Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor primair onderwijs gemeente Het Hogeland 2024

Geldend van 01-06-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor primair onderwijs gemeente Het Hogeland 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland;

gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de Beleidsregel bewegingsonderwijs gemeente Het Hogeland, houdende regels omtrent de bekostiging van lokalen bewegingsonderwijs 2024;

Beleidsregel bewegingsonderwijs gemeente Het Hogeland 2024

Uitgangspunt van de onderwijswetgeving is dat in het primair onderwijs de exploitatiekosten van een lokaal bewegingsonderwijs voor rekening van de gemeente komen. Dit in tegenstelling tot het voortgezet onderwijs, waar de materiële instandhouding voor rekening van het schoolbestuur komt. Voor het bepalen van de omvang en de vergoeding van het gebruik gelden de volgende regels.

A. Omvang gebruik

De omvang van het door de gemeente bekostigde gebruik van een lokaal bewegingsonderwijs door een school voor primair onderwijs is gebaseerd op het aantal lesuren (van 45 minuten) per week dat is opgenomen in het door het college vastgestelde of goedgekeurde gymnastiekrooster. Grondslag voor het aantal klokuren gymnastiek is het aantal groepen van een school.

A.1 Basisonderwijs

  • 1.

    Voor een basisschool bedraagt het aantal klokuren per groep leerlingen van 6 jaar en ouder maximaal 2 lesuren per week. Als een school niet beschikt over een speellokaal, wordt per groep leerlingen jonger dan 6 jaar uitgegaan van maximaal 3,75 klokuren per week.

  • 2.

    Het maximaal aantal groepen voor bekostiging wordt berekend zoals aangegeven in artikel 14 van het Besluit bekostiging WPO. Het aldus verkregen aantal groepen wordt gesplitst conform tabel 1.

    Tabel 1 – Splitsingstabel aantal groepen leerlingen

    aantal gymgroepen

    per school

    aantal gymgroepen

    4/5-jarigen

    aantal gymgroepen

    6/12-jarigen

    2

    1

    1

    3

    1

    2

    4

    2

    2

    5

    2

    3

    6

    2

    4

    7

    3

    4

    8

    3

    5

    9

    3

    6

    10

    3

    7

    11

    4

    7

    12

    4

    8

    13

    4

    9

    14

    5

    9

    15

    5

    10

B. Bekostiging gebruik eigen lokaal bewegingsonderwijs

  • 1.

    Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor primair onderwijs dat eigenaar is van een lokaal bewegingsonderwijs ontvangt jaarlijks een vergoeding van de gemeente op basis van het door het college vastgestelde of goedgekeurde gymnastiekrooster. Bij medegebruik door andere scholen voor primair onderwijs wordt voor het bepalen van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd.

  • 2.

    De vergoeding bestaat conform tabel 2 uit een vast bedrag per jaar (gebaseerd op een gebruik van 26 klokuren) en een variabel bedrag per klokuur per jaar, afhankelijk van het stichtingsjaar en de oppervlakte van de oefenvloer. De in tabel 2 vermelde bedragen zijn van het prijspeil 2023 en worden jaarlijks bijgesteld conform het door de minister van OCW gehanteerde prijsindexcijfer bij de jaarlijkse vaststelling van de bedragen voor de materiële instandhouding van het basisonderwijs.

Tabel 2 – Vergoedingsbedragen gebruik lokalen bewegingsonderwijs

Stichtingsjaar en oppervlakte oefenvloer

Vast bedrag

Variabel bedrag

Tot 1987

 
 

- < 90 m2

€ 3.530

€ 429

- 90-130 m2

€ 4.529

€ 543

- 130-170 m2

€ 4.952

€ 586

- 170-190 m2

€ 4.726

€ 641

- 190-230 m2

€ 4.526

€ 706

- > 230 m2

€ 5.123

€ 790

Vanaf 1987

 
 

- >= 252 m2

€ 4.067

€ 718

(Prijspeil 2024 afgerond)

  • 3.

    De bedragen betreffen een vergoeding voor de exploitatiekosten inclusief het onderhoud van het gebouw, voor zover dit onderhoud niet valt onder het onderhoud als bedoeld in artikel 2 onder c van de onderwijshuisvestingsverordening.

  • 4.

    Het college keert de jaarlijkse vergoeding uit in 2 termijnen.

C. Medegebruik/huur van een niet-eigen lokaal bewegingsonderwijs

Naast bewegingsonderwijs in een eigen lokaal van de school is ook bewegingsonderwijs mogelijk door medegebruik/huur van een lokaal van de gemeente, van een andere school (voor primair of voortgezet onderwijs) of van een commerciële exploitant. De vergoeding is afhankelijk van de eigenaar van het lokaal bewegingsonderwijs.

Voor de vergoeding wordt uitgegaan van bedragen per klokuur conform tabel 2. Bij het voortgezet onderwijs kan ook worden uitgegaan van bedragen per lesuur. Voor een lesuur van 50 minuten worden de vergoedingsbedragen verkregen door de variabele en de vaste klokuurbedragen te vermenigvuldigen met 50/60.

C.1 Gemeente is eigenaar

  • 1.

    Als een school voor primair onderwijs gebruik maakt van een gemeentelijk lokaal, wordt dit lokaal om niet aan de school in gebruik gegeven tot maximaal het aantal klokuren zoals bepaald op grond van onderdeel A. Indien een school voor primair onderwijs meer uren wenst, omdat het werkelijke aantal gymgroepen groter is dan de norm, wordt het lokaal ook voor deze extra uren om niet in gebruik gegeven voor zover hiervoor capaciteit beschikbaar is.

  • 2.

    Als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van een gemeentelijk lokaal, vergoedt de school aan de gemeente per klokuur gebruik het variabele bedrag en 1/26-deel van het vaste bedrag.

C.2 School voor primair onderwijs is eigenaar

  • 1.

    Als een school voor primair onderwijs gebruik maakt van een lokaal dat eigendom is van een andere school voor primair onderwijs, vergoedt de gemeente voor het getotaliseerde onderwijsgebruik aan de eigenaar het vaste bedrag en per klokuur het variabele bedrag (zie onder B.1).

  • 2.

    Als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van een lokaal dat eigendom is van een school voor primair onderwijs, vergoedt de VO-school aan de eigenaar per klokuur gebruik het variabele bedrag en 1/26-deel van het vaste bedrag.

  • 3.

    Indien sprake is van gecombineerd gebruik door primair onderwijs en voortgezet onderwijs, vergoedt de gemeente in tegenstelling tot het bepaalde onder punt 1 aan de eigenaar per klokuur gebruik door het primair onderwijs het variabele bedrag en 1/26-deel van het vaste bedrag. Wat betreft het vaste bedrag echter met dien verstande dat bij een totaal onderwijsgebruik van minder dan 26 klokuren de gemeente aan de eigenaar vergoedt het verschil tussen het vaste bedrag en het deel van het vaste bedrag dat door het voortgezet onderwijs wordt vergoed.

C.3 School voor voortgezet onderwijs is eigenaar

  • 1.

    Als een school voor primair onderwijs gebruik maakt van een lokaal dat eigendom is van een school voor voortgezet onderwijs, vergoedt de gemeente aan de eigenaar per klokuur gebruik het variabele bedrag en 1/26-deel van het vaste bedrag.

  • 2.

    Als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van een lokaal dat eigendom is van een andere school voor voortgezet onderwijs, wordt de exploitatiekostenvergoeding door de betrokken schoolbesturen onderling verrekend. Voor het vaststellen van de exploitatiekostenvergoeding wordt aangesloten bij de vergoeding voor het primair onderwijs.

C.4 Commerciële exploitant is eigenaar

  • 1.

    Als een school voor primair onderwijs gebruik maakt van een lokaal van een derde (welk lokaal niet door de gemeente is gefinancierd), komt de huurprijs (die is onderverdeeld in een vergoeding voor stichtingskosten en exploitatiekosten) voor rekening van de gemeente. Als het lokaal wel (grotendeels) door de gemeente is gefinancierd, bestaat geen recht op een vergoeding voor stichtingskosten en komen alleen de exploitatiekosten voor rekening van de gemeente en betaalt de gemeente deze kosten aan de exploitant. De vergoeding voor de exploitatiekosten bedraagt per klokuur gebruik het variabele bedrag en 1/26-deel van het vaste bedrag.

  • 2.

    Als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van een lokaal van een derde (welk lokaal niet door de gemeente is gefinancierd), komt de huurprijs voor stichtingskosten voor rekening van de gemeente en de huurprijs voor exploitatiekosten voor rekening van de school. Als het lokaal wel (grotendeels) door de gemeente is gefinancierd, vergoedt de school aan de exploitant per klokuur gebruik het variabele bedrag en 1/26-deel van het vaste bedrag.

D. Vervoer naar gym accommodaties

Als een school verder dan een kilometer van de gymaccommodatie is gelegen dan kan een school een jaarlijkse subsidie voor de kosten van vervoer naar gymnastiekaccommodatie ontvangen. Deze voorziening is opgenomen in de bijlage van de verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs. Hieronder staan de afstandscriteria vermeld.

afstand tot gymaccommodatie

1 tot 3 km

groter dan 3 km

groep 1-3

speellokaal

speellokaal

groep 4-6

vervoer

vervoer

groep 7,8

fiets

vervoer

E. Indexering

De in de bijlage gehanteerde normbedragen voor de klokuurvergoeding worden jaarlijks bijgesteld op basis van het jaarlijks door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het bekostigingsstelsel basisonderwijs opgenomen prijsindexcijfer.

E. Gevallen waarin de regels niet voorzien

Het college beslist in gevallen die de uitvoering van deze regeling betreffen en waarin deze regeling niet voorziet.

F. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als: “Beleidsregel bewegingsonderwijs gemeente Het Hogeland 2024”.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Het Hogeland in zijn vergadering van 28 mei 2024

H.J. Bolding, burgemeester

P.P.M. van Vilsteren, secretaris

Bijlage Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

Algemeen

Het college is op grond van de Wet op het primair onderwijs verantwoordelijk voor het vaststellen van het aantal klokuren waarop de school voor basisonderwijs aanspraak maakt. De uitgangspunten voor het berekenen van het aantal klokuren zijn onderstaand nader uitgewerkt.

BasisschoolHet aantal gymgroepen, zoals bedoeld in artikel 1, wordt vastgesteld op het aantal formatieplaatsen dat wordt berekend met de volgende formule G = (A + B + C):

A =

0,05 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 4 tot en met 7 jaar op de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO.

B =

0,0343 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 8 jaar en ouder dat op de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO.

C =

1,5642 – (het aantal leerlingen op de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO, x 0,0115), met dien verstande dat C niet kleiner is dan nul.

 
 

Afronding: De factoren A, B en C worden onafgerond gebruikt in de berekening en de factor G wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

De uitkomst van de berekening geeft het totaal aantal formatieplaatsen weer. Om het aantal gymgroepen 6-12 jarigen te bepalen moet tabel 1 worden gehanteerd. In deze tabel is opgenomen de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen voor het bewegingsonderwijs.