Beleidsregel integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas

Geldend van 01-06-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas

Burgemeester en wethouders van Peel en Maas;

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in artikel 2 lid 4 sub d en artikel 3 lid 1, 2 en 3 Wet gemeentelijke

Schuldhulpverlening

BESLUITEN:

Vast te stellen de volgende beleidsregel:

integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      Belanghebbende : degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken is

    • b.

      College : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas

    • c.

      Fraude : de situatie waarin iemand door zijn handelen of nalaten een bestuursorgaan financieel benadeelt en dat wist, of redelijkerwijs had kunnen weten, waarbij dit heeft geleid tot het opleggen van een bestuurlijke boete dan wel een strafrechtelijke veroordeling, waaronder het terugvorderen van ten onrechte verstrekte bijstand

    • d.

      Melding : een melding is een vraag over schulden, betalingsachterstanden of andere geldzorgen. De melding kan in persoon aan de balie, telefonisch of per e-mail gedaan worden door belanghebbende of zijn/haar bewindvoerder. Ook kunnen schuldeisers een melding doen in het kader van vroegsignalering. Deze meldingen moeten via Inforing (RIS Matching) gedaan worden

    • e.

      NVVK : Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet;

    • f.

      Problematische schuld: de situatie waarin te voorzien is dat een natuurlijke persoon schulden niet zal kunnen blijven afbetalen of is gestopt met afbetalen

    • g.

      Recidive : de situatie waarin iemand, die zich eerder bij een schuldhulpverleningsinstantie (gemeente of gemeentelijke kredietbank) heeft aangemeld voor hulp bij problematische schulden, na dossiersluiting terugkeert omdat opnieuw of nog steeds sprake is van problematische schulden. Ook een verlaging van de bijstandsuitkering volgens artikel 18 en 18b Participatiewet kan onder deze definitie van fraude vallen

    • h.

      Schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, inclusief de nazorg

    • i.

      Vroegsignalering : vroegtijdig contact zoeken met klanten die hun vaste lasten (huur,water, energie en zorgverzekering) niet meer (kunnen) betalen. In artikel 3, eerste lid, onderdeel b van de Wgs is geregeld dat deze schuldeisers een melding moeten doen aan het college bij betalingsachterstanden.

    • j.

      Wgs : Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 2. Voor het overige zijn de begripsbepalingen zoals bedoeld in artikel 1 Wgs en de gedragscodes van de NVVK zijn in deze regels van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Degene die als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven in de gemeente Peel en Maas;

  • 2. De zelfstandige wiens onderneming niet levensvatbaar is onder de voorwaarden dat:

    • a.

      de zelfstandige feitelijk stopt met de onderneming én;

    • b.

      waarvan de onderneming niet economisch meer actief is én;

    • c.

      de zelfstandige zich laat uitschrijven bij de Kamer van Koophandel.

  • 3. Uitzondering op artikel 2, eerste lid van dit artikel, is de situatie waarbij belanghebbenden naar een andere gemeente verhuisd, nadat de aanvraag om schuldhulpverlening is ingediend. Hiervoor geldt dat indien een schuldenregeling tot stand is gekomen, het dossiers in behandeling blijft bij het college.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1. Belanghebbende doet een schriftelijk aanvraag voor schuldhulpverlening en maakt hiervoor gebruik van het door het college vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2. In geval van fraude door aanvrager in een periode voorafgaande aan de aanvraag schuldhulpverlening waarbij deze fraude onderdeel uitmaakt van de schulden, wordt de aanvraag niet eerder toegekend dan 3 jaar na het plegen van deze fraude.

Artikel 4 Uitvoering

  • 1. De uitvoering van de verschillende vormen van schuldhulpverlening vindt plaats conform de betreffende gedragscodes en termijnen van de NVVK en de Wgs.

  • 2. Onder uitvoering, zoals genoemd in lid 1 van dit artikel wordt verstaan:

    • a.

      Melding: tijdens de melding wordt beoordeeld of belanghebbende inwoner van de gemeente Peel en Maas is, inkomen heeft, niet uitgesloten is van schuldhulpverlening op grond van artikel 2, 3 lid 2 en 8 van deze beleidsregel en of er sprake is van een bedreigende situatie.

    • b.

      Informatie en advies: Tot informatie en advies (waaronder begrepen doorverwijzing naar derden) kan worden besloten indien het mogelijk wordt geacht om een duurzaam financieel evenwicht te bereiken voor belanghebbende zonder dat een beroep gedaan wordt op herfinanciering, schuldregeling of stabilisatie. Ook kan informatie en advies verstrekt worden indien geen recht op schuldhulpverlening bestaat vanwege fraude, recidive of het niet voldoen aan de vereisten zoals vermeld in resp. artikel 3, 5, 7 van deze beleidsregel. Er wordt dan informatie en advies verstrekt over eventuele andere mogelijkheden tot oplossing van de problematische schuldensituatie.

    • c.

      Intake: tijdens de intake wordt de zelfredzaamheid van belanghebbende getoetst, de omvang van de schulden en – eventueel – vermogen vastgesteld. Daarnaast wordt samen met belanghebbende een plan van aanpak ontwikkeld. Ten aanzien van voertuigen hanteert het college de richtprijs zoals deze is opgenomen in de koerslijst ‘ANWB Auto Dashboard’ onder situatie ‘Inruil bij autobedrijf’. Het plan van aanpak en de daaraan verbonden contracten zijn leidend voor de voortgang van het schuldhulpverleningstraject.

    • d.

      Crisisinterventie: het doel van crisisinterventie is het afwenden van een crisis en daarmee de mogelijkheid creëren om de schuldenaar te helpen via de reguliere schuldhulpverlening. Deze interventie wordt binnen 3 werkdagen na melding gestart op grond van artikel 4 lid 2 van de Wgs.

    • e.

      Budgetcoaching: Hulpverlening door middel van advisering en begeleiding van aanvrager inzake beheer van zijn financiële huishouding.

    • f.

      Budgetbeheer: alle activiteiten in het kader van het beheren van de inkomsten van de klant en het verrichten van betalingen, overeenkomstig het vastgestelde budgetplan. Budgetbeheer kan een bijdrage leveren aan het integraal oplossen of beheersbaar maken van bestaande financiële problemen en het voorkomen van nieuwe financiële problemen. Het college kan budgetbeheer aanbieden in het kader van de uitvoering van de Wgs.

    • g.

      Stabilisatie : stabilisatie vloeit voort uit het plan van aanpak zoals genoemd in artikel 4 lid 2 sub c van deze beleidsregel. Het doel van de stabilisatiefase is het in evenwicht brengen en houden van inkomsten en uitgaven van belanghebbende. Zodra dit het geval is, kan worden gestart met de schuldregeling. Het (breed) moratorium kan worden ingezet om stabilisatie mogelijk te maken doch niet door aanvrager afgedwongen worden bij het college.

    • h.

      Betalingsregeling: de betalingsregeling is gericht op het 100% terugbetalen van schulden waarbij een overeenkomst wordt opgesteld welke door alle partijen ondertekent moet worden;

    • i.

      Saneringskrediet: een lening om het bedrag ineens aan de schuldeisers te betalen, zoals bedoeld in artikel 5 van deze beleidsregel. Na ontvangst van het afgesproken bedrag door de schuldeisers wordt de restantschuld kwijtgescholden.

    • j.

      Schuldsanering: de schuldsanering is gericht op het sanering van de schulden door het bewerkstelligen van een minnelijke regeling van de totale schuldenlast. Hierbij wordt een schuldbemiddelingsovereenkomst of schuldsaneringskredietovereenkomst welke door alle partijen ondertekend moet worden. Het tijdstip van aanvraag, zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 van deze beleidsregel is bepalend voor de goederen dat tot de regeling behoort. De vaststelling vindt plaats conform art 295 FW;

    • k.

      Voorbereiding WSNP-aanvraag; indien via schuldbemiddeling of schuldsanering geen akkoord kan worden bereikt met alle schuldeisers of indien vanwege een andere reden minnelijke traject niet kan starten dan wel mislukt, kan een beroep worden gedaan op WSNP. Op grond van artikel 285 lid 1 sub e FW verklaart het college daartoe met redenen omkleed dat er geen reële mogelijkheden zijn tot buitengerechtelijke sanering en verklaart tevens over welke aflossingsmogelijkheden schuldenaar beschikt.

    • l.

      Nazorg: Alle activiteiten die erop gericht zijn om een terugval in de oude schuldensituatie te voorkomen. Nazorg start al bij de intake en is maatwerk. Per situatie beoordeelt het college – in overleg met belanghebbende- welke vorm van nazorg gewenst is. Hierbij kunnen ook maatschappelijke partners, zoals de welzijnsorganisatie, betrokken worden. De nazorg eindigt in overleg met belanghebbende en duurt maximaal 12 maanden na de beëindiging van een traject in de schuldhulpverlening, conform de kwaliteitsborging sociaal domein gemeente Peel en Maas.

Artikel 5 Saneringskrediet

Als er sprake is van een problematische schuld, kan het college een saneringskrediet verstrekken onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    er zijn geen andere mogelijkheden om de schulden te regelen, zoals een betalingsregeling of minnelijke regeling als bedoeld in artikel 4 lid 2 sub h en j

  • b.

    belanghebbende voldoet aan de afspraken en verplichtingen zoals bedoeld het plan van aanpak en artikel 6 en 7

  • c.

    de hoogte van het saneringskrediet is maximaal € 10.000,- per aanvraag en is afhankelijk van de draagkracht van belanghebbende. De draagkracht wordt berekend op basis van de Recofa rekenmethode.

  • d.

    het saneringskrediet moet binnen 18 maanden terugbetaald worden

  • e.

    het saneringskrediet wordt verstrekt in de vorm van een renteloze lening

  • f.

    het saneringskrediet wordt maximaal één keer per 10 jaar verstrekt, na toekenning van het vorige saneringskrediet.

Artikel 6 Algemene verplichtingen.

  • 1. Naast de algemene verplichtingen zoals bedoeld in artikel 6 en 7 van de Wgs geldt vanaf het moment dat belanghebbende zich voor schuldhulpverlening heeft gewend tot het college dat belanghebbende verplicht zich om maximale, aantoonbare inspanningen te verrichten om zijn inkomsten te vergroten ten behoeve van de schuldeisers.

  • 2. Vanaf het moment dat de aanvraag is ingediend geldt daarnaast de verplichting dat:

    • a.

      er geen nieuwe schulden meer ontstaan door toedoen van aanvrager;

    • b.

      aanvrager, indien dit noodzakelijk wordt geacht, over een basisbankrekening dient te beschikken.

Artikel 7 Bijzondere verplichtingen

  • 1. Naast de algemene verplichtingen vermeld in artikel 6 van deze beleidsregel zijn, in ieder geval, de volgende bijzondere verplichtingen van toepassing bij betalingsregeling, zoals bedoeld in artikel 4 lid 2 sub h, en schuldsanering, zoals bedoeld in artikel 4 lid 2 sub j van deze beleidsregel:

    • a.

      belanghebbende verplicht zich mee te werken aan een door het college aan te wijzen budgetbeheerder als dit naar het oordeel van het college nodig is voor de schuldhulpverlening in het kader van de Wgs

    • b.

      de schuldbemiddeling wordt gedaan op basis van gelijkberechtiging van schuldeisers

    • c.

      vorderingen waaraan zekerheden zijn verbonden worden als concurrente vorderingen erkend ná uitwinning van de zekerheid

    • d.

      betaling aan schuldeisers geschiedt naar evenredigheid van hun vordering, met dien verstande, dat de schuldeisers met een wettelijke preferentie een twee keer zo hoog percentage als de concurrente schuldeisers ontvangen tot maximaal het beloop van hun vordering

    • e.

      schuldbemiddeling wordt aangemeld bij de Stichting Bureau Krediet Registratie te Tiel,

    • f.

      uitkeringen uit gemeentelijke en particuliere fondsen aan of ten behoeve van de schuldenaar in het kader van de schuldbemiddeling komen alle schuldeisers ten goede op basis van gelijkberechtiging

    • g.

      de aflossingsverplichtingen worden correct en stipt nagekomen door belanghebbende.

  • 2. Het college kan daarnaast overige, op individuele basis vast te stellen, voorwaarden en verplichtingen opleggen.

  • 3. Deze verplichtingen worden opgenomen in het besluit tot schuldbemiddeling of schuldenregeling en in het plan van aanpak.

Artikel 8 Beëindiging schuldhulpverlening

  • 1. In navolgende situaties wordt de schuldhulpverlening met onmiddellijke ingang beëindigd:

    • a.

      Fraude

    • b.

      Het schenden van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 6 Wgs en dat geen financiële benadeling van de uitkering of inkomensvoorziening van de gemeente Peel en Maas tot gevolg heeft maar wel voor de schuldeisers

    • c.

      Het niet of onvoldoende nakomen van de medewerkingsplicht zoals bedoelt in artikel 7 Wgs en artikel 5 van deze beleidsregel, nadat belanghebbende in de gelegenheid is gesteld dit verzuim te herstellen binnen een redelijke termijn

    • d.

      Als een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover personen en/of instanties die zijn belast met de uitvoering van de schuldhulpverlening

    • e.

      Belanghebbende niet langer inwoner is van de gemeente Peel en Maas en er nog geen minnelijke schuldbemiddeling tot stand is gekomen.

  • 2. Onverminderd overige bepalingen in deze beleidsregel wordt de schuldhulpverlening beëindigd nadat:

    • a.

      de schulden volledig zijn gekweten dan wel finale kwijting is verleend door de schuldeisers;

    • b.

      belanghebbende in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren

    • c.

      beëindigen die voortvloeien uit het plan van aanpak en/of de daaronder liggende contracten

    • d.

      schuldeisers geen medewerking verlenen aan het minnelijk voorstel, dan staat alleen nog de mogelijkheid open voor een WSNP- traject. Het college maakt een afweging om een verzoek tot dwangakkoord bij de rechtbank in te dienen en informeert belanghebbende hier schriftelijk over. Als belanghebbende niet binnen 3 maanden na bekendmaking van het voornemen van genoemd verzoek, gebruik maakt van het recht om een WSNP aan te vragen, eindigt de gemeentelijke schuldhulpverlening

    • e.

      op schriftelijk verzoek van belanghebbende

    • f.

      belanghebbende is komen te overlijden.

  • 3. Bij toepassing van dit artikel wordt de mate van verwijtbaarheid beoordeeld op basis van de individuele omstandigheden, alvorens over te gaan tot beëindiging van de schuldhulpverlening. In situaties waarin minderjarige inwonende kinderen deel uitmaken van het gezin dat een beroep doet op schuldhulpverlening, wordt onderzocht in hoeverre de beëindiging gevolgen heeft voor de minderjarige kinderen.

Artikel 9 Recidive

Ten aanzien van recidive en de gevolgen die daaraan vanuit oogpunt van schuldhulpverlening zijn verbonden, wordt in de volgende situaties geen schuldhulpverlening aangeboden:

  • 1.

    Binnen 2 jaar nadat tijdens de eerder aangeboden schuldhulpverlening werd gestopt voorafgaande aan de start van het minnelijk traject. Uitzondering hierop is de situatie dat belanghebbende eerder heeft voldaan aan de voorwaarden die ten tijde van de eerdere begeleiding zijn opgelegd en daarbij uitdrukkelijk is aangegeven dat het voldoen aan deze voorwaarden leidt tot het verkorten van de wachttijd van 2 jaar;

  • 2.

    Binnen 3 jaar na afsluiting van de eerdere begeleiding nadat de eerder aangeboden schuldhulpverlening werd gestopt tijdens het minnelijke traject (na instemming door de schuldeisers) of na afloop van het minnelijk traject;

  • 3.

    Binnen 3 jaar na beëindiging van eerder geboden schuldhulpverlening nadat deze werd gestopt als gevolg van fraude.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Overgangsbepalingen

  • 1. Aanvragen die bij het college zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel en waarop nog niet is beslist bij de inwerkingtreding van deze beleidsregel, worden afgehandeld volgens deze beleidsregel.

  • 2. Op bezwaarschriften tegen een besluit waarop de oude beleidsregel van toepassing was bij aanvraag en afhandeling van de aanvraag, wordt beslist met inachtneming van de beleidsregel die toen geldend was tenzij de toepassing van deze nieuwe beleidsregel gunstiger is voor de bezwaarmaker.

Artikel 12 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking oude beleidsregel

  • 1. Deze beleidsregel wordt aangehaald als integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas;

  • 2. De beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking;

  • 3. De beleidsregel integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas vastgesteld op 17 januari 2022 wordt ingetrokken met ingang van de onder lid 2 genoemde datum.

Ondertekening

Panningen, 13 mei 2024

Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,

de gemeentesecretaris/directeur,

L.P.H. Breukers

de burgemeester,

W.J.G. Delissen-van Tongerlo