Verordening nadeelcompensatie gemeente Groningen 2024

Geldend van 29-05-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie gemeente Groningen 2024

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 2024;

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

BESLUIT VAST TE STELLEN DE VOLGENDE VERORDENING:

Verordening nadeelcompensatie gemeente Groningen 2024

Artikel 1. Toepassingsbereik

  • 1. Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 Omgevingswet, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door rechtmatig bestuursoptreden van een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 2. Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere regeling van toepassing is.

Artikel 2. Heffen recht

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,- geheven.

Artikel 3. Aanvraag

  • 1. De aanvrager van schadevergoeding maakt gebruik van een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 2. In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting;

    • b.

      als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte; of

    • c.

      als het schade betreft wegens de lagere opbrengst van de verkoop van een bedrijf of een onroerende zaak: de eigendomsakte van de onroerende zaak dan wel indien het de verkoop van een bedrijf betreft, een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel alsmede in beide gevallen een taxatierapport van een onafhankelijk deskundige.

Artikel 4. Vereenvoudigde behandeling van de aanvraag

  • 1. Het bestuursorgaan neemt de aanvraag niet in behandeling indien deze niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:127 Awb is ingediend en van de geboden gelegenheid om de aanvraag aan te vullen niet tijdig of onvoldoende is gebruik gemaakt.

  • 2. Een besluit om de aanvraag niet in behandeling te nemen wordt aan de aanvrager schriftelijk medegedeeld binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

  • 3. Het bestuursorgaan wijst de aanvraag zonder nader onderzoek af indien het naar zijn oordeel kennelijk ongegrond is.

  • 4. Het bestuursorgaan wijst de aanvraag zonder nader onderzoek af indien het in de aanvraag genoemde bedrag aan schadevergoeding minder bedraagt dan € 500,- voor natuurlijke personen en € 1.000,- voor rechtspersonen.

  • 5. Het besluit om de aanvraag af te wijzen op grond van dit artikel wordt aan de aanvrager schriftelijk medegedeeld binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag, onderscheidenlijk binnen acht weken nadat de termijn is verstreken gedurende welke de aanvrager de aanvraag kon aanvullen.

Artikel 5. De adviseur

  • 1. Indien geen toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 4 kan het bestuursorgaan, een adviseur benoemen.

  • 2. De adviseur heeft tot taak het bestuursorgaan van onpartijdig en deskundig advies te dienen over de op de aanvraag te nemen beslissing.

  • 3. De functie van de adviseur kan tevens door meerdere personen gezamenlijk worden uitgevoerd.

Artikel 6. Procedure

  • 1. Als advies wordt ingewonnen bij een adviseur informeert het bestuursorgaan de aanvrager en eventuele belanghebbenden.

  • 2. Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

    • a.

      degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten; en,

    • b.

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

      • 1°.

        de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan,

      • of

      • 2°.

        de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

Artikel 7. Uitbetaling

Bij gehele of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

Artikel 8. Aanvraag voorschot

Het college van burgemeester en wethouders kan de benadeelde op diens aanvraag onder bijzondere omstandigheden een voorschot verlenen. Het voorschot bedraagt maximaal 90% van de voor schadevergoeding in aanmerking komende geldsom. Dit kan worden gedaan als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld. Hiertoe kan door de aanvrager een verzoek worden gedaan. Het voorschot kan ook ambtshalve worden verleend. De artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op dit voorschot onder meer van toepassing.

Artikel 9. Intrekking oude regelingen

  • 1. De Procedureverordening planschadeverzoeken wordt ingetrokken.

  • 2. De Algemene nadeelcompensatie verordening wordt eveneens ingetrokken.

Artikel 10. Overgangsrecht

In afwijking van het bepaalde in deze verordening blijven de Procedureverordening planschadeverzoeken en de Algemene nadeelcompensatieverordening van kracht voor aanvragen waarop ingevolge de artikelen 4.18 en 4.19 van de Invoeringswet Omgevingswet het oude recht van toepassing blijft.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie gemeente Groningen 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 mei 2024.

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting

Deze toelichting is geschreven om de gemaakte keuzes over de artikelen in de Verordening nadeelcompensatie gemeente Groningen 2024 nader toe te lichten. Allereerst algemeen en vervolgens artikelsgewijs.

Aanleiding

Door de komst van de Omgevingswet ter vervanging van onder andere de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de toevoegingen gedaan aan hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) met betrekking tot nadeelcompensatie, is er voor de gemeente reden om het beleid op dit onderwerp aan te passen en zo te zorgen voor een zo éénduidig helder mogelijk beleid voor nadeelcompensatieverzoeken. Dit is mogelijk door het maken van een verordening op grond van artikel 147 Gemeentewet.

Hiermee vervallen de Procedureverordening planschadeverzoeken van de gemeente Groningen 2020 en de Algemene nadeelcompensatieverordening.

Tevens is ervoor gekozen om een aparte beleidsregel (Beleidsregel normaal maatschappelijk risico) op te nemen, waarin invulling wordt gegeven aan het begrip ‘normaal maatschappelijk risico’. In deze beleidsregel worden ook nadere voorschriften opgenomen over de procedure en advisering.

Algemeen

De overheid kan rechtmatig handelen, maar toch schade veroorzaken. Bijvoorbeeld door het verlenen van een omgevingsvergunning die de aanleg van een appartementencomplex mogelijk maakt, waardoor het eigendom van het naastgelegen perceel in waarde achteruitgaat. Ook het inperken van rechten kan tot nadeelcompensatie leiden. Of denk aan werkzaamheden aan de weg, waardoor een bedrijf (tijdelijk) onbereikbaar is en inkomsten misloopt. Het gaat niet alleen om schade veroorzaakt door rechtmatige besluiten, maar ook om schade veroorzaakt door rechtmatige feitelijke handelingen. Nadeelcompensatie is daarmee breder dan planschade, zoals in het vroegere artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Toepassingsbereik

De verwijzing naar de Awb moet gelezen worden in samenhang met artikel 15.1 Omgevingswet. Hierin wordt een limitatieve opsomming gemaakt van de gevallen waarin sprake kan zijn van nadeelcompensatie.

De gemeente Groningen kent een Beleidsregel nadeelcompensatie verleggen kabels & leidingen gemeente Groningen. De Verordening nadeelcompensatie heeft daarom geen betrekking op schade als gevolg van het (moeten) verleggen van kabels en leidingen.

Artikel 2 Heffen recht

Dit artikel regelt het heffen van een recht voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding. Artikel 4:128 Awb geeft de mogelijkheid een recht te heffen tot maximaal € 500,-. Artikel 4:128 Awb bepaalt voorts dat het heffen van een recht alleen “bij wettelijk voorschrift” mogelijk is. Het recht bedraagt €300,-. Voor dit bedrag is gekozen omdat het een voortzetting is van het recht dat voorheen geheven werd in het kader van een aanvraag om tegemoetkoming in planschade als bedoeld in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het recht dat werd geheven voor verzoeken om nadeelcompensatie. De hoogte van het recht van € 300,- schept in de praktijk voldoende drempelwerking maar schrikt tegelijkertijd aanvragers die te goeder trouw nadeelcompensatie claimen, niet af. De aanvrager krijgt dit bedrag terugbetaald als nadeelcompensatie wordt toegekend.

Artikel 3 De aanvraag

In artikel 4:2 Awb is een opsomming opgenomen van een aantal eisen waaraan een aanvraag minimaal moet voldoen. Een aanvulling op deze eisen is opgenomen in artikel 4:127 Awb. In aanvulling op de wettelijk opgesomde eisen is een aantal gegevens noodzakelijk om een beslissing op de aanvraag te kunnen nemen. Om het aanleveren van de juiste gegevens te vergemakkelijken, is ervoor gekozen om te werken met een aanvraagformulier. Dit formulier zal via de website beschikbaar zijn.

Artikel 4 Vereenvoudigde afdoening van de aanvraag

Het bestuursorgaan kan besluiten een aanvraag niet in behandeling te nemen indien de aanvraag niet is ingediend conform de eisen van artikel 4:127 Awb. Daarnaast kan het bestuursorgaan besluiten een aanvraag af te wijzen bijvoorbeeld omdat het kennelijk ongegrond is.

Artikel 5 Adviseur

De adviseur is een adviseur in de zin van afdeling 3.3 van de Awb. Daardoor zijn alle betreffende regels uit de Awb van toepassing op deze advisering. Daarnaast zijn er in de Beleidsregel normaal maatschappelijk risico nadere regels opgenomen over het proces.

Artikel 6 De procedure

In dit artikel zijn slechts enkele regels opgenomen met betrekking tot de procedure. De Beleidsregel normaal maatschappelijk risico en de Awb geven verdere invulling aan het proces.

Artikel 7 Uitbetaling

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting

Artikel 8 Aanvraag voorschot

Het is niet uitgesloten dat in sommige gevallen de aard en omvang van de schade zodanig van invloed is op de financiële bedrijfsvoering dat het afwachten van de afsluiting van het boekjaar niet mogelijk is zonder in aanmerkelijke financiële problemen te raken. Hierdoor kunnen betalingsproblemen ontstaan. Deze voorschotregeling is bedoeld om dergelijke ingrijpende financiële problemen (zoals een faillissement) te voorkomen.

De aanvrager die naar redelijke verwachting in aanmerking komt voor nadeelcompensatie kan bij het bestuursorgaan een aanvraag indienen om een voorschot op die nadeelcompensatie, waardoor reeds in het schadejaar een voorlopige beslissing kan worden genomen over het al dan niet verstrekken van een voorschot. De aanvrager dient te onderbouwen dat sprake is van een spoedeisend belang.

Het verlenen van een voorschot is gebaseerd op artikel 4:95 Awb. Indien een voorschot wordt uitgekeerd, betekent dit niet op voorhand dat per definitie een recht op schadevergoeding ontstaat. De beoordeling van het recht op schadevergoeding gebeurt bij de reguliere behandeling van de aanvraag om schadevergoeding.

De gemeente kan zich laten adviseren door de deskundige over de vraag of er recht bestaat op een voorschot en zo ja, hoe groot dit voorschot dient te zijn. De aanvrager dient ook schriftelijk te garanderen, al dan niet met zekerheidsstelling, dat indien achteraf het voorschot geheel of gedeeltelijk onverschuldigd betaald blijkt te zijn, dit onverschuldigd bedrag wordt terugbetaald aan de gemeente. Het toekennen van een voorschot leidt niet tot het erkennen van aanspraak op een vergoeding zoals bedoeld in deze verordening. De termijn waarbinnen het voorschot betaald moet worden, wordt geregeld in artikel 4:87 Awb.

Artikel 9. Intrekking oude regelingen

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting

Artikel 10 Overgangsrecht

De Verordening nadeelcompensatie gemeente Groningen 2024 komt in de plaats van de Procedureverordening planschadeverzoeken en de Algemene nadeelcompensatieverordening. Deze verordeningen kunnen vanwege het overgangsrecht nog wel relevant zijn voor het afhandelen van planschadeverzoeken en nadeelcompensatie verzoeken.

Het oude planschaderecht zal vanwege het ruime overgangsrecht nog jarenlang van toepassing zijn op inkomende verzoeken om schadevergoeding. Op grond van dit overgangsrecht blijft het “oude recht” nog geruime tijd van toepassing op de afhandeling van schadeverzoeken.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting