunnen worden gesteld (artikel 2:10, vijfde en zesde lid Apv);
Artikel 2:10 Vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg of een openbare plaats
- 1.
Het is verboden zonder voorafgaande vergunning van het college een openbare plaats of gedeelte daarvan anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan
- 2.
Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:
- a.
indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de openbare plaats, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;
- b.
indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;
- c.
in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.
- a.
- 3.
Het verbod in het eerste lid, geldt niet voor:
- a.
evenementen als bedoeld in artikel 2:24;
- b.
terrassen als bedoeld in artikel 2:27, tweede lid;
- c.
standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18;
- d.
zover over in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Provinciale wegenverordening;
- a.
- 4.
De weigeringsgrond in het tweede lid, onder b, geldt niet:
- a.
voor bouwwerken;
- b.
voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer;
- a.
- 5.
Het verbod in het eerste lid, geldt niet voor door het college aangewezen categorieën van voorwerpen en mits deze voorwerpen voldoen aan het bepaalde in de nadere regels
- 6.
Het college kan nadere regels voor de aangewezen categorieën vaststellen ter bescherming van belangen als bedoeld in het [tweede] lid en kan categorieën van voorwerpen aanwijzen waarvoor een meldingsplicht geldt
- 7.
Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing
Met het vaststellen van deze nadere regels geldt een meldingsplicht voor zwembadjes, trampolines en plastic glijbaantjes. De nadere regels moeten worden nageleefd. Tegen het niet naleven van nadere regels kan handhavend worden opgetreden.
Indien niet wordt voldaan aan deze nadere regels is vergunning nodig.
Voldoen aan Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (Was)
Speeltoestellen in de openbare ruimte moeten voldoen aan het Was. Een trampoline en een zwembadje vallen onder andere onder de definitie van een speeltoestel. Door te voldoen aan de regels van het Was,
kan de gemeente er voor zorgen dat er maar een kleine kans bestaat op ongelukken met speeltoestellen. Daardoor is zij als er toch een ongeval gebeurt moeilijk aansprakelijk te stellen. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) is toezichthouder op de naleving van het Was. De NVWA mag (onaangekondigde) controles verrichten en mag overgaan tot sluiting van een speelplaats als die niet veilig is. Ook mag de NVWA onveilige toestellen buiten gebruik stellen.
Het is van belang dat de gemeente op de hoogte is van het type speeltoestel, de locatie van het speeltoestel en gegevens van de eigenaar en dat dit wordt geregistreerd.
In het digitale meldingsformulier wordt gevraagd naar voornoemde gegevens. Op de waterbestendige sticker die na melding wordt geleverd dient de eigenaar zijn gegevens op te schrijven en op het speeltoestel te plakken.
Aansprakelijkheid Burgerlijk Wetboek (BW)
Volgens het BW is de grondeigenaar eigenaar van alle zaken die 'aard' en 'nagelvast' met de ondergrond zijn verbonden. Hier is sprake van zogenaamde risicoaansprakelijkheid. Hierbij gaat het om een geval waarin de aansprakelijk gestelde de geleden schade niet zelf heeft veroorzaakt. De aansprakelijkheid vloeit dan voort uit een bepaalde hoedanigheid, Omdat het gaat om een wettelijke
aansprakelijkheid kan die niet aan een ander worden overgedragen, bijvoorbeeld in een overeenkomst. De aansprakelijkheid van de gemeente betreft dus met name de speeltoestellen die vast in de grond zitten. Om die reden wordt een melding enkel geaccepteerd voor een particulier speeltoestel op openbaar groen als deze niet vast in de grond wordt verankerd. Verder legt de gemeente de eigenaar van het speeltoestel zorgplicht op middels nadere regels in dit besluit.
Beheer en zorgplicht openbare grond, groen en bomen
Het plaatsen van een particulier speeltoestel in de openbare ruimte heeft effect op het beheer en onderhoud dat de gemeente pleegt. Zo heeft de gemeente bijvoorbeeld een zorgplicht voor openbare grond, groen en bomen en voor speeltoestellen als deze zijn geplaatst door of namens de gemeente. Deze zorgplicht heeft de gemeente niet voor particuliere speeltoestellen.
Duidelijk zal worden gecommuniceerd met de melder over dat de gemeente het speelgoed en speeltoestellen van inwoners niet inspecteert op veiligheid en geen onderhoud uitvoert, maar wel toezicht houdt op de naleving van de nadere regels. De nadere regels zorgen ervoor dat eigenaren bewust zijn van hun verantwoordelijkheid en dat ze zelf zorgdragen voor beheer en onderhoud van het speeltoestel.
Voor iedereen moet duidelijk zijn wie de eigenaar van het geplaatste speeltoestel is en hoe de eigenaar te bereiken is voor eventuele klachten. Dit wordt bereikt door uitreiking van een waterbestendige sticker na de melding met daarop de naam van de eigenaar en telefoonnummer waarop hij/zij te bereiken is. Een voorbeeld wordt als bijlage toegevoegd.
Overlast voor omwonenden - participatie
Om overlast voor omwonenden zoveel als mogelijk te beperken worden, ten aanzien van de wijze van gebruik en het tijdstip waarop gebruik kan worden gemaakt van het geplaatste speeltoestel, beperkende nadere regels verbonden en geldt er een participatieplicht. Het is belangrijk dat de eigenaar van het speeltoestel buurtbewoners op de hoogte stelt van het voornemen een speeltoestel te plaatsen en de regels die door de gemeente zijn gesteld. Als iemand het er niet mee eens is, moet door de eigenaar samen met diegene worden gezocht naar een oplossing.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl