Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR719870
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR719870/1
Subsidieregeling isoleren particuliere woningen in de gemeente Noord-Beveland
Geldend van 18-05-2024 t/m heden
Intitulé
Subsidieregeling isoleren particuliere woningen in de gemeente Noord-BevelandHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland,
gezien het voorstel;
gelet op artikel 2 van de Algemene Subsidieverordening Noord-Beveland 2014 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het College in het kader van klimaatmaatregelen het isoleren van particuliere woningen wil stimuleren;
besluit vast te stellen de:
Subsidieregeling isoleren particuliere woningen in de gemeente Noord-Beveland
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- a.
ASV: Algemene Subsidieverordening Noord-Beveland 2014.
- b.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland.
- c.
Doe-het-zelf: de Eigenaar-bewoner schaft de isolatiematerialen zelf aan en isoleert de Woning zelfstandig.
- d.
Eigen inkoop: de Eigenaar-bewoner laat de Woning door een Gespecialiseerd bedrijf naar eigen keuze isoleren.
- e.
Eigenaar-bewoner: een natuurlijke persoon die een Woning in eigendom heeft waarin hij zijn Hoofdverblijf heeft.
- f.
Energielabel: een energielabel voor een Woning als bedoeld in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Een zeer energiezuinige Woning heeft een energielabel A. Een zeer niet-energiezuinige Woning heeft een energielabel G. Een definitief energielabel wordt opgesteld door een Erkend adviseur.
- g.
Erkend adviseur: een gecertificeerd energieadviseur die gespecialiseerd is in het vaststellen van een energielabel voor een Woning.
- h.
Gespecialiseerd bedrijf: een bedrijf dat isolatiemateriaal aanbrengt en op basis van een Standaard Bedrijfsindeling in de sectie bouwnijverheid, bouwinstallatiebedrijf of een vergelijkbare sectie is ingeschreven in een handelsregister van een lidstaat van de Europese Unie of van een overige staat die partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER).
- i.
Hoofdverblijf: een registratie in de Basisregistratie Personen op het adres van de Woning waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
- j.
Nationale Hypotheek Garantie (NHG): de grens voor een NHG-hypotheek. Deze is te vinden op Externe link: www.nhg.nl.
- k.
Slecht geïsoleerde woning: een Woning met een Energielabel D, E, F, G of een met die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een Woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn overeenkomstig het bepaald in bijlage 1 van deze subsidieregeling:
- •
de vloer en de bodem:
- •
de gevel, waaronder spouwmuur;
- •
het dak en de zoldervloer en vlieringvloer;
- •
de ramen.
- •
- l.
Woning: een gebouw dat permanent bewoond mag worden ingevolge het ter plaatse geldende omgevingsplan.
- m.
WOZ-waarde: de op grond van de Wet waardering onroerende zaken onherroepelijke waarde van een Woning.
Artikel 2 Doelstelling
Doelen van deze regeling zijn het terugdringen van de uitstoot van CO2, het realiseren van een energie neutrale gebouwde omgeving in 2050 en het verlagen van de energierekening van huishoudens die onder deze subsidieregeling vallen.
Artikel 3 Doelgroep
Een natuurlijke persoon, te weten de Eigenaar-bewoner van een Woning in de gemeente Noord-Beveland die voldoet aan de subsidievoorwaarden uit deze subsidieregeling.
HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVOORWAARDEN
Artikel 4 Subsidievoorwaarden
Om voor een subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:
- 1.
De aanvrager is de Eigenaar-bewoner van de Woning waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
- 2.
De eigenaar van een Woning die nog geen Eigenaar-bewoner is wegens een renovatie, kan een gemotiveerd verzoek bij het College indienen om toch in aanmerking komen voor subsidie op grond van deze regeling.
- 3.
Alleen een Slecht geïsoleerde woning komt in aanmerking voor subsidie.
- 4.
Het isoleren van de Woning gebeurt natuurvriendelijk met in achtneming van de spelregels die zijn opgenomen in bijlage 2 van deze subsidieregeling.
- 5.
De laatste WOZ-waarde van de Woning mag niet meer bedragen dan de Nationale Hypotheek Garantiegrens met energiebesparende maatregelen.
- 6.
De subsidieaanvraag moet zijn ingediend, voordat de isolerende maatregelen zijn aangebracht.
HOOFDSTUK 3 SUBSIDIEBEDRAG EN SUBSIDIABELE MAATREGELEN
Artikel 5 Subsidieplafond, maximale subsidie en verdeling subsidie
-
1. Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt in 2024 €481.010,-.
-
2. Het subsidiebedrag dat eenmalig op grond van deze subsidieregeling kan worden verstrekt per Woning is maximaal €2.050,-.
-
3. De verdeling van de subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van de subsidieaanvraag.
Artikel 6 Inzet subsidie
Subsidie op grond van deze subsidieregeling mag ingezet worden voor:
- 1.
de kosten van de bouwproducten die benodigd zijn voor het zelf uitvoeren van de aangevraagde isolerende maatregelen aan de Woning zoals aangegeven in de aanvraag om subsidie.
- 2.
de kosten voor advies met betrekking tot isolerende maatregelen aan de eigen Woning door een Gespecialiseerd bedrijf.
- 3.
de kosten voor het laten uitvoeren van isolerende maatregelen aan de eigen Woning door een Gespecialiseerd bedrijf.
Artikel 7 Subsidiabele maatregelen
-
1. In onderstaande tabel staan de twee afzonderlijke isolatiemogelijkheden waaruit isolatiemaatregelen gekozen kunnen worden, te weten: Doe-het-zelf of Eigen inkoop.
|
Doe het zelf |
Eigen Inkoop |
Dakisolatie |
x |
x |
Zolder/vlieringvloerisolatie |
x |
x |
Gevelisolatie |
x |
x |
Vloerisolatie |
x |
x |
Bodemisolatie |
|
x |
Spouwmuur |
|
x |
Glas en kozijnpanelen - Ug en Up ≤ 1,2 W/m2K |
|
x |
Isolerende deuren - Ud ≤ 1,5 W/m2K |
|
x |
Glas en kozijnpanelen - Ug en Up ≤ 0,7 W/m2K |
|
x |
Isolerende deuren - Ud ≤ 1,0 W/m2K |
|
x |
CO2-gestuurde ventilatie* |
|
x |
Balansventilatie met WTW* |
|
x |
*(i.c.m. een van de andere genoemde isolatiemaatregelen)
-
2. De minimale isolatiewaarden en oppervlakten en overige eisen per onderdeel genoemd in lid 1 van dit artikel, waaraan voldaan moet worden, zijn beschreven in artikel 4.5.2. lid 3 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies.
-
3. Geen subsidiabele kosten zijn: kosten voor eigen uren, kosten voor offertes, kosten voor indienen subsidieaanvraag en kosten voor vergunningen of ontheffingen.
HOOFDSTUK 4 AANVRAAG EN VASTSTELLING SUBSIDIE
Artikel 8 Aanvraagprocedure
In afwijking van artikel 5 lid 2 van de ASV moet bij een subsidieaanvraag op grond van deze beleidsregels in ieder geval de volgende informatie en documenten worden overgelegd:
- a.
naam, adres, postcode, e-mail en telefoonnummer van de aanvrager, tevens van de eventuele mede-eigenaar(s) van de Woning waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;
- b.
het bankrekeningnummer van aanvrager;
- c.
het bouwjaar van de te isoleren Woning;
- d.
een afschrift van het Energielabel van de Woning of een beschrijving van de energetische staat van de Slecht geïsoleerde Woning;
- e.
de WOZ-waarde als bedoeld in artikel 4 lid 5;
- f.
een overzicht van de uit te voeren werkzaamheden als bedoeld in artikel 6 lid 1 of de offerte van het Gespecialiseerde bedrijf als bedoeld in artikel 6 leden 2 en 3;
- g.
de keuze van en de wijze van uitvoering van de isolerende maatregelen als bedoeld in artikel 7;
- h.
een beschrijving van de wijze waarop de Woning natuurvriendelijk wordt geïsoleerd als bedoeld in artikel 4 lid 4.
Artikel 9 Subsidieverlening
-
1. Na beoordeling van de subsidieaanvraag aan de subsidievoorwaarden uit deze subsidieregeling wordt schriftelijk door het College aan de aanvrager meegedeeld of er recht bestaat op subsidie.
-
2. Op een verleende subsidie wordt geen voorschot verstrekt.
-
3. De subsidievaststelling en uitkering van de subsidie vindt plaats na uitvoering van de isolerende maatregelen in de Woning overeenkomstig het bepaalde in deze subsidieregeling.
Artikel 10 Weigeringsgronden
Het College kan de subsidie weigeren als:
- a.
niet voldaan wordt aan de subsidievoorwaarden in artikel 4;
- b.
de aanvraag arbeidskosten of materiaalkosten met betrekking tot afwerking betreft;
- c.
de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet aantoonbaar bijdragen aan de realisatie van het doel van de regeling;
- d.
het subsidieplafond is bereikt.
Artikel 11 Subsidievaststelling en uitbetaling
-
1. De subsidie wordt vastgesteld als:
- a.
binnen 2 maanden nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, de aanvrager een aanvraag heeft ingediend tot vaststelling en uitbetaling van de subsidie; en
- b.
bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie de aanvrager per isolatiemaatregel een onderbouwing van de kosten heeft overgelegd, welke voorzien is van de benodigde bewijsstukken, zoals facturen, betaalbewijs, isolatiekenmerken van de gebruikte materialen, foto’s van de aangebrachte isolatiemaatregelen.
- a.
-
2. De subsidie wordt door het College vastgesteld op basis van de werkelijke kosten tot het maximale subsidiebedrag zoals opgenomen in deze subsidieregeling.
-
3. Het College kan de subsidie ambtshalve vaststellen op € 0,- als de aanvrager binnen 12 maanden na datum van de subsidieverlening geen aanvraag tot vaststelling als bedoeld in lid 1 van dit artikel indient bij het College.
-
4. De subsidie wordt aan de aanvrager uitbetaald op het opgegeven bankrekeningnummer binnen een termijn van acht weken na vaststelling van de subsidie.
HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.
-
2. Deze subsidieregeling is aan te halen als: Subsidieregeling isoleren particuliere woningen in de gemeente Noord-Beveland.
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van het College, gehouden op 16 april 2024.
De secretaris,
mr. B.C.C. Melis
De burgemeester,
drs. G.L. Meeuwisse
Bijlage 1 Overzicht slecht geïsoleerde bouwdelen
Een bouwdeel is slecht geïsoleerd als de waardes gelijk of lager zijn dan de waardes in de rechterkolom van onderstaande tabel.
Bouwdeel |
Wanneer aanpakken? |
Indicatie dikte of Rc of U-waarde |
Dak, hellend/plat |
Geen, slechte en matige isolatie |
Minder dan 9 cm aanwezig / een Rc ≤ 2,0 |
Dak, zolder-/vlieringvloerisolatie |
Als er geen zolder-/vlieringvloerisolatie aanwezig is |
Rc ≤ 0,5 |
Gevel |
Geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig |
Rc ≤ 1,1 |
Vloer-/bodemisolatie |
Geen of slechte vloer- en bodemisolatie aanwezig |
Minder dan 5cm aanwezig, Rc ≤ 1,3 |
Glas |
Enkel glas, oud dubbelglas en HR glas |
Ug waarde ≥ 1,6 |
Bijlage 2 Handreiking Natuurvriendelijk isoleren
DE METHODIEK VAN HET NATUURVRIENDELIJK ISOLEREN
SPELREGELS BEHOREND BIJ EEN GEBIEDSGERICHTE ONTHEFFING OP GROND VAN EEN PR&SOORTENMANAGEMENTPLAN
IN GEVAL VAN:
- •
DAKISOLATIE
- •
SPOUWMUURISOLATIE
- •
BORSTWERINGISOLATIE
- •
BINNENMUURISOLATIE
- •
BUITENMUURISOLATIE
- •
PLAATSEN ZONNEPANLEN
VANPARTICULIERE GRONDGEBONDEN WONINGEN
DEFINITIES |
|
Isolatie van spouwmuur: |
Het vullen van de bestaande spouw door het inspuiten van isolatiematerialen. Het afdichten van Kieren of gaten in de muur of kozijnen valt hier ook onder. |
Isolatie van borstweringen: |
Isoleren van de holle ruimte tussen (betonnen of houten) plaatmateriaal en binnenmuur. |
Binnendakisolatie |
Het isoleren van pannendaken aan de binnenzijde door dakbeschot isolatiemateriaal te bevestigen waarna de binnenwand-afwerking eroverheen wordt geplaatst. De dakpannen mogen niet beroerd worden. Ook een ruimte vullen tussen dakbeschot en binnenwandafwerking met gespoten isolatiemateriaal is niet toegestaan in de pre-SMP methodiek. |
Buitendakisolatie |
Dakisolatie door het verwijderen van dakpannen, het bevestigen van isolatieplaten op het dak en het vervolgens plaatsen van regels en pannen. Het spuiten van isolatieschuim onder de pannen is niet toegestaan. |
Binnenmuurisolatie |
Het plaatsen van voorzetwanden met isolatiemateriaal tegen de buitenmuur via de buitenzijde van de woning. |
Buitenmuurisolatie |
Het plaatsen van voorzetwanden met isolatiemateriaal tegen de buitenmuur via de buitenzijde van de woning. |
Tussenwoning |
Een woning waar doorgaans twee gevels worden gedeeld met de aangrenzende woningen. Extra gevels van een uitbouw tellen niet mee. Bij een tussenwoning worden dan maximaal twee gevels geïsoleerd. |
Hoekwoning |
Een woning waar doorgaans één gevel wordt gedeeld met een aangrenzende woning en is vergelijkbaar met een twee-onder-één-kapwoning. Hier zijn in de regel drie te isoleren gevels aanwezig. Extra gevels van een uitbouw tellen niet mee. |
Vrijstaande woning |
Woning heeft vier eigen gevels zonder deze te delen met een aangrenzende woning. Woningen die geschakeld zijn door het delen van gevels, van maximaal 1 bouwlaag (bijvoorbeeld garages) vallen onder vrijstaande woning. |
Lage woning: |
Woning lager dan ‘twee bouwlagen met vliering’ |
Geschikte vogelvoorziening:
|
Geschikte vleermuiskast:
|
FACTSHEET 1 - SPELREGELS DAKISOLATIE BINNENZIJDE
DAKISOLATIE BINNENZIJDE – VERPLICHTING 1 |
|
1a |
Bij binnendakisolatie mag het dak aan de buitenzijde niet worden beroerd. |
1b |
Het isoleren van daken is meldingsplichtig in de GIS-applicatie “Particuliere na-isolatie onder het pre-SMP”. Meldt de werkzaamheden voorafgaand aan de isolatie. Voeg uiterlijk binnen 24 uur na het isoleren aan de melding foto’s van de particuliere compensatie toe, indien dat ‘1G’ van toepassing was. |
1c |
Binnendakisolatie kan jaarrond plaatsvinden, als het dakbeschot niet passeerbaar is voor vogels en vleermuizen. |
|
Zijn er mogelijkheden voor vogels en vleermuizen om langs het dakbeschot in de zolder te komen? Dan gelden de volgende aanvullende verplichtingen: |
1d |
Vinden de werkzaamheden plaats tussen 1 april en 1 augustus? Vraag een ecoloog de woning te bezoeken om te bezien of er geen vogels of vleermuizen worden ingesloten. |
1e |
Vinden de werkzaamheden plaats tussen 1 augustus tot 1 april vraag dan de bewoners of er vlindervleugels of makkelijk te verpulveren poepjes op zolder liggen. Zijn er geen vlindervleugels of makkelijk te verpulveren poepjes, dan kan de isolatie plaatsvinden. Wees wel alert op weggekropen vleermuizen. Treft u alsnog een vleermuis aan, wacht dan tot de vleermuis uit eigen beweging vertrekt. Zijn er wel vlindervleugels of makkelijk te verpulveren poepjes, laat dan voorafgaand aan de werkzaamheden een ecoloog de zolder controleren op weggekropen vleermuizen. |
DAKISOLATIE BINNENZIJDE – VERPLICHTING 2 |
|
Beperk het verlies van verblijfplaatsen van vogels en vleermuizen |
|
1f |
Was het dakbeschot niet passeerbaar voor vogels en vleermuizen, dan geldt geen compensatieverplichting. |
1g |
Was get dakbeschot wel passeerbaar voor vogels of vleermuizen dan gelden de volgende verplichtingen: |
1h |
Blijft er voor vleermuizen een luchtspouw met openingen via een open stootvoegen of via het dak van 20 x 50 mm, dan is geen vleermuiscompensatie. Plaats enkel twee vogelvoorzieningen per woning |
1i |
Is de spouw niet meer beschikbaar, plaats dan twee vleermuiskasten en twee vogelvoorzieningen. |
1j |
Wordt ook de spouw geisoleerd, plaats dan de gebruikelijke compensatie zoals die verplicht wordt gesteld bij spouwmuurisolatie. Plaats aanvullend twee vogelvoorzieningen tenzij er reeds vogelvoorzieningen verplicht waren. In dat geval is aanvullende compensatie niet nodig. |
1k |
De eisen aan en geschikte vleermuiskast en een vogelvoorziening staan bij de definities. |
FACTSHEET 2 - SPELREGELS DAKISOLATIE BUITENZIJDE
DAKISOLATIE BUITENZIJDE – VERPLICHTING 1 |
|
Voorkom het doden en verstoren van vogels en vleermuizen |
|
2a |
Het vrijmaken van woningen van vleermuizen en vogels moeten onder begeleiding van een ecoloog. Daarvoor geldt een natuurkalender. |
2b |
Is de woning tijdig natuurvrij, conform de natuurkalender, dan mogen de werzaamheden het hele jaar plaatsvinden. |
2c |
De uitvoerder voorkomt dat de spouw onder invloed van het weer komt te staan, zonder vleermuizen te belemmeren in of uit te kunnen vliegen. |
2d |
Het isoleren van daken is meldingsplichtig in de GIS-applicatie “Particuliere na-isolatie onder het pre-SMP”. Meldt de werkzaamheden in de applicatie 48 voorafgaand aan het natuurvrij maken. |
DAKISOLATIE BUITENZIJDE – VERPLICHTING 2 |
|
Beperk het verlies van verblijfplaatsen van vogels en vleermuizen |
|
2e |
Nesten van vogels en vleermuizen die mogelijk verdwijnen moeten door de particulier gecompenseerd worden. Hier zijn twee opties: |
2f |
Optie 1: het dak moet na de dakisolatie toegankelijk zijn voor vleermuizen en vogels door hen toegangen onder de pannen te bieden van minimaal 35 mm tussen pan en dakrand. Plaats onder deze daken geen vogelschroot onder de eerste drie rijen dakpan. De toegang tot het dak aan de zijkant moet met een hellingshoek van meer dan 60% kunnen als toegang ook vleermuispannen of gierzwaluwpannen gebruikt worden. Tussen isolatiemateriaal en dakpannen moet minimaal 35 mm zitten. De dakisolatie moet aan de randen over een breedte van 50 cm ruw zijn afgewerkt om vogels en vleermuizen grip te geven. Bij deze werkzaamheden is het verplicht altijd een ecologische deskundige in te schakelen |
2g |
Optie 2: is het toegankelijk houden van het dak om technische redenen niet mogelijk plaats dan vier vogelvoorzieningen aan de schaduwzijde. Het inbouwen van vier voorzieningen in daklijsten is ook toegestaan. Is de spouw niet (meer) toegankelijk voor vleermuizen plaats dan aanvullend een vleermuiskast per gevel. Wordt ook de spouw geïsoleerd dan geldt dat per woning in totaal vier vogelvoorzieningen moeten worden opgehangen en op de gevels waar nog geen spouwverblijf verplicht was, moet een klein spouwverblijf van 30 x 30 cm worden toegevoegd. |
2h |
De eisen aan een geschikte vleermuiskast en/of een geschikte vogelvoorziening staan bij de definities. |
FACTSHEET 3 - SPELREGELS SPOUWMUURISOLATIE
Voorkom het doden en verstoren van vogels en vleermuizen |
|
3a |
Maak alle spouwen altijd natuurvrij voordat u start met de spouwmuurisolatie. Alleen als er geen openingen zijn bij het dak, via stootvoegen of kozijnen kunnen vleermuizen worden uitgesloten. Het isoleren van spouwmuren is meldingsplichtig in de GIS-applicatie “Particuliere na-isolatie onder het pre-SMP”. Meldt de werkzaamheden in de applicatie 48 uur voor het natuurvrij maken. |
3b |
Plaats vleermuis- en vogelwerende maatregelen door het afdichten van kieren, gaten, etc. die groter zijn dan 7 mm. Sluit ook de toegang tot de spouw via aangrenzende gebouwen of via het dak af door middel van vleermuiswerende voorzieningen. |
3c |
Te allen tijde moeten vleermuizen de ruimte wel kunnen verlaten, maar er niet kunnen terugkeren. |
3d |
Voor het vleermuis vrij maken van een spouw moet de uitvoerder een bewijs tonen dat door hem een training ‘natuurvrij maken’ is gevolgd. Voeg uiterlijk binnen 24 uur na natuurvrij maken de volgende onderdelen toe aan de melding:
|
3e |
Het aanbrengen van vleermuis- en vogelwerende maatregelen is toegestaan conform de natuurkalender in deze factsheet. Het aanbrengen moet 4 dagen of meer voorafgaand aan het isoleren uitgevoerd worden zodat vleermuizen de kans krijgen om te vertrekken. |
3f |
Is de woning tijdig natuurvrij gemaakt, dan kan jaarrond worden geïsoleerd. Ook in de kwetsbare kraamperiode (rood) of in de winterperiode (oranje) kan worden geïsoleerd zolang de vleermuis- en vogelwerende maatregelen vóór die kwetsbare periode zijn aangebracht. |
SPOUWISOLATIE – VERPLICHTING 2 |
|
Beperk het verlies van verblijfplaatsen van vogels en vleermuizen |
|
3g |
Is de spouw minder dan 8 cm diep, dan geldt geen compensatieverplichting ten aanzien van vogels, maar wel ten aanzien van vleermuizen |
3h |
Is de spouw dieper dan 8 cm maar is de spouw niet toegankelijk via openingen van 2 cm breed, dan geldt geen compensatieverplichting ten aanzien van vogels maar wel ten aanzien van vleermuizen |
3i |
Is de spouw dieper dan 8 cm en toegankelijk voor vogels, dan geldt wel een compensatieverplichting ten aanzien van vogels en vleermuizen. |
3j |
Plaats per woning twee vogelvoorzieningen. Het plaatsen van de twee vogelvoorzieningen mag geheel achterwege worden gelaten als de bovenzijde van de spouw open is en blijft (en voor vogels toegankelijk is via de dakranden) en de spouw tot 10 cm onder de rand wordt gevuld. Zo blijft er ruimte om boven op de spouw te kunnen broeden. |
|
Compensatievereisten vleermuizen: |
3k |
Maak bij een tussenwoning per gevel een klein spouwverblijf van 30 x 30 cm. Kan om technische redenen geen klein spouwverblijf worden gerealiseerd, dan mag dit worden vervangen voor drie kleine spouwverblijven of (als dat ook niet kan) drie vleermuiskasten. Op die manier krijgt elke gevel een klein spouwverblijf of een vleermuiskast. Een speciale inbouwkast is uiteraard ook een mogelijkheid. |
3l |
Maak bij een hoekwoning één middelgroot spouwverblijf van 60 x 60 cm en twee kleine spouwverblijven van 30 x 30 cm op de andere gevels. Kan om technische redenen geen middelgroot spouwverblijf worden gerealiseerd dan mag dit worden vervangen voor drie kleine spouwverblijven of (als dat ook niet kan) drie vleermuiskasten. Op die manier krijgt elke gevel een klein spouwverblijf of een vleermuiskast. Een speciale inbouwkast is uiteraard ook een mogelijkheid. |
3n |
Is de hoekwoning of vrijstaande woning echter lager dan twee bouwlagen met een vliering (zoals een seniorenwoning) dan geldt de verplichting van een klein spouwverblijf per gevel. Ook hier geldt dat een spouwverblijf mag worden vervangen voor een vleermuiskast als een spouwverblijf of technische redenen niet kan. |
|
Technische aspecten |
3o |
Een spouwverblijf is een verblijfplaats die gemaakt wordt door bij de isolatie van spouwmuren een bepaalde ruimte brij te houden van isolatiemateriaal. De spouwborstels moeten al het isolatiemateriaal tegenhouden. |
3p |
De spouwverblijven worde gemaakt op het moment dat de vleermuiswerende maatregelen worden aangebracht. |
3q |
Vleermuiswerende maatregelen mogen de toegang tot de spouwverblijven niet belemmeren. |
3r |
Maak het spouwverblijf aan de bovenzijde van de spouwmuur. Breng vanaf de bovenzijde een spouwborstel in een U-vorm in de spouw. In de onderstaande afbeelding is dit de rode lijn. |
3s |
Zorg ervoor dat het spouwverblijf aan de bovenzijde openblijft zodat deze in verbinding staat met het dak. Is de spouw van de bovenzijde gesloten? Dan moet u deze (als dat technisch mogelijk is) openen zodat het spouwverblijf in verbinding komt met het dak. |
3t |
Maak in de gevel een opening die toegang geeft tot het spouwverblijf. Deze opening heeft een afmeting van ongeveer 20 mm bij 50 mm. Deze opening kan bijvoorbeeld uit een open stootvoeg. In de onderstaande afbeelding is dit het blauwe vlakje. |
3u |
Uitsluiten om technische redenen mogen grotere spouwverblijven worden vervangen voor kleinere of voor vleermuiskasten. Technische redenen zijn bijvoorbeeld dat de verhouding tussen het spouwverblijf en het te isoleren geveldeel verhoudingsgewijs te groot wordt met kansen op vochtproblemen. Licht deze situaties toe in de melding. |
FACTSHEET 4 - SPELREGELS ISOLATIE BORSTWERING
ISOLATIE BORSTWERING – VERPLICHTING 1 |
|
Voorkom het doden en verstoren van vleermuizen |
|
4a |
Is een borstwering niet volledig te controleren met een endoscoop, dan geldt 4b. Is een borstwering met een endoscoop volledig te controleren op vleermuizen dan geldt 4c. |
4b |
Maak borstweringen altijd ‘vleermuisvrij’ conform de natuurkalender. Voor het vleermuisvrij maken van borstweringen dient de training ‘natuurvrij-maken’ te zijn gevolgd. Meldt de werkzaamheden in de applicatie 48 voorafgaand aan het natuurvrij maken. Voeg uiterlijk binnen 24 uur na natuurvrij maken de volgende onderdelen toe aan de melding:
|
4c |
Is de borstwering met een endoscoop volledig te controleren op vleermuizen en worden met de endoscoop geen vleermuizen waargenomen? Dan kunt u de borstwering diezelfde dag isoleren of dichtmaken. Zo blijft de borstwering vleermuisvrij. Het vleermuisvrij-maken’ is dan niet nodig. Voorafgaand aan het isoleren tekent de uitvoerder de ‘vleermuisvrij-verklaring’. Het isoleren van borstweringen is meldingsplichtig in de GIS-applicatie “Particuliere na-isolatie onder het pre-SMP”. Meldt de werkzaamheden voorafgaand aan het isoleren en voeg uiterlijk binnen 24 uur het volgende toe:
|
4d |
Worden er wel vleermuizen waargenomen? Dan moet u wachten met isoleren totdat de vleermuizen uit eigen beweging vertrokken zijn. |
4e |
Voor het controleren van borstweringen met een endoscoop en het kunnen uitgeven van een ‘vleermuisvrij-verklaring’ hoeft de uitvoerder geen specifieke training gevolgd te hebben. |
ISOLATIE BORSTWERING – VERPLICHTING 2 |
|
Beperk het verlies van verblijfplaatsen van vogels en vleermuizen |
|
4f |
Plaats per borstwering 1 externe vleermuiskast. |
4g |
Wordt gelijktijdig de spouw geïsoleerd, plaats dan enkel spouwverblijven in de gevels. De extra vleermuiskasten zijn dan niet nodig. |
4h |
Blijft de spouw toegankelijk voor vleermuizen dan is geen compensatie nodig |
FACTSHEET 5 - SPELREGELS ISOLATIE BINNENMUUR
BINNENMUURISOLATIE – VERPLICHTING 1 |
|
Voorkom het doden en verstoren van vogels en vleermuizen |
|
5a |
Bij het isoleren van de buitenmuren door het plaatsen van voorzetwanden aan de binnenzijde van de woning gelden geen vereisten om het doden van beschermde diersoorten te voorkomen. |
5B |
Het plaatsen van voorzetwanden is meldingsplichtig in de GIS-applicatie “Particuliere na-isolatie onder het pre-SMP”. Meldt de werkzaamheden voorafgaand aan de werkzaamheden. |
BINNENMUURISOLATIE– VERPLICHTING 2 |
|
Beperk het verlies van verblijfplaatsen van vogels en vleermuizen |
|
5c |
Er geld voor deze werkzaamheden geen particuliere compensatieplicht voor kraamgroepen van vleermuissoorten. |
FACTSHEET 6 - SPELREGELS ISOLATIE BUITENMUUR
BUITENMUURISOLATIE – VERPLICHTING 1 |
|
Voorkom het doden en verstoren van vogels en vleermuizen |
|
6a |
Verdwijnen er geen kieren, gaten, open stoofvoegen of open randen (bijvoorbeeld muurbetimmering of bij het dak) van 7 mm of groter dan zijn er geen vereisten. |
6b |
Verdwijnen er kieren, gaten, open stoofvoegen of open randen (bijvoorbeeld muurbetimmering of bij het dak) van 7 mm of groter dan zijn beschermde soorten niet uitgesloten. Om het doden van beschermde soorten te voorkomen moeten alle muren natuurvrij worden gemaakt. Het natuurvrij van muren met kieren is meldingsplichtig in de GIS-applicatie “Particuliere na-isolatie onder het pre-SMP”. Meldt de werkzaamheden in de applicatie 48 uur voorafgaand aan het natuurvrij maken. Voeg uiterlijk binnen 24 uur na het natuurvrij maken de volgende bewijzen toe:
|
6c |
Plaats vleermuis- en vogelwerende maatregelen, door het afdichten van kieren, gaten, etc. die groter zijn dan 7 mm. Sluit ook de toegang tot de spouw ia aangrenzende gebouwen of via het dak af door middel van vleermuiswerende voorzieningen |
6d |
Te allen tijde moeten vleermuizen de ruimte wel kunnen verlaten, maar er niet kunnen terugkeren. |
6e |
Voor het vleermuisvrij maken van een spouw moet de uitvoerder een bewijs toenen dat door hem een training ‘natuurvrij maken’ is gevolgd. |
BUITENMUURISOLATIE– VERPLICHTING 2 |
|
Beperk het verlies van verblijfplaatsen van vogels en vleermuizen |
|
6h |
Verdwijnen er kieren, gaten, open stoofvoegen of open randen (bijvoorbeeld bij muurbetimmering of bij het dak) van 7 mm of groter dan zijn verblijfplaatsen van beschermde soorten niet uitgesloten. Plaats dan een vleermuiskast per gevel. |
6i |
Verdwijnen door het plaatsen van de voorzetmuur kieren in de muur, bij kozijnen of bij de dakrand van meer dan 2 cm breed, plaats dan per gevel een vogelvoorziening en plaats per gevel een vleermuiskast. |
FACTSHEET 7 - SPELREGELS PLAATSEN ZONNEPANELEN
PLAATSEN ZONNEPANELEN – VERPLICHTING 1 |
|
Voorkom het doden en verstoren van vogels en vleermuizen |
|
7a |
Het plaatsen van zonnepanelen op platte daken is jaarrond toegestaan. Wordt in het broedseizoen een nest op het dak waargenomen dan mag dit nest verstoord worden. Het nest mag niet zo dicht benaderd worden dat oudervogels opvliegen, verhinderd worden naar het nest terug te keren of agressief gedrag vertonen. |
7b |
Het plaatsen van zonnepanelen op hellende daken dient plaats te vinden buiten het broedseizoen (1 april tot 1 augustus). |
7c |
Als op de daken moet worden gelopen, dienen de pannen voorzichtig te worden verwijderd om het dooddrukken van vleermuizen te voorkomen. |
7d |
Het plaatsen van zonnepanelen op hellende daken is meldingsplichtig in de GIS-applicatie “Particuliere na-isolatie onder het pre-SMP”. Meldt het plaatsen van zonnepanelen 7 dagen voorafgaand aan de werkzaamheden. |
PLAATSEN ZONNEPANELEN – VERPLICHTING 2 |
|
Beperk het verlies van verblijfplaatsen van vogels en vleermuizen |
|
7e |
Laat bij het plaatsen van zonnepanelen aan de randen van het dak (zijkanten en rand van de dakgoot) een rand over waarop geen zonnepanelen worden gelegd. Deze randen zijn vier dakpannen breed of hoog. |
7f |
Is onder het dak een kraamkolonie van meervleermuis of de laatvlieger bekend, dan is het plaatsen van zonnepanelen niet toegestaan. Raadpleeg hierover de GIS-applicatie “Particuliere na-isolatie onder het pre-SMP” |
OVERZICHT COMPENSATIETAAKSTELLING
In onderstaande tabel wordt de compensatietaakstelling voor particulieren in één overzicht weergegeven, uitgesplitst per type woning.
Type isolatie |
Tussenwoning of een lage woning |
Hoekwoning |
Vrijstaande woning |
|||
Spouwmuurisolatie |
|
|
|
|||
Spouw < 8 cm |
1 klein spouwverblijf per gevel (30x30 cm) Alternatief: 1 vleermuiskast per gevel |
1 middelgroot (60x60 cm) en 2 kleine (30x30 cm) spouwverblijf per woning Alternatief: 1 klein spouwverblijf per gevel dan wel 1 vleermuiskast per gevel |
1 groot (100x100 cm) spouwverblijf per woning Alternatief: 1 middelgroot spouwverblijf en 3 kleine of 1 klein spouwverblijf dan wel 1 vleermuiskast per gevel |
|||
Spouw > 8 cm met openingen van minimaal 2 cm breed of toegangen via de dakrand |
2 vogelvoorzieningen extra op de compensatie voor het isoleren van een spouw < 8cm diep |
2 vogelvoorzieningen extra op de compensatie voor het isoleren van een spouw < 8cm diep |
2 vogelvoorzieningen extra op de compensatie voor het isoleren van een spouw < 8cm diep |
|||
Isolatie van het dak aan de binnenzijde in het geval dat het dakbeschot niet passeerbaar was voor vogels en vleermuizen |
||||||
|
Geen compensatieverplichting |
Geen compensatieverplichting |
Geen compensatieverplichting |
|||
Isolatie van het dak aan de binnenzijde in het geval dat het dakbeschot niet passeerbaar was voor vogels en vleermuizen |
|
|
|
|||
Er blijft een voor vleermuizen toegankelijke spouw |
2 vogelvoorzieningen per woning |
2 vogelvoorzieningen per woning |
2 vogelvoorzieningen per woning |
|||
Er is geen toegankelijke spouw |
2 vleermuiskasten en 2 vogelvoorzieningen per woning |
2 vleermuiskasten en 2 vogelvoorzieningen per woning |
2 vleermuiskasten en 2 vogelvoorzieningen per woning |
|||
De spouw wordt ook geïsoleerd |
2 extra vogelvoorzieningen op de compensatie voor het isoleren van de spouwmuur, tenzij reeds vogelvoorzieningen waren vereist |
2 extra vogelvoorzieningen op de compensatie voor het isoleren van de spouwmuur, tenzij reeds vogelvoorzieningen waren vereist |
2 extra vogelvoorzieningen op de compensatie voor het isoleren van de spouwmuur, tenzij reeds vogelvoorzieningen waren vereist |
|||
Isolatie van het dak aan de buitenzijde in het geval dat het dak wel geschikt te houden is voor vogels en vleermuizen |
|
|
|
|||
|
Toegangen van minimaal 35 mm tussen pan en dakrand. Geen vogelschroot onder de eerste drie rijen dakpannen. Tussen isolatiemateriaal en dakpannen dient 35 mm te zitten. De dakisolatie moet aan de randen over een breedt van 50 cm ruw zijn afgewerkt. Betrek bij deze werkzaamheden een ecologische deskundige. |
Toegangen van minimaal 35 mm tussen pan en dakrand. Geen vogelschroot onder de eerste drie rijen dakpannen. Tussen isolatiemateriaal en dakpannen dient 35 mm te zitten. De dakisolatie moet aan de randen over een breedt van 50 cm ruw zijn afgewerkt. Betrek bij deze werkzaamheden een ecologische deskundige. |
Toegangen van minimaal 35 mm tussen pan en dakrand. Geen vogelschroot onder de eerste drie rijen dakpannen. Tussen isolatiemateriaal en dakpannen dient 35 mm te zitten. De dakisolatie moet aan de randen over een breedt van 50 cm ruw zijn afgewerkt. Betrek bij deze werkzaamheden een ecologische deskundige. |
|||
Isolatie van het dak aan de buitenzijde in het geval het dak niet geschikt te houden is voor vogels en vleermuizen |
|
|
|
|||
Er blijft voor vleermuizen een toegankelijke spouw |
2 vogelvoorzieningen per woning |
2 vogelvoorzieningen per woning |
2 vogelvoorzieningen per woning |
|||
Er is geen toegankelijke spouw |
2 vleermuiskasten en 2 vogelvoorzieningen per woning |
2 vleermuiskasten en 2 vogelvoorzieningen per woning |
2 vleermuiskasten en 2 vogelvoorzieningen per woning |
|||
De spouw wordt ook geïsoleerd |
2 extra vogelvoorzieningen op de compensatie voor het isoleren van de spouwmuur, tenzij reeds vogelvoorzieningen waren vereist |
2 extra vogelvoorzieningen op de compensatie voor het isoleren van de spouwmuur, tenzij reeds vogelvoorzieningen waren vereist |
2 extra vogelvoorzieningen op de compensatie voor het isoleren van de spouwmuur, tenzij reeds vogelvoorzieningen waren vereist |
|||
Isolatie van borstweringen |
|
|
|
|||
Er blijft foor vleermuizen een toegankelijke spouw |
Geen extra voorziening nodig |
Geen extra voorziening nodig |
Geen extra voorziening nodig |
|||
Er is geen toegankelijke spouw |
1 vleermuiskast per borstwering |
1 vleermuiskast per borstwering |
1 vleermuiskast per borstwering |
|||
De spouw wordt ook geïsoleerd |
Geen extra voorzieningen op de compensatie voor het isoleren van de muur |
Geen extra voorzieningen op de compensatie voor het isoleren van de muur |
Geen extra voorzieningen op de compensatie voor het isoleren van de muur |
|||
Binnenmuur isolatie |
|
|
|
|||
|
Geen compensatie verplichting |
Geen compensatie verplichting |
Geen compensatie verplichting |
|||
Buitenmuurisolatie |
|
|
|
|||
Geen kieren > 7 mm |
Geen compensatie verplichting |
Geen compensatie verplichting |
Geen compensatie verplichting |
|||
Kieren groter dan 7 mm |
1 vleermuiskast per gevel |
1 vleermuiskast per gevel |
1 vleermuiskast per gevel |
|||
Kieren groter dan 20 mm |
1 vogelvoorziening en 1 vleermuiskast per gevel |
1 vogelvoorziening en 1 vleermuiskast per gevel |
1 vogelvoorziening en 1 vleermuiskast per gevel |
|||
Zonnepanelen |
|
|
|
|||
|
Geen compensatie verplichting |
Geen compensatie verplichting |
Geen compensatie verplichting |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl