Subsidieregeling voortgezet onderwijs Den Haag 2024

Toelichting

Deze subsidieregeling voor het voortgezet onderwijs volgt de Subsidieregeling voortgezet onderwijs Den Haag 2022 op en geeft invulling aan de Haagse Educatieve Agenda (HEA) 2022-2026. Een nieuwe subsidieregeling is noodzakelijk in verband met het doorvoeren van nieuwe, en wijzigingen van eerder, gesubsidieerde activiteiten. Verder zijn voor alle activiteiten de hoogte van de subsidie, en de subsidieplafonds geactualiseerd. Daarnaast maakt deze regeling het mogelijk om, bij technische wijzigingen, de hoogte van de subsidieplafonds en subsidiebedragen jaarlijks bij afzonderlijk collegebesluit te wijzigen. Deze subsidieregeling is opgesteld conform de uitgangspunten van de Kadernota subsidiebeleid Den Haag 2020-2023 (RIS305416), de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 (RIS305417) en de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019 (RIS301035).

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

gelet op:

• -

  artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

• -

  de artikelen 1.2 en 1.6 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019;

besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling voortgezet onderwijs Den Haag 2024:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in deze regeling genoemde activiteiten.

Artikel 1:3 Aanvraag

• 1.

  Een aanvraag om een subsidie wordt digitaal ingediend via het Onderwijsloket met behulp van het bijbehorend digitaal aanvraagformulier.

• 2.

  In afwijking van artikel 9, eerste en tweede lid, van de ASV wordt een aanvraag om subsidie ingediend op:

  a. 1 juni tot en met 30 september in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar, waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden;

  b. 1 oktober tot en met 30 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar, waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden;

  c. 1 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft tot en met 31 oktober van het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 1:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de voorbereiding, coördinatie, uitvoering, evaluatie of kwaliteitsverhoging en uitvoering van de activiteiten, genoemd in deze regeling.

Artikel 1:5 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 4:37 van de Awb en artikel 12 tot en met 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

• a. de subsidieontvanger werkt mee aan het onderzoek op grond van de door het college aangewezen toezichthouder;

  b. de subsidieontvanger werkt mee aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;

  c. de subsidieontvanger stelt, op verzoek van het college, de ervaringen en ontwikkelde producten ter beschikking aan andere scholen of instellingen.

Artikel 1:6 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, eerste en tweede lid, van de ASV op aanvragen die zijn ingediend in de aanvraagtermijn bedoeld in artikel 1:3, tweede lid:

• a. onder a, uiterlijk 1 maart in het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de aanvraag is ingediend;

  b. onder b, uiterlijk 12 weken na sluiting van de aanvraagtermijn;

  c. onder c, uiterlijk 12 weken nadat de volledige digitale aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 1:7 Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:

• a. subsidies bedoeld in artikel 1:3 tweede lid, onder a, worden bevoorschot in twee termijnen: in februari een voorschot van 60% van de verleende subsidie en in juli een voorschot van 40% van de verleende subsidie;

  b. subsidies bedoeld in artikel 1:3 tweede lid, onder b of c, worden bevoorschot met 100% van de verleende subsidie in één keer.

Artikel 1:8 Wijze van verantwoorden

In aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid, van de ASV bevat de aanvraag tot vaststelling tevens:

• a. een bestuursverklaring volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model;

  b. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag, waarbij afwijkingen op de hoofdposten van de begroting die groter zijn dan 10% worden toegelicht en (waarbij de BTW zichtbaar is) in de financiële verantwoording.

Hoofdstuk 2 Subsidie voldoende, bevoegde en bekwame onderwijsprofessionals

Paragraaf 2:1 Algemene bepaling

Artikel 2:1:1 Maatschappelijke doel van subsidies in hoofdstuk 2

Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidies in dit hoofdstuk is te zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende, bevoegde en bekwame onderwijsprofessionals in het voortgezet onderwijs in Den Haag alsmede ervoor te zorgen dat leraren meer tijd kunnen besteden aan het geven van kwalitatief goed voortgezet onderwijs.

Paragraaf 2:2 Subsidie leren en innoveren in netwerken

Artikel 2:2:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is dat onderwijsprofessionals in het Haagse onderwijs van elkaar leren en samen innoveren, zodat zij beter toegerust zijn voor het geven van onderwijs in de grootstedelijke context en daardoor gelijke onderwijskansen kunnen bevorderen.

Artikel 2:2:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die onderwijsprofessionals de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan een lerend netwerk dat:

• a. gerelateerd is aan het thema kansengelijkheid en onderwijs in de grootstedelijke context;

  b. bestaat uit onderwijsprofessionals van meerdere scholen en van meerdere besturen;

  c. de mogelijkheid biedt om samen met vakgenoten hun kennis te delen en zich te ontwikkelen in hun vakgebied;

  d. activiteiten ontplooit om de opgedane kennis met andere netwerken of onderwijsprofessionals jaarlijks te delen;

  e. samenwerkt met een universiteit of hogeschool; en

  f. een looptijd heeft van maximaal drie opeenvolgende jaren.

Artikel 2:2:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur in het voortgezet onderwijs dat activiteiten zoals bedoeld in artikel 2:2:2 uitvoert ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen

Artikel 2:2:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt maximaal € 37.500, - per subsidieaanvraag per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per aanvraag jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 2:2:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 2:2:2 geldt een subsidieplafond van € 150.000, - per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 2:2:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen op grond van artikel 2:2:2 die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als eerste wordt subsidie verstrekt op volgorde van digitale ontvangst van de volledige aanvraag aan aanvragers die een lerend netwerk of kenniswerkplaats faciliteren en het derde uitvoeringsjaar ingaan.

• 3.

  Daarna wordt subsidie verstrekt op volgorde van digitale ontvangst van de volledige aanvraag aan aanvragers die een lerend netwerk of kenniswerkplaats faciliteren en het tweede uitvoeringsjaar ingaan.

• 4.

  Daarna wordt subsidie verstrekt op volgorde van digitale ontvangst van de volledige aanvraag aan aanvragers die een lerend netwerk of kenniswerkplaats willen starten.

• 5.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 2:2:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder b.

Paragraaf 2:3 Subsidie Opleidingsscholen

Artikel 2:3:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is het realiseren van opleidingsscholen in Den Haag waarmee onderwijsprofessionals in de praktijk opgeleid kunnen worden om vacatures in het Haagse onderwijs voor de komende jaren in te vullen.

Artikel 2:3:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het programma en het programmamanagement van een bestaande opleidingsschool en indien de bij de bestaande opleidingsschool betrokken scholen op het moment van indiening van de subsidieaanvraag voldoen aan de wettelijke eisen voor basiskwaliteit door de Inspectie van het Onderwijs.

Artikel 2:3:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur in het voortgezet onderwijs ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen die deel uit maken van een opleidingsschool.

Artikel 2:3:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt:

  a. maximaal € 55.000,- per aanvrager voor het programma van de bestaande opleidingsschool per kalenderjaar;

  b. maximaal € 100.000,- per aanvrager voor het programmamanagement van de bestaande opleidingsschool per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per aanvraag jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 2:3:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 2:3:2 geldt een subsidieplafond van € 155.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 2:3:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college tot dat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag is aangevuld.

Artikel 2:3:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder b.

Paragraaf 2:4 Subsidie arbeidsmarktstrategie

Artikel 2:4:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is het werven en behouden van onderwijsprofessionals voor het Haagse voortgezet onderwijs.

Artikel 2:4:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor een programma met één of meer stedelijk georganiseerde activiteiten die gericht zijn op:

• a. het werven van docenten van buiten het onderwijs en het promoten van het vak van docent onder jongeren;

  b. het stimuleren en organiseren van bevoegdheidstrajecten voor docenten;

  c. het verminderen van het aantal onbevoegd en onderbevoegd gegeven lessen; of

  d. een begeleidings- en professionaliseringsaanbod voor beginnende docenten.

Artikel 2.4.3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur voor voortgezet onderwijs dat namens alle in Den Haag gevestigde scholen deze activiteiten uitvoert.

Artikel 2:4:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt:

  a. voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:4:2 onder a, b en c, tezamen, maximaal € 395.000,- per kalenderjaar;

  b. voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:4:2, onder d, maximaal € 265.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per aanvraag jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 2:4:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 2:4:2 geldt een subsidieplafond van € 660.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 2:4:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is ingevuld.

Artikel 2:4:7 Aanvraagtermijn

• 1.

  Een aanvraag om een subsidie voor activiteiten wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder b.

• 2.

  Indien na het tijdvak overeenkomstig, artikel 1:3, tweede lid, onder b nog subsidie beschikbaar is, wordt een aanvraag ingediend in het tijdvak overeenkomstig, artikel 1:3, tweede lid onder c.

Paragraaf 2:5 Subsidie inzet studenten in het voortgezet onderwijs

Artikel 2:5:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is om de werkdruk van docenten op scholen in Den Haag te verlagen en hen te ondersteunen in de klas bij het voorkomen en aanpakken van onderwijsachterstanden.

Artikel 2:5:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

• a. activiteiten die de werving, matching, scholing en begeleiding van studenten uit het hoger en wetenschappelijk onderwijs mogelijk maken, zodat deze studenten op scholen voor voortgezet onderwijs de werkdruk onder docenten kunnen helpen verlagen en docenten ondersteuning bieden bij het voorkomen en aanpakken van onderwijsachterstanden;

  b. het optreden als werkgever voor de studenten uit het hoger en wetenschappelijk onderwijs; en

  c. het monitoren van deelnemende scholen en de studenten uit het hoger en wetenschappelijk onderwijs om de inzet en effectiviteit van deze studenten voor het onderwijs te verbeteren.

Artikel 2:5:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een door de gezamenlijke schoolbesturen aangewezen rechtspersoon die namens alle in Den Haag gevestigde scholen voor voortgezet onderwijs de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2:5:2 organiseert en die tenminste voldoet aan de volgende eisen:

• a. de rechtspersoon werkt samen met hogescholen en universiteiten ten behoeve van de werving van minimaal 30 studenten uit het hoger en wetenschappelijk onderwijs per kalenderjaar;

  b. de rechtspersoon draagt zorg voor de matching van studenten uit het hoger en wetenschappelijk onderwijs met de scholen voor voortgezet onderwijs;

  c. de rechtspersoon biedt training en begeleiding aan studenten uit het hoger en wetenschappelijk onderwijs;

  d. de rechtspersoon neemt het werkgeversrisico voor de deelnemende studenten uit het hoger en wetenschappelijk onderwijs voor haar rekening;

  e. de rechtspersoon monitort in samenwerking met een hogeschool de effecten van het project.

Artikel 2:5:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt maximaal € 105.000,- per subsidieaanvraag per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per aanvraag jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen;

Artikel 2:5:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 2:5:2 geldt een subsidieplafond van € 105.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 2:5:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is ingevuld.

Artikel 2:5:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder b.

Hoofdstuk 3 Subsidie optimale leer- en ontwikkelomgeving

Paragraaf 3:1 Algemene bepaling

Artikel 3:1:1 Maatschappelijke doel van de subsidies van hoofdstuk 3

Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidies in dit hoofdstuk is om kinderen en jongeren in Den Haag uit te dagen om hun vaardigheden en talenten zo optimaal mogelijk te ontwikkelen.

Paragraaf 3:2 Subsidie nieuwkomers voortgezet onderwijs

Artikel 3:2:1 Doel van de subsidie

Het doel van subsidie is om (taal)ondersteuning te organiseren voor leerlingen uit een internationale schakelklas, zodat zij beter kunnen aansluiten in het reguliere onderwijs en het verbeteren van de aansluiting en voorbereiding van nieuwkomers.

Artikel 3:2:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor een activiteitenprogramma gericht op:

• a. taalondersteuning in het regulier onderwijs voor Haagse leerlingen die daarvoor een internationale schakelklas hebben doorlopen;

  b. het begeleiden van nieuwkomers in het Haagse voortgezet onderwijs, zodat de kans op een succesvolle deelname aan een vervolg- of beroepsopleiding en de vervolgstap op de arbeidsmarkt groter wordt;

  c. deelname van nieuwkomers aan culturele activiteiten die bevorderen dat zij beter aansluiting vinden bij de Nederlandse samenleving; en

  d. het organiseren van bijeenkomsten en netwerken voor nieuwkomers gericht op de keuze voor een vervolg- of beroepsopleiding.

Artikel 3:2:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur in het voortgezet onderwijs voor in Den Haag gevestigde scholen met een internationale schakelklas.

Artikel 3:2:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt maximaal € 750,- per nieuwkomer per kalenderjaar voor activiteiten op grond van artikel 3:2:2.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per nieuwkomer jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:2:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:2:2 geldt een subsidieplafond van € 1.255.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3.2.6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van subsidieaanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 3:2:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 3:3 Subsidie extra en intensieve leertijd en brede talentontwikkeling

Artikel 3:3:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is dat Haagse leerlingen uit een minder kansrijke thuisomgeving via hun school gebruik kunnen maken van een aanbod van extra en intensieve leertijd, studieondersteuning en activiteiten ter verbreding van hun talenten, teneinde hun cognitieve ontwikkeling te verbeteren, ervaringen laten opdoen en hun algemeen welbevinden te vergroten.

Artikel 3:3:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die tot doel hebben de kansenongelijkheid van de leerlingen van de school kleiner te maken door:

• a. extra leertijd aan te bieden;

  b. extra bijles of studieondersteuning uit te voeren of te faciliteren die door derden, niet zijnde het eigen personeel, wordt uitgevoerd; of

  c. een extra activiteitenaanbod te organiseren van sport, muziek, kunst en cultuur, wetenschap en techniek of persoonlijke groei die door derden, niet zijnde het eigen personeel, wordt uitgevoerd.

Artikel 3:3:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

• a. het schoolbestuur van een school met minimaal 35% Haagse leerlingen woonachtig in een APC-gebied; of

  b. een rechtspersoon die namens een schoolbestuur belast is met de organisatie van de activiteiten zoals bedoeld in artikel 3:3:2 en daarbij de risico’s draagt voor het personeel dat de activiteiten uitvoert alsmede het door schoolbestuur aangewezen niet-onderwijzend personeel overneemt, dat de activiteiten voor de school in het voorgaande subsidiejaar uitvoerde.

Artikel 3:3:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3:3:2 bedraagt maximaal € 244,- per Haagse leerling, woonachtig in een APC-gebied per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per Haagse leerling jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:3:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:3:2 geldt een subsidieplafond van € 2.410.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:3:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van subsidieaanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt volgens rangschikking door het college, waarbij de school met het hoogste percentage Haagse leerlingen woonachtig in een APC-gebied voorrang heeft boven scholen met een lager percentage, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 3:3:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 3:4 Subsidie brede talentontwikkeling overige doelgroepen

Artikel 3:4:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is dat Haagse leerlingen uit een minder kansrijke thuisomgeving via hun school gebruik kunnen maken van een aanbod van activiteiten ter verbreding van hun talenten, teneinde hun algemeen welbevinden te vergroten.

Artikel 3:4:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor extra-curriculaire activiteiten die mede georganiseerd worden voor eigen APC (gebieds)-leerlingen van de school en die tot doel hebben de kansenongelijkheid kleiner te maken middels een aanbod van sport, muziek, kunst en cultuur, wetenschap en techniek of persoonlijke groei.

Artikel 3:4:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van één of meerdere in Den Haag gevestigde scholen:

• a. voor voortgezet onderwijs met minder dan 35% Haagse leerlingen woonachtig in een APC-gebied;

  b. voor voortgezet speciaal onderwijs.

Artikel 3:4:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3:4:2 bedraagt maximaal € 115,- per Haagse leerling in het voortgezet (speciaal) onderwijs die woonachtig is in een APC-gebied per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per Haagse leerling jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:4:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:4:2 geldt een subsidieplafond van € 359.100,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:4:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van subsidieaanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt volgens rangschikking door het college, waarbij de school met het hoogste percentage Haagse leerlingen woonachtig in een APC-gebied voorrang heeft boven scholen met een lager percentage, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 3:4:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 3:5 Subsidie vakantie- en weekendschool in de wijk

Artikel 3:5:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is een school-overstijgend aanbod te bieden buiten schooltijd waaraan kinderen uit de wijk in Den Haag waarin de uitvoerende school gehuisvest is, kunnen deelnemen, teneinde gelijke kansen te bevorderen en eventuele onderwijsachterstanden in te lopen of te voorkomen.

Artikel 3:5:2 Activiteiten

• 1.

  Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op de uitvoering van een vakantie- of weekendschool die:

  a. voor leerlingen van meerdere scholen van primair en voortgezet onderwijs toegankelijk is;

  b. hoofdzakelijk gericht is op de talentontwikkeling van de leerlingen in de wijk;

  c. buiten onderwijstijden plaatsvindt tijdens een periode van vakantie of in het weekeinde;

  d. structureel aangeboden wordt;

  e. wordt uitgevoerd op één of meerdere in Den Haag gevestigde scholen voor voortgezet onderwijs met minimaal 35% Haagse leerlingen woonachtig in een APC-gebied; en

  f. verbonden is met het onderwijsprogramma van de scholen in de wijk.

• 2.

  Subsidie wordt daarnaast verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op verbinding tussen leerlingen van de school en de wijk waar de school staat.

Artikel 3:5:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

• a. het schoolbestuur van een in Den Haag gevestigde school, óf

  b. een rechtspersoon die namens het schoolbestuur belast is met de organisatie van de activiteiten zoals bedoeld in artikel 3:5:2 en daarbij de risico’s draagt voor het personeel dat de activiteiten uitvoert alsmede het door het schoolbestuur aangewezen niet onderwijzend personeel overneemt, dat de activiteiten voor de school in het voorgaande subsidiejaar uitvoerde.

Artikel 3:5:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt:

  a. voor de doelgroep als bedoeld in artikel 3:5:3, onder a, maximaal € 10.000, - per subsidieaanvraag per kalenderjaar;

  b. voor de doelgroep als bedoeld in artikel 3:5:3, onder b, maximaal € 740.000, - per subsidieaanvraag per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per aanvraag jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:5:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:5:4 onder a, geldt een subsidieplafond van € 10.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:5:4 onder b, geldt een subsidieplafond van € 740.000,- per kalenderjaar.

• 3.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 4.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:5:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van een door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:

  a. als eerste komen voor subsidie in aanmerking de aanvragen met de activiteiten zoals genoemd in artikel 3:5:2, eerste lid. Bij meerdere aanvragen krijgen de scholen met het hoogste percentage Haagse leerlingen woonachtig in een APC-gebied voorrang boven scholen met het laagste percentage onderaan, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;

  b. vervolgens komen voor subsidie in aanmerking de aanvragen met de activiteiten zoals genoemd in artikel 3:5:2, tweede lid. Bij meerdere aanvragen geschiedt de verdeling in volgorde van de scholen met het hoogste percentage Haagse leerlingen woonachtig in een APC-gebied, waarbij het hoogste percentage bovenaan staat en het laagste percentage onderaan, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij de beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

• 3.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 3:5:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 3:6 Subsidie sport- en beweegclub

Artikel 3:6:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is dat leerlingen uit Den Haag die niet of nauwelijks in contact komen met sport, kennis kunnen maken met verschillende sporten en worden gestimuleerd en begeleid naar structurele sportdeelname.

Artikel 3:6:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het uitvoeren van sportplannen waarmee leerlingen kennis kunnen maken met verschillende sporten, hun talent daarvoor kunnen ontdekken en het plezier in sport gestimuleerd wordt boven het minimaal aantal verplichte uren lichamelijke opvoeding, waarbij:

• a. de betrokken scholen zich minimaal houden aan de door de inspectie van het onderwijs gestelde uitgangspunten voor het aantal uren lichamelijke opvoeding;

  b. met sportverenigingen en andere maatschappelijke sportorganisaties duurzaam wordt samengewerkt;

  c. minder actieve leerlingen op een actieve wijze worden bereikt; en

  d. de aanvrager minimaal 10 uren naschoolse sport per week organiseert.

Artikel 3:6:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen.

Artikel 3:6:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt maximaal € 20.750,- per aanvraag per kalenderjaar voor een school met 125 tot en met 300 leerlingen.

• 2.

  Een subsidie bedraagt maximaal € 34.500,- per aanvraag per kalenderjaar voor een school met meer dan 300 leerlingen.

• 3.

  Een subsidie bedraagt maximaal € 48.000,- per aanvraag per kalenderjaar voor een school die niet in het bezit is van een eigen gymzaal en meer dan 300 leerlingen heeft.

• 4.

  Een subsidie bedraagt maximaal € 72.500,- per aanvraag per kalenderjaar voor een school die verantwoordelijk is voor de exploitatie van een Haagse sporttuin.

• 5.

  Het college kan de maximale subsidie per aanvraag jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:6:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:6:2 geldt een subsidieplafond van € 590.500,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:6:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt volgens rangschikking door het college, waarbij de school met het hoogste percentage APC-leerlingen voorrang heeft boven scholen met een lager percentage APC-leerlingen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 3:6:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 3:7 Subsidie meer kansengelijkheid bij de overgangen en meer flexibiliteit in de schoolroutes

Artikel 3:7:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is:

• a. de overstap van alle leerlingen uit het primair onderwijs naar het voorgezet onderwijs eerlijk, gelijktijdig en zo soepel mogelijk te laten verlopen;

  b. te bevorderen dat alle leerlingen uit het voortgezet onderwijs voldoende geïnformeerd zijn om op basis van hun capaciteiten en voorkeur door te stromen naar het middelbaar of hoger beroepsonderwijs, werk of dagbesteding van hun keuze.

Artikel 3:7:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor een activiteitenprogramma voor:

• a. het in stand houden en updaten van de applicatie die de BOVO-procedure ondersteunt, inclusief de centrale helpdesk voor ouders en de scholenwijzer;

  b. activiteiten voor alle Haagse scholen in het voortgezet onderwijs die de overstap van leerlingen naar het middelbaar beroepsonderwijs of, specifiek voor kwetsbare jongeren naar werk of dagbesteding, in de regio Haaglanden bevorderen;

  c. activiteiten voor alle Haagse scholen in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs die de overstap van leerlingen of studenten middelbaar beroepsonderwijs naar het hoger beroepsonderwijs in de regio Haaglanden bevorderen;

  d. het in stand houden en doorontwikkelen van VOROC.

Artikel 3:7:3 Doelgroep

• 1.

  Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3:7:2. onder a. wordt uitsluitend verstrekt aan het bestuur van een samenwerkingsverband ten behoeve van Haagse scholen voor voortgezet onderwijs.

• 2.

  Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3:7:2 onder b, c en d wordt uitsluitend verstrekt aan één schoolbestuur, dat namens alle in Den Haag gevestigde scholen voor voortgezet, middelbaar en hoger- beroepsonderwijs deze activiteiten organiseert.

Artikel 3:7:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt:

  a. voor activiteiten als bedoeld in artikel 3:7:2, onder a, maximaal € 560.000,- per kalenderjaar;

  b. voor activiteiten als bedoeld in artikel 3:7:2, onder b en d, tezamen, maximaal € 355.000,- per kalenderjaar;

  c. voor activiteiten als bedoeld in artikel 3:7:2, onder c, maximaal € 150.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per kalenderjaar jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:7:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:7:2 geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van:

  a. € 560.000,- voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3:7:2, onder a;

  b. € 355.000,- voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3:7:2, onder b en d;

  c. € 150.000,- voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3:7:2, onder c.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:7:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van subsidieaanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de digitale indiening bij het college, tot het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 3:7:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder c.

Paragraaf 3:8 Subsidie loopbaanoriëntatie en -begeleiding

Artikel 3:8:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is het realiseren van een activiteitenprogramma van studiekeuzebegeleiding en loopbaanoriëntatie om te voorkomen dat leerlingen uit Den Haag in het vervolgonderwijs of op de arbeidsmarkt uitvallen, omdat zij een verkeerde opleidings- of beroepskeuze hebben gemaakt.

Artikel 3:8:2 Activiteiten

• 1.

  Subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van een activiteitenprogramma, gericht op studiekeuzebegeleiding, loopbaanoriëntatie en -begeleiding.

• 2.

  Subsidie wordt daarnaast uitsluitend verstrekt voor het uitvoeren van een activiteitenprogramma waarbij leerlingen in het vmbo-deel kunnen nemen aan de activiteiten voor bliksemstages, sollicitatietrainingen en carrièrecoach waarmee leerlingen kennis kunnen maken en ervaring kunnen opdoen met verschillende beroepen.

Artikel 3:8:3 Doelgroep

• 1.

  Subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3:8:2, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt aan het bestuur van een samenwerkingsverband of één schoolbestuur voor voortgezet onderwijs dat namens alle in Den Haag gevestigde scholen voor voortgezet, middelbaar en hoger- beroepsonderwijs deze activiteiten organiseert.

• 2.

  Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3:8:2, tweede lid, wordt uitsluitend verstrekt aan een instelling die voor alle in Den Haag gevestigde scholen voor voortgezet onderwijs deze activiteiten organiseert.

Artikel 3:8:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt:

  a. maximaal € 285.000,- per aanvrager per kalenderjaar voor een activiteit op grond van artikel 3:8:2. eerste lid;

  b. maximaal € 45.000,- per aanvrager per kalenderjaar voor een activiteit op grond van artikel 3:8:2. tweede lid.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per aanvrager jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:8:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:8:2 geldt een subsidieplafond van € 330.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:8:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van subsidieaanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4.5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 3:8:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie voor activiteiten wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder c.

Paragraaf 3:9 Subsidie schoolveiligheid

Artikel 3:9:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is te bevorderen dat scholen in Den Haag een veilig klimaat bieden waarin leerlingen zich op eigen wijze kunnen ontwikkelen en zichzelf durven zijn.

Artikel 3:9:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het organiseren van één of meerdere activiteiten die:

• a. gericht zijn op het ontwikkelen van een klimaat op school waarin leerlingen zich veilig voelen;

  b. gericht zijn op het bevorderen van queer emancipatie en acceptatie;

  c. gericht zijn op het tegengaan van discriminatie zoals racisme, antisemitisme en moslimhaat;

  d. professionals ondersteunen bij het herkennen en adresseren van ondermijning, wapenbezit, radicalisering en mensenhandel;

  e. professionals en leerlingen in scholen ondersteunen bij het omgaan met actuele thema’s op het gebied van de activiteiten genoemd onder a, b. c en d;

  f. gericht zijn op het tegengaan van (online)pesten of het doorontwikkelen van een bestaand anti-pestprogramma;

  g. het stimuleren van ontmoetingen tussen leerlingen met verschillende achtergronden om onderlinge verschillen te overbruggen; of

  h. trainingen op het gebied van schoolveiligheid voor veiligheidscoördinatoren.

Artikel 3:9:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van één of meerdere in Den Haag gevestigde scholen voor voortgezet onderwijs.

Artikel 3:9:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie voor activiteiten op grond van artikel 3:9:2, onder a tot en met g, tezamen, bedraagt maximaal € 10.000,- per school per kalenderjaar.

• 2.

  Een subsidie voor activiteiten op grond van artikel 3:9:2, onder h, bedraagt maximaal € 5.000,- per school per kalenderjaar.

• 3.

  Het college kan de maximale subsidie per activiteit jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:9:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:9:2, onder a tot en met g, geldt een subsidieplafond van € 290.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:9:2, onder h, geldt een subsidieplafond van € 150.000,- per kalenderjaar.

• 3.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 4.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:9:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie op grond van artikel 3:9:2, eerste lid en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond, zoals genoemd in artikel 3:9:5 eerste lid, is bereikt.

• 2.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie op grond van artikel 3:9:2, tweede lid en die niet worden geweigerd, geschiedt op volgorde van digitale indiening bij het college waarbij:

  a. eerst de aanvragen die op grond van deze subsidieregeling nog geen subsidie hebben ontvangen in aanmerking komen voor subsidie; en

  b. vervolgens de aanvragen die op grond van deze subsidieregeling eerder subsidie hebben ontvangen in aanmerking komen voor subsidie, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond, zoals genoemd in artikel 3:9:5 eerste lid, is bereikt.

• 3.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 3:9:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 3:10 Subsidie buitenschoolse activiteiten en schoolreisjes

Artikel 3:10:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is dat Haagse scholen voor voortgezet onderwijs buitenschoolse activiteiten zoals een schoolreis, sportdag of excursie kunnen organiseren waar alle kinderen van die school aan mee kunnen doen, teneinde kansengelijkheid te vergroten.

Artikel 3:10:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het organiseren en financieren van buitenschoolse activiteiten zoals een schoolreis, sportdag of excursie waar alle kinderen van die school aan mee kunnen doen.

Artikel 3:10:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van één of meerdere in Den Haag gevestigde scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs met minimaal 35% Haagse leerlingen woonachtig in een APC-gebied.

Artikel 3:10:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie voor activiteiten bedoeld in artikel 3:10:2 bedraagt € 40,- per APC-leerling per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per leerling jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:10:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 3:10:2 geldt een subsidieplafond van € 500.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 3:10:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van subsidieaanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt volgens rangschikking door het college, waarbij de school met het hoogste percentage Haagse leerlingen woonachtig in een APC-gebied voorrang heeft boven scholen met een lager percentage, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4.5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 3:10:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder a.

Hoofdstuk 4 Subsidie juiste ondersteuning en passende plek voor alle kinderen en jongeren

Paragraaf 4:1 Algemene bepaling

Artikel 4:1:1 Maatschappelijk doel van de subsidies van hoofdstuk 4

Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidies in dit hoofdstuk is ervoor te zorgen dat Haagse leerlingen die behoefte hebben aan ondersteuning bij hun ontwikkeling, de juiste ondersteuning of een passende plek krijgen, zodat ook deze leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Paragraaf 4:2 Subsidie thuiszitters

Artikel 4:2:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is te zorgen dat er voor iedere Haagse leerling in het voortgezet onderwijs een passend onderwijsaanbod is om zo te voorkomen dat leerplichtige leerlingen langer dan drie maanden thuis zitten zonder passend onderwijsaanbod.

Artikel 4:2:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het realiseren van de volgende activiteiten:

• a. aanvullende activiteiten gericht op het terugdringen van het aantal thuiszitters in het voortgezet (speciaal) onderwijs conform de bestuurlijke afspraken in het OOGO Passend onderwijs – Jeugdhulp en het Programma Samenwerking Passend Onderwijs en Jeugdhulp (POJ);

  b. het optimaliseren van passend onderwijsaanbod op het raakvlak van onderwijs, jeugdhulp en zorg voor Haagse leerlingen met zeer gespecialiseerde ondersteuningsbehoeften, voor het continueren van hun onderwijsloopbaan en het verbeteren van de terugkeer naar regulier onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of het middelbaar beroepsonderwijs;

  c. het bevorderen van de samenwerking tussen onderwijsprofessionals en jeugdhulpprofessionals zodat er sneller een efficiënt aanbod van passende zorg en ondersteuning in het voortgezet (speciaal) onderwijs gerealiseerd wordt en alle thuiszitters na 13 weken voorzien zijn van een passend onderwijstraject;

  d. het versterken van gespecialiseerde en bovenschoolse analyse- en observatietrajecten, voor Haagse leerlingen waarvan de basis en extra ondersteuning op het voortgezet (speciaal) onderwijs ontoereikend is, zodat deze leerlingen hun schoolloopbaan ononderbroken voort kunnen zetten en aan het einde van het traject doorstromen naar het reguliere onderwijs;

  e. het bieden van extra passend onderwijsaanbod voor leerlingen met ernstige psychosociale en psychiatrische problemen en andere leerlingen die in een risicovolle onderwijs- of zorgsituatie verkeren, dreigen uit te vallen of thuiszitten, en/of geen schoolinschrijving hebben, zodat continuïteit van de onderwijsloopbaan gewaarborgd wordt.

Artikel 4:2:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan het bestuur van een samenwerkingsverband van scholen in het voorgezet onderwijs in Den Haag.

Artikel 4:2:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt maximaal € 825.000,- per subsidieaanvraag per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per aanvraag jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 4:2:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 4:2:2 geldt een subsidieplafond van € 825.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 4:2:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van subsidieaanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 4:2:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder b.

Paragraaf 4:3 Arbeidsmarkttoeleiding van kwetsbare jongeren

Artikel 4:3:1 Doel van de subsidie

Het doel van deze subsidie is het ontwikkelen van begeleidingsmethoden van en vaardigheidstraining voor jongeren uit Den Haag in een kwetsbare positie in het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs die na hun opleiding de arbeidsmarkt opgaan.

Artikel 4:3:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die:

• a. gericht zijn op een verbetering van de begeleiding van leerlingen in het praktijk- en voortgezet speciaal onderwijs naar de arbeidsmarkt; en

  b. die bijdragen aan het ontwikkelen van werknemersvaardigheden van jongeren; en

  c. die bijdragen aan het verwerven van oriëntatie- en werkervaringsplekken of stages voor jongeren in het praktijk- en voortgezet speciaal onderwijs.

Artikel 4:3:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van scholen voor praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs in Den Haag.

Artikel 4:3:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt maximaal € 22.000,- per subsidieaanvrager per kalenderjaar met een maximum van twee opeenvolgende kalenderjaren voor dezelfde activiteiten van dezelfde scholen.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per aanvrager jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 4:3:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 4:3:2 geldt een subsidieplafond van € 110.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 4:3:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van subsidieaanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als eerste wordt subsidie verstrekt op volgorde van digitale ontvangst van aanvragers die niet eerder een subsidieaanvraag hebben ingediend.

• 3.

  Daarna wordt subsidie verstrekt op volgorde van digitale ontvangst aan de aanvragers die al eerder subsidie hebben ontvangen.

• 4.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 4:3:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder b.

Hoofdstuk 5 Subsidie nationaal programma onderwijs

Paragraaf 5:1 Algemene bepaling

Artikel 5:1:1 Maatschappelijk doel van de subsidies van hoofdstuk 5

Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidie is dat Haagse leerlingen via hun school gebruik kunnen maken van een aanbod van activiteiten ter verbreding van hun talenten en welzijn, teneinde vertragingen, die zij tijdens de coronapandemie hebben opgelopen, in te halen.

Paragraaf 5:2 Subsidie impuls cultuureducatie

Artikel 5:2:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is het stimuleren van de brede, culturele ontwikkeling van jongeren op Haagse scholen in het voorgezet (speciaal) onderwijs.

Artikel 5:2:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het afnemen van culturele activiteiten waarin de leerlingen uit het voortgezet (speciaal) onderwijs actief aan cultuur doen via de website voor NPO voortgezet onderwijs van Cultuurschakel.

Artikel 5:2:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van één of meerdere in Den Haag gevestigde scholen voor voortgezet onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs.

Artikel 5:2:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 5:2:2. bedraagt maximaal € 5,- per leerling per kalenderjaar die op 1 oktober 2021 bij DUO staat ingeschreven op de school voor voortgezet (speciaal) onderwijs.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per leerling jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 5:2:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 5:2:2 geldt een subsidieplafond van € 150.000,- voor per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 5:2:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college tot het subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 5:2:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder b.

Hoofdstuk 6 Optimaal Samenwerken

Artikel 6:1:1 Maatschappelijk doel van de subsidies van hoofdstuk 6

Het achterliggende maatschappelijk doel van de subsidie in dit hoofdstuk is het in samenwerking met bestuurlijke partners van het voortgezet onderwijs realiseren van de Haagse Educatieve Agenda 2022-2026 door het bestuurlijk overleg tussen gemeente en schoolbesturen in Den Haag te faciliteren.

Paragraaf 6:2 Subsidie facilitering bestuurlijk overleg

Artikel 6:2:1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is het faciliteren van inhoudelijke en secretariële ondersteuning ten behoeve van het bestuurlijk overleg tussen het onderwijsveld in Den Haag en de gemeente alsmede het opzetten en onderhouden van een netwerk van scholen gericht op schoolveiligheid.

Artikel 6:2:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

• 1.

  De inzet van secretariële ondersteuning die zich bezighoudt met:

  a. het coördineren, afstemmen en consulteren van instellingen en besturen van het voortgezet onderwijs die het platform voor voortgezet onderwijs vertegenwoordigt ten behoeve van het ambtelijk voor overleg ter voorbereiding van de Haagse Onderwijskamer;

  b. het terugkoppelen naar instellingen en besturen uit diverse ambtelijke overleggen en visa versa;

  c. het organiseren van draagvlak voor gemeentelijk beleid bij instellingen en besturen; en

  d. het voorbereiden en deelnemen aan bestuurlijk overleg en de Haagse Onderwijskamer.

• 2.

  De inzet van een programmamanager die zich bezighoudt met:

  a. versterken van een veilig leer- en leefklimaat op en rond scholen;

  b. verbinden en verbeteren van de samenwerking van partners in de veiligheidsketen;

  c. adequate opschaling bij acute situaties en goede nazorg en evaluatie achteraf.

Artikel 6:2:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan één schoolbestuur voor het voortgezet onderwijs, dat de activiteiten genoemd in artikel 6:2:2 uitvoert ten behoeve van alle in Den Haag gevestigde scholen voor voortgezet onderwijs.

Artikel 6:2:4 Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt maximaal € 155.000,- per aanvrager per kalenderjaar, bestaande uit:

  a. maximaal € 80.000,- ten behoeve van de secretariële ondersteuning als bedoeld in artikel 6:2:2, eerste lid;

  b. maximaal € 75.000,- ten behoeve van het programmamanagement als bedoeld in artikel 6:2:2, tweede lid.

• 2.

  Het college kan de maximale subsidie per aanvrager jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 6:2:5 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van artikel 6:2:2 geldt een subsidieplafond van € 155.000,- per kalenderjaar.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

• 3.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 6:2:6 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt..

• 2.

  Indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 6:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1:3, tweede lid, onder a.

Hoofdstuk 7 Overige bepalingen

Artikel 7:1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juni 2024 en vervalt op 31 december 2027.

Artikel 7:2 Overgangsrecht

De bepalingen van de Subsidieregeling voortgezet onderwijs Den Haag 2022 blijven van toepassing op subsidies die vóór inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd dan wel zijn verleend op basis van de Subsidieregeling voortgezet onderwijs Den Haag 2022.

Artikel 7:3 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling voortgezet onderwijs Den Haag 2024.

Den Haag, 21 mei 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen